Oefenexamen Lijfrenteverzekering



Vergelijkbare documenten
Algemene informatie oudedagvoorzieningen

Kerncijfers Levensverzekering - kapitaalverzekering. 2. Levensverzekering - lijfrente. Kapitaalverzekering Brede Herwaardering

NIBE-SVV, januari Oefenexamen Fiscale aspecten en kapitaalverzekering

Oudedagsvoorzieningen

De ingangsdatum ligt uiterlijk in het jaar waarin u de verhoogde AOW leeftijd bereikt vermeerderd met vijf jaar.

DE LIJFRENTEWIJZER. INHOUD Klik op het onderwerp voor meer informatie. UW LIJFRENTE KOMT VRIJ, WAT ZIJN UW MOGELIJKHEDEN? volgens het nieuw regime

Ken je lijfrente. Lijfrente oud regime

Direct ingaande garantielijfrente

Bijlage. ING Direct Ingaande Lijfrente

UW PENSIOEN- OF LIJFRENTEKAPITAAL KOMT BINNENKORT VRIJ? LEES DIT!

ASR Kerncijfers 2013

Inleiding. Inhoud. uw verzekering en de inkomstenbelasting

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Op het moment dat een oud regime polis tot uitkering komt, heeft u de keuze uit de volgende mogelijkheden:

Uw lijfrente komt vrij

Als u bedragen betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2008 voor aftrek in aanmerking komen

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Direct ingaande lijfrente

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Inkomstenbelasting. Vragen en antwoorden over overbruggingslijfrenten, afkoop kleine lijfrenten en lijfrentesparen

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Gids Productfiscaliteiten Lijfrente

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Als u premies betaalt voor een lijfrenteverzekering of een andere inkomensvoorziening

Uw lijfrente komt vrij. Lijfrente

Uw lijfrente komt vrij. Pensioen

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Fiscale informatie voor het jaar Onderwerpen. Boxenstelsel. uw verzekering en de inkomstenbelasting. Schijventarief 2014

Vrijkomend lijfrentekapitaal bij leven.

Interpolis Vrijkomend lijfrentekapitaal bij leven

Oefenvragen Leven dag 3

Vormen van levensverzekering

Help, mijn pensioen Slim sparen voor de toekomst

Vrijkomend lijfrentekapitaal. Keuzemogelijkheden en belastingregels

Uw lijfrente komt vrij

DE LIJFRENTEWIJZER UW LIJFRENTE KOMT VRIJ, WAT KUNT U DOEN?

Vormen van levensverzekering. Een overzicht

Lijfrente. Gids Productfiscaliteiten 2015 HOOFDSTUK 4

Ken je lijfrente. Lijfrente nieuw regime

Fiscale informatie voor het jaar Onderwerpen. Schijventarief 2015

Ken je lijfrente. Lijfrente nieuw regime

Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over overbruggingslijfrenten, tijdelijke oudedagslijfrenten, afkoop kleine lijfrenten en lijfrentesparen

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Cijfer- en percentageoverzicht LIJFRENTEVERZEKERING

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie

Beleggingsverzekering in de vorm van een Lijfrente

Gids Productfiscaliteiten Lijfrente

Fiscale informatie voor het jaar Onderwerpen. uw verzekering en de inkomstenbelasting. Schijventarief 2013

Nieuwsbrief. Fiscaal Juridisch Adviesbureau

Inhoud. vragen en antwoorden over de AOW-leeftijdsverhoging en de oudedagslijfrente verzekering

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Vrijkomende Lijfrente

Opleiding: Estate Planning Specialist

Als u premies betaalt voor kapitaalverzekeringen

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie

Als u premies betaalt voor kapitaalverzekeringen

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2007 voor aftrek in aanmerking komen

Algemene informatie. Vermogensopbouw VERZEKERING BEDRIJFSRISICO HYPOTHEEK PENSIOEN

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2006 voor aftrek in aanmerking komen

Uw lijfrente komt vrij

Inhoud. Werknemerssparen 17 Spaarloonregeling 17 Levensloopregeling

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie

FISCALE CIJFERS 2014 SCFB adviseert het Fintool.nl abonnement

Deze uitgave is van toepassing op Leven, Pensioen en Werk & Inkomen, zowel voor particulieren als ondernemers.

Fiscale informatie voor het jaar Onderwerpen. Boxenstelsel. uw verzekering en de inkomstenbelasting. Schijventarief 2017

Inhoud. Werknemerssparen 17 Spaarloonregeling 18 Levensloopregeling

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2003 voor aftrek in aanmerking komen

Vrijkomende lijfrente. Wat doet u met uw vrijkomende lijfrentekapitaal?

