van [naam bedrijf] in het kader van het auditconvenant over energie-efficiëntie in de industrie Identificatienummer bedrijf Adres Datum Handtekening Exploitant Handtekening Energieconsulent 1/9
1. Contactpersonen 1.1. Exploitant Naam Functie Tel Fax Email 1.2. Energieverantwoordelijke Naam Functie Tel Fax Email 1.3. Energieconsulent Naam Bedrijf Functie Adres Tel Fax Email 2/9
2. Technische beschrijving vestiging 2.1. Algemene gegevens i.v.m. de onderneming Korte situatieschets van de onderneming. O.a. volgende punten kunnen hier aan bod komen: Vermelding van de voornaamste producten Organisatiestructuur en inplantingsschema (zie milieurapport) Korte beschrijving van de wijze van energiezorg binnen de Onderneming. Hierin kan het volgende vermeld worden: o Verdeling belangrijkste taken en verantwoordelijkheden o Wijze van controle, bijsturing o Verslaggeving, o Etc o Gerealiseerde projecten in het verleden, die een significante weerslag hebben op het energiegebruik 2.2. Bestaande procesinstallaties Kort overzicht van de meest relevante processtappen en energiestromen van de bestaande procesinstallaties. Ter illustratie kan een processchema en een Sankey-diagram met relevante energiestromen behulpzaam zijn. Voor de energiestromen kan worden aangegeven welke criteria gebruikt worden om de effectiviteit te bepalen. Relevante aspecten zijn: Systeemgrenzen Producten, soorten, hoeveelheden Relevante invloedsfactoren op energie-efficiëntie Logistieke aspecten Toerekening van energiestromen aan processen, gebouwen, utilities en producten. Inkoop, opwekking en verkoop van energie zoals gas, elektriciteit, stoom, andere energiedragers, etc 2.3. Bijzonderheden Melding van bijzonderheden, bij voorbeeld: Geplande stopzettingen van activiteiten van bepaalde onderdelen van de vestiging omwille van economische of andere redenen Geplande uitbreidingen 3/9
3. Analyse specifiek energiegebruik 3.1. Beschikbaarheid van gegevens Vermeld hier welke gegevens beschikbaar zijn voor het uitvoeren van de analyse, waaronder: beschikbare meetinstallaties voor welke energiestromen uitgevoerde meetcampagnes 3.2. Bestaande installaties: jaarlijks energiegebruik 3.2.1. Laatste kalenderjaar, per installatie Geef aan de hand van onderstaande tabel de energiebalans van de onderneming op. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 A B C D E F G H I J Bedrijf: ID-nummer Installatie 1 Installatie 2 Installatie 3 Installatie 4 TOTAAL Naam, vestiging Jaar: 2005 productie in dit jaar Gegevensinput dd/mm/jj hh:mm relevante eenheid Conversie Verbrandingsw naar primaire Gemeten jaarenergiegebruik Meeteenheid aarde energie aardgas MWhbvw 3,25 1 0 gasolie 1000 liter 36,3 1 0 stookolie ton 40,6 1 0 0 0 0... uit grondstof 0 hernieuwbare brandstof 0 aangekochte warmte Gjsec 0,9 0 aangekochte elektriciteit MWhsec 0,4 0 Omrekening naar primaire energie (in GJ, onderste verbrandingswaarde) aardgas 0 0 0 0 0 gasolie 0 0 0 0 0 stookolie 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0... uit grondstof 0 0 0 0 0 hernieuwbare brandstof 0 0 0 0 0 aangekochte warmte 0 0 0 0 0 aangekochte elektriciteit 0 0 0 0 0 Totaal energiegebruik (GJprim/jaar) 0 0 0 0 0 Specifiek energiegebruik (GJ/eenh.pr.) #DIV/0! #DIV/0! #DIV/0! #DIV/0! Deze tabel stuurt u ook elektronisch door naar het Verificatiebureau Auditconvenant Vlaanderen zie Template Energiebalans voor de specificaties. 3.2.2. Historiek Geef per energievector de jaarlijks gebruikte hoeveelheden op voor de laatste 5 jaar of bij ontstentenis wat daarvan beschikbaar is. 4/9
