KM 08/11 ZW ramingen 2008-II. Inleiding KENNISMEMO

Vergelijkbare documenten
KM 07/19 ZW ramingen 2007-III. Inleiding KENNISMEMO

KM 09/03 ZW ramingen 2009 I. Inleiding KENNISMEMO

KM 08/20 ZW ramingen 2008-III. Inleiding KENNISMEMO

KM 09/12 ZW ramingen 2009 II

KM 08/06 ZW ramingen 2008-I

KM 07/14 ZW ramingen 2007-II. Inleiding KENNISMEMO

De uitgangspunten voor de ontwikkeling van de toekenningen en uitkeringsdagen zijn hieronder weergegeven.

KENNISMEMO. Tabel 1 Prognose doorstroom naar de Bijstand. Ed Berendsen T (020)

Verkenning van de gevolgen van een verhoging van de pensioenleeftijd

KM Verkenning van de gevolgen van de voorgestelde wijziging van de pensioenleeftijd voor de volumes in de sociale zekerheid.

KM 07/16 WW Raming 2007-II

KM 08/07 WW Raming 2008-I

Inleiding. KM 08/22 WW Raming 2008-III KENNISMEMO 22/12

KM 09/11 AO Ramingen 2009-II

UWV Tijdreeksen 2017

KM 07/06 WW Raming voorjaar 2007

KM Wie zijn de Overige Flexwerkers en hoe gaan zij om met het risico op ziekteverzuim.

KM 07/21 AO Ramingen 2007-III

UWV Tijdreeksen 2018

UWV Kennisverslag

nota financiële bijstellingen 2012 actualisatie prognoses t.o.v. de Juninota 2012

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

Langdurige werkloosheid Harriët Havinga 1

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2018 UWV

Op verzoek van de divisie AG is de klachtanalyse zoals beschreven in UKV 2007-I

Duurzaamheid van de plaatsingen (artikel in het blad Werk & Inkomen, december 2006) Kennismemo

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2015 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2015 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2017 UWV

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 15 september 2015 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2016

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2018 UWV

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014, 2015 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2017 UWV

UWV Kennisverslag

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 19 september 2017 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2018

UWV Kennisverslag

Sector : 2 Afdeling/Project : SZ Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 113 Datum : 17 maart 2005

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 21 september 2016 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2017

uwv Ken n isverslag VOLUMEONTWIKKELINGEN Duiding van de ontwikkelingen in de sociale zekerheid in de eerste helft van 2018

Inleiding. KM 07/07 AO Ramingen voorjaar 2007 KENNISMEMO

UWV Kennisverslag

Kortetermijnontwikkeling

CPB Notitie 18 september 2018

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Gemeente Breda. Monitoring ontwikkeling uitkeringen West-Brabant. 2 e voortgangsrapportage SSC Onderzoek en Informatie

KENNISMEMO. Startnotitie vangnet ZW

UWV Kennisverslag

KENNISMEMO. Ed Berendsen T (020) Ed.Berendsen@uwv.nl. Katinka van Brakel T (020) Katinka.vanBrakel@uwv.nl

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2014 UWV

Nota financiële bijstellingen actualisatie prognoses t.o.v. de Juninota 2013

Monitoring ontwikkeling Arbeidsmarkt West- Brabant. 2e voortgangsrapportage 2011

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2014 UWV

UWV Kwartaal Verkenning 2008-III

2513 AA1 A. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Raming bijstandsvolume in de MEV 2005

Dit kennismemo bevat het werkprogramma 2008 van het kenniscentrum UWV voor het vangnet ZW.

UWV Kwartaal Verkenning 2008-II. Kenniscentrum UWV Directie SBK

UWV Kwartaal Verkenning 2009-I

Nota financiële bijstellingen Actualisatie prognoses ten opzichte van de Juninota 2015

Sector : 2 Afdeling/Project : Sociale zekerheid Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 126 Datum : 19 september 2005

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2016 UWV

Aanvullende informatie bijstelling macrobudget inkomensdeel per 18 mei 2006

Kwantitatieve informatie 2016

Afdeling/Project : Sociale Zekerheid Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 152 Datum : 5 april 2006

UWV Kennisverslag

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

CPB Memorandum. Raming van het bijstandsvolume in CEP 2007

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Nota financiële bijstellingen Actualisatie prognoses ten opzichte van de Juninota 2014

KENNISMEMO 07/02 Indicatieve quick scan van participatiepotentieel UWV klanten. 1 Aanleiding. 2 Inleiding en samenvatting KENNISMEMO

