CONCEPT RAPPORT WERKVERSIE BODY OF KNOWLEDGE HERZIENE KWALIFICATIE- DOSSIERS ZORG EN WELZIJN
Body of knowledge opleidingen Zorg en Welzijn MBO Verpleegkundige KD... 3 MBO-Verpleegkundige gehandicaptenzorg (GHZ)... 6 MBO-Verpleegkundige verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT)... 11 MBO-Verpleegkundige ziekenhuis (ZH)... 14 1
2
MBO Verpleegkundige KD Kennisaspecten: Menselijk functioneren Methodisch handelen Zorgcontext Verpleegkundig handelen Communicatie Professionele ontwikkeling Innovatie en kwaliteit Menselijk functioneren 1. Legt de werking van het menselijk lichaam uit gericht op het lichamelijk, geestelijk en sociaal functioneren (denk naast anatomie/fysiologie ook aan psychologie en sociologie). 2. Geeft uitleg over de meest voorkomende ziektebeelden, de daarbij behorende oorzaken, verschijnselen, onderzoeks- en behandelingsmethoden. 3. Verwoordt het belang van instandhouding van gezondheid. Ad 1. Heel relevant Toepassing Ad 2. Heel relevant Toepassing Ad 3. Heel relevant Inzicht Toepassing Opmerking: overlap kennisgebied koppelen met VZ-IG, MMZ en een aantal assisterende opleidingen. Opmerking 2: NLQF volgens KD, omdat deze kennis ook op niveau 3 vereist is. Voor de term inzicht gekozen, deze ligt het dichtst bij de term begrip die niet gekozen kan worden. Methodisch handelen 1. Beschrijft het deskundigheidsgebied van de (para)medische disciplines die bij de zorg betrokken zijn. 2. Beschrijft de verschillende ordeningsprincipes/modellen om een verpleegplan op te stellen en de zorg te coördineren en continuïteit te waarborgen. 3. Benoemt diverse visies op zorg en verklaart het belang ervan voor de zorgverlening. 4. Beschrijft het principe van het klinisch redeneren. Ad 1. Heel relevant Kennisreproductie Ad 2. Heel relevant Kennisreproductie / toepassing Ad 3. - maandelijks Analyse / kennisreproductie Ad 4. - maandelijks Kennisreproductie Opmerking : NLQF volgens KD, omdat deze kennis ook op niveau 3 vereist is. 3
Zorgcontext 1. Omschrijft de branches en de bijbehorende zorgcategorieën. 2. Geeft weer hoe een sociale kaart en maatschappelijke steunsystemen toegepast kunnen worden voor de zorggerelateerde doelgroepen. 3. Beschrijft wat het begrip indicatiestelling betekent. Ad 1. Heel relevant - maandelijks Kennisreproductie Ad 2. - maandelijks Inzicht / Kennisreproductie Ad 3. NLQF vlg. KD - maandelijks Kennisreproductie Opmerking : NLQF volgens KD, omdat deze kennis ook op niveau 3 vereist is. Verpleegkundig handelen 1. Beschrijft t.a.v. de verpleegtechnische handelingen de (contra)indicaties, het handelingsproces en evt. complicaties. 2. Geeft de inhoud van de basis zorg en de bijbehorende vaardigheden weer. 3. Legt uit in welke situaties EHBO verleend wordt en waaruit deze hulpverlening bestaat. 4. Maakt snel en accuraat verpleegkundige berekeningen. 5. Beschrijft de inhoud en procedure rondom palliatieve en terminale zorg. Ad 1. Heel relevant Kennisreproductie Ad 2. NLQF vlg. KD Heel relevant Kennisreproductie Heel relevant Ad 3. Toepassing Creatie / synthese Ad 4. Heel relevant Toepassing NLQF vlg. KD maandelijks Ad 5. Gelijk aan Kennisreproductie Opmerking : NLQF volgens KD, omdat deze kennis ook op niveau 3 vereist is. Communicatie 1. Onderscheidt verschillende gesprek- en begeleidingstechnieken in uiteenlopende zorgsituaties. 2. Verwoordt hoe ondersteuning verleend wordt bij pijn, verlies- en rouwverwerking. 3. Herkent grensoverschrijdend gedrag en legt uit welke maatregelen in voorkomende situaties genomen kunnen worden. 4. Legt de principes van preventie, gezonheidsvoorlichting en opvoeding uit. Ad 1. Heel relevant Inzicht / Kennisreproductie Ad 2. NLQF vlg. KD - maandelijks Inzicht Ad 3. - maandelijks Toepassing Ad 4. - maandelijks Toepassing Opmerking: Gekozen voor toepassing, omdat in de tweede gedeelte van de omschrijving van het leerresultaat van de student een uitleg verlangd wordt. Opmerking : NLQF volgens KD, omdat deze kennis ook op niveau 3 vereist is. 4
