NIEUWSBRIEF ABANTE VZW APRIL 2015

Vergelijkbare documenten
NIEUWSBRIEF APRIL 2015

NIEUWSBRIEF ABANTE VZW APRIL 2009

Nr maart 2016

NIEUWSBRIEF DECEMBER 2014

Nr april 2016

Tarieven dagvergoedingen voor categorie 1 en categorie 2

De vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing bij investeringen in steunzones

NIEUWSBRIEF JUNI 2011

TERUGBETALING KOSTEN EIGEN AAN DE WERKGEVER ============================================== 1. OPGAVE VERPLAATSINGEN

[ ] PROGRAMMAWET GEPUBLICEERD IN HET BELGISCH STAATSBLAD

Nieuw bedrag forfaitaire kilometervergoeding vanaf 1 juli 2015 definitief vastgelegd

Ecocheques Rev Juridische dienst

Eigen auto 0,3573/km (01/07/2018 t.e.m. 30/06/2019) - Geldt voor beroepsverplaatsingen met de eigen auto, motor- of bromfiets

NIEUWSBRIEF JANUARI 2010

Nr januari 2016

De bedragen in onderstaande tabel worden aanvaard als een niet-belastbare terugbetaling van eigen kosten van de werkgever vanaf 1 januari 2014:

Onderwerp: Ecocheques Tweejaarlijkse evaluatie Bespreking van de bij de cao nr. 98 gevoegde lijst van ecologische producten en diensten 2014

De bedragen in onderstaande tabel worden aanvaard als een niet-belastbare terugbetaling van eigen kosten van de werkgever vanaf 1 januari 2014:

Versoepeling buitenlandse dagvergoeding

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in A1 =... B A2 =... B2...

Nr december 2015

Korting bedrijfsvoorheffing in steunzone (ontwrichte zone)

NIEUWSBRIEF ABANTE VZW MAART 2011

Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Focus op de Tax shift en de vermindering van de werkgeversbijdragen

NIEUWSBRIEF ABANTE VZW NOVEMBER 2012

NIEUWSBRIEF ABANTE VZW DECEMBER 2010

Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap Integratiecentra

Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap

> 5 uur en < 8 uur 8 uur Verblijf op kosten van het personeelslid 3,98 EUR 19,99 EUR 45,54 EUR 23,97 EUR

> 5 uur en < 8 uur 8 uur Verblijf op kosten van het personeelslid 3,90 EUR 19,60 EUR 44,65 EUR 23,50 EUR

[ ] CRISISPREMIE VOOR ONTSLAGEN ARBEIDERS KAN TOT EEN BIJKOMENDE KOST VAN EUR LEIDEN

NIEUWSBRIEF ABANTE VZW JULI 2013

Nr september 2015

[ ] WERKGEVERS EN VAKBONDEN BEREIKEN EEN AKKOORD OVER HET EENHEIDSSTATUUT

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 98 QUATER

AANVULLENDE VAKANTIE AAN HET BEGIN OF BIJ DE HERVATTING VAN DE ACTIVITEIT

Halftijds brugpensioen

NIEUWSBRIEF MAART 2011

Terugbetaling van kosten - RSZ

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in A1 =... B A2 =... B2...

Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Nr oktober 2015

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;

Newsletter. Sociale actualiteit van Augutus. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Augustus. Solutions for Human Resources.

Circulaire Nr. Ci.RH.241/ (AAFisc 21/2011) dd

Newsletter. Sociale actualiteit van Juni. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Juni. PERSOLIS 23 rue de l orne 1435 Mont St Guibert

DE CRISISPREMIE VOOR ONTSLAGEN ARBEIDERS

De volledige CLB Group wenst u een gezond en succesvol 2016!

VR DOC.0281/1BIS

De volledige CLB Group wenst u een gezond en succesvol 2016!

Geldigheidsdatum: 01/01/2016 Laatste aanpassing: 22/09/ Paritair Comité voor de handel in brandstoffen

TOELICHTING 274 APT - 8

NIEUWSBRIEF 21 - SOCIAAL SECRETARIAAT DIENSTBETOON

Nieuwe ontslagregels 2012

VRIJSTELLING DOORSTORTING BEDRIJFSVOORHEFFING EN VERMINDERING VAN DE BEDRIJFSVOORHEFFING BIJ OVERWERK

Nr december 2015

Nr augustus 2016

NIEUWSBRIEF OKTOBER 2008

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk

Paritair Comité voor de landbouw

Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS )

Technische fiche looncorrectie (IPA) Art , WIB 92

Vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan: beperking van de jobs die in aanmerking komen als vervanger

Nr september 2015

Integratie van de Sociale Maribel in de DmfA(PPL) vanaf 2018/4

Extra s. Arbeiders en bedienden van de hotelnijverheid (Horeca) paritair comité 302. Rechtsbronnen. Het begrip extra

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 17 december

Federale en bicommunautaire Socio-culturele organisaties. Overwerk... 2 Nachtarbeid... 2 Arbeid op zon en feestdagen... 2 Vevoerkosten...