4. Bestaande installaties: besparingsmogelijkheden 4.1. Gebruikte methode Geef hier meer informatie i.v.m.: gebruikte methode voor inventarisatie van maatregelen (vragenlijsten, berekeningsmethodes, literatuur, etc.) gebruikte basisparameters: o energieprijzen (huidige situatie, eventueel een scenario van energieprijzen) o omrekening naar primaire energie o omrekening naar CO 2 -emissies gebruikte rekenwijze voor bepaling interne rentevoet (IRR) indien anders dan in http://www.benchmarking.be/docs/023-0062%20bijlage.xls Informatie over de rekenmethodes, gebruikt voor het inschatten het besparingspotentieel van de maatregelen, wordt het best bij de maatregel zelf gevoegd. 4.2. Onderzochte maatregelen Dit deel behandelt enkel de maatregelen, die weerhouden werden voor economische evaluatie. Per maatregel dient onderstaande maatregelfiche ingevuld te worden. Per maatregel wordt deze tabel gevolgd door een motivatie van de ingeschatte energiebesparing. Maatregel ID (Volgnummer) Maatregel naam (Naam) Korte beschrijving (Korte beschrijving van wat de maatregel inhoudt) Zekerheid maatregel Zie beschrijving 7.1 Type maatregel Zie beschrijving 7.2 Investeringskost [ ] Installatiekost [ ] Jaarlijkse exploitatiekost [ /jaar] Jaarlijkse energiebesparing [GJ of MWh/jaar] - Per vector - Globaal primair Jaarlijks vermeden CO 2 - emissie [ton/jaar] Interne rentevoet [%] Terugverdientijd [jaar] Opmerkingen Als daar zijn: o Impact op andere aspecten van de bedrijfsvoering (productkwaliteit, milieu, veiligheid, ) o Interferentie met andere voorgestelde maatregelen 4.3. Overwogen doch niet weerhouden maatregelen Vermeld hier de maatregelen die overwogen werden, maar niet werden weerhouden voor een economische analyse en motiveer de beslissing. 5/9
5. Samenvattende lijst maatregelen Tabel met maatregelen, voorgesteld in punt 4.2 Onderzochte maatregelen met een IRR van minstens 6%, gerangschikt volgens dalende IRR Maatregel Kost Besparing Rendabiliteit ID Naam Investering + Exploitatie Energie Financiëel IRR TVT installatie [ ] [ /jaar] [GJ p ]/jaar [ /jaar] [%] [jaar] 6. Stappenplan uitvoering maatregelen Indicatie van uitvoering maatregel, met minimale tijdsresolutie 1 jaarkwartaal. Maatregel 2006 2007 2008 2009 2010 ID Naam K1 K2 K3 K4 K1 K2 K3 K4 K1 K2 K3 K4 K1 K2 K3 K4 K1 K2 K3 K4 Dit stappenplan, aangevuld met de corresponderende gegevens uit 5 Samenvattende lijst maatregelen, stuurt u elektronisch door naar het Verificatiebureau Auditconvenant Vlaanderen zie Template Stappenplan voor de specificaties. 6/9
7. Bijlage 1: Onderverdeling maatregelen 7.1. Zekerheid Maatregelen 7.1.1. zekere maatregelen Maatregelen waartoe het management zich verbonden heeft en waarvoor het budget geïdentificeerd is of waarvoor in redelijkheid mag worden verwacht dat het budget opgebracht zal kunnen worden. 7.1.2. onzekere maatregelen Maatregelen waarvan de uitvoering afhankelijk is gemaakt van de vervulling van één (1) technische voorwaarde. Deze voorwaarde moet wel gekend zijn en beschreven kunnen worden. 7.1.3. voorwaardelijke maatregelen Maatregelen waarvan de uitvoering afhankelijk is gemaakt van de vervulling van één (1) organisatorische, juridische of financiële voorwaarde. Deze voorwaarde moet wel gekend zijn en beschreven kunnen worden. 7.1.4. studie / onderzoek Bedoeld wordt hier in de eerste plaats haalbaarheidsstudies. De resultaten van een studie zijn pas bekend als de studie is afgerond. Toch worden studies niet zomaar gestart. Het bedrijf dient aan te geven wat men van de toepassing van de resultaten verwacht (investering, besparing). Niet de kosten van de studie zelf zijn van belang maar de investeringsverwachting bij uitvoeren van de resultaten. Hierin genoemde maatregelen zijn per definitie onzeker. Daarnaast vallen R&D projecten met een omschreven doel om energie te besparen ook onder deze categorie. Maatregelen waarvan de uitvoering afhankelijk is van een cumulatie van technische en andere voorwaarden worden tot de studies gerekend en niet tot de categorieën onzeker of voorwaardelijk. 