2. Globale analyse 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal uitkeringen daalt. Daling bijstand vooral bij mannen en jongeren

Themabijeenkomst regionale arbeidsmarkt. Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

UWV Kwartaal Verkenning 2009-II

Centraal Bureau voor de Statistiek

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2016 UWV

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

CPB Memorandum. Raming van het bijstandsvolume in de MEV 2007

Verwerking wet Verlenging Loondoorbetaling bij Ziekte in CEP 2004

Premievaststelling vrijwillige verzekering Ziektewet, WW, WAO en WIA 2019

Kwantitatieve informatie 1 e acht maanden 2008

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018

Kwantitatieve informatie eerste vier maanden 2019

UWV Kwartaal Verkenning 2010-II

UWV Kwartaal Verkenning 2009-I

ISD. Kwartaalrapportage. Overzicht 1 e kwartaal 2013 Steenbergen

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen sterk teruggelopen. Vooral minder nieuwe WAO-uitkeringen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bijstandsuitkeringen vrijwel onveranderd. Stijging aantal WW-uitkeringen loopt fors terug

Arbeidsmarkt in vogelvlucht

UWV Kwartaal Verkenning 2008-IV

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

KENNISMEMO Aan RvB, Fred Paling, Titus Livius, Peter Ploegsma, André Timmermans, Jaco Coster Cc Jan Stalman Datum 15 augustus 2008 Van KENNISCENTRUM, Peter Rijnsburger T (020) 687 1956 Peter.Rijnsburger@uwv.nl Ed Berendsen T (020) 687 1625 Ed.Berendsen@uwv.nl Onderwerp KM 08/11 ZW en 2008-II Puntsgewijze samenvatting van de belangrijkste signalen - Het aantal toekenningen en meldingen is ten opzichte van de vorige (april 2008) vanaf 2007 met ongeveer 3% naar beneden bijgesteld. Dit is het gevolg van een gewijzigde telwijze van de toekenningen. Deze bijstelling heeft echter vrijwel geen invloed op de van de ontwikkeling van de toekenningen en meldingen. - De toekenningen dalen in 2008 naar verwachting met bijna 3% en de meldingen dalen met ongeveer 1%. Voor wordt een stabilisatie van beide grootheden verwacht. - De uitkeringsdagen en jaren zijn ten opzichte van de vorige slechts in beperkte mate bijgesteld. In 2008 wordt een afname verwacht van 3,6% en in een lichte stijging. Inleiding Ten behoeve van de begrotingscyclus en de fonds- en premienota s wordt periodiek een gemaakt van de volumeontwikkeling van de sociale zekerheidswetten. Daarin worden de beleidsuitgangspunten, de macro-economische ontwikkeling van het CPB en de realisaties bij de verschillende wetten verwerkt. De beleidsuitgangspunten worden in overleg tussen SZW en UWV vastgesteld. Dat is eerder dit jaar gebeurd. Bij het opstellen van de en zijn de realisaties tot en met juni 2008 verwerkt. De opbouw van dit memo is als volgt. In de hoofdtekst worden de en per vangnetgroep besproken. Voor de opbouw van de prognoses wordt een vaste procedure gehanteerd. Allereerst worden één of meerdere uitgangspunten per vangnetgroep geformuleerd. Hierbij is gebruik gemaakt van CBS- en CPB-cijfers over demografische en conjuncturele ontwikkelingen en informatie met betrekking tot WW- en WAO/WIA-ontwikkelingen die van invloed zijn op de vangnetgroepen. Vervolgens worden deze uitgangspunten vertaald in een prognose per vangnetgroep. Hierbij worden de volgende vangnetgroepen onderscheiden: zieke werklozen, uitzendkrachten, overige flexwerkers, ziekte als gevolg van zwangerschap, zwangerschapsverlof (wazo), herintredende wao ers, vrijwillig verzekerden en overige groepen, waaronder orgaandonoren. In bijlage A wordt het economische beeld geschetst. Dit is een publicatie van het Kenniscentrum van UWV, waarin op basis van uitgevoerd onderzoek informatie en analyses worden aangedragen en mogelijke beleidsimplicaties worden geschetst. Het gaat hier dus niet om officiële, al door UWV ingenomen beleidsstandpunten.