Circulaire 2018/C/8 betreffende de vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt

Nr december 2016

Persbericht. 1. De loonmarge: een koninklijk besluit ter bevordering van de werkgelegenheid en de preventieve bescherming van het concurrentievermogen

Nr november 2015

Nr januari 2016

Nieuwe horecamaatregelen vanaf 1 december 2015

Newsletter. Sociale actualiteit van Oktober Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Oktober. Solutions for Human Resources.

Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Geldigheidsdatum: 01/02/2016 Laatste aanpassing: 24/01/2017. Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Nationaal

6. ONKOSTENVERGOEDINGEN EN MAALTIJDCHEQUES. 6.1 Forfaitaire onkostenvergoeding

Newsletter. Sociale actualiteit van Juli. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Juli. Solutions for Human Resources.

Newsletter. Sociale actualiteit van Mei. SAP solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Mei. SAP solutions for Human Resources.

Ecocheques: schijf van juni 2015

Taxshift: gevolgen voor uw onderneming?

Het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid vanaf 1 juli 2016

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;

Socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest. Waalse Gewest

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 september 2017

Nieuwsbrief Arbeidsrecht APRIL 2012 DE SOCIALE VERKIEZINGEN KOMEN DICHTERBIJ

A D V I E S Nr Zitting van maandag 27 april

NIEUWSBRIEF JANUARI 2009

CAO van 30 september 2009 tot vaststelling van de overgangsregeling in het kader van de invoering van de sectorale tweede pensioenpijler

NIEUWSBRIEF MEI 2009 VAKANTIEGELD ARBEIDERS BOUWSECTOR

JURIDISCHE ACTUA Studentenarbeid 2017 INHOUD. Het sluiten van een studentenovereenkomst. Fiscale aspecten van studentenarbeid

Technische fiche steunzones Art , WIB 92

NIEUWSBRIEF FEBRUARI 2013

Geldigheidsdatum: 01/01/2011 Laatste aanpassing: 02/05/2016. Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Nationaal

Ontwrichte zones. Stafdienst voor BELEIDSEXPERTISE en -ONDERSTEUNING. INFOSESSIE 21 april 2015 Hamid Douibi

Versie Deel IV Titel II Hoofdstuk V : Vergoeding voor tijdelijke opdrachten in het buitenland Inhoudstafel

Transcriptie:

NIEUWSBRIEF ABANTE VZW APRIL 2015 Geachte heer, geachte mevrouw Net zoals de voorbije maanden kunnen we jullie een boordevolle nieuwsbrief aanbieden met volgende onderwerpen: De federale regering heeft onlangs zijn begrotingscontrole gedaan en benadrukte enkele doelstellingen, onder meer voor de Horeca. Enkele weken terug publiceerde de fiscus de belastingsvrije bedragen voor de provisies van het vakantiegeld. Het optrekken van de bedragen van de Sociale Maribel zijn met één jaar uitgesteld. Het minimumpensioen voor werknemers en zelfstandigen zal daarentegen vroeger dan voorzien gelijkgesteld worden, dit vanaf 1 april 2015 in plaats vanaf 1 augustus 2016. De onkostenvergoedingen voor een tijdelijk verblijf in het buitenland voor de onderneming zijn aangepast vanaf 1 april 2015. Indien u in 2013 in aanmerking kwam voor een werkgelegenheidsplan dient u na te kijken of u dit plan moet hernieuwen. Bij de loonverwerking van mei 2015 worden er onder meer voor PC 200, in geval van geen alternatieve keuze, weer ecocheques gerekend. Er is een nieuwe lijst verschenen met producten die hiervoor in aanmerking komen. Zoals u weet van de vorige nieuwsbrief zijn er in 2016 sociale verkiezingen, de RSZ zal voor het eerst ook de e-boxtool gebruiken om informatie hierover naar de werkgevers te versturen. Het is de tijd van de communiefeesten, een vaak voorkomende vraag is: "Komt de werknemer in aanmerking komt voor een dag klein verlet?". We overlopen de bepalingen hieromtrent. Het laatste artikel is hoegenaamd niet het minst belangrijke, zeker niet voor de regio Turnhout. De wetgeving omtrent de vermindering van bedrijfsvoorheffing voor investeringen in steunzones is namelijk gepubliceerd. Indexsprong vanaf 1 mei 2015 De indexsprong was oorspronkelijk voorzien vanaf 1 maart 2015. De wetgeving betreffende de indexsprong werd evenwel niet tijdig gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Daarom wordt de sprong voorlopig met één maand uitgesteld. Dit betekent dat de indexaties van april 2015 nog normaal zullen doorgaan en dat de lonen en uitkeringen pas ten vroegste vanaf 1 mei 2015 geblokkeerd zullen worden tot een indexsprong van 2% bereikt is. - 1 -

