Beleidsregels Reïntegratie WWB Met intrekking van de bepalingen 2.2. en 2.3. per 1 juli 2008
Beleidsregels Reïntegratie WWB van de gemeente Hulst Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst (hierna: het college) gelet op artikel 7, 8, 9 en 10 van de Wet werk en bijstand de Reïntegratieverordening WWB het Beleidsplan Reïntegratie Wet werk en bijstand stelt vast de volgende Beleidsregels Reïntegratie WWB van de gemeente Hulst ALGEMEEN 1 Definities In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. gemeente: de Gemeente Hulst; b. burgemeester en wethouders: het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst; c. uitkeringsgerechtigde: degene die periodieke uitkering voor levensonderhoud ontvangt op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), de wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) of de Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) van de gemeente Hulst; d. vrijwilligerswerk: het verrichten van arbeid op vrijwillige basis, waarvoor normaliter geen beloning wordt ontvangen van de werkgever, genoemd onder e; e. werkgever: een vereniging, stichting, instelling of ander rechtspersoon zonder winstoogmerk die voor de financiering geheel is aangewezen op bijdragen van leden en/of subsidies van de overheid en die als doelstelling heeft het verrichten van onbetaalde maatschappelijk nuttige activiteiten; g. Centrum voor Werk en Inkomen Centrum voor Werk en Inkomen zoals genoemd in artikel 24 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk in inkomen (SUWI).
2 Voorzieningen 2. 1 Vergoeding vrijwilligerswerk Voorwaarden a. Voor een vergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk komt in aanmerking de uitkeringsgerechtigde die is vrijgesteld van arbeidsverplichtingen, die vrijwilligerswerk verricht bij een werkgever als genoemd in onderdeel 1 sub e. b In tegenstelling tot bovenstaande kan ook de uitkeringsgerechtigde die alleen de verplichting tot inschrijving bij het CWI werd opgelegd in aanmerking komen voor een vergoeding. c. Gehuwden kunnen ieder afzonderlijk in aanmerking komen voor een onkostenvergoeding vrijwilligerswerk. c. Het college stelt als maximale onkostenvergoeding vast het bedrag genoemd in artikel 31, lid 2 onder k van de WWB. d. Het college verstrekt als onkostenvergoeding een bedrag naar rato van het aantal vrijwillig gewerkte uren. En wel als volgt: 1. minder dan 10 uren per maand: geen vergoeding; 2. tussen de 10 en de 20 uren per maand: 1/3 van het maximale bedrag per maand; 3. tussen de 20 en 30 uren per maand: 2/3 van het maximale bedrag per maand; 4. meer dan 30 uren per maand: het maximale bedrag per maand. Aanvraag en betaling a. Voor het aanvragen van een vergoeding vrijwilligerswerk kan gebruik worden gemaakt van het daartoe aangewezen aanvraagformulier. b. De aanvraag moet binnen acht weken na de datum aanvang van vrijwilligerswerk worden ingediend. c. Betrokkene dient na afloop van het kwartaal voor iedere maand een verklaring van zijn/haar werkgever overleggen waaruit blijkt hoeveel uren gewerkt zijn. d. Voor de verantwoording kan gebruik worden gemaakt van een daartoe aangewezen verantwoordingsformulier. e. Betaling geschiedt één keer per kwartaal achteraf. f. Door de werkgever vergoede onkosten worden op de onkostenvergoeding in mindering gebracht. 2. 2 Werkaanvaardingspremie Ingetrokken per 1-7-2008. Hiervoor in de plaats gelden de Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz. 2.3 Loonkostensubsidie Ingetrokken per 1-7-2008. Hiervoor in de plaats gelden de Beleidsregels Loonkostensubsidie Wwb, Ioaw en Ioaz.