2 van 10 Uitgangspunten bij de en De uitgangspunten voor de ontwikkeling van de toekenningen, meldingen en uitkeringsdagen zijn hieronder weergegeven. De belangrijkste wijziging ten opzichte van de vorige (april 2008) heeft betrekking op de aangepaste tellingen van de toekenningen. De invoering van de doorbetaling WW gedurende de eerste 13 weken van de ziekteperiode (dbz) per 1 mei 2007 leidt tot een afname van het aantal toekenningen en uitkeringsdagen bij de groep zieke WW ers. Dit effect is verwerkt in de volume voor deze vangnetgroep. Hierbij is verondersteld dat het aantal meldingen niet door dbz wordt beïnvloed. Met ingang van dit kennismemo is het aantal toekenningen vanaf 2007 gecorrigeerd voor dubbeltellingen, waardoor het niveau neerwaarts is bijgesteld. Voor de ontwikkeling van de toekenningen heeft dit echter vrijwel geen gevolgen. Deze bijstelling werkt ook door in het niveau van het aantal meldingen. In navolging van de vorige en is voor de van de toekenningen in dit kennismemo gebruik gemaakt van tellingen die uitsluitend betrekking hebben op toegekende betalingen. Door uit te gaan van toekenningen wordt aansluiting gevonden bij de toekenningen in 2005 die volgens dezelfde definitie zijn geteld. Voor de meldingen, bestaande uit toekenningen en herstelmeldingen voor ingang uitkering (de zogenaamde hviu s) is verondersteld dat zij grotendeels dezelfde ontwikkeling vertonen als de toekenningen. Voor de zieke werklozen is indirect rekening gehouden met voorgenomen wetswijzigingen in de WW en WAO/WIA. Deze wijzigingen zijn opgenomen in de notities WW Begrotingsen 2008 (augustus 2008) en AO Begrotingsen 2008 (augustus 2008) van het Kenniscentrum. Voor de WW betreft dit de aangepaste referteeis, beperking van de verwijtbaarheidstoets en beperking van de WW-duur. Daarnaast zijn de effecten van VLZ, asb en WIA meegenomen in de WW prognose. Demografische ontwikkelingen zijn meegenomen bij de wazo en ziekte tengevolge van zwangerschap. Verder is rekening gehouden met de werkgelegenheidsontwikkeling en de ontwikkeling van de arbeidsparticipatie van vrouwen. Met ingang van 1 juli 2008 kunnen vrouwen die als zelfstandige werkzaam zijn een beroep doen op de wazo. Dit leidt tot een extra toename in 2008 en van de toekenningen, meldingen en uitkeringsdagen. Het effect van dit wetsvoorstel is niet meegenomen in de. Voor vrijwel alle vangnetgroepen is uitgegaan van een gelijkblijvende toekenningsfrequentie en gemiddelde verzuimduur in 2008, met uitzondering van de uitzendkrachten en de overige flexwerkers. Voor deze groepen wordt rekening gehouden met een lichte toename van de verzuimduur. Voor de middellange termijn is voor de ontwikkeling van de toekenningen en uitkeringsdagen aangegeven uitgaande van een stabilisatie vanaf, met uitzondering van de groep overige flexwerkers. Voor deze groep wordt jaarlijkse een lichte toename verwacht. Realisaties eerste helft 2008 De realisaties van de toekenningen in de periode januari juni 2008 liggen op totaalniveau bijna 4% lager dan dezelfde periode in 2007. Dit is in lijn met de geraamde ontwikkeling in het vorige kennismemo (KM 08/06, april 2008). De uitkeringsdagen liggen in de eerste helft van 2008 ruim 5% lager dan in de eerste helft van 2007. Dit is een iets grotere daling dan in april was verwacht (4%). Deze daling is voor een belangrijk deel te verklaren door een sterke afname bij de groep zieke werklozen. Op de ontwikkeling per vangnetgroep komen we terug bij de bespreking van de en in paragraaf 2.