Professionele ontwikkeling 1. Licht de relevante wetgeving met betrekking tot de wet BIG, WGBO, BOPZ, Kwaliteitswet Zorginstellingen en de Wmo toe. 2. Legt een verband tussen de beroepscode, het beroepsprofiel en de beroepsuitoefening. 3. Legt een relatie tussen ethische principes en de uitvoering van zorg. 4. Beschrijft de verschillende leerstijlen en herkent de eigen leerstijl. 5. Past reflectie op eigen handelen toe. 6. Beschrijft de ontwikkeling van de verpleegkundige professie. 7. Beschrijft op welke wijze deskundigheidsbevordering plaats kan vinden. Ad 1. Inzicht Ad 2. Analyse Ad 3. - maandelijks Analyse Ad 4. - maandelijks Inzicht Ad 5. Heel relevant Toepassing Ad 6. NLQF vlg. KD Gelijk aan Beperkt relevant - maandelijks Kennisreproductie Ad 7. - maandelijks Kennisreproductie Opmerking: Gekozen voor inzicht, omdat in de tweede gedeelte van de omschrijving van het leerresultaat herkennen van de student verlangd wordt. Innovatie en kwaliteit 1. Beschrijft het toepassingsgebied van de diverse innovatieve ontwikkelingen zoals e-health en domotica. 2. Herkent de principes van het kwaliteitsystemen (PDCA-cyclus) en kan deze in de beroepscontext plaatsen. 3. Legt de betekenis van de arbowetgeving uit voor de beroepsuitoefening. 4. Beschrijft de procedures t.a.v. de incidentmeldingen en klachtenbehandeling. 5. Beschrijf het belang van kosten- en of milieubewustwerken. 6. Beschrijft de voorwaarden om patiëntveiligheid te waarborgen. Ad 1. Kennisreproductie Ad 2. Inzicht Ad 3. Toepassing Ad 4. Kennisreproductie Ad 5. - maandelijks Kennisreproductie Ad 6. Heel relevant Kennisreproductie 5
MBO-Verpleegkundige gehandicaptenzorg (GHZ) Kennisaspecten: Menselijk functioneren Methodisch handelen Zorgcontext Verpleegkundig handelen Communicatie Professionele ontwikkeling Innovatie en kwaliteit Menselijk functioneren 1. Beschrijft van relevante ziektebeelden en leer-, opvoedings- en gedragsproblemen oorzaken, symptomen, onderzoek, behandeling en gevolgen (ICF) voor de zorgvrager en zijn systeem/omgeving in de branche GHZ. Ad 1. Heel relevant Inzicht Methodisch handelen 1. Past de verschillende ordeningsprincipes/modellen toe bij het opstellen van een verpleegplan (begeleidingsplan) en de zorg te coördineren en de continuïteit van de zorg te waarborgen, indien van toepassing gebruikmakend van de ketenzorg in de regio. 2. Trekt op basis van het proces van klinisch/methodisch redeneren conclusies. 3. Benoemt welke bijdrage(n) de verschillende disciplines kunnen leveren aan de zorg. 4. Beschrijft de financiering van de zorg in de branche. Ad 1. Heel relevant Toepassing Ad 2. Heel relevant Analyse Ad 3. Kennisreproductie Ad 4. Beperkt relevant Kennisreproductie Zorgcontext 1. Beschrijft de verschillende categorieën zorgvragers in de branche GHZ. 2. Beschrijft hoe de zorg georganiseerd is voor de zorgvrager en zijn omgeving en onderzoekt wat de actuele ontwikkelingen zijn. 3. Beargumenteert het belang van opbouw/herstel van het sociaal netwerk. 4. Beschrijft de voorwaarden voor maatschappelijke participatie. Ad 1. - maandelijks Kennisreproductie Ad 2. Analyse Ad 3. - maandelijks Analyse Ad 4. - maandelijks Kennisreproductie 6