Oefenvragen Leven dag 1

Bijlage: Pensioenvoorzieningen

Belastinginformatie voor het jaar Onderwerpen

Het lijfrente-advies van mijn VvAA-adviseur geeft mij een zeker gevoel.

Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 5

NIBE-SVV, maart Oefenexamen Pensioenpraktijk II

Erfrente verdient nieuwe kans. Petra van der Ham - den Haan Productspecialist Leven bij Reaal

VRIJKOMEND OUD REGIME LIJFRENTEKAPITAAL EN WAT U ER ALLEMAAL MEE KUNT DOEN

Dossier. Lijfrente oud regime. Pre-Brede herwaardering

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2005 voor aftrek in aanmerking komen

Kerncijfers Dit is een uitgave van Fortis ASR Adviesbureau Fiscale en Juridische Zaken.

FlexGarant Assuradeuren Gevolmachtigd Agent Postbus CP ROTTERDAM

Inkomstenbelasting. Lijfrenten, lijfrentepremieaftrek en rechten op periodieke uitkeringen

Aanvullende Voorwaarden FitVoorLater Fiscaal beleggen. Januari 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De MoneyWise Lijfrentewijzer. Uw lijfrente komt vrij, wat zijn uw mogelijkheden?

Kerncijfers Deze uitgave is van toepassing op Leven, Pensioen en Werk & Inkomen, zowel voor particulieren als ondernemers.

Deze uitgave is van toepassing op Leven, Pensioen en Werk & Inkomen, zowel voor particulieren als ondernemers.

Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956

2. De directeur-grootaandeelhouder (DGA) en pijler 1

Fiscale en financiele aspecten bij echtscheiding. PFP Forum 30 januari 2008 mr. Frits van der Kamp

Alles rondom pensioen. Gertjan Portman Senior financieel planner

Inkomstenbelasting winst -- Deel 5

Inkomstenbelasting. Lijfrenten, lijfrentepremieaftrek en rechten op periodieke uitkeringen 1

Uitvoeren van (gerichte) lijfrente- of pensioenclausule op de lijfrente- of pensioeningangsdatum voor naar het buitenland geëmigreerde begunstigden

FlexGarant Assuradeuren Gevolmachtigd Agent Postbus CP ROTTERDAM

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Vrijkomende lijfrente

Verkoop onderneming aan kinderen

Transcriptie:

Oefenexamen Lijfrenteverzekering NIBE-SVV, juni 2013

1. Noem de twee voorwaarden, waarbij de standaardheffingskorting tot teruggave van inkomstenbelasting leidt. 2. Tussen de zuivere lijfrente, de gerichte lijfrente en de kapitaalverzekering met lijfrenteclausule bestaan een aantal verschillen. Deze verschillen gaan over het verzekerde lijf en de termijn. Vul in onderstaande tabel de verschillen in. Soort lijfrente Onderdeel Zuivere lijfrente Gerichte lijfrente Kapitaalverzekering met lijfrenteclausule Verzekerde lijf Termijn 3. Een lijfrenteverzekering voorziet in vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen. Toch zijn er lijfrentes, zoals een geïndexeerde lijfrente, waarbij de uitkeringen NIET altijd gelijk zijn. Onder welke twee voorwaarden is dit toegestaan? 4. Een vader van 60 jaar heeft twee gerichte lijfrentekapitalen. Hij wil hiervoor twee verschillende lijfrenten aankopen. Lijfrente I moet voorzien in een uitkering voor de vader. Bij vooroverlijden van de vader moet de lijfrente worden uitgekeerd aan zijn op dit moment 23-jarige dochter. Lijfrente II moet voorzien in een uitkering voor de vader. Bij vooroverlijden van de vader moet de lijfrente worden uitgekeerd aan zijn op dit moment 32-jarige zoon. De vader overlijdt op 62-jarige leeftijd. De gewenste aan te kopen lijfrente voor zowel de zoon als de dochter is een tijdelijke nabestaandenlijfrente gedurende vier jaar. Zijn de lijfrentevormen toegestaan? Geef voor zowel de dochter als de zoon aan of deze lijfrentevorm is toegestaan en motiveer uw antwoorden. 5. Liesbeth (25 jaar) en Bryan (40 jaar) zijn gehuwd. Bryan wil een lijfrente afsluiten. Het doel van deze lijfrente is dat Liesbeth bij overlijden van Bryan financieel gezien goed verzorgd achterblijft. Liesbeth verricht namelijk GEEN betaalde arbeid en is financieel afhankelijk van Bryan. Bryan weet dat hij een lijfrente kan afsluiten bij een bank of bij een verzekeraar. Waar kan Bryan een lijfrente afsluiten, die het beste past bij zijn wensen? Licht uw antwoord toe, waarbij u de termen lijfrenteverzekering en bancaire lijfrente uitlegt. 6. De partner van de rekeninghouder van een bancaire lijfrente overlijdt. De Wet Banksparen biedt dan de mogelijkheid de lijfrente periodiek te laten uitkeren aan de rekeninghouder. Aan welke twee voorwaarden moet er in deze situatie worden voldaan? NIBE-SVV, juni 2013 2

