Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Beleidsregels Wet inburgering. BW-nummer

Vergelijkbare documenten
Aantal bladzijden / verkoopprijs 8 / 0,40. Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2013 / 085. Naam Beleidsregels Wet inburgering (2011)

Beleidsregels behorend bij de Verordening Wet inburgering Helmond 2015

Beleidsregels Wet inburgering. WIZ de Bevelanden

Beleidsregels Wet inburgering 2017

Beleidsregels behorend bij de Verordening gewijzigde Wet inburgering Weesp 2014

besluiten vast te stellen de volgende beleidsregels in het kader van de Wet inburgering.

Beleidsregels criteria ontheffing inburgeringsplicht. 19 januari 2011

Beleidsregels wet inburgering Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; b e s l u i t e n:

Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 8 Wet inburgering (oud) en artikel 1.2 Verordening Inburgering Helmond 2013

VERORDENING WET INBURGERING ZOETERWOUDE Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

De gemeente heeft een aantal taken binnen de uitvoering van de WI.

De gemeente heeft een aantal taken binnen de uitvoering van de WI.

VERORDENING WET INBURGERING GEMEENTE ALPHEN AAN DEN RIJN 2012

BELEIDSREGELS WET INBURGERING

Verordening Wet inburgering gemeente Wierden 2013

Ter bevordering van de effectiviteit van beleid, gelijkheid in behandeling en rechtszekerheid voor de

5 Financiën N.v.t. 6 Communicatie De beleidsregels zullen na vaststelling gepubliceerd worden in het Gemeenteblad. 7 Uitvoering en evaluatie

Onderwerp Vaststellen beleidsregels t.b.v. uitvoering minimabeleid in 2011

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar H. Alssema, (t.a.v. H. Alssema)

VERORDENING INBURGERING DRECHTSTEDEN (noot van de redactie: geconsolideerde tekst per 7 juni 2012)

De gemeenteraad stelt de volgende regeling vast: Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

besluit van de gemeenteraad

Beschikking A1 Ontheffing van de inburgeringsplicht wegens psychische of lichamelijke beperkingen dan wel een verstandelijke handicap

VERORDENING EN BELEIDSREGELS INBURGERING HELMOND 2015

Beschikking A1 Ontheffing van de inburgeringsplicht wegens psychische of lichamelijke beperkingen dan wel een verstandelijke handicap

VERORDENING WET INBURGERING

Voortgangscijfers inburgering Totaal Nederland

WIJZIGINGENOVERZICHT VERORDENING EN KADERNOTA INBURGERING N.A.V. WETSWIJZIGINGEN

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Openbaar. Onderwerp Evaluatie mantelzorgurgenties. Wonen Zorg & Welzijn. Portefeuillehouder B. Velthuis B. Frings

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 mei 2009, gelet op de Wet inburgering (WI),

Informatiebijeenkomst BVNT2. Mohammed el Hamdaoui Beleidsadviseur DUO

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

nieuwkoop Giiolfl' Verordening Wet Inburgering Gemeente Nieuwkoop 2012

Voortgangscijfers inburgering Totaal Nederland

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 februari 2007 en van 6 maart 2007; inzake de invoering van de Wet inburgering

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beleidsregels Wet Inburgering gemeente Stein

Verordening inburgering Drechtsteden

College van B&W. Leden van de gemeenteraad. Informatie over de uitvoering van Wet inburgering. Geachte dames en heren,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d ;

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 maart 2007, gelet op de Wet inburgering (WI),

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Algemene toelichting Verordening inburgering Drechtsteden.

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 11 Datum :

Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 6.1

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

4. De bijgaande brief aan de Raad vast te stellen.

Algemene toelichting op de Verordening Wet Inburgering Tilburg

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;

Verordening Wet inburgering

Verordening Wet Inburgering 2010 gemeente Woerden

Effectrapportage sancties

7. Soc. voorzieningen en maatsch. dienstverlening

Artikelsgewijze toelichting

Openbaar. Actualisatie Mandaatregister MGR. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel. Onderwerp

Algemene toelichting

Beleidsregels WWB/IOAW/IOAZschriftelijke. verminderde verwijtbaarheid gemeente Tholen 2013

= Besluitvormende raadsvergadering d.d. 24 september 2013 Agendanr.. No.ZA /DV , afdeling Samenleving.

Hoofdstuk 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN EN INFORMATIEVERSTREKKING

Verordening Wet inburgering 2007 Gemeente Asten 1 e wijziging

Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2013 gemeente Velsen

b e s l u i t: vast te stellen de Verordening Wet Inburgering 2010 gemeente Woerden Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

VERORDENING WET INBURGERING HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013

A 1 Subproces Beboeten bij oproep

Verordening Inburgering gemeente Rozendaal 2011

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

Inburgering De nieuwe Wet Inburgering

Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet Rotterdam 2015

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Verordening elektronische publicatie BW-nummer

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stein;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hoger beroep besluit voorzieningenrechter rechtbank Gelderland uitvoering huisvestingsverordening en mandaatverlening bezwaarschriften

VERORDENING inburgering Lelystad 2007

Voorstel om te besluiten De "Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers" vast te stellen.

