RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

Vergelijkbare documenten
3239e zitting van de Raad van de Europese Unie (ONDERWIJS, JEUGDZAKEN, CULTUUR EN SPORT), gehouden te Brussel op 16 en 17 mei 2013

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

8273/1/18 REV 1 dui/ass/sv 1 DG E 1C

13640/15 nes/ass/fb 1 DG E - 1C

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

Brussel, 6 november 2013 (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 15591/13 EDUC 414 AUDIO 106 TELECOM 279 PI 147 RECH 494

NOTA het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

13617/16 van/ons/sv 1 DG E 1C

Raad van de Europese Unie Brussel, 22 april 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 maart 2016 (OR. en)

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

8034/17 rts/pau/ln 1 DG E - 1C

Raad van de Europese Unie Brussel, 3 maart 2017 (OR. en)

8763/19 jwe/gra/sp 1 TREE.1.B

Alle delegaties gaan thans akkoord met de tekst van bovengenoemde conclusies van de Raad.

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

ZITTING OP MAANDAG 22 MEI 2017 (10:00 UUR)

13645/1/16 REV 1 ev 1 DG E 1C

NOTA het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Gezamenlijke conclusies van de Jeugdconferentie van de EU (Dublin, maart 2013)

ONTWERP- NOTULEN. van de 2185e zitting van de Raad (JEUGDZAKEN) gehouden te Brussel op 27 mei 1999

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 maart 2017 (OR. en)

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Raad van de Europese Unie Brussel, 3 november 2017 (OR. en)

9624/1/17 REV 1 nuf/cle/ln 1 DG E 1C

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 31 oktober 2012 (08.11) (OR. en) 15647/12 JEU 88 SOC 873 EDUC 319 CULT 138 RELEX 986

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 juni 2012 (02.08) (OR. en) 9927/12 LIMITE PV/CONS 25 EDUC 108 JEUN 43 CULT 78 SPORT 34

8808/19 van/gar/ev 1 TREE.1.B

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. bij de

8033/17 nuf/adw/sv 1 DG E 1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 april 2011 (29.04) (OR. en) 8064/11 JEUN 16 SOC 272

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN, I. INLEIDING

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

ONTWERP-NOTULEN Betreft: 2296e zitting van de Raad (Werkgelegenheid en Sociaal beleid), gehouden te Luxemburg op 17 oktober 2000

14354/16 nuf/ass/sl 1 GIP IB

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C

Uitdagingen voor jongeren en EU beleid

EU Ontwikkelingen op het terrein van EU sport

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

7875/15 nuf/las/as 1 DG E - 1C

14434/15 DUI/hw 1 DG E - 1 C

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

Punten ter bespreking (II) 2. Verordening plan voor de Noordzee Debriefing door het voorzitterschap over het resultaat van de trialoog

PUBLIC. Brussel, 6 juni 2002 (28.06) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6955/02 LIMITE PV/CONS 12 SOC 129

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 oktober 2004 (10.11) (OR. en) 13996/04 LIMITE JEUN 89 EDUC 211 SOC 512

WOENSDAG 5 DECEMBER 2007 (10.00 uur): WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID

6147/16 dau/cle/as 1 DG B 3A

8760/19 tin/van/ev 1 TREE.1.B

Milan Zver "Erasmus": het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport (COM(2018)0367 C8-0233/ /0191(COD))

NOTA het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

A8-0250/1. Ontwerpresolutie (artikel 170, lid 4, van het Reglement) ter vervanging van de nietwetgevingsontwerpresolutie

Hierbij gaat voor de delegaties het bovengenoemde tijdschema, voorgelegd door het voorzitterschap en het aantredend voorzitterschap.

9273/16 gar/zr/as 1 DG B 3A

Raad van de Europese Unie Brussel, 30 november 2016 (OR. en)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag..

1. Goedkeuring van de agenda

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 november 2014 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

Punten ter bespreking (II)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 december 2004 (03.01) (OR. fr) 15762/04 JEUN 94 EDUC 223 SOC 586

Tweede Kamer der Staten-Generaal

15312/16 NAF/ev 1 DG D 1B

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 februari 2016 (OR. en)

8801/1/19 REV 1 jwe/dep/fb 1 TREE.1.B

NAAR EEN EUROPA VOOR ALLE LEEFTIJDEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 november 2006 (24.11) (OR. en) 15258/06 SAN 240. NOTA het Comité van permanente vertegenwoordigers

14391/15 van/gys/hh 1 DGB 3B

17143/13 asd/hw 1 DPG

ONTWERPPROGRAMMA. Hoorzitting. De situatie van de grondrechten in de Europese Unie

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

9123/19 gar/gra/ev 1 TREE 1.B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 mei 2009 (19.05) (OR. en) 9976/09 PROCIV 77 JAI 302 COCON 15 RELEX 473 SAN 126 TELECOM 112 COHAFA 28