Wij houden u verder op de hoogte zodra de wet die de indexsprong regelt gepubliceerd is. BEGROTINGSCONTROLE: INGROEIBANEN, NACHTARBEID IN E-COMMERCE EN JOBS IN HORECA De federale regering heeft maandag 30 maart jl. haar begrotingscontrole afgerond. Volgens Vice-eersteminister en Minister voor Werk, Economie en Consumenten Kris Peeters neemt de regering maatregelen om nieuwe jobs te creëren en de economie te stimuleren: Ingroeibanen: jobs voor jongeren - coaching door oudere werknemers Momenteel moeten werkgevers 0,10% van hun loonmassa besteden aan de integratie van risicogroepen; een kwart daarvan dient voor het inschakelen van jongeren. De regering voorziet dat dit kwart wordt opgetrokken tot de helft van de middelen voor de integratie van risicogroepen. De sectoren moeten tegen eind juni CAO s afsluiten met betrekking tot de invoering van een stelsel van ingroeibanen. In deze CAO s moeten de loon- en arbeidsvoorwaarden worden vastgelegd, moet de doelgroep van in te schakelen jongeren worden afgebakend (wat betreft de leeftijd en de in te vullen functies) en moet worden voorzien in coaching door oudere werknemers. De FOD WASO moet dit evalueren en in functie van de resultaten van deze evaluatie kan de Minister van Werk en Economie Kris Peeters bijkomende voorstellen ter goedkeuring aan de Regering voorleggen. Het doel is om de vooropgestelde bijkomende aanwervingen in het kader van het stelsel van ingroeibanen met vorming op de werkvloer te bereiken. Jobs in e-commerce: nachtarbeid In onze buurlanden kent e-commerce een sterkere opgang dan bij ons. Eén van de redenen hiervoor is dat er in België geen nachtarbeid toegelaten is in deze sector. Om de concurrentiepositie van de e-commerce sector te versterken worden nu besprekingen opgestart met de actoren en de sociale partners van de sector logistiek van de e-commerce om nachtarbeid mogelijk te maken in deze sector. Het reglementair kader wordt in overleg met de betrokken paritaire comités uitgewerkt tegen juli 2015. Jobs in horeca: uitbreiding gelegenheidsarbeid, uitbreiding overuren, flexi-jobs -Er wordt een apart statuut flexi-jobs uitgewerkt: wie reeds een 4/5 de job heeft buiten de horeca, kan in de horeca een extra job opnemen. De nodige aanpassingen op het vlak van het arbeidsrecht worden doorgevoerd. De gepresteerde uren worden geregistreerd via de kassa. Het loon voor de uren gepresteerd tijdens deze flexi-jobs wordt bij wet vastgelegd op het minimumuurloon van 9,5 euro. De loonkost wordt substantieel verlaagd, want het loon wordt fiscaal vrijgesteld en geniet van een bijzondere SZ-werkgeversbijdrage van 25%. Prestaties in het kader van flexi-jobs geven recht op sociale rechten. - 2 -

-De gelegenheidsarbeid in de horeca wordt uitgebreid van 100 naar 200 dagen. -Het aantal overuren dat in de horeca gepresteerd mag worden zonder zgn. overloon wordt opgetrokken van 180 uren naar 250 uren. -De overurenregeling voor vaste werknemers in de horeca wordt uitgebreid: deze overuren genieten dezelfde fiscale en parafiscale behandeling als de uren gepresteerd in een flexi-job. De bestaande sectorale regelingen inzake overuren blijven van toepassing. Bron: www.werk.belgie.be PROVISIE VAKANTIEGELD Op 23 maart 2015 publiceerde de fiscus de circulaire met het bedrag van de provisies die belastingvrij mogen aangelegd worden voor de uitbetaling van vakantiegeld aan werknemers. De bedragen die in de op 31 december 2014 afgesloten balansen zijn geboekt met het oog op de uitbetaling van het vakantiegeld aan personeelsleden in 2015, mogen als beroepskost worden beschouwd indien ze niet meer bedragen dan: - 18,8% van de vaste en veranderlijke bezoldigingen die in 2014 werden toegekend aan bedienden; - 10,27% van 108/100 van de lonen die in 2014 zijn toegekend aan arbeiders en leerlingen. Bron: www.fisconetplus.be, circulaire nr. 11/2015 (nr.ci.rh.243/349.099) van 18 maart 2015. UITSTEL VAN DE VERHOOGDE BIJDRAGEVERMINDERING SOCIALE MARIBEL De Sociale Maribel is een systeem van vermindering van de werkgeversbijdragen, specifiek voor de non-profitsector. Op 1 januari 2014 werd het forfaitair bedrag van de vermindering opgetrokken tot EUR 395,45 per kwartaal per rechtgevende werknemer. Voor bepaalde werkgevers werd in een verhoogde vermindering voorzien en dit ter financiering van verpleegkundigen in de spoeddiensten en diensten intensieve zorg: - EUR 398,83 per kwartaal per rechtgevende werknemer voor de werkgevers die behoren tot het paritair comité 330 voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, met uitzondering van de werkgevers die onder de omschrijving van het paritaire subcomité 330.03 voor de tandprothese vallen; - EUR 397,13 per kwartaal per rechtgevende werknemer voor de werkgevers die vallen onder het fonds Sociale Maribel van de overheidssector. Er werd vorig jaar voorzien dat deze forfaitaire bedragen geleidelijk zouden opgetrokken worden: - vanaf 1 januari 2015 met EUR 13,92; - 3 -