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp nieuwe 'Regeling Bedrijfshulpverlening'

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Beleidsregels Wet taaleis Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft,

Bij alle overige te leggen documenten moet een individuele beoordeling plaatsvinden.

VERORDENING INBURGERING DRECHTSTEDEN

Beleidsregel bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW, IOAZ 2015 Gemeente Gilze en Rijen

Beleidsregels Wet taaleis gemeente Schouwen-Duiveland

Algemene toelichting

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 februari 2007, nummer 2007/15,

Verordening Wet Inburgering gemeente Drechterland 2007

Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Onderwerp Subsidieaanvraag Alliantie VO inzake afbouw gesubsidieerde banen

Vergadernotitie voor de Drechtraad van 16 juni 2010

VERORDENING INBURGERING MEDEMBLIK De gemeente Medemblik stelt de VERORDENING INBURGERING MEDEMBLIK 2011 vast.

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013

b. Uitkering: de door het college verleende bijstand in het kader van de Participatiewet

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 7 januari 2014;

Verordening Wet Inburgering 2010

Beleidsregels Wet taaleis gemeente Edam-Volendam

Collegevoorstel Advies: Openbaar. Onderwerp aanpassing beleidsregel bijstand en eigen woning. Programma / Programmanummer Inkomen / 3230.

Transcriptie:

Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beleidsregels Wet inburgering Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Begin 2008 is de Beleidsregel Boete Wet inburgering vastgesteld. De beleidsregel is inmiddels verouderd en dient aangepast te worden. Dit collegevoorstel regelt een aantal aanpassingen op deze beleidsregel. Daarnaast wordt de beleidsregel aangevuld met regels om de inburgeraar te ontheffen van de inburgeringsplicht. In de Wet inburgering is geregeld dat een inburgeringsplichtige een ontheffing kan aanvragen van de inburgeringsplicht. Om een eenduidige beoordelingssystematiek te verkrijgen en om de rechtszekerheid voor burgers te waarborgen worden de criteria voor ontheffing en boete vastgelegd in beleidsregels. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. L120, Dorien Wilson, 2956 Datum ambtelijk voorstel 13 april 2011 Registratienummer 11.0005844 Ter besluitvorming door het college 1. De Beleidsregel boetes Wet inburgering (GB 08-089) in te trekken; 2. De Beleidsregels Wet Inburgering Nieuwkomers (GB98-060) in te trekken; 3. De in de bijlage opgenomen: Beleidsregels Wet inburgering vast te stellen; Leidinggevende C. Derks, L120 Paraaf akkoord Datum Programmamanager I. Hol Programmadirecteur M. Wetzels Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 26 april 2011 nummer: 3.7 Conform advies Aanhouden Anders, nl. Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Gemeentesecretaris Portefeuillehouder CVontheffing inburgering130420111.doc

Collegevoorstel 1 Probleemstelling Vanaf 1 januari 2007 geldt de Wet inburgering (Wi). Met ingang van 31 augustus 2010 kan een inburgeraar op 3 manieren ontheffing aanvragen: 1. op basis van medische gronden; 2. op basis van voldoende inspanning, en; 3. op grond van voldoende ingeburgerd te zijn. Inburgeraars die wel moeten inburgeren kan de gemeente op basis van de Wet inburgering een boete opleggen. Dit kan als de inburgeraar niet meewerkt aan het inburgeringsonderzoek. De overtredingen met hoogte van boetes zijn opgenomen in de Verordening Inburgering. De Verordening inburgering is in 2010 aangepast met de mogelijkheid om vrijwillige inburgeraars ook een boete op te leggen. Op basis van dit besluit dient de beleidsregel boetes Wet inburgering worden aangepast. Op dit moment wordt het steeds duidelijker dat er inburgeraars zijn die het inburgeringsexamen niet halen en in aanmerking kunnen komen voor een ontheffing door de gemeente. Om tot een eenduidige beoordelingssystematiek te komen en om de rechtszekerheid voor burgers te waarborgen worden de criteria voor ontheffing en boete vastgelegd in beleidsregels. 2 Juridische aspecten Zoals hierboven omschreven vormt de Wet inburgering, in samenhang met het Besluit inburgering en de Verordening inburgering, de basis. Het opleggen van boetes wordt gegeven in artikel 29 37 en 44 Wi. De hoogte van de boetes wordt geregeld in de artikelen 12 en 13 van de Verordening inburgering. De mogelijkheid om een ontheffing aan te vragen is geregeld in art. 6 eerste en tweede lid en in art. 31, tweede lid, onder c Wi. Daarnaast is de ontheffing geregeld in het Besluit inburgering, artt. 2.8, 2.8a en 5.5. Het vaststellen van de beleidsregels geeft invulling van de in de wet en de verordening gegeven beleidsruimte. Verder bevordert het formeel vastleggen van beleid in beleidsregels de rechtsgelijkheid en de rechtszekerheid. 3 Doelstelling Door middel van het vaststellen van beleidsregels op het gebied van het opleggen van boetes en het behandelen van een aanvraag voor een ontheffing (in het kader van de Wet inburgering) zorgen we voor een rechtmatige en doelmatige correcte uitvoering van de Wet en Verordening Inburgering. 4 Argumenten Zie hieronder de criteria die zijn opgenomen in de beleidsregels Wet Inburgering: Art.1) De kosten van de medische keuring zijn vaak te hoog De Wet inburgering geeft aan dat inburgeraars met een psychische of lichamelijke belemmering, dan wel verstandelijke beperking ontheven kunnen worden van de inburgeringsplicht. Dit kan worden verleend op basis van het advies van (een door het college aangewezen) onafhankelijke arts. Uit dat advies moet blijken dat de inburgeraar door zijn beperking blijvend niet in staat is om zijn het inburgeringsexamen te behalen. Wanneer de inburgeraar een advies van de arts krijgt om wel te kunnen deelnemen aan het inburgeringsexamen, krijgt de inburgeraar alsnog de inburgeringsplicht opgelegd. De inburgeraar ontvangt dan een beschikking. De inburgeraar kan als hij/zij het niet eens is met de beslissing hiertegen in bezwaar gaan. In de afgelopen jaren zijn al verschillende situaties voorgekomen dat inburgeraars de kosten van de medische keuring ( 260) niet konden

