[Uitzending 45 Gen. 38: 1 t/m 39:2]

[Uitzending 45 Gen. 38: 1 t/m 39:2] Op het eerste gezicht lijkt Gen.38 een vreemde eend in de bijt. Het lijkt geen enkele relatie te hebben met de geschiedenis van Jozef. Wanneer het hoofdstuk zou worden weggelaten sluiten Gen.37:36 naadloos aan bij Gen. 39:1. Hoort dit hoofdstuk hier wel thuis? Er komt nog bij dat Gen.38 nu niet direct een hoogtepunt uit de Bijbel kan worden genoemd. Het geeft ons wel enige achtergrond met betrekking tot de stam van Juda. De stam waaruit de Here Jezus voortgekomen is. Dat verklaart ook waarom het belangrijk is dat deze geschiedenis in de Bijbel staat. Op het moment van de geschiedenis uit Gen.38, is Jozef in Egypte verkocht aan Potifar. Gen.38 geeft ook aan dat Jozef een lange tijd gescheiden is geweest van zijn familie. Want in de tussentijd is Juda getrouwd en zijn ook zijn zonen opgegroeid en getrouwd. Als we een aantal hoofdstukken uit Genesis vergelijken (Hfdst. 37, 41 en 45) dan hebben de gebeurtenissen in Gen.38 in een tijdsperiode van 22 jaar plaatsgevonden. De geschiedenis past ook op deze plaats in het boek Genesis. Het grijpt terug naar het voorgaande en wat er verder nog komt in Genesis. Bovenal moeten we niet vergeten dat het boek Genesis de geschiedenis van Jozef heeft ingeleid als de geschiedenis van Jacob! (Gen.37:2). Nadat Simeon, Levi en Ruben hebben verzaakt komt Jozef naar voren. Maar Jozef is nu ook verdwenen en dan komt Juda in het centrum te staan. In Gen.38 lees je namen van Juda, Tamar, Peres en Zerach. Als die namen u bekend voorkomen, dan is dat vast omdat u ze in het eerste hoofdstuk van het evangelie naar Mattheüs hebt gelezen. Ze komen voor in de stamboom van de Here Jezus Christus. Dat is verbazend. Onze Here kwam uit een zondige familie. Hij is in alle opzichten geworden zoals wij, met uitzondering van de zonde. Hij kwam in die menselijke lijn, waar iedereen gezondigd had en tekort kwam aan Gods heiligheid en heerlijkheid. Jacob heeft vaak geen vreugde beleeft aan zijn kinderen. Het lijkt wel alsof al zijn zonen probleemkinderen waren, met uitzondering van Jozef en Benjamin. TTB NL TWR CW 1

Ook Jozef had hem geen vreugde gebracht. Het hart van Jacob was gebroken door de verdwijning van zijn zoon Jozef. Het laat ook zien dat Jacob teveel tijd heeft besteed om in Paddam Aram rijk te worden. Daar had hij meer tijd moeten nemen om zijn zonen te onderwijzen en op te voeden. Wel een heel verschil met Abraham. Weet u nog dat de Here God van Abraham zei: Ik heb hem uitgekozen. Zijn kinderen en verdere nakomelingen zullen mijn naam in ere houden, zodat Ik hun alles kan geven wat Ik heb beloofd. (Gen. 18:19). Jacob deed dat niet. Hij had het zo druk met het tevreden stellen van oom Laban, dat hij weinig tijd voor zijn kinderen had. Dat is triest, want het lijkt erop dat elk van zijn kinderen betrokken raakt bij zondige praktijken. Tenslotte, ik denk dat er nog een reden is waarom Genesis 38 in het Woord van God staat. We gaan met Jozef verder in het land Egypte daar begint het volgende hoofdstuk mee. God zendt Jozef vooruit als we terugkijken op het leven van Jozef dan is dat duidelijk te zien. De gebeurtenissen in zijn leven blijken geen toeval te zijn. Geen samenloop van omstandigheden. Jozef maakt de weg klaar voor de kinderen van Israël om in Egypte te komen. Dat zou hun leven redden van de hongersnood in Kanaän. Het zou hen ook tijdelijk uit het land Kanaän halen. Weg van de vreselijke Kanaänieten. In Egypte moesten ze in afzondering leven, in het land Gosen. Als Jacob en zijn familie in Kanaän waren gebleven, dan zouden zij zijn afgezakt tot de diepte van de Kanaänieten. Genesis 38 laat de noodzaak zien dat de familie van Jacob weg moest uit de invloedsfeer van de Kanaänieten. Genesis 38 vers 1 en 2: In deze tijd scheidde Juda zich af van zijn broers en trok naar Adullam, waar hij een vriend kreeg, Chira genaamd. Hij ontmoette daar een Kanaänitisch meisje en trouwde met haar. Zij was de dochter van Sua. Kort nadat Jozef is verkocht verlaat Juda zijn broers. Dit kan alleen met toestemming van zijn vader zijn gebeurd. TTB NL TWR CW 2