- vanaf 1 januari 2017 met EUR 27,84; - vanaf 1 januari 2019 met EUR 41,76. De verhoging die vanaf 1 januari 2015 werd voorzien, zal echter met één jaar worden uitgesteld. Dit wil zeggen dat de verhoging met EUR 13,92 vanaf 1 januari 2016 zal worden doorgevoerd. Concreet betekent dit: vanaf 1 januari 2015 vanaf 1 januari 2016 vanaf 1 januari 2017 vanaf 1 januari 2019 Verhoging algemeen forfaitair bedrag forfaitair bedrag werkgevers PC 330 / EUR 395,45 EUR 398,83 EUR 397,13 EUR 13,92 EUR 27,84 EUR 41,76 EUR 409,37 EUR 412,75 EUR 411,05 EUR 437,21 EUR 440,59 EUR 438,89 EUR 478,97 EUR 482,35 EUR 480,65 Het besluit treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2015. forfaitair bedrag werkgevers fonds Sociale Maribel Bron: Koninklijk besluit van 27 maart 2015 tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, B.S. 8 april 2015. GELIJKSCHAKELING PENSIOENEN VAN ZELFSTANDIGEN EN WERKNEMERS WERD VERVROEGD In een vorig nieuwsbericht kon u lezen dat de ministerraad zijn goedkeuring had gegeven met betrekking tot een maatregel die de gelijkschakeling tussen de pensioenen van de zelfstandigen en die van de loontrekkenden gedeeltelijk vervroegd heeft. Deze maatregel kwam er naar aanleiding van de Programmawet van 19 december 2014 waarin stond vermeld dat men de verschillen met betrekking tot het minimumpensioen tussen werknemers en zelfstandigen zou wegwerken, zodat er sprake is van een gelijkschakeling vanaf 1 augustus 2016. Het - 4 -

ontwerp van koninklijk besluit stelde echter dat deze maatregel gedeeltelijk moest worden vervroegd naar 1 april 2015. In het Belgisch Staatsblad van 2 april 2015 verscheen dan ook het koninklijk besluit dat de wet tot harmonisering in de pensioenregeling aanpast. Vanaf 1 april 2015 zal het minimumpensioen van de zelfstandigen stijgen met EUR 10 voor het alleenstaandenpensioen en met EUR 7,17 voor het overlevingspensioen. Het minimum gezinspensioen zal niet worden verhoogd. Het alleenstaandenpensioen zal na deze verhoging EUR 1.070,94 bedragen en het overlevingspensioen EUR 1.068,11. Bron: Koninklijk besluit van 27 maart 2015 tot wijziging van de artikelen 131bis, 1septies en 131ter, 1, van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, B.S. 2 april 2015. VERBLIJFSVERGOEDINGEN BUITENLAND: BEDRAGEN VANAF 1 APRIL 2015 GEPUBLICEERD In het Belgisch Staatsblad verschijnt elk jaar een lijst met de bedragen van de dagelijkse forfaitaire verblijfsvergoedingen die worden toegekend aan de ambtenaren van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (categorie 1) die in opdracht naar het buitenland gezonden worden. De lijst maakt een onderscheid tussen het prijsniveau in de hoofdstad, andere belangrijke steden en de rest van ieder land. Op 30 maart 2015 werd de nieuwe lijst met bedragen, van toepassing vanaf 1 april 2015, in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Deze bedragen wijzigen niet in vergelijking met de bedragen die van toepassing waren vanaf 1 april 2014. U kan deze bedragen ook toepassen voor uw werknemers die u voor het werk tijdelijk naar het buitenland stuurt. De kosten die zij daar maken, mag u op forfaitaire wijze terugbetalen. U moet dus geen verantwoordingsstukken voorleggen voor de gemaakte kosten, op voorwaarde dat u niet meer terugbetaalt dan de in de landenlijst opgenomen bedragen. Sinds 10 oktober 2013 maakt de fiscus een onderscheid tussen dienstreizen langer of korter dan 30 kalenderdagen: 1. Dienstreizen van maximaal 30 kalenderdagen Onder dienstreis in het buitenland wordt verstaan: een opdracht van korte duur in het buitenland in effectieve dienst of opdracht van de werkgever of vennootschap waarin men werknemer of bedrijfsleider is. De periodes die betrekking hebben op de eventueel door de belastingplichtige vrijwillig gemaakte reisverlengingen, worden echter niet als dienstreis aangemerkt. Onder korte duur wordt verstaan: een dienstreis van maximum 30 kalenderdagen. Wanneer de periode van 30 dagen wordt overschreden, dan kan enkel de terugbetaling van de kosten, die worden verantwoord door het voorleggen van bewijsstukken, als een eigen kost van de werkgever worden aangemerkt. - 5 -