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2010 (06.05) (OR. en) 9018/10 JEUN 16 SOC 293. NOTA het secretariaat-generaal van de Raad

9452/16 dau/roe/sv 1 DG G 2B

Raad van de Europese Unie Brussel, 3 november 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 mei 2019 (OR. en)

15/01/2018. Leren in een. in erfgoedcontext. leren van/in/door kunst en cultuur. Programma. 16 januari 2018 Landcommanderij Alden Biesen

TREE.1 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0030 (COD) PE-CONS 55/19

8096/15 ons/cle/fb 1 DG E - 1 C

7370/11 van/lep/lv 1 DG G 2B

Het Comité van permanente vertegenwoordigers heeft op 27 mei 2009 overeenstemming bereikt over de tekst die in de bijlage gaat.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Begeleidend document bij de

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2003 (06.06) (OR. en) 8642/03 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2002/0303 (COD) EDUC 79 CODEC 518 OC 348

9638/17 mou/dep/sv 1 DG E 1C

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0299/59. Amendement. Marco Zanni, André Elissen, Stanisław Żółtek namens de ENF-Fractie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 mei 2004 (14.05) (OR. fr) 9458/04 OJ CONS 27 COMPET 71 RECH 89

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen pilot 2014-II

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 juni 2016 (OR. en)

9641/16 ons/zr/as 1 DGE 1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 januari 2006 (01.02) (OR. en) 5853/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0010 (CNS) SOC 42 ECOFIN 27

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4

Brussel, 27 februari 2007 (01.03) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6855/07 SOC 78

Transcriptie:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) / de Raad De jongeren van Europa: wat kan jongerenwerk van hoge kwaliteit voor bijdrage leveren aan de aanpak van de huidige uitdagingen? - Oriënterend debat (Openbaar debat overeenkomstig artikel 8, lid 2, ROR [voorstel van het voorzitterschap]) Na raadpleging van de Groep jeugdzaken heeft het voorzitterschap de bijgaande discussienota opgesteld, die als uitgangspunt zal dienen voor het oriënterend debat over het bovengenoemde onderwerp dat tijdens de zitting van de Raad Onderwijs, Jeugdzaken, Cultuur en Sport op 16-17 mei 2013 zal worden gehouden. 8578/13 ons/dau/fb 1

De jongeren van Europa: wat kan jongerenwerk van hoge kwaliteit voor bijdrage leveren aan de aanpak van de huidige uitdagingen? Discussienota van het voorzitterschap Europa's jongeren - een tijd van uitdagingen Er zijn vandaag 95,2 miljoen jongeren (tussen 15 en 29 jaar) 1 in de Europese Unie. Over het algemeen gaat het Europa's jongeren goed: zij maken actief gebruik van de werkgelegenheids-, opleidings-, onderwijs- en mobiliteitskansen die hun als jonge Europeanen worden geboden. Jongeren doen nog altijd aan actief burgerschap. De statistieken leren dat de helft van de jongeren in de EU het afgelopen jaar deel hebben genomen aan activiteiten van een jongerenorganisatie, vrijetijds- en/of sportclubs, en dat een kwart deelnam aan georganiseerd vrijwilligerswerk 2. Deze generatie jongeren staat echter ook voor ongekende uitdagingen. Over deze uitdagingen, onder meer jongerenwerkloosheid en een hoger armoederisico dan onder de algemene bevolking, is veel bekend. Reacties op EU-niveau op de economische en sociale situatie In alle lidstaten en op EU-niveau worden acties ondernemen om de gevolgen van de crisis voor jongeren op te vangen. Specifiek op jongeren gerichte maatregelen op EU-niveau zijn onder meer: Het werkgelegenheidspakket voor jongeren van de Europese Commissie (5 december 2012), gevolgd door de aanbeveling van de Raad tot invoering van een jongerengarantie (28 februari 2013) en het werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren binnen het meerjarig financieel kader 2014-2020 waarvoor 6 miljard euro is uitgetrokken. De conclusies van de Raad over investeren in onderwijs en opleiding - een reactie op de mededeling van de Europese Commissie Een andere kijk op onderwijs: investeren in vaardigheden voor betere sociaal-economische resultaten. 1 2 Situatie in 2011. Blz. 9, Rapport over EU-jongeren (Status of the situation of young people in the European Union), Werkdocument van de diensten van de Commissie, 10 september 2012. Ibid. 8578/13 ons/dau/fb 2