Om in zijn levensonderhoud te voorzien heeft hij waarschijnlijk een deel van de kudde meegekregen. Juda trekt weg van zijn broers. Waarom, wordt niet gezegd. Juda sluit zich aan bij de Kanaäniet Chira in Adullam. Ongeveer 16 km ten noordwesten van Hebron. In de grondtekst staat dat hij afdaalde naar Adullam. Adullam ligt 600 m. lager dan Hebron. Het is onduidelijk of Juda als vreemdeling intrekt bij Chira of dat hij als schapenboer een belangen gemeenschap met hem aangaat. De onderneming is blijkbaar tijdelijk geweest, want jaren later, na de geboorte van de tweeling van Tamar, blijkt Juda weer deel uit te maken van de familie (Gen.43:3 en 8). Wanneer Juda eenmaal in Adullam woont ziet hij er een mooie Kanaänitische vrouw en krijgt een affaire met haar. Hij trouwt met haar. De combinatie van de woorden hij zag hij nam haar heeft in het Bijbelboek Genesis de bijklank van ongeoorloofd of onwettig nemen. Het suggereert dat de keuze van Juda voortkomt uit lust. Ook het feit dat de naam van de vrouw niet wordt genoemd, kan in dezelfde richting wijzen. Genesis 38 vers 3 t/m 5: Zij woonden in Chezib en kregen drie zonen: Er, Onan en Sela. Hun moeder had hun namen gegeven, uitgezonderd Er, die had zijn naam van zijn vader gekregen. Juda kreeg 3 zonen. De eerste heet Er (en betekent: de waakzame), de tweede Onan (en betekent: de sterke) en de derde heet Sela (de betekenis van zijn naam is onzeker). Op het moment dat Sela wordt geboren is Juda in Chezib 5 km. ten zuidwesten van Adullam. Genesis 38 vers 6: Toen zijn oudste zoon Er opgroeide, regelde Juda een huwelijk voor hem met een meisje, dat Tamar heette. Nu verschijnt Tamar op het toneel. Haar naam betekent dadelpalm, een symbool van vruchtbaarheid. Zij komt via de familielijn van Juda in de stamboom van de Here Jezus Christus terecht. Deze Jezus Christus die gekomen is om Zijn volk te redden van hun zonden (Matth.1:21). Luisteraar, in Gen.38 zien we een stukje van dat volk. Een volk van zondaars. Een volk dat liever eigen wegen gaat en niet wil luisteren naar het woord van de Here God.. TTB NL TWR CW 3

Genesis 38 vers 7 t/m 10 Maar Er was een slecht mens en de HERE doodde hem. Toen zei Juda tegen Ers broer, Onan: Jij moet met Tamar trouwen, zoals de wet dat voorschrijft aan de broer van een dode. De zonen, die zij van jou krijgt, zullen Ers erfgenamen zijn. Maar Onan zat helemaal niet te wachten op een kind, dat hij nooit het zijne zou kunnen noemen. Hij trouwde wel met Tamar, maar elke keer dat zij met elkaar sliepen, verspilde hij zijn zaad, zodat zij geen kind kon krijgen dat aan zijn broer behoorde. Dat was echter zonde in de ogen van de HERE en Hij doodde ook Onan. Het doet denken aan onze tijd, waarin seks zo n grote rol speelt. Tamar wordt een kinderloze weduwe en volgens de gewoonte van die dagen mag ze verwachten dat haar zwager met haar trouwt. Juda laat zijn zoon Onan met haar trouwen. Onan wil zijn vader wel gehoorzamen maar zijn overleden broer geen nakomelingschap geven. Onan wil Tamar wel voor de seks maar er komt geen nakomeling van Er komen. Maar, de Here God ziet ook in het verborgene. Ook het gedrag van Onan is slecht in de ogen van de Here en Onan sterft. Na de dood van zijn tweede zoon wordt Juda bang. Juda denkt, straks ben ik al mijn kinderen kwijt. Nee, Sela is nog te jong om te trouwen en Tamar moet maar tijdelijk naar haar vader gaan, totdat Sela volwassen is. Gen.38 vers 11: Toen zei Juda tegen zijn schoondochter Tamar dat ze niet moest hertrouwen, maar teruggaan naar haar ouders. Als Juda s jongste zoon Sela oud genoeg was, kon die met de weduwe van zijn oudere broers trouwen. Hij was eigenlijk niet van plan Sela met haar te laten trouwen, want hij was bang dat Sela dan ook zou sterven. Zo ging Tamar terug naar haar ouderlijk huis. Tamar gaat terug naar huis maar na verloop van tijd merkt zij dat Juda niet van plan is om Sela aan haar te geven. Gen.38 vers 12: Na verloop van tijd stierf Juda s vrouw. Na de rouwtijd gingen Juda en zijn vriend Chira, de Adullamiet, naar Timna om toezicht te houden op het scheren van de schapen. TTB NL TWR CW 4