3 van 10 Bij de van de uitkeringsdagen is zoveel mogelijk uitgegaan van een vergelijkbare ontwikkeling als bij de toekenningen. Dit betekent dat de gemiddelde uitkeringsduur constant wordt gehouden in de. Ramingen De en zijn hieronder zowel op totaalniveau als per vangnetgroep weergegeven. De toekenningen, meldingen, uitkeringsdagen en uitkeringsjaren op totaalniveau staan in tabel 1 voor de periode 2008-2013. De en van de toekenningen en uitkeringsdagen voor 2008 en per vangnetgroep staan in tabellen 2 en 3. Tabel 4 bevat uitkeringsjaren per vangnetgroep. De uitkeringsjaren zijn berekend door de uitkeringsdagen te delen door 260. 1. Prognoses vangnet ZW op totaalniveau Bij de prognose van het aantal toekenningen, meldingen en uitkeringsdagen is uitgegaan van de realisaties tot en met de eerste helft van 2008. Op grond van de gecorrigeerde tellingen vanaf 2007 zijn de en voor de toekenningen en meldingen naar beneden bijgesteld. Het niveau van de toekenningen komt daarmee ruim 16.000 lager uit dan in de vorige. De volumeontwikkeling wijzigt echter niet of nauwelijks. Het verwachte aantal uitkeringsdagen ligt ten opzichte van de vorige in 2008 iets lager en vanaf iets hoger. Voor de periode 2010-2013 is grotendeels uitgegaan van een stabilisatie van de toekenningen en dagen op het niveau van. De enige uitzondering hierop vormt de vangnetgroepen overige flexwerkers. Tabel 1. Toekenningen, uitkeringsdagen en uitkeringsjaren ZW, inclusief dbz en meldingen, 2007-2013, aantallen x 1000 2007 2008 2010 2011 2012 2013 Raming 2008-II Toekenningen 468,0 455,0 455,1 455,7 456,0 456,3 456,3 Uitkeringsdagen 33.667 32.551 32.731 32.845 32.903 32.962 32.962 Uitkeringsjaren 129,5 124,8 125,5 126,3 126,6 126,8 126,8 Meldingen excl. Dbz 621,5 614,7 614,2 614,8 615,3 615,9 616,0 Mutaties (%) Toekenningen -2,8 0,0 0,1 0,1 0,1 0,0 Uitkeringsdagen -3,6 0,6 0,3 0,2 0,2 0,0 Uitkeringsjaren -3,6 0,6 0,3 0,2 0,2 0,0 Meldingen excl. Dbz -1,1-0,1 0,1-0,1 0,1 0,0 Raming 2008-I Toekenningen 484,6 469,4 469,1 469,5 469,5 469,7 469,7 Uitkeringsdagen 33.671 32.660 32.471 32.493 32.428 32.449 32.449 Uitkeringsjaren 129,5 125,7 124,9 125,0 124,7 124,8 124,8 Meldingen excl. Dbz 638,0 634,3 632,4 632,2 631,5 631,5 631,5