Verpleegkundig handelen 1. Kiest het juiste hulpmiddel en de juiste methode om de verpleegtechnische handeling correct uit te voeren bij de zorgvrager in de GHZ. 2. Kiest de juiste benaderingswijzeninterventiesgericht op de behoefte van de zorgvrager in de branche. 3. Beschrijft de veel voorkomende crisis- en onvoorziene situaties, hanteert observatie-instrumenten en kiest de relevante interventietechnieken. 4. Past wettelijke kaders toe op het verpleegkundig handelen in de branche. Ad 1. Heel relevant Toepassing Ad 2. Heel relevant Toepassing Ad 3. - maandelijks Toepassing Ad 4. Toepassing Communicatie 1. Analyseert de situatie van de (groep)zorgvrager(s) en past op basis daarvan de juiste benaderingswijzen en gesprekstechnieken toe. 2. Onderzoekt de situatie van de (groep)zorgvrager(s) en past op basis daarvan de voorlichtingsinhoud, - methode en - middelen aan. Ad 1. Heel relevant Analyse Ad 2. - maandelijks Analyse Professionele ontwikkeling 1. Onderbouwt zijn mening ten aanzien van ethische dilemma's in de GHZ op basis van wetgeving, beroepscode en ethische theorieën. 2. Legt verbanden tussen wetten en de mogelijkheden en grenzen van het verpleegkundigen handelen in concrete situaties in de branche. 3. Benoemt de vervolgmogelijkheden na het behalen van het diploma verpleegkundige binnen deze branche. 4. Past kennis van leerstijlen en - principes toe in de begeleiding van stagiaires in de branche. 5. Past de methodiek van reflecteren toe op zijn eigen handelen in de branche. Ad 1. Hoger dan NLQF vlg. KD Evaluatie Ad 2. Analyse Ad 3. Beperkt relevant Kennisreproductie Ad 4. - maandelijks Toepassing Ad 5. Toepassing Innovatie en kwaliteit 1. Past de kwaliteitscirkel (PDCA-cyclus) toe op verpleegkundige vraagstukken op micro- en mesoniveau in de branche rekening houdend met de in de branche geldende richtlijnen. 2. Past de juiste interventies toe om de veiligheid van zichzelf, de zorgvrager en zijn omgeving te waarborgen, rekening houdend met de in de branche geldende wetgeving, richtlijnen en protocollen. 3. Benoemt de zorgtechnologieën die in de branche GHZ toegepast worden en kiest bruikbare hulpmiddelen in de branche. Ad 1. - maandelijks Toepassing Ad 2. Heel relevant Toepassing Ad 3. - maandelijks Kennisreproductie 7
MBO-Verpleegkundige geestelijke gezondheidszorg (GGZ) Kennisaspecten: Menselijk Functioneren Methodisch Handelen Zorgcontext Verpleegkundig Handelen Communicatie Professionele ontwikkeling Innovatie en Kwaliteit Menselijk Functioneren 1. Beschrijft van relevante ziektebeelden (psycho-sociaal/psychiatrisch, verslavingsproblematiek en dubbeldiagnose) naar oorzaak, symptomen, onderzoek, behandeling en gevolgen (ICF, DSM-V) voor de zorgvrager en zijn systeem in de branche GGZ. Ad 1. Inzicht / Heel relevant Kennisreproductie Methodisch Handelen 1. Kan de verschillende ordeningsprincipes/modellen benoemen om een verpleegplan op te stellen en de zorg te coördineren en de continuïteit te waarborgen, indien van toepassing gebruikmakend van ketenzorg in de regio. 2. Trekt conclusies op basis van klinisch of methodisch redeneren. 3. Kan benoemen welke bijdrage de verschillende disciplines kunnen leveren aan zorg. 4. Beschrijft de financiering(dbc) van de zorg in de branche GGZ. Ad 1. Heel relevant Toepassing Ad 2. Heel relevant Creatie / synthese / analyse Ad 3. Kennisreproductie Ad 4. Beperkt relevant - maandelijks Kennisreproductie Zorgcontext 1. Beschrijft de diverse categorieën zorgvragers in de branche. 2. Beschrijft hoe de zorg georganiseerd is en onderzoekt de actuele ontwikkelingen voor de zorgvrager en zijn systeem. 3. Beargumenteer het belang van het opbouw/herstel van het sociaal netwerk. 4. Beschrijft voorwaarden voor maatschappelijke participatie. Ad 1. - maandelijks Kennisreproductie Ad 2. - maandelijks Analyse / inzicht Ad 3. - maandelijks Evaluatie Ad 4. - maandelijks Kennisreproductie 8