2.4 Werken met behoud van uitkering Voorwaarden: Dit instrument kan worden ingezet als onderdeel van een traject gericht op werk en wordt vastgelegd in trajectcontract en/of beschikking. In beschikking / trajectcontract wordt o.m. opgenomen doel, taak van betrokkene, periode, aantal uren, begeleiding; Inspanningsverplichtingen mogen wel opgenomen worden, productie-eisen niet. De plaatsing mag concurrentieverhoudingen niet verstoren en er mag geen verdringing plaatsvinden. In dit kader vindt er onderzoek plaats of er in een half jaar voorafgaande aan de plaatsing geen ontslag heeft plaatsgevonden voor dezelfde werkzaamheden. 2.5 Persoonsgebonden reïntegratiebudget Voorwaarden: a. Voor het verstrekken van een persoonsgebonden budget komen in aanmerking de doelgroepen genoemd in artikel 1 lid 1 onder a en d van de Reïntegratieverordening WWB en de doelgroep WIW/ID-ers. b. Voor het verstrekken van een persoonsgebonden budget hanteert het college een maximum bedrag van 5.000,00 per kalenderjaar, tot een maximum van 3 kalenderjaren. c. In uitzonderingsgevallen kan een bedrag genoemd in onderdeel b verhoogd worden tot maximaal 7.500,00 per kalenderjaar, indien de cliënt kan aantonen dat voor plaatsing op de arbeidsmarkt een hoger bedrag nodig is. Het bewijs hiervoor kan bijvoorbeeld bestaan uit een intentieverklaring van een werkgever om betrokkene na het voltooien van een opleiding in dienst te nemen. d. Vergoeding van onkosten kan plaatsvinden nadat nota s en kwitanties ingediend zijn bij de gemeente en betrokkene aan de overige opgelegde voorwaarden heeft voldaan. 3 Beleid Algemeen geaccepteerde arbeid Sinds het in werking treden van de Wet werk en bijstand dient de gemeente zelf vast te stellen wat onder algemeen geaccepteerde arbeid wordt verstaan en hoe met dit begrip wordt omgegaan. De gemeente Hulst formuleert het begrip algemeen geaccepteerde arbeid als volgt: alles is passend, inclusief parttime werk, tijdelijk werk en seizoensarbeid. Om het werk te kunnen bereiken is een uur reistijd enkele reis aanvaardbaar; gewetensbezwaren worden bij de beoordeling of arbeid algemeen geaccepteerd is, meegenomen; de zorg voor kinderen of anderen kan een belemmering zijn, maar de gemeente streeft ernaar alle middelen in te zetten om deze belemmering op te heffen. 4 Ontheffingenbeleid De gemeente kan op diverse gronden overgaan tot het verlenen van ontheffing van de verplichting tot arbeidsinschakeling: a. Medisch b. Psychisch c. Medisch/psychisch d. Zorg voor kind/inwonende bloed- en aanverwanten e. Langdurig ontbreken van arbeidsmarktperspectief. De ontheffing kan geheel of gedeeltelijk zijn en kan blijvend of tijdelijk zijn.
Sub a tot en met c Ontheffing om medische en/ of psychische redenen Voordat de gemeente tot ontheffing van arbeidsverplichtingen op grond van a tot en met c overgaat, laat zij een onafhankelijk diagnostisch onderzoek uitvoeren. De onafhankelijkheid betekent dat een verklaring van de eigen huisarts en/of behandeld specialist onvoldoende is om tot ontheffing over te gaan. Het diagnostisch onderzoek kan een lichamelijk of psychisch onderzoek of combinatie van beiden omvatten. Het bedrijf dat het diagnostisch onderzoek uitvoert neemt meestal contact op met de huisarts en/of behandelend specialist. Indien uit het diagnostisch onderzoek blijkt dat er blijvend geen perspectief meer is op arbeidsinschakeling wordt blijvend ontheffing van de arbeidsverplichting verleend. Indien uit het onderzoek blijkt dat er tijdelijk geen perspectief is op arbeidsinschakeling, verleent de gemeente een tijdelijke ontheffing van de verplichting tot arbeidsinschakeling voor de periode zoals die uit het diagnostisch onderzoek blijkt. Indien geen duidelijke termijn blijkt uit het diagnostisch onderzoek volgt heroverweging na 1,5 jaar. Sub d Ontheffing omwille van zorg voor kinderen / inwonende bloed- en aanverwanten Als passende kinderopvang beschikbaar is, verleent de gemeente geen ontheffing van de arbeidsverplichting aan de uitkeringsgerechtigde ouder. Bij het onderzoek naar passende kinderopvang kan de uitkeringsgerechtigde worden gevraagd of er wellicht in de sociale omgeving (grootouders, buren, bevriende relaties ed.) een mogelijkheid is om kinderopvang te realiseren. Indien slechts gedeeltelijk opvang en/of professionele opvang mogelijk is, verleent de gemeente gedeeltelijke/gehele tijdelijke ontheffing van de arbeidsverplichting. Onder professionele opvang voor kinderen wordt verstaan een kindercentrum dat voldoet aan de wettelijke eisen. Uitkeringsgerechtigden, die ingevolge een door burgemeester en wethouders erkende zorgtaak hebben voor inwonende zieke en/of anderszins hulpbehoevende bloed- dan wel aanverwanten, kunnen een beroep doen op gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot arbeidsinschakeling, voor zolang genoemde erkende zorgtaak bestaat. Inwonende bloed- en aanverwanten kunnen zodanig hulpbehoevend zijn, dat het ontbreken van zorg sociaal en medisch onverantwoord moet worden geacht. De duur van de ontheffing is gelijk aan het bestaan van de zorgplicht en is, indien aan de orde, in principe tijdelijk. Als het niet reeds op een andere wijze is aangetoond, dient het bestaan, de omvang en de duur van de zorgplicht uit een sociaal/medisch onderzoek te blijken. Sub e Ontheffing wegens langdurig ontbreken van arbeidsmarktperspectief De gemeente zal restrictief omgaan met het verlenen van ontheffing wegens langdurig ontbreken van arbeidsmarktperspectief. Niettemin zijn er situaties denkbaar waarin het blijven vasthouden aan de arbeidsverplichting niet zinvol (meer) is. Hiervan kan sprake zijn indien meerdere externe partijen zoals bijvoorbeeld CWI, reïntegratiebedrijven, uitzendbureaus, arbeidsinschakeling niet mogelijk achten. De werkgelegenheidssituatie kan hierbij een rol spelen. Het college neemt uiteindelijk een zelfstandig besluit. 5 Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen afwijken de bepalingen in deze beleidsregels, indien onverkorte toepassing zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid.