4 van 10 2. Prognose toekenningen en uitkeringsdagen ZW per vangnetgroep De toekenningen per vangnetgroep voor de periode 2006- staan in tabel 2, de uitkeringsdagen in tabel 3. In tabel 4 zijn de uitkeringsjaren opgenomen. Het effect van dbz is in de en verwerkt. Hieronder volgt per vangnetgroep een toelichting op de prognoses. Uitzendkrachten en overige flexwerkers In de eerste helft van 2008 is het aantal toekenningen van uitzendkrachten met ruim 1% gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2007. Als we veronderstellen dat deze ontwikkeling voor geheel 2008 geldt is er sprake van minder toekenningen dan in de vorige was verwacht. Deze afname weerspiegelt ook de teruglopende werkgelegenheid in de uitzendbranche in 2008. Voor wordt een verdere afzwakking van de economische groei verwacht en daarmee ook minder werkgelegenheid. In 2008 en gaan wij voor de uitzendkrachten uit van een afname van de toekenningen met 1%. Voor de overige flexwerkers is in de eerste helft van 2008 sprake geweest van een toename van het aantal toekenningen ten opzichte van 2007. In hoeverre deze stijging wordt veroorzaakt door de groeiende werkgelegenheid of een hogere toekenningsfrequentie (of beide) is nog steeds moeilijk vast te stellen, omdat onvoldoende inzicht bestaat in de omvang van de populatie overige flexwerkers. Daar komt bij dat de gecorrigeerde toekenningen voor een extra verstoring kunnen hebben gezorgd. In de voor 2008 en is uitgegaan van een verdere toename van de werkgelegenheid met 4 en 2%. Uitgaande van een constante toekenningsfrequentie ten opzichte van 2007 betekent dit dat de toekenningen in 2008 met 4% en in met 2% stijgen. Omdat de uitkeringsdagen van uitzendkrachten in de eerste helft van 2008 opnieuw sterk zijn toegenomen met meer dan 10%, terwijl de toekenningen licht teruglopen, volgt hieruit dat de gemiddelde uitkeringsduur moet zijn gestegen. Het is onzeker of dit effect zich ook zal voordoen in de tweede helft van 2008. Voorlopig is voor geheel 2008 uitgegaan van een toename met 4%. Als gevolg van de verslechterde conjunctuur en de verwachte daling bij de toekenningen wordt in ook voor de dagen een lichte afname geraamd. De ontwikkeling bij de overige flexwerkers komt in 2007 hoger uit dan in april 2008 was verwacht. Dit kan het gevolg zijn van zowel de hogere instroom als een langere gemiddelde ziekteduur. Nadere analyse van de ontwikkeling in 2007 en 2008 zal moeten uitwijzen in hoeverre er sprake is van een gewijzigde dan wel stabiele uitkeringsduur. Voor deze groep is op basis van de recente realisaties van een grotere stijging uitgegaan in 2008 (4%). Voor is een stijging van 2% aangehouden. Wazo en ziekte als gevolg van zwangerschap Het aantal geboorten vertoont sinds enkele jaren een daling die zich echter in de eerste vijf maanden van 2008 niet verder heeft doorgezet 1. In deze periode is er sprake van een stijging met ongeveer 1%. Ook de toekenningen wazo zijn in de eerste helft van 2008 gestegen. Dit betekent dat de opwaarts wordt bijgesteld omdat in april 2008 nog was uitgegaan van een verdere afname. Het is onzeker of er sprake is van een omslag in het aantal geboorten. Voorzichtigheidshalve gaan wij na uit van een stabilisatie. De werkgelegenheid zal in de periode 2008-2013 naar verwachting licht groeien maar minder hard dan in 2007. Dit betekent dat het aantal wazo toekenningen in 2008 en licht toeneemt en vanaf 2010 stabiliseert op het niveau van. Hierbij is verondersteld dat de arbeidsparticipatie van vrouwen jonger dan 40 jaar licht stijgt. Voor de uitkeringsdagen wordt uitgegaan van een vergelijkbare ontwikkeling als bij de toekenningen, mede op basis van de toename in de eerste helft van 2008 ten opzichte van 2007. 1 CBS, Statline, Bevolking en bevolkingsontwikkeling per maand, kwartaal, jaar (tot en met mei 2008)

5 van 10 Bij ziekte als gevolg van zwangerschap is het aantal toekenningen in de eerste helft van 2008 gedaald ten opzichte van 2007. Hier is een omgekeerde ontwikkeling te zien in vergelijking met de wazo. Het is onzeker of er sprake is van een omslag of van een eenmalige afname. Op basis van de recente cijfers houden wij rekening met een daling in 2008 en een stabilisatie in. Dit betekent dat de vorige neerwaarts wordt bijgesteld. Voor de uitkeringsdagen wordt uitgegaan van dezelfde ontwikkeling als bij de toekenningen. Zieke werklozen De ontwikkeling van de vangnetgroep zieke werklozen is gerelateerd aan de ontwikkeling van het gemiddelde lopende bestand WW. Uitgaande van de meest recente CPB-en van de economische groei, werkloze beroepsbevolking, loonontwikkeling en arbeidsproductiviteit heeft UWV een prognose vervaardigd van zowel de instroom, uitstroom als het lopende bestand WW. Op basis van de UWV-prognoses voor de WW is de voor de zieke werklozen verkregen. Hierbij is verondersteld dat de daling bij zieke werklozen minder groot is dan bij de gemiddelde werklozen, omdat de gezondere werklozen sneller uitstromen dan de minder gezonde. Het aantal toekenningen zal bij deze veronderstelling in 2008 dalen met ongeveer 9% en in stabiliseren. Naast de conjuncturele invloed is er ook sprake van de invoering van dbz per 1 mei 2007. Dit leidt tot een extra afname. Op basis van het eerste halfjaar van 2008 ligt het aantal toekenningen hoger dan in de tweede helft van 2007. Een eerste analyse wijst uit dat mogelijk een aantal toekenningen betrekking heeft op werklozen die korter dan 13 weken ziek zijn. Er kunnen dus deels meer toekenningen zijn geteld dan op grond van dbz was verwacht. Daarnaast kan ook het aandeel zieken dat de 13 weken grens haalt hoger liggen dan de 27% die was gehanteerd in de vorige en. Omdat op dit moment nog onzekerheid bestaat over het werkelijke aantal toekenningen na 13 weken handhaven we voorlopig de van april 2008, dat wil zeggen dat het aantal toekenningen uitkomt op 17.000, bijna de helft lager dan in 2007. Opvallend is dat de uitkeringsdagen in de eerste helft van 2008 juist sterker zijn gedaald dan was geraamd. Dit lijkt in tegenspraak te zijn met het mogelijk hogere aantal werklozen dat de 13 weken grens haalt. Voor dit verschil is nog geen sluitende verklaring te geven. Voor 2008 wordt het aantal uitkeringsdagen neerwaarts bijgesteld ten opzichte van de vorige : de geraamde afname van de uitkeringsdagen bij zieke werklozen voor 2008 bedraagt 20%. In is uitgegaan van een stabilisatie van de uitkeringsdagen die overeenkomt met de ontwikkeling bij de toekenningen. Herintredende wao ers Het aantal toekenningen ligt in de eerste helft van 2008 hoger dan in dezelfde periode van 2007. Voor 2008 en blijft de van april 2008 gehandhaafd. Bij de uitkeringsdagen is er juist sprake van lichte daling, ondanks de asb-operatie en een grotere populatie herintredende ao ers die bij ziekte gebruik kan maken van het vangnet. Voor 2008 en wordt een stabilisatie ten opzichte van 2007 aangehouden. Overige vangnetgroepen De resterende vangnetgroepen zijn relatief klein. Het aantal niet in te delen vangnetters is met ingang van 2007 gedaald. Om die reden is de groep Overige, waar de niet in te delen vangnetters het grootste aandeel hebben, in omvang afgenomen. In de eerste helft zet deze daling verder door. Voor geheel 2008 wordt voor de groep Overige een daling verwacht en voor een stabilisatie van de toekenningen en uitkeringsdagen. Bij de vrijwillig verzekerden wordt voor 2008 en een toename verwacht van de toekenningen en uitkeringsdagen, gebaseerd op de stijging in 2007 en de realisaties in het eerste halfjaar van 2008.