Verpleegkundig Handelen 1. Kiest de juiste hulpmiddelen en benaderingswijze om de verpleegtechnische vaardigheden correct uit te voeren bij zorgvrager in de GGZ. 2. Kiest de juiste benaderingswijze/ interventies gericht op de behoefte van de zorgvrager. 3. Benoemt veel voorkomende crisis- en onvoorziene situaties, hanteert observatie instrumenten en kiest relevante interventies. 4. Past wettelijke kaders toe op het verpleegkundig handelen in de branche. Ad 1. Heel relevant Toepassing Ad 2. Heel relevant Toepassing Ad 3. wekelijks Kennisreproductie Ad 4. Toepassing Opmerking: Zie verder opmerking bij profiel klinische zorg : splits het leerresultaat op in 2 delen. Communicatie 1. Analyseert de situatie van de zorgvrager en past op basis hiervan de juiste benaderingswijze en gesprekstechnieken toe voor de zv. 2. Onderzoekt de situatie van de zorgvrager of groep en past op basis hiervan de voorlichtingsmethode, - inhoud en -middelen toe binnen de GGZ. Ad 1. Heel relevant Analyse Ad 2. - maandelijks Analyse Opmerking: situatie concreter beschrijven: voorlichtingsnoodzaak, voorlichtingsbehoefte of kennistekort. Professionele ontwikkeling 1. Onderbouwt zijn mening op basis van beroepscode en wetgeving t.a.v. van ethische dillema's in de branche. 2. Legt verbanden tussen wetgeving en de mogelijkheden van verpleegkundig handelen in concrete situaties in de GGZ. 3. Benoemt de mogelijkheden van specialisatie en vervolgmogelijkheden na de opleiding. 4. Past kennis van leerstijlen en leerprincipes toe bij begeleiding van stagiaires. 5. Past de methodiek van reflecteren toe op eigen handelen. Ad 1. Heel relevant maandelijks Evaluatie / analyse Ad 2. Beperkt relevant Analyse Ad 3. Beperkt relevant maandelijks Kennisreproductie Ad 4. Toepassing Ad 5. Toepassing Opmerking: 3. : mogelijkheden vervangen door grenzen. Vervolgmogelijkheden vervangen door vervolgopleidingen. Opmerking 2: : ook van toepassing voor niveau 2 en 3. 9
Innovatie en kwaliteit 1. Past de PDCA-kwaliteitscyclus rekening houdend met in de GGZ geldende richtlijnen toe op verpleegkundige vraagstukken op micro- en macroniveau. 2. Past de juiste interventies toe om de veiligheid van de zorgvrager te waarborgen. 3. Benoemt de zorgtechnologieën die in de branche worden toegepast. Ad 1. - maandelijks Analyse Ad 2. Heel relevant Toepassing Ad 3. - maandelijks Kennisreproductie 10
MBO-Verpleegkundige verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT) Kennisaspecten: Menselijk functioneren Methodisch handelen Zorgcontext Verpleegkundig handelen Communicatie Professionele ontwikkeling Innovatie en kwaliteit Menselijk functioneren 1. Beschrijven van relevante ziektebeelden naar oorzaak,symptomen en onderzoek/behandeling en gevolgen (ICF) voor de chronische zorgvrager, revaliderende, geriatrische en psychogeriatrisch en zijn omgeving welke in de branche VVT voorkomen. Ad 1. Heel relevant Inzicht / kennisreproductie / analyse Opmerking: zinsbouw aanpassen. Methodisch handelen 1. Kan de verschillende ordeningsprincipes/modellen toepassen om een verpleegplan op te stellen en de zorg te coördineren en de contuïniteit te waarborgen en indien van toepassing daarbij gebruikmakend van ketenzorg in de regio. 2. Trekt conclusies op basis van gegevens die verkregen zijn vanuit het proces van klinisch/methodisch redeneren. 3. Kan benoemen welke bijdrage de diverse disciplines kunnen leveren aan de zorg in de VVT. 4. Beschrijft de financiering van de zorg in de branche VVT. Ad 1. Heel relevant Toepassing Ad 2. Heel relevant Analyse Ad 3. Kennisreproductie Ad 4. Beperkt relevant - maandelijks Kennisreproductie Zorgcontext 1. Beschrijft de diverse categorieën zorgvragers die in de VVT voorkomen. 