7. Bijlage Cijfer- en Percentageoverzicht. Johanna van der Veen, geboren 20 juli 1938, vraagt haar adviseur hoeveel lijfrentepremie ze in het jaar 2008 op haar inkomen in aftrek kan brengen. Haar inkomen bedraagt EUR 120.000,-. De NIET-benutte jaarruimte bedroeg over de jaren: Jaar NIET-benutte jaarruimte 1999 EUR 1.100,- 2000 EUR 300,- 2001 EUR 2.700,- 2002 EUR 800,- 2003 EUR 1.500,- 2004 2005 Hoeveel bedraagt de maximale aftrekruimte van Johanna van der Veen in 2008? 8. De heer Pietersen wil in 2010 een koopsom voor een lijfrenteverzekering in mindering brengen op zijn inkomen. Hij is deelnemer in een werknemerspensioen Het betreft een beschikbare-premieregeling. Hoe wordt de factor A binnen de jaarruimteformule vastgesteld bij een beschikbarepremieregeling? 9. Bijlage Cijfer- en Percentageoverzicht. Mevrouw De Vries start in 2011 op 45-jarige leeftijd een eigen onderneming, naast haar loondienstverband. Over het hele jaar bezien werkt ze 1.500 uur in loondienst en 1.250 uur als zelfstandige. Het eerste jaar weet ze een winst uit onderneming te behalen van EUR 20.000,-. Als het mogelijk is wil zij maximaal doteren aan de oudedagsreserve. Voldoet mevrouw De Vries aan het urencriterium? Motiveer uw antwoord. Bepaal vervolgens de belastbare winst in het eerste jaar door de eventueel op haar van toepassing zijnde ondernemersfaciliteiten toe te passen. 10. Edwin de Boer heeft in 2010 een onderneming. Het eigen vermogen van zijn onderneming bedraagt aan het eind van het jaar EUR 30.000,-. Door omstandigheden heeft Edwin dit jaar EUR 90.000,- uit zijn zaak gehaald. De winst over dit jaar bedroeg EUR 50.000,-. Hoeveel bedraagt het eigen vermogen van zijn onderneming aan het begin van dit jaar? Geef uw berekening. 11. Jelle (44 jaar) werkt in 2010 34 uur per week op een accountantskantoor. Dit jaar is Jelle, naast zijn loondienstverband, een onderneming begonnen in scheepsreparatie en jachtenbouw. Jelle besteedt gemiddeld 30 uur per week aan zijn onderneming. Kan Jelle dit jaar aan de oudedagsreserve doteren? Motiveer uw antwoord. NIBE-SVV, juni 2013 3

12. Bijlage Cijfer- en Percentageoverzicht. In 2011 verkoopt Pierre op 62-jarige leeftijd zijn aandeel in de maatschap van neurologen. De goodwill bij deze overdracht bedraagt EUR 140.000,-. Verder is er GEEN sprake van stakingswinst. De waarde van de aanspraken op het beroepspensioen bedraagt EUR 210.000,-. Pierre heeft in het verleden een bedrag van totaal EUR 36.000,- aan lijfrentepremies afgetrokken. Hierbij werd voor een bedrag van EUR 22.000,- gebruik gemaakt van de derde tranche en de rest op basis van de eerste tranche van hem en zijn echtgenote. Bij inbreng van zijn praktijk in de maatschap destijds is ook gebruik gemaakt van de zogenaamde stamrechtvrijstelling van artikel 19. Het bedrag waarvoor een lijfrente werd bedongen bedroeg EUR 42.000,-. Hoeveel bedraagt de maximale koopsom die Pierre kan aftrekken in verband met omzetting van de stakingswinst in een lijfrente? Geef uw berekening 13. Bijlage Cijfer- en Percentageoverzicht. Joop (47 jaar) staakt zijn onderneming in december 2010. Hij realiseert daarbij een stakingswinst van EUR 200.000,-, bestaande uit: - EUR 100.000,- stille reserves, - EUR 60.000,- vrijval oudedagsreserve - EUR 40.000,- goodwill. Hij overweegt gebruik te maken van de mogelijkheid om de stakingswinst om te zetten in een lijfrente. In 2010 is NIET aan de oudedagsreserve gedoteerd. In maart 2010 heeft hij EUR 5.000,- gestort voor een lijfrenteverzekering. Deze koopsom betrof de jaarruimte over 2009. Welk bedrag kan Joop maximaal gebruiken voor omzetting van de stakingswinst in een lijfrente? Geef uw berekening. 14. Bas staakt in 2010 op 48-jarige leeftijd zijn onderneming. Hij zet de stakingswinst om in een direct ingaande lijfrente. Uit hoofde van deze omzetting claimt hij een bedrag van EUR 200.000,- aan extra lijfrentepremieaftrek. Na de staking begint Bas een nieuwe onderneming. Na enkele jaren is de winst zodanig dat hij GEEN aanvulling op zijn inkomen meer nodig heeft. Met medewerking van de verzekeraar besluit hij de reeds ingegane lijfrente op te schorten tot zijn 60-jarige leeftijd. Leidt de opschorting van de uitkering tot belastingheffing? Motiveer uw antwoord. 15. Frits heeft in 1991 een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule gesloten. De koopsom bedroeg EUR 6.750,- en is volledig van zijn inkomen afgetrokken. Op 1 maart 2011 komt de polis - op het moment dat Frits 70 jaar wordt - tot uitkering. Op dat moment overweegt Frits de ingangsdatum van de lijfrentetermijnen met nog twee jaar uit te stellen. Is uitstel van de ingangsdatum van lijfrentetermijnen met twee jaar toegestaan? Motiveer uw antwoord waarbij u uitleg geeft over het pré-brede-herwaarderingsregime en het huidige fiscale geregime. NIBE-SVV, juni 2013 4