6 van 10 Tabel 2 Toekenningen per vangnetgroep, 2006- (x 1000) Aantal toekenningen (x 1000) Percentages 2006 2007 2008 2007 tov 2006 2008 tov 2007 tov 2008 Zwangere vrouwen a) 78,2 64,9 63,6 63,6-2,0 0,0 Uitzendkrachten 174,9 184,8 182,9 181,1-1,0-1,0 Overige flexwerkers 27,4 25,8 28,7 29,3 11,2 2,1 Zieke werklozen 67,7 33,0 17,0 17,0-48,5 0,0 Herintredende wao ers 32,3 26,4 28,4 28,4 7,6 0,0 Vrijwillige verzek. 5,2 5,1 5,6 5,7 10,0 2,0 Overige 4,5 0,6 0,3 0,3-50,0 0,0 Totaal excl. Wazo 390,3 340,6 325,8 324,6-4,4-0,4 Wazo 146,9 127,4 129,2 130,5 1,4 1,0 Totaal incl. Wazo 537,2 468,0 455,0 455,1-2,8 0,0 a) Ziekte als gevolg van zwangerschap Tabel 3 Uitkeringsdagen per vangnetgroep, 2006- (x 1000) Aantal uitkeringsdagen (x 1000) Percentages 2006 2007 2008 2007 tov 2006 2008 tov 2007 tov 2008 Zwangere vrouwen 3.866,6 3.624,1 3.551,6 3.551,6-2,0 0,0 Uitzendkrachten 3.945,8 4.500,3 4.680,3 4.633,5 4,0-1,0 Overige flexwerkers 5.642,9 5.356,7 5.571,0 5.682,4 4,0 2,0 Zieke werklozen 9.108,4 7.548,1 6.038,4 6.038,4-20,0 0,0 Herintredende wao ers 1.680,8 1.418,9 1.418,9 1.418,9 0,0 0,0 Vrijwillige verzek. 339,8 346,7 360,6 367,8 4,0 2,0 Overige 35,9 83,2 33,3 33,3-60,0 0,0 Totaal excl. Wazo 24.620,3 22.877,9 21.654,0 21.725,9-5,3 0,3 Wazo 10.994,3 10.788,6 10.896,5 11.005,5 1,0 1,0 Totaal incl. Wazo 35.614,6 33.666,5 32.550,5 32.731,4-3,3 0,6

