ARBEIDSREGLEMENT GEMEENTEBESTUUR AVELGEM

Vergelijkbare documenten
BIJLAGE I : UURREGELING EN REGLEMENT MET BETREKKING TOT DE TIJDSREGISTRATIE VAN HET OCMW- PERSONEEL (BIJLAGE BIJ ART. 8)

Rechtspositieregeling personeel, sociaal tewerkgesteld in toepassing van art organieke wet OCMW Maldegem

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

BIJLAGE I : UURREGELING EN REGLEMENT MET BETREKKING TOT DE TIJDSREGISTRATIE VAN HET OCMW- PERSONEEL (BIJLAGE BIJ ART. 8)

Arbeidsreglement Gemeentebestuur Lendelede

REGLEMENT ARBEIDSONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE, PRIVÉONGEVAL EN ARBEIDSONGEVAL

Arbeidsreglement Gemeenteraad en OCMW-raad van 27 mei 2019

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR STUDENTEN

Bijlage 2. Tijdsregistratie- reglement

ARBEIDSOVEREENKOMST - ARBEIDER BEPAALDE DUUR DEELTIJDS

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR BEPAALDE DUUR (ARBEIDER / BEDIENDE )

ARBEIDSOVEREENKOMST - DIENSTENCHEQUES

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR ARBEIDER - DEELTIJDS

GEMEENTE DE PINTE ARBEIDSREGLEMENT VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL

Gemeente Opwijk. pagina 1 van 77

Arbeidsovereenkomst voor bedienden - bepaald werk - deeltijds

Arbeidsovereenkomst - Student

WETSONTWERP BETREFFENDE WERKBAAR EN WENDBAAR WERK

Arbeidsreglement Gemeentebestuur Lendelede

BEKENDMAKING GEMEENTERAADSBESLUIT Ingevolge artikel 186 van het gemeentedecreet

Provincieraadsbesluit

RECHTEN EN PLICHTEN VAN WERKNEMER EN WERKGEVER IN GEVAL VAN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

Arbeidsovereenkomst voor voltijdse werknemers tewerkgesteld in de ambassades en diplomatieke missies

Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3)

Arbeidsreglement. Gemeente Houthulst

01 Kennisgeving aanduiding schepen Annick Princen voor het bijwonen van de OCMW-raad

Arbeidsreglement. gemeente Opwijk

Provincieraadsbesluit

Hoe vergoed je (toezicht)personeel met permanentie?

Ter beschikking gesteld door ACV-metaal Picanolgroup

ARBEIDSOVEREENKOMST ARBEIDER BEPAALDE DUUR VOLTIJDS

Farmaceutisch-technisch assistent (bepaalde duur)

(*) De twee exemplaren 2009 zullen U teruggestuurd worden na nazicht door mijn diensten; één exemplaar is bestemd voor het betrokken personeelslid

Afwezigheid cursist tijdens opleiding

Afwezigheid cursist tijdens opleiding

Informatiefiche Arbeidsduur in de sector

Overeenkomst ter vervanging

Arbeidsreglement Gemeente en OCMW Herne

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR HET RIJDEND PERSONEEL INGEZET IN DE ONDERNEMINGEN DIE ONGEREGELDE DIENSTEN UITBATEN

RICHTLIJNEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE MOBIELE TELEFOON. Gezinszorg Villers vzw

ARBEIDSOVEREENKOMST ARBEIDER BEPAALDE DUUR DEELTIJDS

Arbeidsreglement Gemeente en OCMW

Klein Verlet. Source : SD Worx Last update : June 2002

6. Deeltijds werken. Inhoudstafel UW RECHTEN

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken

ZIEKTEVERLOF. Gemeenteraadsbesluit van 27 juni 1966.

Voor de hulparbeiders (conciërgerie en schoonmaak) zal het verlofblad aangepast worden door het Departement Personeel (*).

Praktische informatie

In de dienstnota van 17/5/2017 werd bepaald dat de verlofregeling voor assymetrische ploegen werd ingetrokken.

Arbeidsovereenkomst voor deeltijdse werknemers tewerkgesteld in de ambassades en diplomatieke missies

Arbeidsreglement. OCMW Houthulst

Halftijds brugpensioen

DIENSTORDER. Ter attentie van de personeelsleden van de schoolse en bijschoolse instellingen. Page 1 sur 5. Datum 2 maart 2017

ARBEIDSOVEREENKOMST ARBEIDER VOOR EEN DUIDELIJK BEPAALD WERK CLAUSULE VAN PROEF

Farmaceutisch-technisch assistent (bepaalde duur)

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit

Omzendbrief PEBE/DVR//2003/8 PEBE/VOI/2003/4

Wettelijke feestdagen en vervangende feestdagen in UZ Brussel

(*) De twee exemplaren 2008 zullen U teruggestuurd worden na nazicht door mijn diensten; één exemplaar is bestemd voor het betrokken personeelslid

DEPARTEMENT INSTRUCTION PUBLIQUE DEPARTEMENT OPENBAAR ONDERWIJS. Brussel, 18 januari 2010 CM 2009/ /30

Farmaceutisch-technisch assistent (onbepaalde duur)

Toelichting voor mandatarissen VVSG, 4 december 2008

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR STUDENTEN BEDIENDE BELPAALDE DUUR

De leidende ambtenaar,

DEEL 2 Arbeidsreglement

ARBEIDSREGLEMENT GEMEENTE BONHEIDEN

Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd

Wil je meer weten? Meer uitgebreide informatie kan je vinden in onze Sociale Gids

Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de

Provincieraadsbesluit

26 dagen < 45 jaar 27 dagen: jaar 28 dagen > 50 jaar

c. Werknemers die werkelijk in drieploegendienst werkzaam zijn hebben recht op een verlofdag extra.

INSTRUCTIES AAN DE WERKGEVERS ASR

Aangifte van arbeidsongeval

DEELTIJDSE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR WERKLIEDEN VOOR BEPAALDE TIJD

Met ingang van 1 september 2011 wordt het stelsel van VVP/ziekte volledig hervormd onder de modaliteiten die we hierna uiteenzetten.

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 35 VAN 27 FEBRUARI 1981 BETREFFENDE SOMMIGE BEPALINGEN VAN HET ARBEIDSRECHT TEN AANZIEN VAN DE

BERICHT Nr. 27 PP 3 juli 2000

DIENSTENCHEQUES ARBEIDSOVEREENKOMST - ONBEPAALDE DUUR VOOR ARBEIDERS. onderneming erkend onder n in verband met de dienstencheques

Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur... 2

De arbeidstijd van kaderpersoneel en leidinggevenden

DIENSTENCHEQUES ARBEIDSOVEREENKOMST - ONBEPAALDE DUUR VOOR ARBEIDERS. onderneming erkend onder n in verband met de dienstencheques

IK HEB EEN NIEUWE JOB GEVONDEN VIA HAYS

Nota rond meeruren/overuren

INHOUDSTAFEL. Afgedrukt op 13/02/2006 Blz. 1/71

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL..2 ALGEMENE BEPALINGEN...

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Een melding ziekteverlof geldt voor alle opdrachten op alle niveaus uitgezonderd voor de opdrachten in het hoger onderwijs en omgekeerd.

Versie van DEEL III De wedde Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Algemeen 2.1 Definitie van de wedde 2.1.

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR STUDENTEN

PARITAIR SUBCOMITÉ VOOR DE DIENSTEN VOOR GEZINS- EN BEJAARDENHULP VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP (PSC ).

