Toespraak Hans Clevers bij installatie leden Akademie van Kunsten, 23 april 2014 Dank u, Mevrouw Van der Wijk, en dank u dat u het ons vandaag toestaat om de eerste leden van de nieuwe Akademie van Kunsten te installeren in het Conservatorium van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Een passende plaats, daarvoor. Als Akademie van Wetenschappen verwelkomen wij vandaag een groep inspirerende Nederlandse kunstenaars. Maar omgekeerd zijn wetenschappers zoals ik graag te gast bij de Kunsten. Dank ook aan de Gemeente Amsterdam, die deze feestelijke bijeenkomst, een welkomstgeschenk aan de nieuwe Akademie, mogelijk heeft gemaakt. Dank bovenal aan de zes publieke cultuurfondsen die, in goede samenwerking met de KNAW, deze historische hereniging van wetenschappen en kunsten in Nederland helpen dragen. Dames en heren, De nieuwe Akademie van Kunsten is een programma van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, de KNAW. Ze geeft vorm aan een lang gekoesterde droom van die KNAW. In die droom heeft Nederland een plek waar kunstenaars en wetenschappers, in alle vrijheid en ongedwongenheid, vernieuwende en inspirerende ideeën kunnen uitwisselen. De nieuwe Akademie van Kunsten is officieel een programma van drieëneenhalf jaar, maar neemt u van mij aan, we zijn niet van plan deze banden met de Kunsten snel weer door te snijden. Laat me u kort meenemen in de geschiedenis om uit te leggen waarom ik dat zeg. Toen de KNAW in 1808 werd opgericht, heetten we het Koninklijk Instituut voor Wetenschappen, Letteren én Schone Kunsten. Wetenschappen en Kunsten zaten in dat Instituut bij elkaar. Maar 40 jaar later kwam aan dat mooie huwelijk een gedwongen eind. De hoofdverantwoordelijke daarvoor was Johan Rudolph Thorbecke. Hij was grondlegger van de Nederlandse Grondwet, maar ook een liberaal voorman. In 1851 was hij minister van Binnenlandse Zaken. Als liberaal vond Thorbecke dat de overheid zich zo weinig mogelijk moest bemoeien met het sturen en ondersteunen van de Kunsten. Vandaag zouden we zeggen: Kunst moet zich zoveel mogelijk bedruipen in de markt. 1
Op voorstel van Thorbecke werd het gezamenlijke Instituut opgeheven. In de nieuwe KNAW was daarna voor de Kunsten geen plaats meer. Het is mooi dat vandaag een minister uit een sociaal-liberaal kabinet aanwezig is als we deze historische vergissing corrigeren. Sterker nog, deze minister heeft zelf op de hereniging aangedrongen. Zij is natuurlijk een sociaaldemocraat, maar we mogen aannemen dat het hele Kabinet hier zo dadelijk uit één mond warme woorden over de nieuwe Akademie zal spreken. Dames en heren, Ondanks de scheiding van 1851 hielden velen in de Akademie van Wetenschappen warme gevoelens voor de Kunsten. Gevaarlijk warm soms, moet ik bekennen. Ik vertel u een kleine anekdote. U moet weten dat Thorbecke wél de Kunstenaars uit de Akademie had verwijderd, maar nog níet de Schone Kunsten zelf. Het Trippenhuis, hier vlakbij aan de Kloveniersburgwal, was van meet af aan het hoofdkwartier van de KNAW. Maar sinds 1813 was het Rijksmuseum bij ons ingekwartierd. In de Rembrandtzaal, op de tweede verdieping, hing rechts aan de muur de Nachtwacht van Rembrandt. Ertegenover hing de Schuttersmaaltijd van Bartholomeus van der Helst, een schilderij dat nóg groter en toen nóg beroemder was dan de Nachtwacht. Ook voor de rest hingen de muren van onze bovenzalen van onder tot boven propvol met de absolute top van de Nederlandse schilderkunst. De kunstwereld sprak schande van de manier waarop de overheid met onze kunstschatten omging. Maar ook de Akademie had veel last van het ruimtegebrek. Onze leden gebruikten de Rembrandtzaal noodgedwongen ook voor hun vergaderingen. Wetenschappers zoals Buys Ballot, Hugo de Vries en Lorentz keken op saaie vergadermomenten uit op de Nachtwacht daar kan President Obama nog een puntje aan zuigen. In de Rembrandtzaal kon het wel koud worden, en dus werd speciaal voor de KNAWvergaderingen een ingenieuze kachel gebouwd. 2