7 van 10 Tabel 4 Uitkeringsjaren per vangnetgroep, 2006- (x 1000) Aantal uitkeringsjaren (x 1000) Percentages 2006 2007 2008 2007 tov 2006 2008 tov 2007 tov 2008 Zwangere vrouwen 14,9 13,9 13,7 13,7-2,0 0,0 Uitzendkrachten 15,2 17,3 18,0 17,8 4,0-1,0 Overige flexwerkers 21,7 20,6 21,4 21,9 4,0 2,0 Zieke werklozen 35,0 29,0 23,2 23,2-20,0 0,0 Herintredende ao ers 6,5 5,5 5,5 5,5 0,0 0,0 Vrijwillige verzek. 1,3 1,3 1,4 1,4 4,0 2,0 Overige 0,1 0,3 0,1 0,1-60,0 0,0 Totaal excl. Wazo 94,7 88,0 83,3 83,6-5,3 0,3 Wazo 42,3 41,5 41,9 42,3 1,0 1,0 Totaal incl. Wazo 137,0 129,5 125,2 125,9-3,3 0,6

8 van 10 Bijlage A: Economische beeld De prognoses van de volumina zijn mede gebaseerd op de economische ontwikkeling. De economische ontwikkeling beïnvloedt de verzekerde populatie en de ontwikkeling van de werkloosheid. De belangrijkste economische grootheden die de grondslag vormen voor de verschillende basisprojecties zijn opgenomen in tabel A.1. Met nadruk wijzen we erop dat de prognose voor 2010-2013 geen echte prognose is. De gebruikte macro economische grootheden zijn middellange termijn gemiddelden. De prognoses voor 2008 en zijn afkomstig uit de CPB Nieuwsbrief van juni 2008 en CPBen van augustus 2008. Tabel A.1 Uitgangspunten economische ontwikkeling voor de periode 2006 2013 (jaarlijkse groei in procenten) 2006 2007 2008 2010- Grootheden vorige nieuw vorige nieuw vorige nieuw 2013 Bruto binnenlands product 3,0 3,5 3,5 2,25 2,3 1,75 1,0 1,75 Inflatie 1,1 1,6 1,6 2,5 2,8 2,75 3,7 Loonsom, marktsector 2,5 2,5 3,4 4,0 4,2 4,0 4,2 3,8 Werkgelegenheid (arbeidsjaren) 1,6 2,6 2,4 1,25 1,7 0,5 0,1 Werkgelegenheid (personen) 2,2 2,6 2,6 1,25 2,0 0,75 0,5 Werkloze beroepsbevolking (x1000) 413 344 344 310 320 320 342 1) Bron: CPB, juni 2008 (Nieuwsbrief) en augustus 2008. De CPB en lopen tot en met. Voor de loonsom is in de periode 2010-2013 uitgegaan van een vergelijkbare ontwikkeling als in. 1) De werkloosheid is constant verondersteld op 4,25% van de beroepsbevolking. Uitgaande van een lichte stijging van de beroepsbevolking met 0,75% per jaar leidt dit ook tot een zelfde stijging van het aantal werklozen. Conjunctuur in 2008- Het CPB heeft de economische groei voor verder naar beneden bijgesteld tot 1%. Het zijn vooral de binnenlandse bestedingen die zorgen voor de groeivertraging, met name de investeringen. Door hogere olie- en voedselprijzen loopt de inflatie op, terwijl ook hogere accijnzen en de voorgenomen btw-verhoging hieraan bijdragen. Deze prijsstijgingen hebben een opwaarts effect op de loonontwikkeling. De effecten van de voortdurende internationale kredietcrisis voor de Nederlandse economie zijn onzeker. Dit betekent dat de groeicijfers lager kunnen uitkomen dan de huidige CPB-en. De werkgelegenheid (arbeidsjaren) in de marktsector groeit in 2008 naar verwachting minder sterk dan in 2007 (1,7% ten opzichte van 2,8%) en zal in zelfs licht dalen. In de zorgsector blijft de werkgelegenheid ook in 2008 en gestaag groeien met jaarlijks 2,4%. Bij de overheid is na de lichte stijging in 2007 een verdere groei van de werkgelegenheid te verwachten van 0,4% in 2008 en 0,6% in. Voor alle sectoren samen komt de groei in 2008 uit op 1,7% en treedt er vrijwel een stabilisatie op in (zie tabel 2.1). De werkloosheid bereikt in een omslagpunt en stijgt harder dan in de vorige CPB-. Omdat de werkgelegenheid minder sterk toeneemt dan het arbeidsaanbod loopt de werkloosheid op naar 342.000 personen. Conclusie: Het CPB heeft de groeiverwachtingen naar beneden bijgesteld ten opzichte van de vorige prognose. De economische vooruitzichten voor Nederland zijn duidelijk verslechterd. Door de turbulenties op de financiële markten en de hoge olieprijs blijven de onzekerheden groot.

