Verhaal: Het spijt me, zei de oude houthakker tegen deze boom, maar jij bent nu toch echt aan de beurt. De oude boom telde haastig zijn ringen. Op één na waren het er tweehonderd. Treurig keek hij omlaag naar de houthakker met zijn bijl. Ja, jij bent de oudste en grootste boom in het bos, zei de houthakker, ík kan je niet langer laten staan! En vanonder zijn borstelige wenkbrauwen keek hij omhoog naar de boom. Maar opeens begon de houthakker te glimlachen. En zei: Ik zie het, vooruit, ik geef je nog een extra jaar. Wat was de boom blij. En die zomer genoot hij van de zon, van het licht, van alle leven om hem heen, de vogels die af en aan vlogen. En schuilden in de takken en bladeren. Van de kinderen die tikkertje speelden onder de boom. In de herfst bleef hij rechtop staan, terwijl de storm door het bos raasde. Zijn mooie roestbruine bladeren vielen een voor af. Maar hij stond rechter dan alle andere bomen in het bos. In de winter keek hij ademloos om zich heen, terwijl iedereen in het bos sliep. De witte sneeuw, rijp aan de bomen. Het spel van het zonlicht op de ijskristallen. En in de lente? Hij genoot van zijn nieuwe groene bladeren. En van al die vogels die nesten maakten in zijn takken tussen de bladeren. Hij genoot van het frisse water tussen zijn wortels. Het was lekkerder dan ooit. Al dat leven. En aan het eind van de lente hoorde hij de stem van de houthakker. Daar ben ik weer, zei de oude houthakker, het zit erop. Het is goed zo, zei de oude boom. En hij voelde zich gelukkig over het laatste jaar hem gegeven. Het was zijn mooiste jaarring. Het verhaal over Jozef gezongen en gelezen Zingen: lied 734 nav. Matt. 5: 1-11 Lieve mensen, in het bijzonder de gasten in ons midden, allen mogen we ons verbonden weten met elkaar
als gemeente van Jezus Christus Het verhaal dat ik zojuist heb verteld over de jaarringen is een bewerking van een verhaal dat ik heb gelezen op een rouwkaart. Het verhaal sprak tot mijn verbeelding. Ik kon me zo verplaatsen in de gedachten die beschreven worden over die boom. Want als je ziet, merkt dat jouw leven of dat van een van je geliefden ten einde loopt, door ziekte, door ouderdom, dan hebben de meesten vermoedelijk allemaal nog zo n wens als de boom: mag ik er nog een jaarring bij. Met andere woorden: mag ik nog een keer dit of een keer dat zien, horen, proeven! Ik hoor het vaak in het pastoraat. En er zijn ook televisieprogramma s over mensen die ongeneeslijk ziek zijn, en dat dan hun laatste wens wordt vervuld. Nog een keer naar de zee mogen, naar een pretpark, een korte vakantie, een familielid bezoeken of een geschil bijleggen. Het leert ons om de tijd je gegeven te benutten. Maar ook dat je kunt berusten net als bij de boom. Het is nu goed zo! Het leven kunt loslaten. En met berusting bedoel ik niet dat we het allemaal zomaar accepteren. Want natuurlijk willen wij onze geliefden het liefst bij ons houden. En zij bij ons blijven. Maar vaak is het zo, alhoewel niet altijd, maar vaak aan een overlijden een ziekteproces vooraf of men is oud. Zoals in het verhaal van Jozef. We hebben het hele verhaal over het leven van Jozef gezongen en gehoord.