Maar rond de kerstdagen van 1853 werd het vuur in die kachel zó hoog gestookt, dat de vernislaag van de Schuttersmaaltijd spontaan begon te barsten, en dat terwijl het enorme schilderij nét was gerestaureerd. Iedereen klaagde steen en been over deze riskante en onhoudbare situatie, maar achtereenvolgende kabinetten vonden geen geld op de begroting om een nieuw Rijksmuseum te bouwen. De irritatie liep zo hoog op, dat volgens oude geruchten enkele Akademieleden de kachel onklaar maakten zodat de Rembrandtzaal vol zwarte rook kwam te staan. Of dat verhaal klopt, is niet helemaal zeker. Wél zeker is dat in 1880 de brandweer moest uitrukken omdat door een lek in de schoorsteen de Rembrandtzaal inderdaad vol stond met rook. Uiteindelijk kreeg de penibele toestand in het Trippenhuis wél de urgentie die het verdiende. Het kabinet legde geld opzij voor een nieuw Rijksmuseum, en dus kon de Akademie vanaf 1885 over het hele pand beschikken. Over de Nachtwacht hoeft niemand zich sindsdien meer zorgen meer te maken.. Eind goed al goed dus, maar u begrijpt nu beter waarom ik mevrouw Van der Wijk een paar minuten geleden zo nadrukkelijk bedankte dat ze deze mooie zaal aan de Akademie ter beschikking stelde. Dames en heren, Waar rook is, is vuur, en vuur is een mooie metafoor voor het vele dat de Wetenschappen en de Kunsten met elkaar verbindt. Vuur kan bijvoorbeeld staan voor de geestdrift en de passie waarmee wetenschappers en kunstenaars steeds weer nieuwe paden willen vinden. Zowel de Kunsten als de Wetenschappen willen antwoorden geven op tijdloze menselijke vragen, vragen naar het onbekende en naar de kern van ons bestaan. Vuur kan ook model staan voor hoe kleine vernieuwing grote gevolgen kan hebben. Toen één vroege mensachtige, heel lang geleden, ontdekte hoe je zelf een vuurtje kon stoken, voorzag niemand wat dat voor de mensheid zou gaan betekenen. De eerste drukpers bracht ons uiteindelijk duizenden bibliotheken vol prachtige literatuur. De eerste trillende snaar leidde naar Beethovens viool- en pianoconcerten. En de ontdekking van elektrische stroom voerde naar de explosie van digitale creativiteit van vandaag. Vuur staat ook voor fascinatie, voor aantrekkingskracht, voor spektakel. 3
Voor vuurspuwers, en voor betoverend licht in modern theater. Voor vulkanen, exploderende sterren en botsende elementaire deeltjes. Maar, dames en heren, vuur kan ook staan voor risico s nemen, voor uitdaging en confrontatie, voor weerstand die niet uit de weg wordt gegaan. Er wordt wel gezegd dat het in de Wetenschappen en in de Kunsten draait om originaliteit, om nieuwsgierigheid, om precisie. Dat is allemaal waar, maar soms moeten wetenschappers en kunstenaars ook een beetje met vuur durven spelen. Een deel van hun taak draait om ongebondenheid en onafhankelijkheid. Aan de Wetenschappen, maar ook aan de Kunsten, wordt tegenwoordig weer vaak gevraagd hoe nuttig ze zijn. Wetenschappers zorgen inderdaad voor nieuwe technologie, nieuwe medicijnen, nieuwe antwoorden