De forfaitaire bedragen kunnen enkel worden gebruikt ter vergoeding van de kosten van werknemers en bedrijfsleiders die hun beroepswerkzaamheden in vergelijkbare omstandigheden uitoefenen als de ambtenaren van de carrière hoofdbestuur van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (categorie 1). Het moet bijgevolg gaan om werknemers en bedrijfsleiders die hoofdzakelijk een sedentaire beroepswerkzaamheid uitoefenen en in het kader daarvan éénmalig, occasioneel of zelfs regelmatig dienstreizen naar het buitenland maken. De werknemers of bedrijfsleiders voor wie verplaatsingen van en naar het buitenland deel uitmaken van hun normale, dagelijkse beroepsactiviteit vallen niet onder het toepassingsgebied. Voor deze laatsten worden de reizen naar het buitenland niet als dienstreizen aangemerkt. Voor de transportsector geldt een bijzondere regeling. In de landentabel wordt een onderscheid gemaakt tussen dagelijkse forfaitaire vergoedingen en logementsvergoedingen: Dagelijkse forfaitaire vergoedingen Deze bedragen worden geacht de kosten van de maaltijden en van de andere kleine uitgaven (plaatselijk vervoer, versnaperingen,...) te vergoeden. Zij dekken niet de overnachtingskosten, noch de verplaatsingsof reiskosten naar het buitenland en terug. Er geldt een algemeen forfaitair bedrag van 37,18 euro als minimum. Dit bedrag mag dus steeds toegepast worden voor landen waarvoor op basis van de landenlijst een lager bedrag van toepassing zou zijn. Het volledig forfait mag slechts in de volgende gevallen worden betaald: 1. Voor elke volle dag van afwezigheid (= dag tussen 2 overnachtingen op dienstreis) 2. Voor dienstreizen met vertrek en terugkeer binnen hetzelfde etmaal met een afwezigheid van minstens 10 uren: - de duur van dergelijke dienstreizen moet worden berekend op basis van de afwezigheid van de werknemer of bedrijfsleider van zijn vaste plaats van tewerkstelling tot het uur van terugkeer; - indien de afwezigheid minder dan 10 uren bedraagt, wordt enkel de terugbetaling op basis van de kosten, die worden verantwoord door het voorleggen van bewijsstukken, als een terugbetaling van eigen kosten van de werkgever aangemerkt. Wanneer u de overnachtingskosten ook terugbetaalt en deze ook uitgaven voor maaltijden of kleine kosten omvatten, dan moet het forfaitair bedrag als volgt verminderd worden: - 15% als het ontbijt in de overnachtingskosten inbegrepen is; - 35% voor het middagmaal; - 45% voor het avondmaal; - 6 -

- 5% voor de kleine uitgaven. Voor dienstreizen die langer dan 24 uren duren, wordt de dagvergoeding voor de dagen van vertrek en terugkeer, ten belope van de helft als eigen kost van de werkgever of vennootschap in aanmerking genomen. Op de halve dagvergoeding moeten de bovenstaande verminderingen niet worden toegepast. Logementsvergoedingen Dit betreft de vergoedingen voor huisvesting of overnachting. De fiscus laat echter niet toe om deze forfaits te gebruiken zonder bewijs. De hotel- en andere reiskosten kunnen m.a.w. enkel terugbetaald worden op grond van bewijsstukken. 2. Dienstreizen van meer dan 30 kalenderdagen Sinds 10 oktober 2013 kunnen ook kostenvergoedingen toegekend worden voor dienstreizen langer dan 30 kalenderdagen. In dat geval moet rekening gehouden worden met volgende voorwaarden: - de vergoedingen mogen enkel worden betaald voor buitenlandse dienstreizen van meer dan 30 kalenderdagen tot een maximumperiode van 24 maanden; - de betaling van de forfaitaire vergoedingen moet gestaakt worden van zodra de werknemer of de betrokken bedrijfsleider zich vestigt in het buitenland; - de tabel die de werkgever hiervoor moet raadplegen, is deze voor categorie 2: de naar het buitenland uitgezonden agenten. Indien u het juiste bedrag van de dagvergoedingen voor buitenlandse dienstreizen wil kennen, kan u steeds contact opnemen met onze diensten. Bron: M.B. dd. 23 maart 2015 houdende vaststelling van verblijfsvergoedingen toegekend aan afgevaardigden en ambtenaren afhangend van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die zich in officiële opdracht naar het buitenland begeven of zetelen in internationale commissies, B.S. 30 maart 2015. DENK AAN UW WERKGELEGENHEIDSPLAN VOOR 45-PLUSSERS! Sedert 2013 moet elke werkgever met meer dan 20 werknemers een werkgelegenheidsplan voor 45-plussers opstellen. Dit plan moet maatregelen bevatten om de tewerkstelling van oudere werknemers te behouden of te bevorderen. Om na te gaan of u meer dan 20 werknemers heeft, wordt er gekeken naar het aantal werknemers én uitzendkrachten in dienst op 2 januari 2013, uitgedrukt in voltijdse equivalenten. Indien u op dat moment meer dan 20 werknemers in dienst had, diende u vanaf 2013 een werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers op te stellen. - 7 -