7.2. Aard Maatregelen 7.2.1. energiezorg / good housekeeping De essentie van deze categorie is dat het neerkomt op het beter doen wat men altijd al doet zonder dat dit tot grote investeringen of tot belangrijke procesingrepen leidt. Deze categorie is meestal meer organisatorisch dan financieel gedreven. Rendement is vrijwel altijd zeer hoog omdat de maatregelen uit het operationele budget betaald worden. Kleine vervangingsinvesteringen die onder onderhoud vallen horen hierbij. 7.2.2. energiebesparing in het proces Alle planmatige wijzigingen rechtstreeks in de procesvoering die leiden tot minder verbruik van utilities. 7.2.3. energiebesparing in utilities (inclusief gebouwen) Besparingen door het efficiënter opwekken van utilities (zoals bijvoorbeeld WKK), of door het voorkomen van verliezen in utilitysystemen of door het benutten van restenergiestromen. Onder deze categorie valt ook het verbruik van utilities in de infrastructuur buiten het eigenlijke proces (transport, gebouwen, terreinverlichting, etc.) 7/9
7.2.4. strategische projecten Projecten die niet specifiek vanwege energiebesparing worden uitgevoerd vormen een aparte categorie. Zij kunnen toch een belangrijke bijdrage aan energiebesparing leveren die in principe gebaseerd kan zijn op combinaties van bovenstaande besparingscategorieën. Deze projecten vallen tevens onder de categorie investering anders. 7.2.5. managementmaatregelen Voorbeelden van managementmaatregelen zijn het op een andere wijze plannen van de productie waardoor minder omsteltijden (en dus verliezen) voorkomen, de productiemiddelen zo goed mogelijk belasten zodat onderbezetting voorkomen wordt enz. De maatregelen vragen meestal geen extra investeringen en zijn organisatorisch van aard. 8. Bijlage 2: CO2-emissiefactoren (Bron: Toelichting bij de inventaris voor CO 2 -emissies 2003 Aminabel http://lucht.milieuinfo.be/extern.cgi?documenten=68 ) Als default emissiefactoren worden de waarden gebruikt die terug te vinden zijn in onderstaande tabel. Het verbruik (uitgedrukt in Gigajoule) wordt met deze factor vermenigvuldigd en geeft als resultaat een hoeveelheid CO2 uitgedrukt in kilogram. Indien de emissiefactor voor een bepaalde installatie en/of brandstof zou afwijken van deze die voorgesteld wordt in de tabel dan mag deze slechts gebruikt worden als de exploitant op basis een technisch-/laboratoriumonderzoek deze afwijking kan aantonen. Bij brandstoffen die niet in de tabel vermeld worden, wordt de exploitant gevraagd, op wetenschappelijk onderbouwde wijze, een emissiefactor voor te stellen. Brandstof CO2-emissie-factor Bron van de emissiefactor (Kg CO2/GJ) A. Vloeibare fossiele brandstoffen Primaire brandstoffen Ruwe olie 73,3 IPCC, 1996 Orimulsion 80,7 IPCC, 1996 Aardgascondensaat 63,1 IPCC, 1996 Secundaire brandstoffen/producten Autobenzine 69,3 IPCC, 1996 Kerosine 9 71,9 IPCC, 1996 Leisteenolie 77,4 Nationale med., Estland, 2002 Gasolie / dieselolie 74,1 IPCC, 1996 Residuale stookolie 77,4 IPCC, 1996 LPG 63,1 IPCC, 1996 Ethaan 61,6 IPCC, 1996 Nafta 73,3 IPCC, 1996 Bitumen 80,7 IPCC, 1996 Smeeroliën 73,3 IPCC, 1996 Petroleumcokes 100,8 IPCC, 1996 Raffinaderijgrondstoffen 73,3 IPCC, 1996 Overige oliën 73,3 IPCC, 1996 B. Vaste fossiele brandstoffen Primaire brandstoffen Antraciet 98,3 IPCC, 1996 Cokeskool 94,6 IPCC, 1996 Overige bitumineuze steenkool 94,6 IPCC, 1996 Sub-bitumineuze kool 96,1 IPCC, 1996 8/9
Ligniet 101,2 IPCC, 1996 Bitumineuze leisteen 106,7 IPCC, 1996 Turf 106,0 IPCC, 1996 Secundaire brandstoffen Bruinkool & industriebriket 94,6 IPCC, 1996 Cokesoven / gascokes 108,2 IPCC, 1996 C. Gasvormige fossiele brandstoffen Koolmonoxide 155,2 Op basis van een calorische onderwaarde van 10,12 TJ/ t aardgas (Slochteren) 56,7 Fyscal version 2.3 eigenschappen van aardgassen en verbrandingsgassen, N.V. Nederlandse Gasunie 1995 (*) aardgas (Ekofisk) 57,1 (*) aardgas (Algerije) 56,2 (*) aardgas (Troll) 56,5 (*) aardgas (IZTF) 56,8 (*) Methaan 54,9 Op basis van een calorische onderwaarde van 50,01 TJ/ t D. Overige brandstoffen cokesovengas 47,7 IPCC, 1996 hoogovengas 241,8 IPCC, 1996 biomassa 0 Waterstof 0) Koolstofvrije stof 9/9