16. Jan en Marleen zijn in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. Jan stelt dat alles wat zij bezitten gezamenlijk vermogen is. Marleen bestrijdt dit. De notaris geeft Marleen gelijk. Op welke twee wijzen kan bij zowel Jan als Marleen toch privé-vermogen ontstaan? 17. Gea heeft op 1 januari 1989 een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule gesloten. De jaarpremie bedraagt EUR 8.000,-. Gea heeft de premie die zij betaalde van haar fiscale inkomen afgetrokken tot het jaar 2001. Gea betaalt de premie nog steeds vanaf 2001, maar trekt de premies dan NIET meer af. Gea besluit in 2010 om de volledige premie te blijven voldoen in Box 1. Zij betaalt tot 1 januari 2014. Het expiratiekapitaal bedraagt EUR 375.000,-. Gea koopt hiervoor een tijdelijke lijfrente gedurende zes jaar aan van EUR 75.000,- per jaar. Hoe wordt deze lijfrente belast? Geef uw gemotiveerde berekening. 18. Bijlage Cijfer- en Percentageoverzicht. In 2003 heeft Sylvia een niet-gefacilieerde lijfrenteverzekering gesloten. De verzekering voorziet in een direct ingaande lijfrente op het leven van Sylvia, van EUR 10.000,- per jaar. De lijfrente eindigt bij het overlijden van Sylvia echter uiterlijk op 31 december 2015. Sylvia is geboren op 1 november 1950. De koopsom van deze verzekering kon door haar NIET op het inkomen in mindering worden gebracht. Tegen welke waarde werd de lijfrente in 2010 betrokken in de forfaitaire rendementsheffing van box 3? Geef uw berekening. 19. Lies en Willem zijn gehuwd op huwelijkse voorwaarden. De voorwaarden hebben betrekking op een verrekeningsbeding. Volgens dit beding wordt bij overlijden van een van de echtgenoten verrekend als ware de echtgenoten in gemeenschap van goederen gehuwd. Als Lies op 62-jarige leeftijd overlijdt krijgt Willem een recht op een lijfrente-uitkering met een tegenwaarde van EUR 500.000,-. Willem heeft hiervoor een koopsom betaald van EUR 80.000,-. De lijfrenteverzekering is NIET fiscaal gefacilieerd. Hoeveel bedraagt de belaste waarde voor de erfbelasting? Geef uw berekening. 20. Jan en Albert zijn al tien jaar gehuwd in gemeenschap van goederen. Jan heeft vijf jaar geleden een erfrenteverzekering bedongen waarvan hijzelf verzekeringnemer en verzekerde is. Hij heeft hiervoor een koopsom betaalt van EUR 130.000,-. Jan overlijdt. Albert ontvangt nu een aanspraak op een erfrente. De waarde van deze aanspraak bedraagt EUR 450.000,-. Over welk bedrag moet Albert erfbelasting betalen? Geef uw gemotiveerde berekening. (U hoeft GEEN rekening te houden met de vrijstellingsbedragen.) NIBE-SVV, juni 2013 5