De berekening op 2 januari 2013 blijft van toepassing voor een periode van 4 jaar. Een onderneming die bij de telling op 2 januari 2013 minder dan 20 werknemers had, moet bijgevolg gedurende vier jaar geen werkgelegenheidsplan opstellen. Op 2 januari 2017 zal er voor alle ondernemingen een nieuwe berekening voor het werkgelegenheidsplan moeten gebeuren. De werkgevers die in 2013 wel verplicht waren om een werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers op te maken, kunnen best even controleren wat de geldigheidsduur van hun laatste werkgelegenheidsplan is. Indien het plan afgesloten werd voor één jaar (zoals in de meeste ondernemingen het geval is), moet er voor de jaren 2015 en 2016 een nieuw werkgelegenheidsplan worden opgesteld. Gaat het om een meerjarenplan dat momenteel nog lopende is, dan blijft dit plan geldig en dient er geen nieuw plan opgemaakt te worden. In dat geval moet de werkgever wel jaarlijks verslag uitbrengen van de voortgang van het werkgelegenheidsplan. Als werkgever moet u het werkgelegenheidsplan gedurende 5 jaar bewaren en ter beschikking houden van de bevoegde autoriteiten. Op eenvoudig verzoek moet de werkgever dit werkgelegenheidsplan aan de inspectiediensten bezorgen. Bron: CAO nr. 104 van de Nationale Arbeidsraad van 27 februari 2012 over de uitvoering van een werkgelegenheidsplan oudere werknemers in de onderneming. NIEUWE PRODUCTENLIJST VOOR DE ECOCHEQUES De Nationale Arbeidsraad heeft op 24 maart 2015 een nieuwe cao nr. 98ter gesloten tot wijziging van de cao nr. 98 betreffende de ecocheques. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juni 2015 en bevat een nieuwe lijst van ecologische producten en diensten die met ecocheques aangekocht kunnen worden. Zo zal het in de toekomst ook mogelijk zijn om tweedehandskleding, -boeken en -meubelen te kopen met ecocheques. De lijst werd uitgebreid met verschillende nieuwe producten, zoals: Aankoop en plaatsing van de volgende producten met het Europese energielabel vanaf de klasse: - A++: * huishoudelijke afwasmachines; * koelkasten, diepvriezers en combinaties daarvan; * huishoudelijke wasmachines, droogtrommels en combinaties daarvan; - 8 -

- A+: televisies, ovens en afzuigkappen, ruimteverwarmingstoestellen en warmwatertoestellen; - B: stofzuigers en elektrische lampen, verlichtingsarmaturen en ledverlichting; Bouw en renovatie van woningen met een energienorm die voldoet aan de Europese criteria voor bijna-energieneutrale gebouwen of passiefwoningen; Aankoop van producten en diensten die zorgen voor energiebesparing in woningen, namelijk hoogrendementsketels, systemen voor warmteregeling en thermostatische kranen, hoogrendementsglas (U-waarde van maximum 0,8), energie-audits, audits via infraroodthermografie en luchtdichtheidstests; Aankoop van apparaten die consumenten bewust maken van hun energieverbruik en apparaten die de energie registreren en meten; Aankoop en plaatsing van grastegels (met honingraatstructuur) en waterdoorlatende tegels; Diensten voor de terbeschikkingstelling van al dan niet elektrische deelfietsen en -auto s zonder chauffeur; Aankoop en plaatsing van herlaadpalen om een elektrisch voertuig op te laden; Aankoop van sodamachines, accessoires en navullingen voor die machines; Aankoop van tweedehandskleding, -boeken en -meubilair; Producten en diensten met het Europese ecolabel of het EU-logo voor biologische productie; Toeristische infrastructuur in België met het label Green Key/Groene Sleutel/Clé verte. Bron: CAO nr. 98ter van de Nationale Arbeidsraad van 24 maart 2015 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 van 20 februari 2009 betreffende de ecocheques. SOCIALE VERKIEZINGEN 2016: INVOERING VAN E-BOX Het voorontwerp van wet inzake de sociale verkiezingen bepaalt dat de volgende sociale verkiezingen zullen plaatsvinden van 9 tot en met 22 mei 2016. Dit betekent dat de verkiezingsprocedure opgestart moet worden tussen 11 en 24 december 2015. Bij de sociale verkiezingen in 2008 en 2012 stelde de FOD WASO een webapplicatie ter beschikking die ondernemingen toeliet om de wettelijk verplichte documenten en statistieken digitaal te versturen naar de FOD WASO en/of naar de representatieve werknemersorganisaties. De FOD WASO zal deze applicatie vanaf november 2015 ook nog ter beschikking stellen ter gelegenheid van de sociale verkiezingen van 2016. Er wordt echter een nieuwigheid toegevoegd aan de webapplicatie, want het zal voor de representatieve werknemersorganisaties mogelijk zijn om de kandidatenlijsten via de webapplicatie digitaal in te dienen. De werkgever zal de kandidatenlijsten, ingediend door de verschillende werknemersorganisaties, dus ook digitaal (via download) kunnen ontvangen. - 9 -