Wettelijk roosteren: de context en de principes Arbeidsduur in het ziekenhuis

Versie DEEL VII Titel II Toelage voor de secretaris Inhoudstafel

Externe diensten voor bescherming en preventie op het werk. Voordelen in natura... 2

Nachtarbeid Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2007 (84.302) Arbeid op zon en feestdagen... 4

(*) De twee exemplaren 2007 zullen U teruggestuurd worden na nazicht door mijn diensten; één exemplaar is bestemd voor het betrokken personeelslid

Gemeente Spijkenisse: Bijlage 2a Regeling Flexibele Werktijden en Verlof

ARBEIDSREGLEMENT. Toepasselijk op het personeel dat valt onder de rechtspositieregeling. Vastgesteld in gemeenteraadszitting d.d.

WET WERKBAAR WENDBAAR WERK

Transcriptie:

ARBEIDSREGLEMENT GEMEENTEBESTUUR AVELGEM

ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Toepassingsgebied Dit arbeidsreglement is van toepassing op alle personeelsleden van het gemeentebestuur Avelgem. Het regelt de arbeidsvoorwaarden van de personeelsleden en dit ongeacht leeftijd, geslacht, nationaliteit, statutaire of contractuele tewerkstelling en ongeacht de duur of de aard van de arbeidsovereenkomst. Wat de bepalingen betreft die niet geregeld worden in dit arbeidsreglement, gelden de bepalingen van de vigerende rechtspositieregeling onverkort. De bijlagen bij dit arbeidsreglement maken er integraal deel van uit. Artikel 2 Naleving van de bepalingen Aan elk personeelslid zal een exemplaar van onderhavig reglement en eventuele latere wijzigingen worden overhandigd. Het vigerende arbeidsreglement kan door de personeelsleden tevens worden ingezien op de personeelsdienst. Zowel de werkgever als de personeelsleden, worden geacht onderhavig reglement te kennen en te aanvaarden en verbinden zich ertoe al de voorschriften ervan na te leven. Artikel 3 Mogelijke individuele afwijkingen Het arbeidsreglement regelt de arbeidsvoorwaarden van alle personeelsleden van de gemeente. Onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen mag in individuele gevallen afgeweken worden van dit arbeidsreglement. Deze afwijking moet schriftelijk worden vastgesteld en als addendum aan de arbeidsovereenkomst worden toegevoegd. De in vorig lid bedoelde afwijkingsmogelijkheid is niet van toepassing op personeelsleden tewerkgesteld in statutair verband. 2

AARD VAN HET OVEREENGEKOMEN WERK Artikel 4 Principe Ieder personeelslid moet de arbeid verrichten waarvoor het werd aangeworven. Dit is duidelijk en omstandig in de functiebeschrijving vermeld. Ieder personeelslid zal na de inwerkingtreding van de nieuwe rechtspositieregeling in het bezit worden gesteld van zijn toepasselijke functiebeschrijving. Personeelsleden die later in dienst komen, ontvangen bij hun indiensttreding de toepasselijke functiebeschrijving. Een wijziging van de functiebeschrijving zal onmiddellijk meegedeeld worden. Artikel 5 Tijdelijk andere arbeid Het personeelslid mag echter niet weigeren om voor een periode van maximum zes maanden een andere, bij zijn lichamelijke en verstandelijke geschiktheden passende arbeid te verrichten, als het gemeentebestuur Avelgem daarvoor op hem een beroep doet, om in de goede gang van de diensten en instellingen te voorzien. Voor dat vervangingswerk zal geen lager loon worden betaald dan het loon dat het personeelslid voordien verdiende. Het mag tevens geen negatieve invloed hebben op de doorstromingsmogelijkheden in de functionele loopbaan en op de evaluatie. De uitoefening van een hogere functie voor statutaire personeelsleden wordt geregeld volgens de vigerende rechtspositieregeling. 3

ARBEIDSDUUR Artikel 6 Arbeidstijd De gemiddelde arbeidsduur wordt vastgesteld op 38 uur per week. Een gemiddelde arbeidsweek omvat 5 arbeidsdagen. Uitzonderlijk kunnen de uren ook gespreid worden over 6 dagen per week, zoals aangegeven bij de uurroosters in bijlage 1. Voor een niet voltijds personeelslid wordt er rekening gehouden met een prestatiebreuk van 38 uren. De uurroosters worden per dienst door de aanstellende overheid vastgelegd, na voorafgaandelijk overleg met de representatieve vakbonden. Artikel 7 Uurroosters Elk personeelslid moet in het bezit zijn van een eigen uurrooster. Zie bijlage 1A: Flexibele uurroosters met stamtijden: Roosters waarop het reglement betreffende de variabele werktijdregeling (bijlage 3) van toepassing is. Zie bijlage 1B: Vaste uurroosters: Roosters waarop het reglement betreffende de variabele werktijdregeling niet van toepassing is. Zie bijlage 1C: Variabele uurroosters Roosters die kunnen wijzigen naargelang de planning. Bijlage 2: Het reglement tijdsregistratie is van toepassing op alle personeelsleden met uitzondering van de gemeentesecretaris, de financieel beheerder en de personeelsleden van niveau A. Bijlage 3: De personeelsleden op wie het reglement betreffende de variabele werktijdregeling van toepassing is, kiezen zelf het begin en einde van hun arbeidsdag en hun rustpauzes. Hierbij moet het personeelslid de stamtijden en het begin- en einduur van de arbeidsdag respecteren. Artikel 8 Permanentie Aansluitend bij bovenstaande uurroosters dient iedere dienst permanentie te verzorgen. Dit betekent dat er in elke dienst afspraken worden gemaakt opdat de dienst steeds aanspreekbaar is tijdens de stamtijden én tijdens de openingsuren. Artikel 9 Tijdstip en duur rusttijden Voor de personeelsleden waarop het reglement betreffende de variabele werktijdregeling van toepassing is (bijlage 3), is er een verplichte rustpauze van minimaal 45 minuten. Deze rustpauze kan genomen worden tijdens de glijtijd vanaf 12u. Deze pauze geldt niet als diensttijd. Voor de personeelsleden waarop het reglement betreffende de variabele werktijdregeling niet van toepassing is, gelden de rustpauzes zoals voorzien in het individueel uurrooster (zie bijlagen 1B en 1C) Artikel 10 Afwijking Uurroosters Indien van de normale uurroosters individueel wordt afgeweken, wordt dit ten minste vijf kalenderdagen vooraf ter kennis gebracht aan de betrokken personeelsleden door een in de lokalen aangeplakt bericht, gedagtekend en ondertekend door de direct leidinggevende. 4

Dit bericht vermeldt de datum van inwerkingtreding en de periode tijdens dewelke het afwijkende uurrooster van toepassing is. Dit bericht blijft aangeplakt zolang het afwijkende uurrooster van toepassing is. Het vervangen van een personeelslid of het veranderen van een ploeg wordt niet beschouwd als een afwijking van de normale uurroosters. De collectieve afwijking kan maar na overleg met de vakbonden. Artikel 11 De onregelmatige prestaties 11.1. MEERUREN EN MINUREN a. Toepassingsgebied Deze afdeling is enkel van toepassing op: 1. Het personeel met Flexibele uurroosters met stamtijden (zie roosters bijlage 1A) Deze afdeling is niet van toepassing op: 1. de gemeentesecretaris en de financieel beheerder 2. de personeelsleden van het niveau A b. Definitie Meer- of Minuren zijn verschillend van overuren. Meeruren zijn uren die in meer gepresteerd werden tijdens de glijtijden t.o.v. de gemiddelde dagprestatie volgens het arbeidsregime waartoe men behoort. Minuren zijn uren die in min gepresteerd werden tijdens de glijtijden t.o.v. de gemiddelde dagprestatie volgens het arbeidsregime waartoe men behoort. c. Inhaalrust Referentieperiode administratieve personeelsleden Administratief Centrum Gemeentehuis Over een tijdsverloop van 1 maand moet een voltijds personeelslid een daggemiddelde van 07uur 36 minuten presteren. Op het einde van de maand (de referentieperiode voor de meer- of minuren), berekent het tijdsregistratiesysteem het totaal van de gewerkte uren, en draagt het de meer- of minuren over naar de volgende maand. De inhaalrust van meeruren kan enkel worden genomen: tijdens de glijtijden of tijdens de stamtijden van woensdagnamiddag en/of vrijdagnamiddag en dit enkel voor personeelsleden die voltijds werken. De inhaalrust van meeruren kan niet worden genomen: wanneer een volledige week verlof of recuperatie overuren wordt genomen. De maximaal overdraagbare meer- en minuren vindt u in bijlage 3 variabele werktijdregeling. Referentieperiode personeelsleden Spikkerelle en bibliothecaris Over een tijdsverloop van 4 maanden moet een voltijds personeelslid een daggemiddelde van 07uur 36 minuten presteren. Op het einde van de 4 maanden (de referentieperiode voor de meer- of minuren), berekent het tijdsregistratiesysteem het totaal van de gewerkte uren, en draagt het de meer- of minuren over naar de volgende 4 maanden. De inhaalrust van meeruren kan enkel worden genomen tijdens de glijtijden. 5

