1.3.1.3 Package leaflet 1.3.1.3-1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER CF 5 mg, tabletten CF 10 mg, tabletten CF 15 mg, tabletten (pindolol) Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het innemen van dit geneesmiddel. - Bewaar deze bijsluiter. Het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. - Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. - Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. - Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is CF en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u CF inneemt 3. Hoe wordt CF ingenomen 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u CF 6. Aanvullende informatie 1. WAT IS PINDOLOL CF EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT is een geneesmiddel uit de groep van de bèta-blokkeerders, met een werking die langer is dan voor andere bèta-blokkeerders. beschermt het hart tegen een te grote activiteit, waardoor het hart rustiger wordt en de bloeddruk wordt verlaagd. Als bloeddrukverlagend middel blijkt pindolol vaak goed te voldoen in een eenmaal daagse dosering, al dan niet gecombineerd met een plasmiddel en/ of een vaatverwijdend middel. tabletten worden gebruikt bij pijnklachten op de borst (angina pectoris), verhoogde bloeddruk, ritmestoornissen van het hart en bij bepaalde hart/vaat stoornissen. 2. WAT U MOET WETEN VOORDAT U PINDOLOL INNEEMT Neem CF niet in - als u allergisch (overgevoelig) bent voor het werkzame bestanddeel of voor één van de andere bestanddelen van CF - bij een door het hart veroorzaakte shock - bij hartzwakte (decompensatio cordis) die niet voldoende is behandeld of niet goed reageert op de behandeling met digitalis hartmiddelen en/of plasmiddelen - bij Sick-sinus syndroom - bij hartblok van tweede of derde graad - bij voorgeschiedenis van luchtwegklachten en bij bronchiaal astma
1.3.1.3 Package leaflet 1.3.1.3-2 - bij een onbehandeld bijniermerggezwel - bij stofwisselingsstoornissen met een verlaagde zuurtegraad van het bloed. Wees extra voorzichtig met CF Het gebruik van pindolol bij patiënten met ziekten van het hart gepaard gaande met een belemmerende bloedvoorziening van de kransslagaderen van het hart dient niet plotseling te worden gestaakt, maar de dosering dient geleidelijk te worden verminderd b.v. over een periode van 1 à 2 weken, om een plotselinge verslechtering van de toestand van de patiënt te voorkomen. Een verhoogde bloeddruk en hartritmestoornissen kunnen ontstaan. Bij het ondergaan van een chirurgische ingreep met narcose dient de behandelende arts op de hoogte te worden gebracht van het feit dat men pindolol gebruikt. Het gebruik van pindolol kan perifere doorbloedingsstoornissen zoals koude voeten en handen veroorzaken, daarom moet het middel met grote voorzichtigheid worden toegepast bij patiënten met perifere circulatiestoornissen zoals de ziekte van Raynaud of vaatvernauwingen van de benen (claudicatio intermittens) en bij bepaalde vorm van angina pectoris (hartkramp van Prinzmetal type). Bij patiënten met een verminderde pompfunctie van het hart dient eerst de decompensatio cordis (hartzwakte) met digitalis hartmiddelen onder controle te worden gebracht, alvorens met een behandeling met pindolol kan worden aangevangen. Bèta-blokkeerders kunnen de verschijnselen van een verhoogde schildklierwerking of verlaagd bloedsuikergehalte maskeren. Bèta-blokkeerders geven een vertraagde hartslag. Indien de polsslag daalt beneden de 50-55 slagen per minuut moet de dosering worden verlaagd. Bij patiënten met chronische longziekten gepaard gaande met gedeeltelijke afsluiting kan de afsluiting verergeren bij gebruik van het middel. Bij patiënten met bronchiaal astma (aanvallen van hevige benauwdheid) of een voorgeschiedenis van luchtwegkrampen dient pindolol met voorzichtigheid te worden toegepast. Inname met andere geneesmiddelen Vertel uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen. Bij gelijktijdig gebruik van verapamil of in mindere mate voor diltiazem dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid van het ontstaan van verlaagde bloeddruk, vertraagde hartslag en vermindering van de hartsamentrekking. Bij een gestoorde hartfunctie mogen deze combinaties niet worden toegepast. Bij gelijktijdig gebruik van dihydropyridine-derivaten (o.a.nifedipine) kan een extra bloeddrukverlaging optreden. Voorzichtigheid is eveneens geboden bij gelijktijdig gebruik van bepaalde middelen tegen hartritmestoornissen (kinidine en disopropamide), omdat hierbij een versterking op de prikkelgeleidingstijd en vermindering van de hartsamentrekking kan optreden. Gelijktijdig gebruik van digitalis hartmiddelen kan leiden tot AV-dissociatie (toestand waarbij boezems en kamers van het hart onafhankelijk samentrekken). Bij gelijktijdig gebruik van pindolol en clonidine (middel tegen verhoogde bloeddruk) mag het gebruik van clonidine pas worden gestaakt enige dagen na het beëindigen van het gebruik van pindolol. De bloedsuikerverlagende werking van insuline en andere orale bloedsuikerverlagende middelen wordt door bèta-blokkeerders versterkt. Narcosemiddelen kunnen de vermindering van de hartsamentrekking door bèta-blokkeerders verminderen. Cimetidine, hydralazine en alcohol verhogen de bloedspiegels van bèta-blokkeerders die in de lever worden omgezet.