Een leven gekenmerkt door vreugde, maar ook verdriet en onbegrip. Een leven dat groots eindigde, maar dat ging niet vanzelf. Ook Jozef heeft diep in de put gezeten. Nu hij zijn einde voelt naderen wil hij zaken regelen. God zal jullie hier weghalen en je brengen naar het land van onze voorouders. Maar beloof me, als God jullie terugbrengt, neem dan ook mijn lichaam mee! Natuurlijk is dit theologisch gezien een vooruitblik op het Exodusverhaal dat hierna komt. Over de uittocht uit Egypte naar het beloofde land. God zal dan voor jullie zorgen! Maar ik heb er deze week ook anders over nagedacht: Niet zozeer theologisch, maar als mens. Wat is het dat hij niet wil achterblijven in Egypte? Ik denk toch het begraven willen worden in je thuisland. Zoals we ook zongen: Als God ons thuisbrengt uit onze ballingschap. Je wilt als het ware terug in de schoot van je voorouders. Daar waar jij van oorsprong thuishoort. En nogmaals ik begrijp, dat het hier theologisch is bedoeld. Want er wordt tweemaal gezegd dat Jozef 110 jaar oud is. Een leeftijd die nog op één andere plek wordt genoemd in de Bijbel Bij Jozua, de man die het volk weer in het beloofde land brengt dwars door de rivier de Jordaan. Ook Jozua wordt 110 jaar oud. Maar als mens blijf ik het een mooie gedachte vinden terug te willen naar het land van oorsprong We zien het ook met vele medelanders van ons gebeuren die van oorsprong komen uit o.a. Turkije en Marokko en weer begraven willen worden in hun geboorteland. Zo is het ook mooi om te lezen dat Jozef zoveel vertrouwen stelt in God. God zal blijven omzien naar jullie. Hij zal zich jullie lot aantrekken. Want God wil de wereld omgekeerd zien. Dat lachen zullen zij die wenen,
dat wonen zal wie hier geen woonplaats heeft. En zoals Jezus zegt in de Bergrede: Die verdrietig zijn worden getroost. Die hongeren naar gerechtigheid zullen worden verzadigd. Zij die vrede brengen zijn de kinderen van God. Het zijn grote woorden in onze oren en als we naar de wereld van vandaag kijken, dan denk je misschien ook wel eens, waar is God eigenlijk in onze wereld? Of in mijn leven? Maar Jezus bedoelt met deze woorden: dat je gelukkig bent, als je niet altijd hoog van de toren blaast of de eerste viool wilt spelen. Als je je medemens ziet staan in zorg en verdriet. En dat ook jij jezelf durft te zijn, met al je tekortkomingen, gebreken, verdriet, angst en zorg. En dat is wat hier vanmorgen ook gebeurt. We kunnen niet heen om het verdriet in ons eigen leven, onze familie, ons dorp, de wereld. We zijn erdoor geraakt en daardoor kwetsbaar. Soms ook kwetsbaar door boosheid, dat het leven in jou ogen niet rechtvaardig is, door wat jou is overkomen. We delen hier ons verdriet: de namen zijn genoemd. Maar misschien heb je ook verdriet over iemand die elders is overleden het afgelopen jaar. Of iemand die je al veel langer moet missen en waarvan het gemis nog dagelijks merkbaar is. Het is goed dat de kerk een plek is, waar we vreugde en verdriet delen. Verdriet uitspreken naar elkaar en God. Verdriet dat ook kan voelen als de omgekeerde wereld. Want jij leeft nog met je verdriet, terwijl de mensen en wereld gewoon door raast.
De omgekeerde en gebroken wereld zoals de spiegel aangeeft in het symbolisch bloemstuk. Ons verdriet weerspiegelt in de kapotte stukken glas. En veelkleurige en verschillende bloemen die de verscheidenheid van de overleden mensen aangeeft. De broosheid en kwetsbaarheid van ons bestaan. Dat ondanks al ons wetenschappelijk onderzoek, waardoor mensen steeds langer leven toch ook de beperkingen van het leven kent. Onze sterfelijkheid en soms vraag je je ook af: Mag een mens ook nog gewoon sterven? In dat verdriet, in die kwetsbaarheid ziet God ons en spreekt ons aan. Op onze eigen kracht die we in ons hebben. Op de liefde, de hoop, aandacht en licht die je ook mag en kunt geven aan een ander. Verdriet kun je niet ontlopen, maar in je diepste verdriet ligt ook je kracht, omdat je weet dat je verder moet. Troost dat je mag vertrouwen dat onze overledenen terug zijn bij de bron van het leven Levend in het Licht bij God. Mag dat voor ons licht zijn in onze eigen duisternis. Vandaag, morgen en alle dagen die komen. Amen