21. Bijlage Cijfer- en Percentageoverzicht. Bart (28 jaar) en Eva (26 jaar) wonen al zes jaar samen. Bart heeft op zijn leven een gerichte lijfrenteverzekering gesloten. Deze lijfrenteverzekering keert na het overlijden van Bart EUR 15.000,- per jaar uit zolang Eva leeft. Bart heeft de premies afgetrokken op zijn inkomen. Bart overlijdt dit jaar en de nabestaandenlijfrente gaat in. Hoeveel bedraagt de vrijstelling voor de erfbelasting voor Eva? Motiveer uw antwoord in woorden en NIET met een berekening. 22. Bijlage Cijfer- en Percentageoverzicht. Loes (geboren op 5 februari 1954) heeft enkele jaren geleden een direct ingaande lijfrente gesloten. De lijfrente bedraagt EUR 10.000,- per jaar en wordt uitgekeerd zolang zij leeft. Echter uiterlijk tot 1 augustus 2019. De koopsom voor deze lijfrente kon Loes NIET op haar inkomen in mindering brengen. Op 1 augustus 2011 wijst Loes haar zus Grace aan als begunstigde. Deze begunstiging wordt door Grace aanvaard. Hoeveel schenkbelasting is Grace verschuldigd? Geef de berekening. 23. Jan heeft in 1998 een lijfrenteverzekering gesloten met een premie van EUR 2.000,- per jaar. Met ingang van 1 januari 2001 is de huidige Wet inkomstenbelasting 2001 ingevoerd. Jan wenst ook met ingang van het jaar 2001 aftrek van lijfrentepremie te genieten en heeft de polis laten aanpassen aan de huidige wettekst. Hierbij wil hij heel duidelijk een scheiding aanbrengen tussen de aanspraken vóór 1 januari 2001 en na 1 januari 2001. Volgens diverse deskundigen maakt het NIET uit onder welke fiscaal regime de lijfrenteverzekering van Jan valt. Geef aan waarom het voor Jan toch wenselijk kan zijn een splitsing aan te brengen in de opgebouwde waarden. 24. Jan is buiten gemeenschap van goederen gehuwd met Sonja. Hij heeft in 1982 een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule gesloten. Jan is ook verzekerde en eerste begunstigde op de verzekering. Deze verzekering expireert op 1 februari 2011. De laatste jaarpremie betaalde Jan in februari 2000. Stel dat Jan onmiddellijk een lijfrente op zijn eigen leven aankoopt. Hij wil Sonja als begunstigde aanwijzen voor de lijfrentetermijnen, omdat zij een lager inkomen heeft. Wat zijn de fiscale consequenties? Geef een omschrijving in woorden in de situatie dat Jan de premies in aftrek heeft gebracht op zijn inkomen en in de situatie dat Sonja de premies in aftrek heeft gebracht op haar inkomen. NIBE-SVV, juni 2013 6

25. Adrie van Dijk heeft twee bv's: Van Dijk Holding bv en AVD bv, de werkmaatschappij. In 1985 heeft Van Dijk zijn toenmalige eenmanszaak omgezet in AVD bv Bij die omzetting heeft hij voor de stakingswinst een stamrecht bedongen. De ingangsdatum van de lijfrente ligt op zijn 65-jarige leeftijd. Adrie wil de lijfrente van leeftijd 65 tot 70 laten uitkeren. In hoeverre is de wijze waarop Adrie de lijfrente wil laten uitkeren fiscaal toegestaan? Beargumenteer het antwoord. NIBE-SVV, juni 2013 7

CORRECTIEMODEL 1. Indien de gecombineerde heffing van inkomstenbelasting uit de drie boxen lager is dan de standaardheffingskorting. 1 punt Indien de (fiscale) partner na aftrek van de standaardheffingskorting nog wel inkomstenbelasting verschuldigd is. 1 punt 2. Soort lijfrente Onderdeel Zuivere lijfrente Gerichte lijfrente Kapitaalverzekering met lijfrenteclausule Verzekerde lijf Termijn Staat vast bij totstandkomen overeenkomst Bepaald bij totstandkoming overeenkomst (ingangsdatum verzekering) Staat vast bij totstandkomen overeenkomst Bepaald op expiratiedatum (ingangsdatum termijnen) Staat niet vast bij totstandkoming overeenkomst Bepaald op expiratiedatum (ingangsdatum termijnen) 3 punten (1 punt per 2 goede vakjes) 3. Als dit bij aanvang van het lijfrentecontract wordt overeengekomen 1 punt én als de uitkeringen alleen fluctueren aan de hand van een maatstaf die de partijen niet kunnen beïnvloeden 2 punten 4. Lijfrente I: ja. Gezien de leeftijd van het kind hoeft de uitkering niet levenslang te zijn, 2 punten, maar kan worden volstaan met een looptijd die eindigt op uiterlijk de 30-jarige leeftijd 1 punt. Lijfrente II: nee. De zoon is op het moment van het sluiten van het lijfrentecontract al ouder dan 30 jaar. Hierdoor kan er GEEN gebruik worden gemaakt van een uitkeringsduur die eindigt bij het bereiken van de 30-jarige leeftijd van de zoon 2 punten. Deze nabestaandenlijfrente moet levenslang zijn).1 punt NIBE-SVV, juni 2013 8