De inhaalrust van meeruren kan niet worden genomen: wanneer een volledige week verlof of recuperatie overuren wordt genomen. De maximaal overdraagbare meer- en minuren vindt u in bijlage 3 variabele werktijdregeling. 11.2. NACHTPRESTATIES EN PRESTATIES OP ZONDAGEN EN FEESTDAGEN a. Toepassingsgebied Deze afdeling is van toepassing op alle personeelsleden met uitzondering van: 1. de gemeentesecretaris en de financieel beheerder 2. de personeelsleden van het niveau A b. Definitie Deze afdeling is enkel van toepassing voor de prestaties geleverd binnen de gewone arbeidstijdregeling die op het personeel van toepassing is, met andere woorden prestaties geleverd binnen het uurrooster. c. inhaalrust Voor de onderstaande prestaties geldt de volgende inhaalrust: Nachtprestaties (22u-06u) Prestaties op een zondag of een feestdag (00u-24u) 1 kwartier extra inhaalrust per gepresteerd uur 1 uur extra inhaalrust per gepresteerd uur 11.3. OVERUREN a. Toepassingsgebied Deze afdeling is van toepassing op alle personeelsleden met uitzondering van: 1. de gemeentesecretaris en de financieel beheerder 2. de personeelsleden van het niveau A, met uitzondering van artikel 206 2, eerste lid van de vigerende rechtspositieregeling, eerste lid. b. Definitie Onder overuren wordt verstaan de uitzonderlijke prestaties die op verzoek van de gemeentesecretaris, het diensthoofd of de direct leidinggevende geleverd worden boven op de uren die op grond van de gewone arbeidstijdregeling op weekbasis door het personeelslid gepresteerd worden. Overuren zijn enkel van toepassing voor de prestaties geleverd buiten de gewone arbeidstijdregeling die op het personeel van toepassing is, met andere woorden prestaties geleverd buiten het uurrooster. Het uitgangspunt is dat er geen overuren worden gepresteerd. Hieronder vindt u artikel 4 uit bijlage 2 reglement voor tijdsregistratie inzake de juiste handelingswijze bij het eventueel presteren van overuren. Het personeelslid vraagt indien mogelijk - voorafgaandelijk aan de direct leidinggevende (zie onderstaand schema) de toelating tot het presteren van overuren. Na de geleverde prestaties vraagt het personeelslid, via de virtuele klok middels een registratieaanvraag ( aanvraag dagmarkering) om de gepresteerde uren te valoriseren als inhaalrust. 6

Bij het presteren van overuren worden bijgevolg de stappen in onderstaande volgorde uitgevoerd: 1. informeel akkoord van de direct leidinggevende tot het presteren van overuren 2. in- en uittikken bij de prestatie 3. valoriseren van de overuren via de virtuele tikklok middels een registratieaanvraag dagmarkering goedkeuren overuren Zie bijlage 2 (artikel 4) voor de personeelsleden die niet over een virtuele tikklok beschikken. c. Inhaalrust Het uitgangspunt is dat er in principe geen overuren worden gepresteerd. Ingeval van dringende noodzakelijkheid, binnen de wettelijke bepalingen en slechts op vraag van of na goedkeuring door de direct leidinggevende kunnen prestaties buiten het uurrooster worden geleverd. Het personeel dat overuren presteert, krijgt compenserende inhaalrust binnen de termijn van 4 maanden. Deze compenserende inhaalrust is gelijk aan de duur van de overuren, behalve wanneer de prestaties op onderstaande ogenblikken werden gepresteerd: Nachtprestaties (22u-06u) Prestaties op een zondag of een feestdag (00u-24u) 1 kwartier extra inhaalrust per gepresteerd uur 1 uur extra inhaalrust per gepresteerd uur Als over een periode van 4 maanden de gemiddelde arbeidstijd, door omstandigheden buiten de wil van het personeelslid, groter is dan de gewone arbeidstijdregeling op weekbasis, wordt aan het personeelslid het uursalaris uitbetaald. Als berekening hiervoor geldt het bruto-uursalaris, eventueel verhoogd met de haard- of standplaatstoelage, de toelage voor het waarnemen van een hogere functie of de gegarandeerde salarisverhoging na bevordering. Het personeelslid heeft recht op een overloon van 25% per uur voor overuren gepresteerd op weekdagen tussen 6 en 22uur. Artikel 12 Bijzondere bepalingen met betrekking tot onregelmatige prestaties 12.1. Opleiding en Externe vergaderingen Het personeelslid krijgt voor alle opleidingsactiviteiten of externe vergaderingen dienstvrijstelling (voor de uren die samenvallen met het uurrooster) of compensatie (voor de uren die buiten het uurrooster vallen). De dienstvrijstelling bestrijkt de reële tijd van de activiteit zelf (opleiding of vergadering) én van de verplaatsing, binnen de hieronder omschreven grenzen. Voor alle personeelsleden mag de duur van de vorming op één dag (dienstvrijstelling + compensatie) 7 uren en 36 minuten niet overschrijden. Het verschil - in meer of min tussen de opleiding/externe vergadering en het uurrooster wordt verrekend - in meer of min binnen het meeruren en/of het overurenkrediet. Indien de opleiding een lessenreeks vormt die telkens doorgaat s avonds (na 17u30) of tijdens het weekend, geldt er geen compensatie. De compensatie geldt wel, wanneer de opleiding kadert in de vormingsplicht. Indien deze externe prestaties een volledige dag of een namiddag bestrijken, dient men zich nadien tenzij anders afgesproken met de direct leidinggevende -niet opnieuw naar de werkplaats te begeven, ongeacht de weekdag waarop deze externe prestatie doorgaat. 7