op maatschappelijke vraagstukken. Kunstenaars van hun kant komen met nieuwe inzichten, nieuwe gebouwen, soms zelfs met nieuwe producten. Zulke nuttige opbrengsten hebben inderdaad grote waarde. Maar een Akademie van Wetenschap, en ook een Akademie van Kunsten, moet juist óók pal staan voor kennis en kunst los van de vraag of we ze kunnen benutten. Bij cultuur gaat het soms om de reis, niet om de bestemming. Soms is nieuwe kennis het doel, niet het middel. Dat geldt ook voor nieuwe woorden, nieuwe beelden, of nieuwe klanken. De Akademie van Kunsten gaat de komende tijd het debat aan over de plaats van kunst in de samenleving. Ik hoop dat ze samen met de Akademie van Wetenschappen veel brandstof zal aandragen voor dat heilige vuur. Met die gedachte vraag ik nu uw aandacht voor een korte voorstelling, die speciaal werd gemaakt om onze nieuwe leden welkom te heten. Dank u wel! 4
DEEL II: Officiële installatie Dames en Heren, Dan komen we nu toe aan het formele deel van deze historische vergadering: De installatie van de eerste negentien leden van de Akademie van Kunsten. De komende jaren zullen nog veel meer leden volgen. Uiteindelijk zullen in de Akademie van Kunsten 50 kunstenaars verzameld zijn. Veel van die nieuwe leden zijn wereldberoemd, en daardoor hadden sommigen vandaag verplichtingen ver hier vandaan. Zij moeten zich vandaag via mij helaas verexcuseren. Ik heb het dan over fotograaf en filmmaker Anton Corbijn, violiste Janine Jansen, beeldend kunstenaar Aernout Mik, dirigent en violist Jaap van Zweden en filmregisseur Paul Verhoeven. De anderen wil ik nu graag op het podium uitnodigen. Ik hoop dat u ze stuk voor stuk wilt verwelkomen met een warm applaus. Als eerste nodig ik graag uit een componist en filmregisseur die heeft laten zien dat hij de klassieke opera heel eigentijdse vormen kan geven door de combinatie met nieuwe media. Dames en heren, Michel van der Aa! Als tweede wil ik uitnodigen een componist en muzikant die volgens de kenners authentieke en eigenzinnige muziek maakt. In zijn eigen studio laat hij oude genres op nieuwe manieren met elkaar samengaan. Dames en heren: Colin Benders, oftewel Kyteman! Het volgende lid is een veelzijdig schrijver. Zijn boeken verschenen in 26 talen, maar ook voor toneelstukken, reportages en korte krantencolumns draait hij zijn hand niet om. Dames en heren, Arnon Grunberg! Voor sommige schrijvers is de werkelijkheid als een roman. Van alles om zich heen kunnen zij literatuur maken, vol met aandacht voor de menselijke tragiek. Graag uw applaus voor A.F.Th. van der Heijden! Twee kunstenaars wil ik graag tegelijk uitnodigen. Ze geven de Nederlandse mode wereldwijd gezicht, en met kostuums voor ballet en opera leggen ze nieuwe dwarsverbanden. Uw applaus voor Viktor Horsting en Rolf Snoeren, oftewel Viktor & Rolf! Het volgende lid heeft als architect internationaal een groot aanzien. Of het nu gaat om theatergebouwen, musea, woonwijken of parken, haar werk is altijd speels, met goed gevoel voor de mens. Dames en heren, Francine Houben! 5