Collegevoorstel Vervolgvel 2 betalen. Het gaat vaak om mensen met een WWB- uitkering en inburgeraars met een laag inkomen. Indien deze groep toch zou deelnemen aan een inburgeringstraject, zouden ze uiteindelijk meer geld kosten. Dit omdat ze vanwege hun medische beperking tussentijds zouden afhaken. In de afgelopen twee jaar hebben 175 mensen de aanvraag ingediend en is dit bedrag vergoed door de gemeente voor 112 inburgeraars (met goedkeuring van onze wethouder in 2009). Deze kosten zijn alleen vergoed voor de inburgeraars met een laag inkomen die daadwerkelijk werden afgekeurd. Indien deze groep vanwege financiële redenen geen ontheffing op medische gronden krijgt, maar ook niet in staat is het inburgeringsexamen te behalen, zou dit uiteindelijk gevolgen hebben voor hun verblijfsvergunning. Art. 2) Niet iedereen haalt het inburgeringsexamen Een groep laag opgeleide inburgeraars (van ongeveer 30 inburgeraars) haalt het inburgeringsexamen niet omdat het niveau te hoog is. Als na voldoende inspanning blijkt dat de inburgeringsplichtige redelijkerwijs niet in staat is het examen te behalen, heeft de gemeente (sinds 2007) de mogelijkheid de inburgeraar te ontheffen van de inburgeringsplicht (niet eerder dan 6 maanden voor het aflopen van de inburgeringstermijn, dat is 3,5 jaar voor nieuwkomers en 5 jaar voor oudkomers). Indien toepassing van de termijn zou leiden tot een oneerlijke situatie, kan het college (sinds 2010) de termijn op aanvraag buiten toepassing laten. Dit kan als eerder duidelijk is dat iemand het inburgeringsexamen niet kan halen en als de situatie gevolgen heeft voor de verblijfsvergunning en daarmee een onredelijke psychische belasting vormt voor de inburgeraar of zijn/haar gezin. In een dergelijk geval kan de gemeente eerder ontheffen. Art.3) Ingeburgerd, maar geen bewijzen Het college kan (sinds 2010), onder voorwaarden, ontheffing van de inburgeringsplicht verlenen aan de inburgeringsplichtige die naar eigen zeggen voldoende ingeburgerd is. Het komt wel eens voor dat een oudkomer of een asielzoeker (die al lang in procedure zit en verblijft in Nederland) al ingeburgerd is, maar dit niet kan aantonen aan de hand van de juiste bewijzen. In dat geval kan iemand een beroep doen op dit artikel en kan de gemeente besluiten die persoon te ontheffen van de inburgeringsplicht. Dit wordt beoordeeld aan de hand van bewijzen waaruit blijkt dat de inburgeraar voldoende Nederlands communiceert in zijn functie (of in het verleden een bepaalde functie heeft uitgeoefend). Of aan de hand van de TIWI (taaltoets bureau Inburgering) of een goed gesprek. Art.4) e.v. Handhaving In de Wet inburgering is opgenomen dat gemeenten de taak hebben om de WI te handhaven. De gemeente kan in de volgende gevallen een boete opleggen: als de inburgeraar niet mee werkt aan het inburgeringsonderzoek, of; niet deelneemt aan het inburgeringstraject, of; het inburgerings- of staatsexamen niet binnen de inburgeringstermijn haalt. De huidige beleidsregel boete Wet inburgering is aangepast aan de Verordening inburgering. Hierin is opgenomen dat vrijwillige inburgeraars ook een boete opgelegd kunnen krijgen. Dit omdat deelname aan een inburgeringstraject vrijwillig dient te zijn, maar niet vrijblijvend (net als bij de verplichte inburgeraars). 5 Financiën De kosten van de medische keuring zijn ten laste gelegd op het product 61186. Op dit product zijn voldoende middelen geraamd om deze kosten te dekken.