De deelname aan een vorming of externe vergadering wordt in principe beperkt tot 1 personeelslid per vorming / externe vergadering. Uitzonderingen hierop dienen te worden toegestaan door de gemeentesecretaris. 12.2. ANDERE COMPENSATIES a. Avondvergaderingen die buiten het uurrooster vallen Het participeren aan avondvergaderingen die buiten het uurrooster vallen (d.i. voornamelijk het geval voor het personeel tewerkgesteld in het administratief centrum) wordt gecompenseerd overeenkomstig de regeling van de overuren, rekeninghoudend met een plafonnering van maximaal 2 uur. De compensatie wordt steeds gevaloriseerd door de direct leidinggevende én de gemeentesecretaris De deelname aan een avondvergadering wordt in principe beperkt tot 1 personeelslid per vorming / externe vergadering. Uitzonderingen hierop dienen te worden toegestaan door de gemeentesecretaris. b. Prestaties van de werklieden van de dienst openbare werken en patrimonium Dit artikel betreft de prestaties rond het voorbereiden en het opruimen van de zaterdagmarkt, de teraardebestellingen, de strooidiensten, de bijkomende prestaties op het afvalstoffenpark edm. De direct leidinggevende zal de prestaties compenseren zoals vermeld in onderstaande tabel. Prestatie Voorbereiden zaterdagmarkt Opruimen zaterdagmarkt Forfaitaire Compensatie 2 uren 2 uren Indien uitzonderlijk zou blijken dat er meer gepresteerd werd dan vermeld in bovenstaande tabel, dan geldt een compensatie naar analogie met de reële prestatie. Voor de andere prestaties buiten het uurrooster (teraardebestellingen, strooidiensten, bijkomende prestaties op het afvalstoffenpark) geldt de compensatie overeenkomstig de reële prestatie. 12.3. UITDIENSTTREDING Wanneer een personeelslid uit dienst treedt wordt een eventueel prestatieoverschot als verloren beschouwd. Dit kan geen aanleiding geven tot een geldelijke verrekening in extra prestaties. 12.4. VERANDERING VAN PRESTATIEBREUK Wanneer een personeelslid zijn prestaties vermindert, dient hij ervoor te zorgen dat het prestatieoverschot het toegelaten maximum, op basis van zijn nieuwe prestatiebreuk, niet overschrijdt. Artikel 13 Evenementen of bijzondere omstandigheden Het personeelslid kan bij de organisatie van bepaalde evenementen of in andere bijzondere omstandigheden verplicht worden, prestaties te verrichten buiten de in dit reglement vermelde uurroosters. 8

METING EN CONTROLE VAN DE ARBEID Artikel 14 Principe De personeelsleden dienen in de voorziene werkkledij aanwezig te zijn op de plaats waar hun arbeid moet worden verricht, op het in hun werkrooster bepaalde beginuur; met inachtname van de voorziene rusttijden dienen zij aan het werk te blijven tot het einduur. Roken kan enkel tijdens de voorziene rusttijden. Er kan dus geen rookpauze worden genoten tijdens de diensturen. Bovendien kan er enkel in open lucht worden gerookt en dus niet in openbare gebouwen, noch in gemeentelijke voertuigen. Artikel 15 Controle van de arbeid Het uur van aankomst, vertrek en de opgenomen pauzes worden genoteerd via het gebruik van het tijdsregistratiesysteem. De personeelsleden dienen persoonlijk en in werkkledij in te tikken, zowel bij het begin als bij het einde van hun dagtaak, als bij het opnemen van de middagpauze. Het technisch personeel van de dienst openbare werken & patrimonium dient slechts tweemaal per dag te prikken, bij aanvang én bij het einde van hun dagtaak. Het is de personeelsleden verboden de dienst te verlaten gedurende de diensturen, zonder toelating van de direct leidinggevende. Het uur van aankomst, vertrek en de opgenomen pauzes worden gecontroleerd door het tijdsregistratiesysteem. Een correcte toepassing van het tijdsregistratiesysteem is omschreven in bijlage 2 reglement voor de tijdsregistratie. Voor de personeelsleden die onder de variabele werktijdregeling vallen geldt tevens bijlage 3 variabele werktijdregeling. De direct leidinggevende meldt elke afwezigheid van een personeelslid aan de personeelsdienst. 9

VERLOFREGELING Artikel 16 Jaarlijkse vakantie Het aantal vakantiedagen is identiek aan datgene dat voorzien is in de vigerende rechtspositieregeling. Dit betekent dat een voltijds werkend personeelslid recht heeft op 30 werkdagen betaalde vakantie voor een volledig dienstjaar. De verlofberekening wordt verrekend aan daggemiddelden. Hiertoe wordt verstaan de gemiddelde dagprestatie volgens het arbeidsregime waartoe het personeelslid behoort. Dit is in principe 7 uur 36 minuten voor een voltijds personeelslid. Voor deeltijdse personeelsleden is dit een breuksgewijze verhouding van 38 uren uitgedrukt per arbeidsdag. Wijze van verlof aanvragen De vakantiedagen kunnen in principe genomen worden naar keuze van het personeelslid. De vakantiedagen moeten vooraf worden aangevraagd. Als de aangevraagde dagen of periodes niet verzoenbaar zijn met de behoeften van de dienst, dan wordt dit schriftelijk meegedeeld aan het personeelslid. De personeelsleden die hun hoofdverlof nemen, dienen dit tegen eind januari aan te vragen. Ieder personeelslid heeft het recht om éénmaal per jaar een onafgebroken periode van minstens 2 weken te nemen. Personeelsleden die over een pc beschikken zullen, behoudens in uitzonderlijke gevallen en om gewettigde redenen, minstens 2 werkdagen voorafgaand aan de te nemen verlofdag aan de direct leidinggevende (zie onderstaand schema), verlof aanvragen middels het verlofaanvraagsysteem van de virtuele tikklok. Personeelsleden die niet over een pc beschikken zullen, behoudens in uitzonderlijke gevallen en om gewettigde redenen, minstens 2 werkdagen voorafgaand aan de te nemen verlofdag aan de direct leidinggevende (zie onderstaand schema) verlof aanvragen, middels voorlegging van het daartoe behoorlijk ingevulde aanvraagformulier. Opname overuren Zolang het personeelslid beschikt over een overurenkrediet dat voldoende groot is om één dagdeel verlof te nemen, dient het personeelslid eerst dit krediet op te nemen, alvorens het gewoon verlofkrediet op te nemen. Het personeelslid moet dus bij de afwezigheidsaanvraag via de virtuele tikklok de keuze maken tussen verlof of recuperatie overuren naargelang het beschikbare krediet. Indien het overurenkrediet onvoldoende groot is om één dagdeel verlof te nemen, dient het personeelslid uit zijn gewoon verlofkrediet te putten. Meeruren voor het personeel Het opnemen van meeruren dient niet vooraf te worden aangevraagd of goedgekeurd. Dit wordt door elk personeelslid zelf beheerd, maar dient steeds in goede verstandhouding te gebeuren met de direct leidinggevende. Minimale verlofopname De minimale verlofopname is een halve dag of een dagdeel ( = 1 e of 2 e of 3 e te presteren deel van de dag). In geval van betwisting over de data zal de secretaris prioriteit verlenen, rekening houdend met de behoeften in de dienstorganisatie, de dienstanciënniteit en met het indienen van de vakantieaanvraag. In afwijking van de bovenstaande alinea kan het personeelslid elk jaar maximum vier vakantiedagen opnemen zonder dat het dienstbelang kan worden ingeroepen om het verlof te weigeren. 10