Bovendien zal de FOD WASO voor de eerste maal met de ondernemingen communiceren via de e-box van de Sociale Zekerheid. Een e-box is een beveiligde elektronische brievenbus waarmee de instellingen van de Sociale Zekerheid documenten, meldingen en taken doorsturen naar de ondernemingen. In het kader van de sociale verkiezingen zal de volgende informatie via de e-box verstuurd worden: - inlogcodes (dossiernummer en paswoord) voor de webapplicatie; - informatieve brochures en documenten; - meldingen en herinneringen betreffende de verschillende fases van de verkiezingsprocedure. Indien uw onderneming reeds over een actieve e-box beschikt, dan hoeft u nog niets te ondernemen. De FOD WASO zal in de loop van de maand mei een bijkomende nota online zetten waarin gecommuniceerd wordt hoe men in een geactiveerde e-box een aparte hoedanigheid voor de sociale verkiezingen kan creëren. Ondernemingen die nog niet geregistreerd zijn op het portaal van de Sociale Zekerheid moeten dit wel nog in orde maken. Meer informatie over de registratie vindt u terug op de website van de Sociale Zekerheid (www.socialsecurity.be). Een juridische entiteit hoeft zich slechts één keer te registreren, ook al beschikt die in het kader van de sociale verkiezingen over meerdere technische bedrijfseenheden. Bron: www.werk.belgie.be HEEFT UW WERKNEMER RECHT OP KLEIN VERLET TER GELEGENHEID VAN HET COMMUNIEFEEST VAN ZIJN KIND? Indien een kind van de werknemer of van de echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner zijn plechtige communie doet of deelneemt aan het feest van de vrijzinnige jeugd, dan heeft de werknemer recht op één dag klein verlet met behoud van loon. Er kan echter geen klein verlet opgenomen worden voor de eerste communie of het lentefeest. In principe valt de dag klein verlet samen met de dag van de plechtigheid. Wanneer de plechtigheid echter doorgaat op een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag, dan is er recht op klein verlet voor de gewone activiteitsdag die onmiddellijk volgt op de dag van de plechtigheid of er onmiddellijk aan voorafgaat. Het begrip arbeidsdag wordt ingevuld op ondernemingsniveau. Indien een werknemer niet moet werken op de activiteitsdag die de dag van de plechtigheid onmiddellijk voorafgaat of volgt, dan verliest hij zijn recht op klein verlet. - 10 -

Voorbeeld: een deeltijdse werknemer werkt enkel op dinsdag en woensdag en het feest valt op een zondag. Indien dit geldt in een onderneming die van maandag tot vrijdag werkt, dan zal er geen recht op klein verlet zijn voor deze werknemer. Wanneer een werknemer gebruik wil maken van zijn recht op klein verlet, dan moet hij u op voorhand verwittigen. Als de voorwaarden vervuld zijn, dan kunt u de opname van het klein verlet door uw werknemer niet verhinderen. U kunt desgewenst wel vragen dat de werknemer u een bewijs bezorgt van de gebeurtenis die recht geeft op klein verlet (bijvoorbeeld een attest van de catechist resp. het organiserend comité van het feest van de vrijzinnige jeugd). Indien de werknemer ouder is van 2 kinderen die hun communie op dezelfde dag doen, dan wordt er slechts 1 dag klein verlet toegekend. De toekenning van het klein verlet is immers gekoppeld aan de gebeurtenis en hangt niet af van het aantal kinderen. Op deze regel bestaan heel wat sectorale afwijkingen! Zo kan de periode waarin men deze dag moet opnemen bijvoorbeeld verruimd worden door een sectoraal akkoord. Bij vragen aarzel niet om ons te contacteren. VRIJSTELLING BV VOOR INVESTERINGEN IN STEUNZONES: AANPASSINGEN GEPUBLICEERD Op 2 april 2015 verscheen in het Belgisch Staatsblad de wet van 24 maart 2015 waarin een aantal wijzigingen zijn opgenomen t.o.v. de oorspronkelijke wet met betrekking tot de steunzones. Bedrijven die in een dergelijke steunzone gelegen zijn en die investeringen doen met het oog op de creatie van nieuwe arbeidsplaatsen, krijgen gedurende twee jaar 25% korting op de bedrijfsvoorheffing die ze inhouden op de lonen van de nieuwe werknemers. De extra tewerkstelling moet gedurende drie jaar (KMO s) of 5 jaar (andere ondernemingen) behouden blijven. In principe is deze wet in werking getreden op 2 april 2015 maar bij gebrek aan de nodige uitvoeringsmaatregelen (zie hierna) kan deze in de praktijk nog niet worden toegepast. Toch zetten wij de belangrijkste principes nog eens even voor u op een rij. 1. Wat is een "steunzone"? Het zijn de gewesten die een bepaald gebied kunnen voordragen als "steunzone". Het gaat om zones gekenmerkt door collectieve ontslagen van een minimum aantal werknemers binnen een bepaald gebied. Elk gewest kan voor maximaal 4 gevallen van collectief ontslag steunzones voorstellen. Het statuut van steunzone kan voor een periode van maximaal 6 jaar worden voorgesteld. Elke steunzone moet zich binnen een maximale straal van 40 km van de getroffen vestigingen bevinden. Per gewest mogen de steunzones in totaal geen grotere oppervlakte dan 2.000 km² beslaan en niet meer dan 200.000 inwoners tellen. - 11 -