De afspraak van Juda met Chira houdt verband met de schapen. Ze waren bezig om de schapen te scheren en moeten samen een geweldige kudde hebben gehad. Juda maakt zich op voor het jaarlijkse schaapscheerders feest en gaat ernaartoe om te scheren. Ondertussen heeft Tamar al een hele tijd thuis gewacht. Ze trekt de conclusie dat Juda niet van plan is om Sela met haar te laten trouwen. Gen.38 vers 13 en 14: Toen iemand Tamar vertelde dat haar schoonvader naar Timna was vertrokken voor het schaapscheren en zij zich realiseerde dat Juda haar nooit met Sela zou laten trouwen, ook al was die nu volwassen, deed ze haar weduwenkleding uit en bedekte haar gezicht met een sluier. Zo vermomd ging zij zitten bij de toegangsweg naar Enaim, langs de weg naar Timna. Sela was de derde zoon van Juda. Tamar merkt dat Juda niet van plan is haar de vrouw van Sela te laten worden en daarom komt ze in actie. Ze doet haar weduwenkleding uit en gaat aan de kant van de weg zitten. Haar gezicht is bedekt. Hoewel de tekst niet duidelijk zegt dat Tamar zich als hoer heeft verkleed, is haar optreden toch zodanig dat Juda wanneer hij haar ziet direct denkt dat zij een publieke vrouw is. Gen. 38 vers 16: Hij kwam op haar af en stelde haar voor met hem te slapen, niet wetend dat zij zijn eigen schoondochter was. Wat betaalt u mij daarvoor? vroeg zij. Hier zien we wie Juda is. Er volgt nu een wonderlijke dialoog. Geen inleidend gesprek, Juda komt direct ter zake en stelt haar voor met hem te slapen. Tamar reageert hierop als een doorgewinterde zakenvrouw en vraagt wat ze ervoor krijgt. Juda belooft haar een geitenbokje te sturen, waarop Tamar hem om een onderpand vraagt: zegel, snoer en staf. Gen.38 vers 17 en 18: Ik zal u een jonge geit uit mijn kudde sturen, beloofde hij. Kunt u mij een onderpand geven, zodat ik zeker weet dat u die geit zult sturen? wilde zij weten. Welk onderpand zou u willen hebben? informeerde hij. Uw zegelring en uw wandelstok, antwoordde zij. Die gaf hij haar. Daarna liep hij met haar mee en zij sliepen met elkaar. Zo raakte zij in verwachting. TTB NL TWR CW 5

Genesis 38 vers 19 en 20: Hierna deed zij haar sluier af en trok ze haar weduwekleding weer aan. Juda vroeg zijn vriend Chira haar de jonge geit te bezorgen en het onderpand mee terug te nemen. Maar Chira kon haar niet vinden! Juda stuurt zijn vriend Chira naar de stad. Hij doet navraag maar dat loopt op niets uit. Genesis 38 vers 21 t/m 24: Hij deed navraag bij de mannen van de stad: Waar woont die prostituee die hier langs de weg zat? Wij hebben hier nooit een publieke vrouw gehad, antwoordden zij. Chira ging terug naar Juda en vertelde hem dat hij haar nergens kon vinden en wat de mannen van Enaim hadden gezegd. Nou, laat ze die spullen dan maar houden! riep Juda uit. Wij hebben ons best gedaan. Iedereen zou ons uitlachen als we nog eens teruggingen. Ongeveer drie maanden later hoorde Juda dat zijn schoondochter Tamar in verwachting was, waarschijnlijk door prostitutie. Breng haar naar buiten en verbrand haar, schreeuwde Juda. Juda eist de doodstraf voor Tamar. De dubbele moraal van Juda laat zien waarom God zijn volk wil weg hebben uit de invloedsfeer van de Kanaänieten. Zijn volk neemt gedrag en gewoonten over van de Kanaänieten. Ze vallen in zonden en doen niet wat Hij hen heeft gezegd. Daarom wil de Here hen uit dit land naar Egypte brengen. Daar wil Hij hen afscheiden en apart zetten in het land Gosen om hen uit deze verschrikkelijke invloedsfeer weg te halen. Deze geschiedenis laat de noodzaak er van zien. Juda gedraagt zich op een manier die niet bij God past en ook niet bij Zijn volk. Waar het ook om gaat is dat Juda zelf heel vlot is om de zonde van een ander te zien, maar die bij zichzelf niet. Ook vandaag is dat nog zo. De splinter in het oog van een ander zien we vaak wel maar de balk in ons eigen oog niet! De aanklacht tegen Juda is een dubbele aanklacht. Juda weet zelf dat zijn gedrag niet correct is. Want uit vers 23 blijkt dat hij bang is door de Kanaänitische publieke opinie bespot te worden. Daarnaast weet hij dat er volgens TTB NL TWR CW 6