Elke verlofaanvraag wordt al dan niet toegestaan door de direct leidinggevende én de gemeentesecretaris. Verlofaanvragen Aanvrager Middel Verlof wordt goedgekeurd door onderstaande leidinggevende + door de gemeentesecretaris Gemeentesecretaris Virtuele Klok / Personeel Secretariaat & Personeel Virtuele Klok gemeentesecretaris Personeelsleden niveau A + Financieel Virtuele Klok gemeentesecretaris Beheerder Personeel Burgerzaken Virtuele Klok gemeentesecretaris Personeel Beleidsondersteuning (Communicatie Virtuele Klok gemeentesecretaris en ICT) Personeel Beleidsondersteuning Papieren gemeentesecretaris (Poetspersoneel) aanvraagformulier bezorgen aan de Personeelsdienst Personeel financiële dienst Virtuele Klok Financieel Beheerder Administratief personeel Openbare Werken & Patrimonium en de werkleider Virtuele Klok Diensthoofd Openbare Werken en Patrimonium Werklieden Openbare Werken & Patrimonium Papieren aanvraagformulier bezorgen aan de werkleider Diensthoofd Openbare Werken en Patrimonium (voorafgegaan door akkoord werkleider) Personeel Grondgebiedzaken Virtuele Klok Diensthoofd Grondgebiedzaken Personeel Jeugd & Cultuur Spikkerelle Virtuele Klok Diensthoofd Jeugd & Cultuur Personeel Jeugd & Cultuur Bibliothecaris Virtuele Klok Diensthoofd Jeugd & Cultuur Personeel Jeugd & Cultuur Bibliotheekpersoneel (excl. Bibliothecaris) Virtuele Klok Bibliothecaris Personeel Sportdienst Papieren aanvraagformulier bezorgen aan de sportfunctionaris Diensthoofd Sport Het vakantieverlof moet genomen worden tijdens het kalenderjaar waarop het betrekking heeft. Beperkte overdracht naar het volgend kalenderjaar is mogelijk indien, ingevolge dienstnoodwendigheden, het personeelslid verhinderd is zijn/haar verlof of een gedeelte ervan te genieten tijdens het kalenderjaar, en dit met een maximum van 38 uren (voor een voltijds personeelslid) tot uiterlijk 31 januari van het volgend kalenderjaar. De niet opgenomen verlofdagen van het vakantiejaar vervallen onherroepelijk op 31 januari. Artikel 17 Feestdagen Naast het jaarlijks vakantieverlof krijgt het personeel op volgende dagen verlof: 1 januari, Paasmaandag, 1 mei, O.L.H. Hemelvaart, Pinkstermaandag, 11 en 21 juli, O.L.V. Hemelvaart, 1 en 11 november en 25 december. Bovenop deze wettelijke feestdagen worden de 3 volgende feestdagen toegekend door de raad: 02 november, 26 en 31 december. Wanneer één van de bovenvermelde verlofdagen samenvalt met een dag, voorzien in het uurrooster van het personeelslid (bijvoorbeeld op een zaterdag of een zondag voor het personeel van het administratief centrum of bvb. op een maandag voor het personeel tewerkgesteld op het containerpark), wordt een inhaalverlofdag voorzien op een ander te bepalen datum of door toevoeging aan het gewoon verlofkrediet. 11

Personeelsleden die verplicht zijn op één van de hierboven vermelde dagen te werken (en die niet afwezig zijn wegens ziekte), krijgen voor de geleverde prestaties inhaalverlof, op basis van de regelingen bepaald in de hierboven genoemde onregelmatige prestaties. Personeelsleden die in een stelsel van verminderde tewerkstelling werken en deeltijds tewerkgestelde personeelsleden met een vast uurrooster, krijgen geen compensatieverlof voor de verlofdagen zoals hierboven vermeld, indien één van die dagen valt op de inactiviteitsdag van hun arbeidstijdregeling. Het College van Burgemeester en Schepenen stelt jaarlijks de data, in overleg met de vakorganisaties, indien mogelijk ten minste vóór 15 december, vast waarop sommige of alle compensatiedagen voor feestdagen moeten worden genomen (omdat deze feestdagen samenvallen met een dag waarop het personeelslid krachtens zijn uurrooster niet kan arbeiden). Artikel 18 Omstandigheidsverlof 1. huwelijk van het personeelslid of het afleggen van een verklaring van wettelijk samenwoning door het personeelslid, vermeld in artikel 1475 tot en met 1479 van het Burgerlijk Wetboek, m.u.v. het afleggen van een verklaring van samenwoning van bloed- of aanverwanten 2. bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van het personeelslid 3. overlijden van de samenwonende of huwelijkspartner, een bloed- of aanverwant in de eerste graad van het personeelslid, of van de samenwonende of huwelijkspartner 4. huwelijk van een kind van het personeelslid, van de samenwonende partner 5. overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in om het even welke graad, die onder hetzelfde dak woont als het personeelslid of de samenwonende partner 6. overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in de tweede graad, een overgrootouder of een achterkleinkind, niet onder hetzelfde dak wonend als het personeelslid of de samenwonende partner 7. huwelijk van een bloed- of aanverwant: in de eerste graad, die geen kind is;inde tweede graad van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner 8. priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van het personeelslid, van de samenwonende of huwelijkspartner, of van en broer, zus, schoonbroer, of schoonzus van het personeelslid 9. plechtige communie of deelneming van een kind van het personeelslid of van de samenwonende of huwelijkspartner aan het feest van de vrijzinnige jeugd of aan een plechtigheid in het kader van een erkende eredienst die overeenstem met de roomskatholieke plechtige communie 10. gehoord worden door de vrederechter in het kader van de organisatie van de voogdij over een minderjarige 11. deelneming aan een assisenjury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank 4 werkdagen 10 werkdagen 4 werkdagen 2 werkdagen 2 werkdagen 1 werkdag de dag van huwelijk De dag van de rooms-katholieke plechtigheid of een daarmee overeenstemmende plechtigheid bij een andere erkende eredienst De dag van de plechtigheid, of, als dat een zondag, feestdag of inactiviteitsdag is, de eerstvolgende werkdag De nodige tijd, maximaal één dag De nodige tijd 12

Paragraaf 2 Het omstandigheidsverlof kan eventueel genomen worden in een andere periode dan die van de gebeurtenis, maar steeds binnen de 30 dagen na de gebeurtenis. Niettemin dient er een verband te bestaan tussen de gebeurtenis en het ogenblik waarop het verlof wordt genomen. Paragraaf 3 Het omstandigheidsverlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit en is bezoldigd. Voor het contractuele personeelslid wordt het verlof ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming van zijn zijde vaststaat, vermeld in 2, toegekend volgens de regels van het arbeidsrecht, in et bijzonder volgens de regeling, vermeld in artikel 30, 2, van de arbeidsovereenkomstenwet. De contractuele personeelsleden worden gedurende 3 dagen betaald en de overige 7 dagen vallen ten laste van de mutualiteit. Paragraaf 4 Het omstandigheidsverlof is een recht, maar het personeelslid is niet verplicht deze verloven geheel of gedeeltelijk op te nemen. Het personeelslid richt zijn aanvraag tot de secretaris. Paragraaf 5 Wanneer het omstandigheidsverlof uit meerdere dagen bestaat kan het op verzoek van het personeelslid worden gesplitst worden in meerdere periodes. 13