Collegevoorstel Vervolgvel 3 De verwachting is dat in 2011, 2012, 2013 ongeveer 125 mensen hun medische keuring vergoed zullen krijgen (dit op basis van voorgaande jaren). Jaar Product Bedrag 2011 (50 aanvragen) 61186 13.000 2012 (50 aanvragen) 61186 13.000 2013 (25 aanvragen) 61186 6.500 Totaal: 32.500 6 Communicatie De beleidsregels Wet inburgering worden op de gebruikelijke wijze gepubliceerd in het gemeenteblad. Verder worden ze verwerkt in voorlichtingsmateriaal voor (potentiële) klanten. 7 Uitvoering en evaluatie De beoordeling van een mogelijke ontheffing en boete en het opleggen daarvan ligt bij de medewerkers van het bureau inburgering. De medewerkers bij bureau Inburgering die dit beoordelen zijn getraind in het afleggen van taaltoetsen. Bij een medische ontheffing wordt gebruik gemaakt van een advies van een onafhankelijke arts. Bij bureau inburgering ligt dan ook de primaire verantwoordelijkheid van de uitvoering. Deze medewerkers zijn nauw bij de totstandkoming van de beleidsregels betrokken om zo de uitvoerbaarheid van de beleidsregels te optimaliseren. 8 Risico Een risico kan zijn dat er meer aanvragen worden gehonoreerd dan begroot. Het aantal inburgeringsplichtigen daalt de komende jaren en een overschrijding wordt niet verwacht. Bijlage: Beleidsregels

Beleidsregels Wet inburgering Hoofdstuk 1 Regels voor ontheffing van de inburgeringsplicht op grond van de Wet inburgering De Wet inburgering kent 3 gronden voor ontheffing van de inburgeringsplicht. Het college kan inburgeringsplichtigen op aanvraag ontheffen van de inburgeringsplicht als: 1. zij vanwege lichamelijke en/of psychische gronden of een verstandelijke handicap blijvend niet in staat zijn het inburgeringsexamen te behalen (artikel 6, eerste lid, van de Wet inburgering en artikel 2.8 van het Besluit inburgering); 2. het voor hen op grond van aantoonbare inspanningen redelijkerwijs niet mogelijk is het inburgeringsexamen te behalen. Deze ontheffing kan in het algemeen niet eerder dan zes maanden voor afloop van de termijn worden aangevraagd (artikel 31, tweede lid, onderdeel c, van de Wet inburgering en artikel 5.5, eerste lid van het Besluit inburgering); 3. zij naar het oordeel van het college voldoende zijn ingeburgerd (artikel 6, tweede lid, onderdeel a, van de Wet inburgering en artikel 2.8a van het Besluit inburgering). Toelichting op de ontheffingen en criteria voor de ontheffingen genoemd onder punt 2 en 3. Artikel 1 Ontheffing op medische gronden Het college ontheft de inburgeringsplichtige van de inburgeringsplicht als deze aantoont door een psychische of lichamelijke belemmering dan wel een verstandelijke handicap, blijvend niet in staat te zijn het inburgeringsexamen te behalen. 1a Indien voorafgaand aan het inburgeringstraject aan de kant van de gemeente het sterke vermoeden bestaat dat de inburgeringplichtige voor ontheffing van de inburgeringplicht op medische gronden in aanmerking komt, wordt hij doorverwezen naar een door het college aangewezen onafhankelijke arts. Deze arts wordt gevraagd advies uit te brengen of de inburgeringsplichtige vanwege lichamelijke en/of psychische gronden of een verstandelijke handicap blijvend niet in staat is het inburgeringsexamen te behalen. De kosten van onderzoek en advies door de arts worden in dat geval gedragen door de gemeente. 1b Indien de inburgeringsplichtige niet door de gemeente wordt doorverwezen naar een arts, maar zelf van mening is dat er redenen zijn voor ontheffing van de inburgeringsplicht op medische gronden, dient hij een aanvraag in voor ontheffing vergezeld van een advies van een door het college aangewezen onafhankelijke arts (artikel 2.8 van het Besluit inburgering). Indien het medisch advies leidt tot ontheffing van de inburgeringsplicht, vergoedt het college de kosten van het advies. Indien het medisch advies niet leidt tot ontheffing van de inburgeringsplicht, blijven de kosten van het medisch advies voor rekening van de inburgeringsplichtige. De term blijvend is hierbij vertaald in een periode van vijf jaar, gerekend vanaf het moment van aanvraag van de ontheffing. 1c De arts stelt het advies op conform het protocol medische advisering dat als bijlage bij de Regeling inburgering is gevoegd (artikel 2.4 van de Regeling inburgering). Ten behoeve van het opstellen van het advies is het gebruikelijk dat betrokkene door de medisch adviseur in persoon wordt gezien. In evidente gevallen kan een verkorte procedure worden gevolgd. Artikel 2. Ontheffing na aantoonbare inspanningen Het college kan op schriftelijke aanvraag ontheffing van de inburgeringsplicht verlenen als het college op grond van aangetoonde inspanningen oordeelt dat het voor een inburgeringsplichtige redelijkerwijs niet mogelijk is het inburgeringsexamen te behalen. De inburgeringsplichtige kan in het algemeen niet eerder dan zes maanden voor het verstrijken van de handhavingstermijn om deze ontheffing verzoeken (artikel 5.5, eerste lid, van het Besluit inburgering). Sinds 7 september 2010 kan het college op grond van artikel 5.5, derde lid, van het Besluit inburgering de termijn van zes maanden buiten toepassing laten, indien toepassing daarvan naar