Met het oog op de erkenning als steunzone, moet het gewest een samenwerkingsakkoord afsluiten met de federale regering. Hierin moeten afspraken staan over de cumulatie van deze maatregel met andere steunmaatregelen, de steunintensiteit,.... Het gewest moet ook vermelden op welke manier de voorgestelde steunzone bijdraagt tot de reconversie van de betrokken regio. Tot op heden heeft geen enkel gewest een dergelijk akkoord afgesloten met de federale regering. We weten dus nog niet welke gebieden erkend zullen worden als "steunzone". In de wandelgangen kan men horen dat het voor Vlaanderen om de regio s rond Genk en Turnhout zou gaan, maar dit is dus nog niet officieel. 2. Welke ondernemingen? De maatregel is van toepassing op werkgevers uit de privésector. Voor de na te leven voorwaarden, maakt de wet een onderscheid tussen KMO s en andere ondernemingen. Een aantal werkgevers zijn uitgesloten van de maatregel: zo komen o.m. de werkgevers waarvoor een aangifte of vordering tot faillietverklaring is ingesteld of waarvoor een procedure tot gerechtelijke reorganisatie is geopend, niet in aanmerking. 3. Welke investeringen? De vrijstelling wordt maar toegekend voor zover er sprake is van investeringen die gepaard gaan met de creatie van nieuwe arbeidsplaatsen. Niet eender welke investering komt in aanmerking. Het moet bv. gaan om een investering in materiële of immateriële vaste activa die verband houdt met hetzij de oprichting van een nieuwe inrichting, de uitbreiding van de capaciteit van een bestaande inrichting, een fundamentele verandering in het totale productieproces van een bestaande inrichting,.... De steunmaatregel geldt voor de bezoldigingen die betrekking hebben op een ten gevolge van de investering gecreëerde nieuwe arbeidsplaats die binnen de 36 maanden na voltooiing van de investering wordt ingevuld. Een arbeidsplaats is slechts nieuw als ze in de betrokken inrichting het totaal aantal werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten doet verhogen t.o.v. het gemiddeld aantal werknemers uitgedrukt in VTE over de 12 maanden voorafgaand aan de voltooiing van de investering, vermeerderd met de andere door de investering reeds gecreëerde arbeidsplaatsen in VTE. Indien de investering de vorm aanneemt van een overname worden alle arbeidsplaatsen als nieuw aangemerkt. 4. Waaruit bestaat het voordeel? De vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing bedraagt 25% van de ingehouden bedrijfsvoorheffing berekend op de bezoldigingen betaald t.g.v. de door de investering gecreëerde nieuwe arbeidsplaatsen. De vrijstelling kan gedurende twee jaar worden toegepast. In eerste instantie is de toekenning van de vrijstelling slechts voorwaardelijk. Zij wordt pas definitief indien de arbeidsplaats minstens 3 jaar (voor KMO s) dan wel 5 jaar (voor de andere ondernemingen) behouden blijft. Het gaat om de arbeidsplaats die moet behouden blijven en niet om de werknemer zelf. - 12 -

De vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing is per investering beperkt tot 7,5 miljoen euro. Zij kan niet gecumuleerd worden met de vrijstellingen inzake overwerk en wetenschappelijk onderzoek maar wel met de vrijstelling wegens nacht- en ploegenarbeid en de bestaande gedeeltelijke vrijstelling in de vorm van een algemene structurele lastenvermindering. 5. Welke formaliteiten? Vóór de aanvang van de investering moet u een aanvraagformulier indienen bij de overheid. Hierin geeft u aan hoeveel werknemers u extra zal aanwerven en hoeveel u investeert. U raamt eveneens de loonkosten die verbonden zijn aan deze verwachte bijkomende arbeidsplaatsen en berekent hierop de vrijstelling van de doorstorting. Het bewijs dat de arbeidsplaats gedurende drie of vijf jaar behouden werd, moet gebeuren via een bijlage aan de aangifte van de inkomstenbelastingen die betrekking heeft op het derde of het vijfde aanslagjaar volgend op het aanslagjaar verbonden aan het belastbaar tijdperk binnen hetwelk de nieuwe arbeidsplaats werd ingevuld. Het model van beide formulieren moet nog bij KB worden vastgesteld. Meer gedetailleerde informatie over deze steunmaatregel en de te vervullen voorwaarden vindt u terug in de FAQ die de fiscus heeft gepubliceerd op haar website: http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/personeel_en_loon/bedrijfsvoorheffing/vrijstellingen/investering_in_een_steunzone/ Bron: Wet van 24 maart 2015 houdende de aanpassing van titel 3 van de wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance en van de artikelen 275/8 en 275/9 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 aan de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, B.S. 2 april 2015. Onze kantoren zijn gesloten op vrijdag 1, donderdag 14, vrijdag 15 en maandag 25 mei 2015. Met vriendelijke groeten, Abante VZW, erkend sociaal secretariaat 990 Parklaan 44 2300 Turnhout Tel: 014 42 00 71 Fax: 014 42 04 34 disclaimer De verstrekte informatie wordt u op vrijwillige basis verleend. We proberen steeds de juridische actualiteit met de grootste aandacht en zorgvuldigheid te behandelen. Gelet op onze middelenverbintenis als sociaal secretariaat, wijzen we elke aansprakelijkheid af voor schade van welke vorm dan ook die voortvloeit uit het gebruik van de aangeboden informatie. De aangeboden informatie is uitsluitend bestemd voor informatievergaring. Openbaarmaking, vermenigvuldiging, verspreiding en/of verstrekking van de op deze website verstrekte informatie aan derden buiten onze wil om, is niet toegestaan. - 13 -