OPZEGGINGSTERMIJNEN, VERBODEN HANDELINGEN, SANCTIES EN REDENEN VOOR DRINGEND ONTSLAG Artikel 19 Opzeggingstermijnen Op het statutair personeel gelden de bepalingen van de rechtspositieregeling. Op het contractueel personeel zijn de opzeggingstermijnen vermeld in de wet op de arbeidsovereenkomsten (wet 3 juli 1978) van toepassing. Artikel 20 Rechten en plichten en verboden handelingen Rechten en plichten Het personeelslid is tot beleefdheid gehouden in zijn dienstbetrekkingen met oversten, collega s en met het publiek. Het moet zijn collega s helpen in de mate waarin het dienstbelang zulks vereist en bij hun afwezigheid de voor de goede gang van de dienst noodzakelijke prestaties verrichten. Het moet, zowel in dienst als in zijn particulier leven, alles vermijden wat het vertrouwen van het publiek zou kunnen schaden of de eer of de waardigheid van het ambt in het gedrang brengt. De personeelsleden oefenen hun ambt op een loyale en correcte wijze uit. De personeelsleden zetten zich op een actieve en constructieve wijze in voor de realisatie van de opdracht en de doelstellingen van de gemeente, waarbij aan het personeel de nodige (werk)middelen ter beschikking worden gesteld. De personeelsleden respecteren de persoonlijke waardigheid van iedereen. De personeelsleden hebben spreekrecht ten aanzien van derden met betrekking tot de feiten waarvan zij kennis hebben uit hoofde van hun ambt. Onder voorbehoud van de toepassing van de regelgeving inzake openbaarheid van bestuur is het voor hen verboden feiten bekend te maken die betrekking hebben op: 1 de veiligheid van het land; 2 de bescherming van de openbare orde; 3 de financiële belangen van de overheid; 4 het voorkomen en het bestraffen van strafbare feiten; 5 het medisch geheim; 6 het vertrouwelijke karakter van commerciële, intellectuele en industriële gegevens; 7 het vertrouwelijke karakter van de beraadslagingen. Het is voor hen verboden feiten bekend te maken als de bekendmaking ervan een inbreuk vormt op de rechten en de vrijheden van de burger, in het bijzonder op het privé-leven, tenzij de betrokkene toestemming heeft verleend om de gegevens die op haar of hem betrekking hebben, openbaar te maken. Deze verplichting geldt eveneens voor personeelsleden die hun ambt hebben beëindigd. De personeelsleden die in de uitoefening van hun ambt nalatigheden, misbruiken of misdrijven vaststellen, brengen een hiërarchische meerdere hiervan onmiddellijk op de hoogte. De personeelsleden behandelen de gebruikers van hun dienst welwillend en zonder enige discriminatie. De personeelsleden mogen, zelfs buiten hun ambt, noch rechtstreeks noch via een tussenpersoon, giften, beloningen of enig ander voordeel dat verband houdt met het ambt, vragen, eisen of aannemen. De hoedanigheid van personeelslid is onverenigbaar met elke activiteit die het personeelslid zelf of via een tussenpersoon verricht en waardoor: 1 de ambtsplichten niet kunnen worden vervuld; 2 de waardigheid van het ambt in het gedrang komt; 14

3 de eigen onafhankelijkheid wordt aangetast; 4 een belangenconflict ontstaat. Het is het gemeentelijk personeelslid niet toegelaten handel te drijven, ook niet door tussenpersonen die in feite voor rekening van het personeelslid optreden waarvan de uitoefening onverenigbaar geacht wordt met de uitoefening van het ambt. Onverminderd het bepaalde in de twee vorige leden mag het personeelslid activiteiten buiten de diensturen cumuleren met de eigen beroepsactiviteiten, mits toelating door de aanstellende overheid. Het personeelslid mag geen beroepsactiviteiten cumuleren binnen de diensturen. De personeelsleden hebben recht op informatie en vorming zowel met betrekking tot aspecten die nodig zijn voor de functionele loopbaan en die nuttig zijn voor de uitoefening van de functie als om te kunnen voldoen aan de bevorderingsvereisten. De personeelsleden houden zich op de hoogte van de ontwikkelingen en de nieuwe inzichten in de materies waarmee zij beroepshalve belast zijn onder de begeleiding en de verantwoordelijkheid van de vormingsverantwoordelijke. De vorming is een plicht als ze noodzakelijk blijkt voor een betere uitoefening van de functie of het functioneren van een dienst, of als ze een onderdeel uitmaakt van een herstructurering of reorganisatie van een afdeling of een implementatie van nieuwe werkmethodes en infrastructuur. Verboden handelingen Het is de personeelsleden ondermeer verboden: drukwerken of gelijkaardige berichten (berichten die vooraf aan de secretaris werden voorgelegd uitgezonderd) te verdelen of uit te hangen, vergaderingen te houden, propaganda te voeren, bijdragen te innen, collecten te doen of voorwerpen te koop aan te bieden op de werkplaats, zonder de uitdrukkelijke toestemming van de secretaris, dit evenwel zonder afbreuk te doen aan de prerogatieven van de vakbonden zoals voorzien in de wet van 19 december 1974 op het syndicaal statuut en het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet op het syndicaal statuut. Artikel 21 Sancties, orde- en tuchtmaatregelen contractuele personeelsleden Algemeen Elke inbreuk op de bepalingen van dit arbeidsreglement, op de verplichtingen bepaald in de arbeidsovereenkomst en aan de verplichtingen opgelegd door artikel 17 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (bijlage 7), die niet aanzien worden als een zwaarwichtige reden voor onmiddellijke verbreking van de arbeidsrelatie, kan aanleiding geven tot het einde van de overeenkomst in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Redenen voor dringend ontslag Onder voorbehoud van de beoordelingsbevoegdheid van de arbeidsrechtbank, kunnen binnen het gemeentebestuur onder andere de volgende, niet limitatief opgesomde handelingen beschouwd worden als ernstige tekortkomingen die elke professionele samenwerking onmiddellijk en definitief onmogelijk maken: - inbreuken die als zware fout worden beschouwd in het reglement voor de tijdsregistratie en in het reglement variabele werktijdregeling (bijlage 2 en 3); - ongewettigde afwezigheid van 10 werkdagen na schriftelijke ingebrekestelling; - zware beledigingen en immoraliteit; - voorleggen van valse attesten; - druggebruik, dealen van drugs, alcoholintoxicatie en dronkenschap; - diefstal en plegen van geweld; - herhaaldelijke kleinere fouten die blijven duren na een schriftelijke vermaning, inbegrepen herhaalde kortere afwezigheden zonder grondige reden, het herhaald te laat komen of te vroeg vertrekken; 15

- opzettelijk schade toebrengen aan machines, programmatuur en informatiegegevens; - herhaaldelijk overtreden van elementaire veiligheidsvoorschriften; - herhaaldelijke ongerechtvaardigde afwezigheid en afwezigheid zonder verwittiging, na schriftelijke ingebrekestelling; - de weigering een onder de functie-inhoud vallende opdracht uit te voeren binnen de arbeidstijd; - aan derden een inlichting, gedekt door het beroepsgeheim, bekend maken; - alles wat strijdig is met de goede zeden; - in het algemeen, het niet-naleven der voorschriften vervat in de individuele overeenkomst of in dit reglement. Het recht op verdediging is gewaarborgd, ofwel via een schriftelijke nota, ofwel op vraag van het personeelslid kan hij gehoord worden. In alle geschillen is de aanstellende overheid bevoegd. Artikel 22 Sancties, orde- en tuchtmaatregelen statutaire personeelsleden Voor het statutair personeel is de tuchtprocedure zoals voorzien in artikel 118 van het gemeentedecreet en volgende en het Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de tuchtprocedure voor het statutair gemeentepersoneel in uitvoering van de artikels 129,136 en 143 van het gemeentedecreet. Indien aldus overeenkomstig de bepalingen van het gemeentedecreet een vast benoemd personeelslid tijdelijk moet worden verwijderd in het belang van de dienst, spreekt het bestuur een preventieve schorsing uit bij wijze van ordemaatregel. Handelt het personeelslid in strijd met de bepalingen inzake rechten en plichten van het personeel zoals voorzien in het statuut en in dit arbeidsreglement, dan kan het, op verslag van de gemeentesecretaris, door de aanstellende overheid onderworpen worden aan een tuchtonderzoek met een eventuele tuchtsanctie tot gevolg. Alvorens de tuchtoverheid overgaat tot het eventueel opleggen van een tuchtsanctie wordt het personeelslid gehoord. Hij kan zich laten bijstaan door een verdediger van zijn keuze. 16