zijn oordeel, gelet op de door de inburgeringsplichtige aantoonbaar geleverde inspanningen om te voldoen aan de inburgeringsplicht, zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. De bevoegdheid om te beoordelen of er sprake is van aantoonbare inspanningen en of iemand redelijkerwijs niet in staat is om het inburgeringsexamen te behalen ligt bij het college. Het college stelt hiervoor onderstaande criteria vast. Artikel 2a Criteria aantoonbare inspanningen en redelijkerwijs niet in staat zijn het inburgeringsexamen te behalen 1. inburgeringsplichtige heeft minimaal gedurende 2 jaar een cursus gevolgd (eigen inkoop of een aanbod van de gemeente) die opleidt naar het vereiste niveau; en 2. inburgeringsplichtige heeft aangetoond dat hij daadwerkelijk aan de cursus heeft deelgenomen en deze heeft afgerond; en 3.1 betrokkene heeft meerdere malen aan het examen deelgenomen, of; 3.2 betrokkene heeft het inburgeringsexamen (ten minste één maal) afgelegd en heeft daarmee zo'n slechte resultaten bereikt dat deze aanleiding geven om te veronderstellen dat hij blijvend niet in staat is het inburgeringsexamen te behalen; of 3.3 in het geval het een analfabeet betreft, meer dan 80% van de lessen aanwezig is geweest 4. inburgeringsplichtige overlegt ter onderbouwing van de criteria zoals bedoeld in het eerste tot en met het derde lid een verklaring van het onderwijsinstituut waarin het volgende is opgenomen: -waarom de inburgeringsplichtige niet in staat is het inburgeringsexamen te behalen, -de duur van het gevolgde traject en eventueel het aantal examens waaraan de inburgeringsplichtige heeft deelgenomen en -het aanwezigheidspercentage; 5. in afwijking van het bepaalde onder 1 tot en met 4 wordt een inburgeringsplichtige ontheffing verleend als hij een met toetsresultaten of anderszins onderbouwde verklaring heeft overgelegd van een instelling die beschikt over het keurmerk inburgeren van Blik op Werk, waarin staat dat hij het leervermogen ontbeert om het inburgeringsexamen te behalen. 6 in afwijking van het bepaalde onder 1 tot en met 5 wordt een inburgeringsplichtige ontheffing verleend als hij aantoonbaar meer dan 2 jaar actief heeft deelgenomen aan een WIN-traject en redelijkerwijs niet in staat is het inburgeringsexamen te behalen. De duur van actieve deelname aan het WIN-traject en de reden waarom betrokkene redelijkerwijs niet in staat is het inburgeringsexamen te behalen, dient de inburgeringsplichtige te onderbouwen door een verklaring van het ROC daaromtrent bij de aanvraag te overleggen. Artikel 2b Onbillijkheid van overwegende aard Indien het college op grond van aantoonbaar geleverde inspanningen oordeelt dat het onbillijk is de inburgeringsplicht te laten voortduren omdat het duidelijk is dat betrokkene ook in de toekomst niet in staat zal zijn het inburgeringsexamen te behalen, kan het college reeds eerder dan een half jaar voor afloop van de inburgeringstermijn ontheffing van de inburgeringplicht verlenen. Onder onbillijkheid van overwegende aard als bedoeld in artikel 5.5. derde lid Besluit inburgering wordt onder meer verstaan de omstandigheid dat het langer laten voortduren van de inburgeringsplicht zoveel onzekerheid betreffende de verblijfsvergunning meebrengt dat aannemelijk is dat dit een onredelijke psychische belasting vormt voor betrokkene en/of zijn gezin. Artikel 2c Ambtshalve ontheffen In bijzondere gevallen kan het college ambtshalve beslissen tot ontheffing (artikel 31, tweede lid, onderdeel c van de Wet inburgering en artikel 5.5, tweede lid, van het Besluit inburgering). Hierbij kan gedacht worden aan de situatie waarin de handhavingstermijn reeds meerdere malen is verlengd en de inburgeringsplichtige ondanks aantoonbaar voldoende inspanningen om niet verwijtbare redenen er niet in is geslaagd het inburgeringsexamen te behalen. Tijdelijke onderbrekingen wegens bijvoorbeeld zorgtaken, ziekte of verblijf in het buitenland vallen niet onder deze categorie. Deze ambtshalve beslissing kan niet eerder worden genomen dan zes maanden voor afloop van de handhavingstermijn.