5. Bij een verzekeraar kan Bryan een verzekering afsluiten die het beste past bij zijn wensen. Bij een verzekeraar is het namelijk mogelijk een nabestaandenlijfrenteverzekering af te sluiten die een bepaalde periodieke uitkering geeft na het overlijden van Bryan voor Liesbeth. Deze uitkering ontvangt Liesbeth tijdelijk of levenslang, mits zij in leven is. 2 punten Bij een bank is het mogelijk een bancaire lijfrente af te sluiten. Dit is een geblokkeerde rekening waarop Bryan geld stort. Bij aanvang zal er relatief weinig kapitaal aanwezig zijn op de bancaire lijfrente. Mocht Bryan dus op korte termijn na het afsluiten van de bancaire lijfrente overlijden dan staat er relatief weinig geld op de rekening. De hoogte van de periodieke uitkering van Liesbeth zal dan te weinig zijn om goed verzorgd achter te blijven. Binnen een bancaire lijfrente is geen verzekeringsaspect aanwezig. 2 punten 6. De uitkeringstermijnen moeten binnen zes maanden na het overlijden van de partner starten. 1 punt De uitkeringsduur moet minimaal vijf jaar zijn. 1 punt 7. Johanna is ouder dan 65 jaar. Hierdoor kan zij niet meer in aanmerking komen voor jaarruimte. Zij kan nog wel in aanmerking komen voor reserveringsruimte. 2 punten De niet-benutte jaarruimte van Johanna in de periode 2001 t/m 2007 bedraagt in totaal EUR 5000,-. 3 punten Toelichting:Johanna mag dit op haar inkomen in mindering brengen omdat: EUR 5.000,- lager is dan 17% van de premiegrondslag (120.000,- -/- 11.155,--) = EUR 18.360,- Of EUR 5.000,- lager is dan het op grond van haar leeftijd geldende maximum van EUR 13.016,- bij ouder dan 55 jaar. 8. Niet de aanspraak is bepalend maar de beschikbaar gestelde premie. 2 punten Per jaar wordt gekeken naar de leeftijd van de belastingplichtige. 3 punten Per leeftijdscategorie geldt een factor die over de premie moet worden genomen. 3 punten 9. Mevrouw De Vries voldoet aan het urencriterium. Ze werkt namelijk meer dan 1225 uren als onderneemster en jonger is dan 65 jaar. 2 punten Weliswaar wordt niet minstens de helft van haar werkbare tijd besteed aan de onderneming, maar dat hoeft ook niet bij een startende ondernemer. 1 punt De MKB-vrijstelling bedraagt 12% van de fiscale winst na ondernemingsaftrek. De zelfstandigenaftrek bedraagt EUR 7.266,- + EUR 2.123,- (startersaftrek) = EUR 9.389,-. 2 punten Dus winst na zelfstandigenaftrek is EUR 20.000,- -/- EUR 9.389,- = EUR 10.611,-. De MKB-vrijstelling bedraagt dus EUR 1.273,-. 1 punt Aan de oudedagsreserve mag 12% van EUR 20.000,- ofwel EUR 2.400,- worden gedoteerd. 1 punt De belastbare winst is dan EUR 20.000 -/- EUR 1.273,- -/- EUR 9.389,- -/- EUR 2.400,- = EUR 6.938,-. 1 punt NIBE-SVV, juni 2013 9