ARBEIDSONGESCHIKTHEID Artikel 23 Modaliteiten bij ziekte Te vervullen formaliteiten in geval van afwezigheid wegens ziekte: 1. bekendmaking Ieder personeelslid dat wegens ziekte of gebrekkigheid verhinderd is zijn dienst op het voorgeschreven uur aan te vangen, moet de gemeentesecretaris hiervan, vóór aanvang van de dienstprestaties verwittigen. De secretaris wordt verwittigd op volgend telefoonnummer: 0479/97.84.52. De secretaris zal op zijn beurt, de personeelsdienst en de betrokken dienst hiervan verwittigen. Bij afwezigheid van de secretaris, dient het personeelslid de personeelsdienst te verwittigen. Daarnaast moet het personeelslid ten laatste de tweede werkdag na de dag van de ongeschiktheid 1, een geneeskundig attest voorleggen aan de personeelsdienst. Bij verzending geldt de poststempel. Bij verlenging moet opnieuw een geneeskundig getuigschrift binnen de twee werkdagen afgeleverd worden. Wordt het getuigschrift niet voorgelegd binnen de vastgestelde termijn, dan kan, voor contractuelen, aan de werknemer het recht worden ontzegd op het loon voor de dagen van de ongeschiktheid die de dag van de afgifte of verzending van het getuigschrift voorafgaan. Voor statutairen kan op dezelfde wijze non-activiteit worden opgelegd. Het attest moet de vermoedelijke duur van de afwezigheid vermelden. Ieder personeelslid dat na een langdurige ziekte van meer dan 4 weken het werk hervat, moet onderworpen worden aan een onderzoek van de preventieadviseur-geneesheer van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. 2. verplichting van het diensthoofd bij afwezigheid van een personeelslid Het diensthoofd moet iedere dag de personeelsdienst op de hoogte brengen van elke afwezigheid van een lid dat onder zijn gezag is gesteld en hetzelfde geldt bij de dienstherneming. 3. verlaten woonst Als grondregel wordt beschouwd dat personeelsleden die met ziekteverlof zijn, gehouden zijn binnenshuis te verblijven. Afwijkingen van deze regel moeten op het voor te leggen medisch attest vermeld worden. Artikel 24 Modaliteiten bij arbeidsongeval of arbeidswegongeval Het personeelslid dat het slachtoffer is van een arbeids(weg)ongeval zal zo vlug als mogelijk zijn diensthoofd en de personeelsdienst belast met de aangifte, op de hoogte brengen, ook al heeft dit ongeval geen arbeidsongeschiktheid tot gevolg. Het personeelslid geeft een volledige toelichting, indien het hiertoe in staat is, over de omstandigheden waarin het ongeval zich heeft voorgedaan. Het bezorgt de identiteit van eventuele getuigen indien die aanwezig waren. Indien het personeelslid niet in staat is een aangifte te doen, kan een ander personeelslid of een vakbondsafgevaardigde dit doen, indien hij het ongeval heeft zien gebeuren. Zijn aangifte moet volledig en waarheidsgetrouw zijn. De bevoegde dienst binnen het bestuur geeft het ongeval, hoe gering ook, aan bij de Administratieve Gezondheidsdienst met de voorgeschreven attesten (A & B). 1 Indien men bvb. afwezig is wegens ziekte vanaf maandag, dan dient ten laatste op woensdag een doktersattest te worden bezorgd aan de personeelsdienst. 17

Artikel 25 Procedure medische controle Het zieke personeelslid kan in opdracht van de gemeentesecretaris aan een medisch tegenonderzoek worden onderworpen door een controlegeneesheer, al dan niet van een controleorganisatie. Het personeelslid mag niet weigeren deze te ontvangen, noch zich door deze te laten onderzoeken. Het personeelslid moet zich bij de controlearts aanbieden behalve wanneer het geneeskundige getuigschrift van het personeelslid vermeldt dat de gezondheidstoestand hem niet toelaat zich naar een andere plaats te begeven. De reiskosten van het personeelslid zijn ten laste van het bestuur. De controlearts gaat na of het personeelslid werkelijk arbeidsongeschikt is, verifieert de waarschijnlijke duur van de arbeidsongeschiktheid en in voorkomend geval, de andere medische gegevens voor zover die noodzakelijk zijn voor de toepassing van de wet van 13/06/1999 betreffende de controlegeneeskunde. Als het personeelslid zich niet kan verzoenen met de uitspraak van het tegenonderzoek, dan neemt de controlearts contact op met de behandelende arts teneinde tot een overeenkomst te komen. Indien dit niet het geval is, dan beslist een scheidsrechterlijke geneesheer die aangesteld wordt door de behandelende geneesheer in samenspraak met het personeelslid. 18

BETALING VAN HET LOON Artikel 26 Betaalwijze Inzake de uitbetaling van het loon is de vigerende rechtspositieregeling van toepassing. Alle personeelsleden worden bezoldigd per maand. Dit gebeurt vooraf voor het vastbenoemd personeel en na de vervallen termijn voor het contractueel personeel. De uitbetaling van het loon voor de vastbenoemden gebeurt uiterlijk de vijfde werkdag van de maand. De contractuelen worden betaald uiterlijk de vijfde werkdag volgend op de maand waarin de prestaties zijn geleverd. Ieder personeelslid ontvangt een rekeninguittreksel, dat betrekking heeft op de weddeberekening van het hem/haar uitgekeerde loon. Op persoonlijk verzoek zal aan elk personeelslid uitleg door de personeelsdienst worden verschaft betreffende zijn individuele rekening. Indien bij de berekening of bij de vaststelling van de maatstaven, die aan de grondslag liggen van de berekening van het salaris, een vergissing werd begaan, zal de partij die deze vergissing opmerkt, onmiddellijk de tegenpartij hiervan in kennis stellen. De betaling geschiedt in giraal geld door overschrijving op een bank- of postrekening of na schriftelijke vraag door het personeelslid middels een bancaire cheque. Indien de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, heeft de uitbetaling plaats op de eerstvolgende normale betaaldag na de beëindiging, tenzij anders voorzien in de wet. De gebeurlijke loonafstanden en beslagen op het loon worden eveneens van het uit te betalen loon afgehouden in toepassing van de geldende wetgeving. Artikel 27 Tussenkomst voor openbaar vervoer De tussenkomst van het gemeentebestuur in de kosten voor een trein- of buskaart afgeleverd door de NMBS en de Lijn of le Tec wordt geregeld overeenkomstig de bepalingen in de vigerende rechtspositieregeling. 19

RECHTEN EN PLICHTEN VAN HET TOEZICHTHOUDEND PERSONEEL / HIERARCHISCHE LIJN Artikel 28 Principe De gemeentesecretaris en de diensthoofden zijn belast met de leiding en het toezicht over het werk. Het gaat in het bijzonder om: De gemeentesecretaris De financieel beheerder Diensthoofd Openbare werken & Patrimonium (met medewerking van de controleur der werken en de werkleider) Diensthoofd Grondgebiedzaken Diensthoofd Jeugd & Cultuur (met medewerking van de bibliothecaris) Diensthoofd Sport Alle personeel belast met de leiding en het toezicht over het werk, vervangt de hogere leiding van het gemeentebestuur, elk volgens de hun verleende bevoegdheid. Zij zijn verantwoordelijk voor de goede gang van het werk en voor de naleving van de geldende arbeidsvoorwaarden. In het bijzonder zijn zij belast met : de controle op de aanwezigheid ; de werkverdeling ; de dienstnota s te doen naleven; de controle op de prestaties van de onder toezicht staande personeelsleden ; het behoud van de orde en de rust in de dienst ; de goede werking van de dienst ; de inachtneming van alle maatregelen inzake veiligheid en hygiëne van het personeel. In deze hoedanigheid beschikken zij over de bevoegdheid vaststellingen te doen. Zij hebben het recht vast te stellen dat een personeelslid dat zich op het werk aanbiedt, klaarblijkelijk niet geschikt is om te werken en hem te verbieden het werk te beginnen. Het toezichthoudend personeel is ertoe gehouden de regels van rechtvaardigheid, beleefdheid en welvoeglijkheid in acht te nemen. Klachten mogen niet in aanwezigheid van derden worden geuit. Het toezichthoudend personeel moet in het kader van de hiërarchische lijn de taken die hieraan verbonden zijn ingevolge de bepalingen van de wet op het welzijn en het ARAB uitvoeren. De leden van de hiërarchische lijn voeren namelijk elk binnen hun bevoegdheid en op hun niveau het preventiebeleid van de werkgever uit. Het gaat om volgende taken: voorstellen en adviezen formuleren aan de werkgever in het kader van het dynamische risicobeheerssysteem ongevallen en incidenten onderzoeken en maatregelen voorstellen om dergelijke ongevallen te voorkomen een effectieve controle uitoefenen op de arbeidsmiddelen, de collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen en de gebruikte stoffen en preparaten. Zo kunnen ze onregelmatigheden vaststellen en de nodige maatregelen nemen. Tijdig het advies inwinnen van de diensten van Preventie en Bescherming op het werk. Controleren of de verschillende taken worden uitgevoerd door de werknemers die bekwaam zijn en de vereiste opleiding en instructies hebben ontvangen. Waken over de naleving van de instructies die worden verstrekt. Nagaan of de werknemers de inlichtingen die zij gekregen hebben goed begrijpen en in de praktijk brengen. 20