Het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van "ERASMUS VOOR IEDEREEN": het programma van de Unie voor onderwijs, beroepsopleiding, jeugd en sport, met een hoofdstuk over jongeren. Die maatregelen kunnen grote gevolgen hebben voor Europa's jongeren, hun kansen om hun volle potentieel te benutten en hun bijdrage aan de doelstellingen van Europa op het gebied van slimme, duurzame en inclusieve groei. Jongerenbeleid en de onderscheiden rol ervan Voor het jongerenbeleid is een specifieke rol weggelegd bij de departementen en instellingen overstijgende inspanningen om de veelzijdige uitdagingen aan te gaan waarmee jongeren geconfronteerd worden. Maatregelen in het kader van het jongerenbeleid, zoals die gestalte krijgen in het jongerenwerk, dragen bij aan de persoonlijke ontwikkeling en het welzijn van jongeren. Zij vullen maatregelen op het gebied van onderwijs en opleiding, werkgelegenheid, gezondheid en sociale inclusie aan, en vergroten het effect van dat beleid op het leven van jongeren. Dit wordt onderstreept in de EU-strategie voor jongeren, (2010-2018) waarin het belang benadrukt wordt van initiatieven voor jongeren en van het opnemen van een jongerenperspectief in andere beleidsgebieden. Met name worden jongerenwerk en niet-formeel leren genoemd als middelen die jongeren helpen ervaring en competenties op te doen die creativiteit en ondernemerschap bevorderen en de inzetbaarheid vergroten. Wat kwalitatief goed jongerenwerk aan jongeren biedt en hoe het tegemoet komt aan hun behoeften Jongerenwerk komt als beleidsmaatregel voor jongeren tegemoet aan de behoeften en interesses van jongeren. Kwalitatief goed jongerenwerk kent een ruim en gevarieerd aanbod van mogelijkheden voor niet-formeel leren, die jongeren vrijwillig kunnen benutten en die hun inzet, ontwikkeling en vooruitgang in alle aspecten van het leven stimuleren. Kwalitatief goed jongerenwerk biedt vrij toegankelijke mogelijkheden voor alle jongeren en meer gerichte steun voor risicojongeren. 8578/13 ons/dau/fb 3

Programma's en activiteiten in het kader van kwalitatief goed jongerenwerk brengen jongeren vaardigheden voor de eenentwintigste eeuw bij. Daartoe behoren transversale vaardigheden zoals leren leren, sociale en burgerschapscompetenties, zin voor initiatief, ondernemerschap en cultureel besef en culturele expressie. Door deze leerprocessen zijn jongeren in staat te participeren in hun gemeenschappen, de bredere samenleving, onderwijs en de arbeidsmarkt. Dat is met name van belang voor kansarme jongeren. Jongerenwerk heeft met name ervaring in het werken met alle jongeren en met jongeren die gemarginaliseerd kunnen raken. Jongerenwerk van goede kwaliteit kan jongeren bereiken die met andere beleidsmaatregelen niet bereikt kunnen worden en kan van bijzonder belang zijn voor jongeren die niet werken en geen onderwijs of geen opleiding volgen (NEET). Voor sommige van deze jongeren kan deelnemen aan jongerenwerkactiviteiten een grote stap zijn naar deelname aan meer formele ontwikkelings- en opleidingsprogramma's en aan werk. MINISTERIEEL DEBAT - Onmiddellijke en praktische respons Op Europees niveau hebben we een agenda afgesproken om kwalitatief goed jongerenwerk te stimuleren gericht op de ontwikkeling, het welzijn en de sociale insluiting van jongeren; en we hebben maatregelen afgesproken om de bijdrage ervan aan het verwezenlijken van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie te maximaliseren, met name op het gebied van werkgelegenheid en sociale insluiting. Tegen deze achtergrond wordt de kernvraag voor het ministerieel debat: Welke praktische maatregelen kunnen de ministers van Jeugdzaken onmiddellijk nemen opdat het potentieel voor kwalitatief goed jongerenwerk wordt benut om de uitdagingen waarmee Europa's jongeren thans worden geconfronteerd, beter het hoofd te kunnen bieden? Het voorzitterschap wil graag een stimulerend debat en zal daarom deze deskundigen uitnodigen om hun kijk op deze kernvraag te geven: Dr Massimiliano Mascherini, Head of Research, Eurofound, Dublin, Ireland. Dr John Bamber, Centre for Effective Services, Dublin, Ireland. 8578/13 ons/dau/fb 4

(Voorafgaand aan de zitting van de Raad in mei zullen een korte biografie van deze sprekers en indien mogelijk exemplaren van hun presentaties worden rondgedeeld.) De ministers wordt gevraagd vrijelijk informatie te geven en deel te nemen aan het debat, naar aanleiding van de presentaties door de gastsprekers en de bovenstaande kernvraag. Tevens worden de ministers aangespoord om, als zij dat wensen, aan het debat deel te nemen zonder iets voor te lezen, zodat er een interactief debat kan ontstaan. Alle ministers moeten een kans krijgen, en liefst meer dan één, om het woord te voeren en daarom wordt aanbevolen korte en bondige spreekbeurten (van niet meer dan twee minuten) te houden. Het voorzitterschap zal de externe sprekers verzoeken in te haken op het debat en te reageren op de opmerkingen van de ministers. Belangrijk onderdeel van dit debat wordt het vinden en omschrijven van kernboodschappen en resultaten die verder kunnen worden uitgewerkt. 8578/13 ons/dau/fb 5