1.3.1.3 Package leaflet 1.3.1.3-3 Zwangerschap en borstvoeding Over het gebruik van deze stof tijdens de zwangerschap bij de mens bestaan onvoldoende gegevens om de mogelijke schadelijkheid te beoordelen. Bij zwangerschap uitsluitend gebruiken op uitdrukkelijk advies van de arts. komt in geringe mate terecht in de moedermelk. Gedurende de periode van borstvoeding alleen gebruiken op advies van de arts. Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt. Rijvaardigheid en het gebruik van machines Bèta-blokkeerders kunnen duizeligheid of vermoeidheid veroorzaken, patiënten die voertuigen besturen of machines bedienen moeten daarom de nodige voorzichtigheid in acht nemen totdat duidelijk is wat hun persoonlijke reactie op de behandeling is. Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van CF Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt. 3. HOE WORDT PINDOLOL CF INGENOMEN Volg bij het innemen van CF nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. De gebruikelijke dosering is bij: Hartkramp (angina pectoris) 3 maal per dag 1 tablet van 5 mg (= 15 mg). Hoge bloeddruk Begindosering : 10 mg per dag, zonodig geleidelijk verhogen tot 20 mg. Onderhoudsdosering: 5-15 mg per dag. Bij ernstige verhoogde bloeddruk wordt meestal een combinatie met ander bloeddrukverlagend middel gebruikt. Ritmestoornissen van het hart 15-30 mg per dag, verdeeld over 3 doses. Hart/vaatstoornissen 3 maal per dag ½ - 1 tablet van 5 mg (= 7,5-15 mg). De bovengenoemde doseringen zijn niet bindend, doch moeten indien nodig aan de individuele behoefte van de patiënt worden aangepast. Kinderen De ervaring met pindolol bij kinderen is nog beperkter. Bejaarden Bij bejaarden wordt aanbevolen met een lagere dosis te beginnen.
1.3.1.3 Package leaflet 1.3.1.3-4 Op welke wijze innemen? De tabletten dienen bij voorkeur kort voor de maaltijden te worden ingenomen. Wat u moet doen als u meer van CF heeft ingenomen dan u zou mogen Symptomen bij overdosering zijn: vertraagde hartslag, verlaagde bloeddruk, benauwdheid door kramp van de spieren van de luchtwegen en onvoldoende pompkracht van het hart (hartfalen). Indien u een overdosering vermoedt of bemerkt dient u onmiddellijk een arts te waarschuwen. Laat hem de verpakking of de patiëntenbijsluiter zien. Hij kan u dan verder op de juiste manier behandelen. Wat u moet doen wanneer u bent vergeten CF in te nemen te gebruiken Indien u bemerkt of vermoed dat u een vergeten bent uw dosis CF in te nemen en het tijdstip van inname is niet al te lange tijd voorbij, neem dan alsnog uw dosis in. Mocht het bijna tijd zijn voor de volgende dosering, sla de vergeten dosis dan over en wacht tot het tijd is voor de volgende dosering. Neem geen dubbele dosis om een vergeten tablet in te halen. 4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN Zoals alle geneesmiddelen kan CF bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. De volgende bijwerkingen kunnen voorkomen: Hartaandoeningen Vertraagde hartslag, hartblok, verlaagde bloeddruk, hartzwakte en koude handen en voeten zijn gemeld. Zenuwstelselaandoeningen Duizeligheid, slaapstoornissen, zwaarmoedigheid, gezichtsstoornissen, Maagdarmstelselaandoeningen Misselijkheid, niet ernstige diarree Ademhalingsstelselaandoeningen Luchtwegkrampen bij patiënten met een voorgeschiedenis van bronchiaal astma. Overig Vermoeidheid Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 5. HOE BEWAART U PINDOLOL CF Houd het geneesmiddel buiten het bereik en zicht van kinderen. Bewaar de tabletten beneden 25 C, buiten directe invloed van licht en in de originele verpakking. De uiterste gebruiksdatum staat op de verpakking vermeld achter "Niet te gebruiken na" of "Exp.".
1.3.1.3 Package leaflet 1.3.1.3-5 Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6. AANVULLENDE INFORMATIE Wat bevat CF Het werkzame bestanddeel is pindolol. De andere bestanddelen zijn microkristallijne cellulose, lactose, natriumcarboxymethylzetmeel, magnesiumstearaat en siliciumdioxide (E551). Hoe ziet CF er uit en wat is de inhoud van de verpakking Tabletten verpakt in eenheden van 50, 100, 500 en 1000 tabletten, in eenheden van 28 tabletten en veelvouden van 28 tabletten, en in eenheden van 10 tabletten en veelvouden van 10 tabletten. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. Registratienummer CF 5 mg is ingeschreven onder RVG 55975. CF 10 mg is ingeschreven onder RVG 55976. CF 15 mg is ingeschreven onder RVG 55977. Registratiehouder en fabrikant Registratiehouder Centrafarm B.V. Nieuwe Donk 3 4879 AC Etten-Leur Nederland Fabrikant Centrafarm Services B.V. Nieuwe Donk 9 4879 AC Etten-Leur Nederland Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in oktober 2010