Dit nieuwe lid is schrijver maar ook beeldend kunstenaar. Al haar werk draagt een uniek en heel eigenzinnig stempel. Dat geldt voor haar romans, essays en gedichten, maar ook om haar schilderijen en tekeningen. Uw applaus voor Charlotte Mutsaers! Ook het volgende lid is een duizendpoot die veel kunstvormen combineert. Hij is schrijver en dichter, maar ook acteur en regisseur, en hij heeft bovendien grote belangstelling voor muziek en politiek. Dames en heren, Ramsey Nasr! Als fotograaf springt het volgende lid met zijn werk altijd in het diepe. Soms is het uitdagend, soms is het ontregelend, en soms is het juist diep ontroerend. Soms is het zelfs koninklijk. Graag uw applaus voor Erwin Olaf! Het volgende lid voelt zich als acteur thuis op het toneel en voor de camera. Maar sinds enkele jaren ontpopt hij zich ook als schrijver. Dames en heren, Gijs Scholten van Aschat! Als theaterregisseur begeleidt hij klassieke Griekse tragedies, maar net zo goed ook moderne, maatschappelijk betrokken stukken. Alles wat hij doet heeft een grote zeggingskracht. Graag uw applaus voor Johan Simons! Ze is beeldend kunstenaar en filmmaker. Haar foto's, video's en installaties verrassen ons en leiden tot vervreemding. Dames en heren, Barbara Visser! Als muzikant vierde hij in Nederland ongekende successen. Meer recent stortte hij zich in werk als componist voor film, tv en theater, en zelfs voor de kerk. Ook een gedichtenbundel is van zijn hand. Hier is Henny Vrienten! 6
Beste nieuwe leden, Via een zorgvuldige procedure bent U de afgelopen maanden uitgekozen vanwege uw grote artistieke verdiensten. Ik wil u bedanken dat u onze uitnodiging voor het lidmaatschap hebt aanvaard. Als blijk van die dank wil ik u straks een klein cadeau geven. Het is een oude ets van het Trippenhuis, ook de thuisbasis van de nieuwe Akademie van Kunsten. Deze ets was in de 19e eeuw onderdeel van een grote serie prenten. Ze waren bedoeld om de jeugd iets te leren over de vaderlandse geschiedenis. Ik heb begrepen dat zulke prenten voor de jongeren van die tijd waren wat stripboeken zijn voor de jongeren van vandaag. Maar u moet het cadeau natuurlijk niet verkeerd interpreteren. Het gaat om de Kunst. Ik ben ook tróts dat we u vandaag in ons midden mogen begroeten. U hebt bewezen dat u andere kunstenaars kunt inspireren, met kunst en met debat, en dat u de positie van de Kunsten in onze samenleving kunt helpen versterken; Ik weet zeker dat we met u ook nieuwe dwarsverbanden kunnen leggen, niet alleen tussen kunst en maatschappij, maar ook tussen kunst en wetenschap. Ik kan U uit eigen ervaring vertellen hoe inspirerend dat kan zijn. In Nederland waren we deze traditie kwijtgeraakt, ik zei het al eerder, maar in sommige andere landen is hij nog springlevend. In België hebben we bijvoorbeeld de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschap en Kunst en de Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique. Zelf werd ik twee jaar geleden gekozen tot lid van de American Academy of Arts and Sciences, in Cambridge, Massachusetts. Daar in Cambridge heb ik met eigen ogen gezien wat er kan gebeuren als wetenschappers en kunstenaars bij elkaar komen; Hoe mensen met totaal verschillende achtergronden elkaar dan op verrassende manieren blijken te vinden en te versterken. Hier in Nederland hebben we het meteen al goed kunnen merken toen een aantal van u, vorige maand, kwam kennismaken bij ons in het Trippenhuis. Bijna als vanzelf borrelden er links en rechts allemaal nieuwe ideeën op. 7
Ik ben enorm blij dat het idee om een Akademie van Kunsten op te zetten links en rechts enthousiast is ontvangen, en dat het idee snel handen en voeten heeft kunnen krijgen. Ik zie uit naar heel veel inspirerende gesprekken met u op de uitdagende grens van kunst en wetenschap. En dan installeer ik u allen nu, als president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, tot lid van de Akademie van Kunsten. 8