Artikel 3. Ontheffing in verband met aantoonbaar voldoende ingeburgerd zijn Het college kan sinds 7 september 2010 op schriftelijke aanvraag ontheffing verlenen aan inburgeringsplichtigen die naar hun eigen mening voldoende zijn ingeburgerd, maar geen vrijstellend document kunnen overleggen en uit principiële overwegingen niet bereid zijn tot het afleggen van een examen of van bijvoorbeeld de Korte vrijstellingstoets. Voorwaarde hiervoor is dat de inburgeringsplichtige, die de ontheffing heeft aangevraagd, naar het oordeel van het college aantoonbaar voldoende is ingeburgerd. Die beoordeling is aan het college en zal per geval moeten worden gemaakt. Het ministerie adviseert hierover beleidsregels op te stellen die als leidraad kunnen dienen voor een beslissing in een concreet geval. Het college stelt hiervoor onderstaande criteria vast. Artikel 3a Criteria aantoonbaar voldoende ingeburgerd De inburgeringsplichtige is aantoonbaar voldoende ingeburgerd indien: 1. de inburgeringsplichtige minimaal één jaar aan het werk is en dit aantoont met een arbeidscontract of een verklaring van de werkgever (met duur dienstverband en niveau Ned. taal) en bewijzen kan overleggen waaruit blijkt dat hij in zijn functie-uitoefening mondeling en schriftelijk in het Nederlands communiceert; of 2. de inburgeringsplichtige bewijzen kan overleggen van publieke optredens of bestuurs- of vrijwilligersfuncties, waaruit blijkt dat hij in zijn functie-uitoefening mondeling en schriftelijk in het Nederlands communiceert; of 3. de aanvrager documenten kan overleggen die aantonen dat met goed gevolg een opleiding die minimaal gelijk gesteld kan worden aan opleidingsniveau Mbo-niveau 2, is gevolgd die weliswaar niet wordt erkend als vrijstellingsgrond, maar waaruit wel een voldoende mate van ingeburgerdheid blijkt; en 4. de inburgeringsplichtige met het afleggen van een TIWI toets aantoont dat hij de Nederlandse taal spreekt op het niveau zoals vereist bij het inburgeringsexamen en dat hij over voldoende kennis beschikt van de Nederlandse samenleving; of 5. de inburgeringsplichtige met bewijzen (maximaal één jaar oud) van eerder afgelegde trajecten op A2 niveau aantoont dat hij de Nederlandse taal spreekt op het niveau zoals vereist bij het inburgeringsexamen en dat hij over voldoende kennis beschikt van de Nederlandse samenleving. In het geval dat de bewijzen ouder zijn dan één jaar heeft heet vierde lid toepassing; 6. de inburgeringsplichtige die ontheffing vraagt van de inburgeringsplicht op grond van de criteria zoals beschreven in de leden 1 tot en met 5 is in staat tijdens de intake van zijn aanvraag het gesprek in goed Nederlands te voeren. De bevoegdheid om iemand die aantoonbaar voldoende (evident) is ingeburgerd te ontheffen is gecreëerd als uitzondering op de algemene inburgeringsplicht. De wetgever verwacht dat het college prudent omgaat met de ruimte die hiermee is gegeven om inburgeringsplichtigen van deze plicht te ontheffen. De korte vrijstellingstoets (kvt) blijft bestaan voor degenen die deze toets willen afleggen om zo aan hun inburgeringsplicht of het inburgeringsvereiste in het kader van naturalisatie te voldoen. Het spreekt vanzelf dat zij ook het inburgeringsexamen kunnen afleggen indien zij van mening zijn dat voor het afleggen van de kvt een te hoog taalniveau is vereist. Voor de duidelijkheid: om het inburgeringsexamen te kunnen afleggen is het niet vereist dat een inburgeringscursus is gevolgd. Hoofdstuk 2 Boetes Wet inburgering Artikel 4 Handhaving In de Wet inburgering wordt onderscheid gemaakt tussen de nieuwkomers en de oudkomers. Nieuwkomers moeten actief worden gehandhaafd vanaf het moment van vestiging in de gemeente. Voor de groep oudkomers krijgt de gemeente de bevoegdheid om te faseren. De groep is te groot om iedereen meteen de ingangsdatum van de inburgeringsplicht op te leggen en te handhaven. De Wet inburgering betekent voor de gemeente dat zij de taak heeft om de plicht tot inburgering te handhaven. Het college vult de beleidsvrijheid ten aanzien van de handhaving in conform deze beleidsregel.