9 van 10 Overzicht KENNISMEMO S 2005 05/01 Eigen risicodragers WAO/WIA 05/02 RWI rapport de weg terug: van arbeidsongeschiktheid naar werk 05/03 Reïntegratiemarkt en UWV in vogelvlucht 05/04 Doorstroom van WW naar WWB per regio 05/05 Stelselherzieningen in WW sinds 2003 [artikel in W&I] 05/06 WW kwartaalen 2005 IV 05/07 AO Kwartaalen 2005 IV 2006 06/01 ZW Kwartaalen 2005 IV 06/02 Werkloosheid in de regio Haaglanden 06/03 Ontwikkelingen bij WAJONG 06/04 Vraaggericht re-integreren en arbeidsmarktprognoses [artikel in W&I] 06/05 Startnotitie WAJONG 06/06 WW Kwartaalen 2006 I 06/07 AO Kwartaalen 2006 I 06/08 Dossierstudie WIA 80-100 06/09 WIA Kwartaalen 2006 I 06/10 ZW Kwartaalen 2006 I 06/11 Vaststelling en evaluatie van effectiviteit van reïntegratiemaatregelen voor WW cliënten 06/12 Eerste verkenningen WIA 06/13 Steekproeftrekking onderzoek zittend bestand WW 06/14 Uitstroomkansen in WIA 06/15 Klantontwikkelingen UWV 06/16 Herbeoordeling van werkende WAO ers 06/17 Re-integratie na herbeoordeling [artikel in het blad re-integratie ] 06/18 Instroom in WW na ontslag van werknemers met Wiw- of ID-baan 06/19 WW Kwartaalen 2006 II 06/20 AO Kwartaalen 2006 II 06/21 ZW Kwartaalen 2006 II 06/22 De oudere werknemer [artikel W&I] 06/23 Klachten; stand van zaken en benchmark met andere publieke instellingen 06/24 Witte fraude bij jongeren 06/25 Langdurige werkloosheid [artikel in W&I] 06/26 Duurzaamheid plaatsingen [artikel in W&I] 06/27 Startnotitie vangnet ZW 06/28 Zittend Bestand WW: Indicaties voor re-integratiekansen en handhavingsrisico s 06/29 Ontwikkelingen bij gemeenten na invoering van de WWB 06/30 Een jaar WIA; de balans [artikel in ESB] 2007 07/01 Doorstroom van WW naar bijstand (WWB), 2003-2010 07/02 Indicatieve quick scan participatiepotentieel UWV klanten 07/03 Tussenrapportage dossieronderzoek Wajong 07/04 WIA monitor WGA; eerste meting 07/05 Geactualiseerde re-integratiepotentieel UWV klanten 07/06 Voorjaars WW 07/07 Voorjaars AO 07/08 Voorjaars ZW 07/09 De groep 35-min in kaart gebracht 07/10 Over slaagpercentages en re-integratiedoelstellingen; schattingen en overwegingen 07/11 WIA monitor vangnet; eerste meting 07/12 Stand van zaken onderzoek Zittend Bestand WW 07/13 Zie 08/02 07/14 ZW Raming 2007-II 07/15 AO Raming 2007-II 07/16 WW Raming 2007-II 07/17 Effectiviteit re-integratie AG cliënten 07/18 Samenvatting dossieronderzoek Wajong 07/19 Raming ZW 2007-III

10 van 10 07/20 Klachten WIA klanten 07/21 Raming AO 2007-III 07/22 Raming WW 2007-III 2008 08/01 Vangnet werkprogramma 08/02 Resultaten onderzoek zittend bestand WW 08/03 Overzicht beroepen WW ers versus vacatures 08/04 Geactualiseerde re-integratiepotentieel voorjaar 2008 08/05 Raming AO 2008-I 08/06 Raming ZW 2008-I 08/07 Raming WW 2008-I 08/08 Kwantitatieve overwegingen bij de nieuwe Wajong 08/09a Model klantgerichtheid UWV 08/09b Model klantgerichtheid UWV, detailanalyse 08/10 Raming AO 2008-II 08/11 Raming ZW 2008-II 08/12 Raming WW 2008-II