Toelichting 2. 1 Vergoeding vrijwilligerswerk In de Reïntegratieverordening WWB is in artikel 15 de mogelijkheid opgenomen om een onkostenvergoeding te verstrekken voor het verrichten van vrijwilligerswerk. In deze beleidsregels worden nadere regels gesteld voor een periodieke vergoeding. Het maximale bedrag vrijwilligerswerkvergoeding komt overeen met het voor de belastingwetgeving maximaal mogelijke bedrag zoals genoemd in artikel 7 onderdeel h van de ministeriële regeling genoemd in artikel 32 lid 2 sub k van de WWB. 2. 2 Werkaanvaardingspremie Ingetrokken per 1-7-2008. 2.3 Loonkostensubsidie Ingetrokken per 1-7-2008 2.4 Werken met behoud van uitkering Het werken met behoud van uitkering is in het Beleidsplan Reïntegratie WWB gedifferentieerd in tijd. De maximale periode is afhankelijk van het traject dat de uitkeringsgerechtigde volgt. Ten einde meer maatwerk mogelijk te maken wordt dit onderscheid nu losgelaten. Zodra betrokkene in een traject is opgenomen kan gesteld worden dat dit traject uiteindelijk gericht is op werk. De maximum termijn voor werken met behoud van uitkering wordt nu voor iedere uitkeringsgerechtigde beperkt tot maximaal 18 maanden. De individueel vast te stellen termijn is bij voorkeur zo kort mogelijk. De onderscheiden categorieën zoals opgenomen in het Beleidsplan Reïntegratie WWB gemeente Hulst komen hiermee te vervallen. Anderzijds worden de rechten van de uitkeringsgerechtigden beschermd met het opnemen van een aantal voorwaarden. Voor een deel waren deze reeds opgenomen in het Beleidsplan Reïntegratie WWB. 2.5 Persoonsgebonden reïntegratiebudget In aanvulling op de Reïntegratieverordening WWB wordt het verstrekken van een persoonsgebonden budget beperkt tot de doelgroepen genoemd in artikel 1 lid 1 onder a en d van de Reïntegratieverordening WWB, toegevoegd wordt de doelgroep WIW/ID-ers. In het Beleidsplan Reïntegratie WWB was een budgetplafond opgenomen van 10.000,00. Dit wordt nu losgelaten. 3 Beleid Algemeen geaccepteerde arbeid De omschrijving van het beleid hoe de gemeente wenst om te gaan met het begrip Algemeen geaccepteerde arbeid zoals hier opgenomen was onderdeel van het Beleidsplan Reïntegratie WWB. Nu het Beleidsplan Reïntegratie WWB zoals vastgesteld in 2004 vervalt door vaststelling van de nota Reïntegratiebeleid, de nota Nieuw Perspectief en de nota Samen Werken aan Werk, bestaat de noodzaak eerder vastgesteld beleid op te nemen in de huidige beleidsregels. De eenduidigheid van werken in de toekomst wordt hiermee geborgd.
4 Ontheffingenbeleid De omschrijving van het Ontheffingenbeleid zoals hier opgenomen was onderdeel van het Beleidsplan Reïntegratie WWB. Nu het Beleidsplan Reïntegratie WWB vervalt door vaststelling van de nota Reïntegratiebeleid, de nota Nieuw Perspectief en de nota Samen Werken aan Werk, bestaat de noodzaak eerder vastgesteld beleid op te nemen in de huidige beleidsregels. De eenduidigheid van werken in de toekomst wordt hiermee geborgd.