De volgende zaken moeten in ieder geval aan de orde komen bij de handhaving: 1. Intake 2. Voortgangscontrole (inspanningsverplichting die een aanbod krijgt van de gemeente) 3. Controle op het inburgeringsexamen en de bestuurlijke boete (na afloop van de termijn in de beschikking). Daarnaast onderscheidt de Wet inburgering inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars. De rechten en plichten van de inburgeringsplichtige worden vastgelegd in een beschikking. Daarop is bestuursrecht van toepassing. De rechten en plichten van de vrijwillige inburgeraar worden vastgelegd in een overeenkomst. Daarop is het civiele recht van toepassing. Artikel 5. Uitgangspunt handhaving binnen de Wet inburgering Voor het handhavingsbeleid Wet inburgering wordt zoveel als mogelijk aangesloten bij de opzet van het hoogwaardig handhaven in het kader van de Wwb. Dit betekent kort samengevat dat er een samenhangend pakket van maatregelen en acties nodig is op het terrein van: a. Voorlichting. Wil de gemeente kunnen handhaven dan moet de burger van meet af aan volledig op de hoogte zijn van wat van hem/haar wordt verwacht, van zijn rechten en plichten en van de sancties die mogelijk zijn. b. Dienstverlening. Handhaven moet op een algemeen geaccepteerde manier plaatsvinden. De handhavingsactiviteiten moeten zakelijk en niet onnodig belastend zijn (dus niet vragen naar gegevens die de gemeente al weet of burgers niet oproepen als op een minder belastende wijze kan worden vastgesteld dat men niet inburgeringsplichtig is). c. Controle en opsporing. Handhaven van regels kan alleen effectief plaatsvinden als er op de naleving ervan wordt toegezien. De kans op controle op de naleving van de regels moet als groot worden beleefd. d. Sanctioneren. Het niet handelen volgens de gestelde regels moet snel maar zorgvuldig en proportioneel worden gesanctioneerd. Artikel 6. Handhaving nieuwkomers en nieuwkomers, die niet in aanmerking komen voor een gemeentelijk aanbod inburgering Het college richt handhaving van de inburgeringsplicht van de nieuwkomers op het begin en het eind van de inburgeringstermijn. Dat betekent dat het college de potentieel inburgeringsplichtige oproept voor een intake, vaststelt of men wel of niet inburgeringsplichtig is en aan het einde van de termijn gaat controleren of men het examen heeft gehaald. Tussendoor handhaaft het college niet; de inburgeringstermijn is immers nog niet verstreken. Wel biedt het college, voor wie dat wil, één of enkele begeleidingsmomenten (niet zijnde handhavingsgesprekken) aan. Artikel 7. Handhaving waarbij gebruik wordt gemaakt van een inburgeringsaanbod In die gevallen waarin het college een inburgeringsaanbod doet, zal de handhaving intensiever van aard zijn dan bij de groepen onder artikel 6 hierboven genoemd. Met de inburgeringsplichtige zal de gemeente overeenkomen dat het deelnemen aan het inburgeringsexamen binnen een bepaalde termijn (maximaal twee volle kalenderjaren na het jaar dat gestart is met het inburgeringstraject) dient te hebben plaatsgevonden. De inburgeringsplichtige dient de prestatie te leveren; de gemeente financiert het aanbod onder voorwaarden. Zowel de inburgeringsplichtige als het college hebben er belang bij dat de voortgang regelmatig wordt besproken. Dit doet het college door van het scholingsinstituut voortgangsrapportages en verzuimmeldingen te vragen, door actie en sanctionering als verzuim optreedt en wat te doen als het examen niet binnen de afgesproken termijn is gehaald. Het uitgangspunt van hoogwaardig handhaven wordt hier gevolgd. Loopt het goed, dan is volgen toereikend. Treedt ongeoorloofd verzuim op of is de voortgang anderszins beneden verwachting en is dit de inburgeringsplichtige te verwijten, dan is er aanleiding om de inburgeringsplichtige aan te spreken op dit gedrag. Uitgangspunt is aanwezigheidspercentage van minimaal 80%. Dit betekent dat het college bij het beoordelen of een boete moet worden opgelegd, en zo ja welke, telkens de volgende drie stappen moet doorlopen: - Stap 1: vaststellen van de ernst van de gedraging.