10. EV eind = EV begin + winst + kapitaalstortingen -/- kapitaalonttrekkingen 30.000 =? + 50.000 -/- 90.000 EV begin = 120.000 -/- 50.000 = 70.000 4 punten (4 of 0 punten, met rekenfout 3 punten) 11. Ja, als hij voldoet aan het urencriterium. 0 punten Hij maakt dit jaar meer dan 1.225 uren. 1 punt Hij besteedt minder dan 50% van zijn werkbare tijd aan de onderneming. De laatste voorwaarde geldt echter niet voor startende ondernemers. Daarom hoeft Jelle de eerste vijf jaren niet aan dit criterium te voldoen. 1 punt Jelle komt dus in aanmerking voor toepassing van de oudedagsreserve. 1 punt 12. Maximale extra aftrek bij omzetting stakingswinst AF: EUR 435.652,- - waarde pensioenaanspraken EUR 210.000,- - premieaftrek voorgaande jaren hierbij blijft eerste tranche buiten beschouwing EUR 22.000,- - premieaftrek i.v.m. staking onderneming hierbij blijft stakingsstamrecht art. 19 buiten beschouwing EUR 0,- EUR 232.000,- Maximale aftrek 4 punten EUR 203.652,- Maximale aftrek is echter niet hoger dan stakingswinst dus aftrekbaar 2 punten EUR 140.000,- Voor elk niet genoemd of foutief antwoord 1 punt aftrek. 13. Joop staakt zijn onderneming. Joop is jonger dan 50 jaar, dus de maximale lijfrenteaftrek krijgt hij door te kiezen voor een direct ingaande lijfrente, het maximum is dan EUR 216.533,-. 2 punten Daarop komt in mindering: * De stand van de oudedagsreserve aan het begin van het jaar, EUR 60.000,- 1 punt * In eerdere jaren gebruikte lijfrenteaftrek, EUR 5.000,- (aftrek 2009) 1 punt Maximale aftrek voor omzetting van de stakingswinst in een lijfrente is dan EUR 152.833,-. 0 punten 14. Ja. 0 punten De opschorting van de uitkering wordt aangemerkt als een omzetting van een direct ingaande lijfrente in een uitgestelde lijfrente. 1 punt Ten tijde van de staking van de onderneming was de extra lijfrentepremieaftrek voor een direct ingaande lijfrente veel hoger dan de lijfrentepremieaftrek voor een uitgestelde lijfrente. 2 punten Een dergelijke omzetting wordt gezien als een niet reguliere uitvoering van de lijfrenteverzekering en is derhalve belast. 1 punt NIBE-SVV, juni 2013 10

15. Ja. 0 punten De polis is destijds onder het pré-brede-herwaarderingsregime gesloten. 1 punt Op grond van het overgangsrecht in de IB 2001 blijft bij de tenuitvoerlegging van de lijfrenteclausule het pré-brede-herwaarderingsregime van toepassing op de lijfrenteverzekeringen die al voor 1 januari 1992 waren gesloten. 2 punten De ingangsdatum voor een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule is onder dat regime vrij te bepalen. Hiervoor geldt niet de eis van het huidige fiscale regime dat de lijfrente uiterlijk in moet gaan in het jaar dat de belastingplichtige 70 jaar wordt. 2 punten De onderstreepte woorden moeten in het antwoord zijn weergegeven of omschreven en mogen elk met 1 punt worden gehonoreerd. 16. Bij schenking aan een echtgenoot kan de schenker bepalen dat de schenking geen deel kan uitmaken van het gemeenschappelijke vermogen. 2 punten In een testament kan de erflater bepalen dat de erfrechtelijke verkrijging geen deel uitmaakt van het gemeenschappelijke vermogen. 2 punten 17. In het belastingplan 2009 (2010) is bepaald dat voor premiebetalende lijfrenteverzekeringen geen splitsing meer mag worden gemaakt tussen box 1 en box 3. De volledige premie valt in Box 1. Voor zover de lijfrentepremie niet in aftrek is gebracht voor de inkomstenbelasting is de saldomethode van toepassing op de lijfrenteuitkeringen. De premie die onder de saldomethode valt bedraagt vanaf 2009* maximaal EUR 2.269,-. Voor Gea betekent dat het volgende: De premie die is betaald van 1 januari 2001 tot en met 31-12-2009 valt volledig onder de saldomethode, vanaf 1 januari 2001 zijn de premies immers niet meer aftrekbaar. Vanaf 1 januari 2010 valt slechts EUR 2.269,- onder de saldomethode, ook al is de totale premie, ad EUR 8.000,-, niet aftrekbaar. In totaal valt dus onder de saldomethode: 9 x EUR 8.000,- plus 4 x EUR 2.269,- = EUR 81.076,-. Dat betekent dat de eerste uitkering volledig belastingvrij kan worden uitgekeerd en van de tweede uitkering EUR 68.924,- wordt belast en de overige EUR 6.076 (EUR 81.076,- minus EUR 75.000,-) van deze uitkering onbelast wordt ontvangen. De overige uitkeringen zijn volledig belast. 4 punten * Als wordt uitgegaan van 01-01-2001 tot en met 2008 ook goed rekenen. (8 x EUR 8.000,- plus 5 x EUR 2.269,- = EUR 75.345,-) NIBE-SVV, juni 2013 11