2. Beschrijft hoe de zorg georganiseerd is voor de zorgvrager en zijn omgeving en onderzoekt wat de actuele ontwikkelingen in de branche VVT zijn. 3. Beargumenteert het belang van opbouw/herstel van het sociaal netwerk. 4. Beschrijft de voorwaarden voor maatschappelijke participatie. Ad 1. maandelijks Kennisreproductie Ad 2. - Analyse / inzicht Ad 3. Heel relevant maandelijks Evaluatie Ad 4. - maandelijks Kennisreproductie Opmerking: onderzoekt -> stelt vast, licht toe (begrip/inzicht). 11
Verpleegkundig handelen 1. Kiest de juiste hulpmiddelen en benaderingswijze om de verpleegtechnische handeling correct uit te voeren bij de zorgvrager van de VVT. 2. Kiest de juiste benaderingswijze/interventie gericht op de behoefte van de zorgvrager in de VVT. 3. Benoemt welke onvoorziene situaties kunnen voorkomen,hanteert observatielijsten en kiest relevante interventietechnieken voor de VVT. 4. Past wettelijke kaders toe op het verpleegkundig handelen in de branche VVT. Ad 1. Heel relevant Toepassing Ad 2. Heel relevant Toepassing Ad 3. Heel relevant Toepassing Ad 4. Heel relevant Toepassing Opmerking: Zie opmerking GHZ en GGZ: leerresultaat splitsen in 2 delen. Communicatie 1. Analyseert de situatie en past op basis hiervan de juiste benaderingswijze en gesprekstechniek toe voor de zorgvrager/groep in de VVT. 2. Onderzoekt de situatie van de zorgvrager /groep en past op basis hiervan de GVO methode -inhoud en middelen aan voor de VVT. Ad 1. Heel relevant Analyse Ad 2. maandelijks Analyse Opmerking: zie opmerking hierover bij GGZ. Professionele ontwikkeling 1. Onderbouwt zijn mening op basis van wetgeving en beroepscode ten aanzien van ethische dilemma's in de VVT. 2. Legt verbanden tussen de wetgeving en de mogelijkheden en grenzen van het verpleegkundig handelen in concrete situaties. 3. Benoemt de mogelijkheden van specialisatie en vervolgmogelijkheden na het behalen van je diploma in de branche VVT. 4. Past kennis van leerstijlen en leerprincipes toe in de begeleiding van stagiaires in de VVT. 5. Past de methodiek van reflecteren toe op zijn eigen handelen in de branche VVT. Ad 1. Hoger dan NLQF vlg. KD Gelijk aan Evaluatie Ad 2. Beperkt relevant Analyse Ad 3. Beperkt relevant - maandelijks Kennisreproductie Ad 4. - maandelijks Toepassing Ad 5. Toepassing Opmerking: Leerresultaat herformuleren? Bijvoorbeeld: toets het verpleegkundig handelen aan de relevante wetgeving en vervolgmogelijkheden vervangen door vervolgopleidingen. Opmerking 2: NLQF volgens KD: ook van toepassing voor niveau 2 en 3. 12
Innovatie en kwaliteit 1. Analyseert verpleegkundige vraagstukken op micro- en mesoniveau en past de kwaliteitscyclus (PDCA) toe hierbij rekening houdend met in de branche geldende richtlijnen. 2. Past de juiste interventies toe om de veiligheid van zichzelf, de zorgvrager en de omgeving te waarborgen rekening houdende met de geldende protocollen/richtlijnen en wetgeving. 3. Benoemt de zorgtechnologie en kiest bruikbare middelen die in de branche VVT toegepast kunnen worden. Ad 1. Analyse Ad 2. Heel relevant Toepassing Ad 3. Kennisreproductie / toepassing 13