Artikel 29 Vervanger Bij afwezigheid van de financieel beheerder of één van de diensthoofden wenden de personeelsleden zich rechtstreeks tot de gemeentesecretaris als hiërarchisch overste. Bij afwezigheid van de gemeentesecretaris, wordt een dienstdoende gemeentesecretaris aangeduid. 21

WELZIJN OP HET WERK, ORDE, HYGIENE & VEILIGHEIDSMAATREGELEN Artikel 30 Algemene bepalingen Orde en netheid vormen de eerste vereiste om veilig te kunnen werken met aandacht voor het leefmilieu. Personeelsleden dienen hun collega s indien nodig te motiveren. Voor het administratief personeel geldt de clean desk policy. Naar analogie geldt voor het technisch personeel orde en netheid inzake materiaal- en voertuigenbeheer. Veilig werken is het resultaat van aandacht en concentratie op de uit te voeren taak. Factoren die storend kunnen werken, moeten derhalve worden vermeden. In toepassing van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming en de codex voorziet de werkgever o.a. de nodige stortbaden die ter beschikking van het personeel staan. Artikel 31 Preventie en Bescherming Iedere medewerker moet tijdens zijn werk, overeenkomstig zijn opleiding en verantwoordelijkheid volgens de hiërarchische lijn en de door de werkgever gegeven instructies, naar vermogen zorg dragen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en die van de andere medewerkers waarmee hij samenwerkt. Daartoe moeten de medewerkers vooral, overeenkomstig hun opleiding, de door de werkgever gegeven instructies navolgen, inzonderheid: 1. op de juiste wijze gebruik maken van machines, toestellen, gereedschappen, gevaarlijke stoffen, vervoermiddelen en andere middelen; 2. op de juiste wijze gebruik maken van de persoonlijke beschermingsmiddelen die hun ter beschikking zijn gesteld; 3. de werkgever en de preventieadviseur onmiddellijk op de hoogte brengen van iedere werksituatie waarvan zij redelijkerwijs kunnen vermoeden dat deze een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid en de gezondheid met zich brengt, alsmede van elk vastgesteld gebrek in de beschermingssystemen; 4. bijstand verlenen aan de werkgever en de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, zolang dat nodig is om hen in staat te stellen alle taken uit te voeren of aan alle verplichtingen te voldoen die met het oog op het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk zijn opgelegd; De bijzondere veiligheidsvoorschriften opgesteld door de preventieadviseur die door het personeel in acht moeten worden genomen zullen telkens als het vereist is ter kennis van het personeel worden gebracht. Artikel 32 Werken met gevaarlijke machines Veilig werken met machines houdt in dat het personeelslid zorg draagt voor zijn eigen veiligheid, maar ook voor die van anderen. Daarom zijn de personeelsleden ertoe gehouden nooit machines onbewaakt achter te laten. De algemene en specifieke veiligheidsinstructies dienen te allen tijde te worden gerespecteerd. Specifieke veiligheidsvoorzieningen mogen onder geen beding uitgeschakeld worden om gemakkelijker of vlugger te kunnen werken. Gebreken, onvoldoende functionerende beveiligingen, het in slechte staat zijn van gereedschappen en machines, dienen onmiddellijk aan de rechtstreekse chef gemeld te worden, die het op zijn beurt aan de preventieadviseur dient over te maken. Het is de personeelsleden verboden zelf enige herstellings- of onderhoudswerken uit te voeren, tenzij zij hiervoor zelf de bevoegdheid of de opdracht hebben gekregen. Artikel 33 Werkkledij en persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM s) Het College van Burgemeester en Schepenen kan aan sommige ambten of aan de titularissen van sommige ambten onder meer voor het uitvoeren van werkzaamheden die specifieke risico's inhouden de verplichting opleggen werkkledij of PBM s te dragen. De 22

personeelsleden zijn inzake veiligheid verplicht de werkkledij en de persoonlijke beschermingsmiddelen, die bij hun werk vereist zijn, te gebruiken volgens de voorschriften. Onder werkkledij wordt verstaan: kledij bestemd om te vermijden dat de werknemer zich vuil maakt door de aard van zijn activiteiten en die niet beschouwd wordt als beschermingskledij. Het gaat dus niet over veiligheidsschoenen, kledij met signaalfunctie, enz. Onder persoonlijke beschermingsmiddelen wordt verstaan: een middel dat door een persoon wordt gedragen of vastgehouden als bescherming tegen risico s die zijn gezondheid of veiligheid bedreigen. Persoonlijke beschermingsmiddelen mogen pas worden gebruikt als de risico s niet op een andere manier kunnen worden beperkt en zijn dus altijd het sluitstuk bij het treffen van maatregelen. De personeelsleden waarvoor werkkledij ter beschikking worden gesteld, zijn verplicht deze te dragen tijdens hun diensturen. Het dragen van PBM s is slechts verplicht bij het uitoefenen van bepaalde werkzaamheden. Behoudens in voorziene gevallen of aan daartoe gemachtigde personeelsleden, is het niet toegelaten zich in deze kledij buiten de diensten en instellingen te begeven. De veiligheidsinstructiekaarten en pictogrammen, aangebracht in de werkplaats of op machines, geven aan welke PBM s gebruikt moeten worden. Beschadigde of defecte PBM's bieden geen of onvoldoende bescherming en moeten worden vervangen. Het is het College van Burgemeester en Schepenen die instaat voor het onderhoud, de herstelling en zo nodig de vervanging van de werkkledij. Artikel 34 Orde en hygiëne Gezien het kader waarin de diensten gepresteerd worden zullen de werknemers bijzondere aandacht besteden aan hun persoonlijke hygiëne en uiterlijke verzorging. De werknemers zullen zich schikken naar de instructies die hun in dit verband worden verstrekt. Persoonlijke voorwerpen en kledingstukken moeten voorafgaand aan de arbeidstaak in de afgesloten kleerkast, die hen ter beschikking wordt gesteld, geplaatst worden. Artikel 35 Ongevallen en incidenten, eerste hulp en verbandkist Het gemeentebestuur is verantwoordelijk voor het verlenen van de eerste hulp bij ongevallen. Ongevallen en incidenten moeten steeds onmiddellijk aan de rechtstreekse chef en de preventieadviseur worden meegedeeld. Personeelsleden zijn in hun eigen belang en dat van hun collega's ertoe gehouden constructief aan het onderzoek van ongevallen en incidenten mee te werken bvb. geen gegevens achter te houden. Het personeelslid, dat een wonde - hoe onbeduidend ook - heeft opgelopen, is verplicht deze te laten verzorgen bij één van de aangeduide personeelsleden. De verbandkisten vereist bij het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, bevinden zich op elke plaats van tewerkstelling op een duidelijk aangeduide plaats. Tevens is elk voertuig uitgerust met een verbandkist en een blustoestel. 23