- Stap 2: vaststellen van de verwijtbaarheid. - Stap 3: vaststellen van de omstandigheden van persoon/gezin. 1. De ernst van de gedraging komt tot uitdrukking in hoogte van de boetes conform de indeling uit de verordening. Dit leidt tot het onderstaande schema. Een ernstige gedraging rechtvaardigt de maximale boete in de betreffende categorie boetewaardige gedragingen. 2. Wat betreft de beoordeling van de mate van verwijtbaarheid is van belang in hoeverre voldaan is aan de criteria die hieronder worden genoemd en in hoeverre dit aan betrokkene verweten kan worden. Bij het ontbreken van het element verwijtbaarheid wordt geen boete opgelegd. Dat is met name het geval als niet gesproken kan worden van het moedwillig doen of nalaten. Als er sprake is van een toereikende motivatie dan wordt ook geen boete opgelegd. Verder speelt de motivatie zoals blijkend uit de voortgangsrapportages een rol bij het vaststellen van de mate van verwijtbaarheid. Als een traject bewust wordt gefrustreerd wordt de maximale boete opgelegd. Ook bij het consequent niet verschijnen op intake-gesprekken zonder geldige reden en bij het tussentijds stoppen zonder geldige reden is er sprake van een ernstig verwijtbare gedraging en wordt de maximale boete opgelegd. Als er gesproken kan worden van een gemiddelde verwijtbaarheid bijvoorbeeld bij een ongemotiveerde opstelling of het niet geheel voldoen aan de norm voor minimale aanwezigheid (80%) van de bijeenkomsten (dat is dus wat anders dan het consequent en moedwillig niet verschijnen), dan wordt een boete opgelegd die in het midden ligt tussen het maximale en het minimale bedrag, dus 62,50 (bij 125,- max.) en 125,- (bij 250,-). Schematisch weergegeven: Mate van verwijtbaarheid: Gedraging: Maximale verwijtbaarheid Moedwillig en systematisch frustreren van traject Consequent niet verschijnen op intakegesprekken zonder geldige reden Tussentijds stoppen zonder geldige reden Gemiddelde verwijtbaarheid Het incidenteel maar toerekenbaar frustreren van het traject Ongemotiveerde opstelling Ontbreken van verwijtbaarheid Incidenteel niet verschijnen dat niettoerekenbaar is 3. Matiging van de opgelegde boete wegens persoonlijke omstandigheden kan bijvoorbeeld in de volgende gevallen aan de orde zijn: - bijzondere financiële omstandigheden van de belanghebbende, zoals bijvoorbeeld hoge woonlasten of andere vaste lasten of uitgaven van bijzondere aard waarvoor geen financiële tegemoetkoming mogelijk is, dit kan aan de orde zijn bij een stapeling van kosten als gevolg van het opnieuw moeten beginnen met lessen; - sociale en/of persoonlijke omstandigheden, bijvoorbeeld bij de zorg voor een chronisch zieke of gehandicapt kind; - bij een opeenstapeling van maatregelen: de zwaarte van het geheel van maatregelen is niet evenredig aan de ernst van de gedraging en de mate van verwijtbaarheid.

Tabel Boetes Wi voor inburgeringsplichtigen boetewaardig gedrag Niet verschijnen op een oproep, niet meewerken aan een onderzoek of niet verstrekken van inlichtingen die van belang zijn voor het vaststellen van de inburgeringsplicht (art.25 lid 2 Wi) Niet verschijnen op een oproep, niet meewerken aan een onderzoek of niet verstrekken van inlichtingen als bedoeld in art.19 of 26 Wi (art.25 lid 1 Wi) Onvoldoende medewerking leveren aan voorziening inburgeringsplicht (art.23 Wi, art. 8 Verordening Wi) Hoogte maximale boete Hoogte gemiddelde boete 125,- 62,50 0,- 125,- 62,50 0,- 250,- 125,- 0,- Hoogte minimale boete Niet behalen examen/termijnoverschrijding 250,- 125,- 0,- Nieuwkomers en oudkomers na 3 ½ jaar (art. 31 lid 2, onder a Wi jo. art. 7 lid 1 Wi) Herhaalde termijnoverschrijding na verlenging termijn (art.32 Wi) 500,- 125,- 0,- (termijnverlenging ten hoogste 2 jaren) Tabel Boetes Wi voor vrijwillige inburgeraars Boetewaardig gedrag Niet nakomen van de verplichtingen genoemd in de overeenkomst (art. 8 Verordening Wi). Hoogte maximale boete 250,00 125,- 0,- Hoofdstuk 3 Invordering Artikel 8. Invorderen boete 1. Verrekening Het college maakt zoveel mogelijk gebruik van de mogelijkheid opgelegde boetes te verrekenen met de Algemene bijstand of te verrekenen met, dan wel in te houden op een uitkering op grond van bij algemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel 19, vierde lid Wet inburgering aan te wijzen sociale zekerheidswetten of sociale zekerheidsregelingen wordt gebruik gemaakt. Hierbij moet gedacht worden aan IOAW, IOAZ, WW, WAO, WAZ en Wajong. 2. Dwangbevel Indien de boete niet verrekend wordt, zoals bedoeld in het eerste lid, maakt het college gebruik

van de mogelijkheid van invordering middels dwangbevel. De kosten van het dwangbevel komen voor rekening van de schuldenaar en worden ingevorderd bij het dwangbevel. Artikel 9. Invorderen eigen bijdrage 1. Recht op premie Indien recht op een premie bestaat als bedoeld in artikel 5a Verordening inburgering & uitvoering 2010, wordt deze premie zo mogelijk verrekend met de eigen bijdrage als bedoeld in artikel 5 van de Verordening. 2. Verrekening met de bijstand Indien de inburgeraar algemene bijstand ontvangt, en verrekening met de premie als bedoeld in het eerste lid niet, of niet meer, mogelijk is, wordt de eigen bijdrage verrekend met de algemene bijstand, 3.Invordering middels dwangbevel Indien niet verrekend wordt zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt de eigen bijdrage ingevorderd middels dwangbevel. De kosten van het dwangbevel komen voor rekening van de schuldenaar en worden ingevorderd bij het dwangbevel. Art. 10 Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden inwerking op de dag na publicatie in het Gemeenteblad Nijmegen.