MBO-Verpleegkundige ziekenhuis (ZH) Kennisaspecten: Menselijk Functioneren Methodisch handelen Zorgcontext Verpleegkundig handelen Communicatie Professionele ontwikkeling Innovatie en kwaliteit Menselijk Functioneren 1. Beschrijft relevante ziektebeelden in de acute en kortdurende zorg naar oorzaak, symptomen, onderzoek, behandeling en gevolgen (ICF) voor de zorgvrager en zijn omgeving in de branche ZH. Ad 1. Inzicht / Ongelijk aan Heel relevant kennisreproductie Methodisch handelen 1. Kan de verschillende ordeningsprincipes/modellen toepassen om een verpleegplan op te stellen en de zorg te coördineren en de continuïteit te waarborgen in de branche ZH indien van toepassing gebruikmakend van ketenzorg in de regio. 2. Trekt conclusies op basis van het proces van klinisch redeneren. 3. Kan benoemen welke bijdrage de verschillende disciplines kunnen leveren aan de zorg. 4. Beschrijft de financiering (DBC/DOT) van de zorg in de branche ZH. Ad 1. Heel relevant Toepassing Ad 2. Heel relevant Analyse Ad 3. Kennisreproductie Ad 4. Beperkt relevant Kennisreproductie Zorgcontext 1. Beschrijft de diverse categorieën zorgvragers in de branche ZH. 2. Beschrijft hoe de zorg georganiseerd is en onderzoekt wat de actuele ontwikkelingen zijn in de branche ZH voor de zorgvrager en zijn omgeving. Ad 1. - maandelijks Kennisreproductie Ad 2. - maandelijks Analyse / inzicht Opmerking: Zie opmerking GHZ: vaststellen of toelichten i.p.v. onderzoeken. 14
Verpleegkundig handelen 1. Kiest de juiste hulpmiddelen en benaderingswijze om de verpleegtechnische vaardigheden correct uit te voeren bij de zorgvrager in het ZH. 2. Kiest de juiste benaderingswijze/interventies gericht op de behoefte van de zorgvrager. 3. Benoemt veel voorkomende crisis- en onvoorziene situaties, hanteert observatie instrumenten en kiest relevante interventietechnieken. 4. Past wettelijke kaders toe op het verpleegkundig handelen in de branche. Ad 1. Heel relevant Toepassing Ad 2. Heel relevant Toepassing Ad 3. Heel relevant Toepassing Ad 4. Heel relevant Toepassing Opmerking: Zie opmerking GHZ: opsplitsen in 2 leerresultaten 1. Hanteren. en 2. Kiezen van de juiste interventie. Communicatie 1. Analyseert de situatie van de zorgvrager en past op basis hiervan de juiste benaderingswijze en gesprekstechniek toe voor de zorgvrager in het ZH. 2. Onderzoekt de situatie van de zorgvrager of de groep zorgvragers in het ZH en past op basis hiervan de voorlichtingsmethode, -inhoud en -middelen aan. Ad 1. Heel relevant Analyse Ad 2. Heel relevant Analyse Opmerking: Situatie concreter verwoorden: bijvoorbeeld voorlichtingsbehoefte, voorlichtingsnoodzaak of kennistekort. Professionele ontwikkeling 1. Onderbouwt zijn mening op basis van beroepscode en wetgeving ten aanzien van ethische dilemma's in de ZH branche. 2. Legt verbanden tussen wetgeving en de mogelijkheden en de grenzen van het verpleegkundig handelen in concrete situaties in de ZH branche. 3. Benoemt de mogelijkheden van specialisatie en vervolgmogelijkheden na het behalen van het diploma in de ZH branche. 4. Past kennis van leerstijlen en leerprincipes toe bij de begeleiding van stagiaires in de ZH branche 5. Past de methodiek van het reflecteren toe op zijn eigen handelen in de ZH branche. Ad 1. - maandelijks Evaluatie Ad 2. Ad 3. Beperkt relevant Kennisreproductie Ad 4. Ad 5. Opmerking: Één van de respondenten vulde overal? in. 15
Innovatie en kwaliteit 1. Past de kwaliteitscirkel (PDCA) toe rekening houdend met de in de ZH branche geldende richtlijnen op verpleegkundige vraagstukken op micro- en mesoniveau. 2. Past de juiste interventies toe om de veiligheid van zichzelf, de zorgvrager en de omgeving te waarborgen rekening houdend met de geldende richtlijnen, protocollen en wetgeving. 3. Benoemt de zorgtechnologieën en kiest bruikbare hulpmiddelen in de branche ZH. Ad 1. - maandelijks Toepassing Ad 2. Heel relevant Toepassing Ad 3. maandelijks Kennisreproductie / creatie / synthese Opmerking: NLQF volgens KD: ook van toepassing voor niveau 3. Benoemen is kennisreproductie en kiezen is toepassing. 16