18. Bij de bepaling van het vermogen in box 3 wordt uitgegaan van de gemiddelde waarde en wordt gewaardeerd aan de hand van de tabellen opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Wet IB 2001. Waarde per: 1 januari 2010 Leeftijd 59 60 Voor toepassing tabellen wordt de leeftijdvan de vrouw gecorrigeerde met 5 Tabel factoren Waarde peildatum Gemiddelde waarde 1 e vijf jaren 2 e vijf jaren 54 55 0,89 X 5 X 10.000 = 44.500 0,70 X 1 X 10.000 = 7.000 31 december 2010 0,8 x 5 x 10.000 = 44.0000 nvt EUR 51.500 EUR 44.000 EUR 47.750 1 punt 1 punt 1 punt 1 punt 19. Waarde stamrecht EUR 500.000,- 30% belastinglatentie omdat de koopsom niet is afgetrokken valt de lijfrente in box 3 er is dan geen aftrek belastinglatentie mogelijk. 2 punten* Belastbaar bedrag is de helft van de waarde van het stamrecht omdat er sprake is van gemeenschap van goederen EUR 250.000,- 2 punten * indien 30% belastinglatentie wordt genoemd en berekend 2 punten in mindering brengen; indien belastinglatentie niet wordt genoemd en verder geen toelichting 1 punt in mindering brengen. 20. De uitkeringen van een gefacilieerde nabestaandenlijfrente zijn vrijgesteld van erfbelasting. Er is hier echter sprake van een erfrente. Dit is geen gefacilieerde nabestaandenlijfrente. 1 punt De hoofdregel van artikel 13SW is dat alles wat door een begunstigde in verband met het overlijden van een verzekerde, tevens verzekeringnemer, uit een levensverzekering wordt verkregen, voor zover toe te rekenen aan een onttrekking aan het vermogen van die verzekerde, wordt gelijkgesteld aan een erfrechtelijke verkrijging. 2 punten Helft van de waarde van de erfrente: EUR 225.000,-. 1 punt NIBE-SVV, juni 2013 12

21. Eva woonde op het moment van overlijden van Bart zes jaar samen. Daarnaast zijn zij beiden meerderjarig op het tijdstip van het overlijden van Bart. Dat betekent dat Eva partner is op grond van de Successiewet en zij in aanmerking komt voor de volledige vrijstelling. Deze vrijstelling bedraagt EUR 603.600,-. 3 punten Op deze vrijstelling komt een bedrag in mindering door het ontvangen van de nabestaandenlijfrente. Er is sprake van imputatie. Het gaat namelijk om een gefaciliteerde lijfrente, waarvan de premies in mindering zijn gebracht op het inkomen. De vrijstelling wordt verminderd met de helft van de gekapitaliseerde waarde van de lijfrente minus 30% latentente belastingclaim. 3 punten De onderstreepte woorden moeten in het antwoord zijn weergegeven of omschreven en mogen elk met 1 punt worden gehonoreerd. 22. Bij de bepaling van de waarde van het recht moet worden uitgegaan van UBSW Het betreft hier een tijdelijke lijfrente. Resterende duur op 1 augustus 2019 8 jaar Termijnen EUR 10.000 Leeftijd Loes op 1 augustus 2011 57 jaar Factor eerste 5 jaren 0,83 1 punt Factor tweede 3 jaar 0,60 1 punt Waardering5 x EUR 10.000 x 0,83 EUR 41.500 1 punt 3 x EUR 10.000 x 0,60 EUR 18.000 1 punt Waarde verkrijging EUR 59.500 Af: schenkingsvrijstelling EUR 2.012 1 punt EUR 57.488 Schenkbelasting (57.488 x 30%) = EUR 17.246 1 punt 23. Een voor de hand liggende reden om toch een onderscheid te willen aanbrengen is gelegen in de wens om de lijfrente aan te willen kopen na de 70-jarige leeftijd. 2 punten 24. Het betreft een pre-brede herwaardering lijfrente. 1 punt Echtgenote Sonja is begunstigde voor de termijnen. 0 punten Jan heeft premies in aftrek gebracht: Als in het verleden de premies voor de verzekering als persoonlijke verplichting bij Jan in aanmerking genomen zijn, dan zijn de termijnen belast voor de Wet IB bij de echtgenoot met het hoogste persoonlijk arbeidsinkomen. In dit geval dus belast bij Jan. 2 punten Sonja heeft premies in aftrek gebracht: Als in het verleden de premies voor de verzekering als persoonlijke verplichting bij Sonja in aanmerking zijn genomen, dan zijn de termijnen bij haar belast. 2 punten 25. Een oud regime stakingsstamrecht moet een levenslange duur hebben. 1 punt Om de gewenste lijfrentevorm aan te kopen moet Adrie het stamrecht omzetten in een nieuw regime lijfrente. 1 punt Op die manier kan hij een tijdelijke oudedagslijfrente vanaf leeftijd 65 met een duur van vijf jaar tot leeftijd 70 aankopen. 1 punt Let wel, deze uitkering is gemaximeerd. 1 punt NIBE-SVV, juni 2013 13

NIBE-SVV, juni 2013 14