Kanaänitisch gewoonterecht op gemeenschap met een schoondochter de doodstraf staat. Wij denken wel eens dat we vandaag aan de dag de meest bizarre dingen horen en zien. Vooral op seksueel gebied. Maar luisteraar, al eeuwenlang kennen oude volken seksuele vrijheden en vormen van tempelprostitutie waar de meesten nog nooit van gehoord hebben. Het is een deel van het heidendom. Het is ook de reden dat volken die zich zo hebben verlaagd geoordeeld zijn en van het wereldtoneel zijn verdwenen. Er zijn geen Kanaänieten meer. Ze zijn weg. God heeft hen geoordeeld. Het zou een waarschuwing voor elk mens moeten zijn. Toch lijkt het erop dat velen deze boodschap niet ter harte nemen ook onder christenen niet! Wie kan er nog genieten van het mooie dat God geeft tussen een man en een vrouw. Als gemeenschap tussen man en vrouw niet meer is dan alleen het hebben van seks met elkaar en gericht is op eigen genot en bevrediging. Dan is de liefde ver te zoeken en viert het egoïsme van de natuurlijke mens hoogtij en voert mensen steeds verder weg van God. Juda schreeuwt dat Tamar op de brandstapel moet en Tamar wordt bij haar schoonvader gebracht. Gen.38v.25: Maar toen zij werd meegenomen, liet Tamar een boodschap naar haar schoonvader sturen: De eigenaar van deze zegelring en deze wandelstok is de vader van mijn kind. Herkent u ze? Juda wilde Tamar laten verbranden. Maar zij zei: Ik wil graag dat u weet wie de vader van het kind is; de man die eigenaar is van de dingen die ik u laat zien, dat is de vader. Juda keek ernaar en moet toegeven dat ze van hemzelf zijn. Genesis 38 vers 26: Juda gaf toe dat de zegelring en de wandelstok van hem waren en zei: Zij staat meer in haar recht dan ik, want ik heb mijn belofte, dat zij met mijn zoon Sela mocht trouwen, niet gehouden. Maar hij trouwde toch niet met haar. TTB NL TWR CW 7

Tamar, die door haar schoonvader groot onrecht werd aangedaan toen hij haar Sela onthield, heeft gevochten voor haar recht. Dit recht wordt nu door Juda erkend. Ik neem aan dat Juda met Tamar is getrouwd, hoewel expliciet wordt gezegd dat hij geen gemeenschap meer met haar heeft gehad. Het woord trouwen in vers 26 kan op het verkeerde been zetten. In de grondtekst staat gemeenschap. Dat Juda geen gemeenschap meer met Tamar heeft gehad betekent niet zondermeer dat hij haar niet heeft getrouwd. Omdat het kinderen van Juda zijn, ligt het voor de hand dat Tamar weer bij Juda is komen wonen. Laten we even een pas op de plaats maken voor een toepassing. Herinnert u zich dat al deze dingen zijn opgeschreven om ons te onderwijzen. Het zijn voorbeelden voor ons. Tegenwoordig wordt vaak gezegd dat als je met iemand in gesprek wilt gaan, moet je afdalen naar hun niveau. Eigenlijk ben ik het daar niet mee eens. De Here God heeft om te getuigen of te spreken, nooit zo n methode gebruikt. De Here heeft altijd, onder alle omstandigheden, van zijn volk gevraagd dat ze op een hoog en verheven niveau zouden leven en spreken. De Here God heeft nooit gevraagd aan Zijn boodschappers om af te dalen en in gesprek te gaan! God heeft hen gevraagd om Zijn boodschap door te geven. Dat vraag de Here vandaag ook van ons! Ik ben er ten volle van overtuigd dat wanneer Gods volk Zijn Woord uitdeelt en een leven leidt in overeenstemming met het Evangelie, dat de Here dat getuigenis zal zegenen! Zijn Woord zal nooit leeg tot Hem terugkeren. Er zijn vandaag aan de dag predikanten en voorgangers, die erg bang zijn dat ze mensen kwijtraken. Ze proberen van alles om de mensen bij de kerk te houden en naar de kerk te trekken. Zeker een goede zaak. Maar er zal geen zegen op rusten als er water bij de wijn wordt gedaan. Wij mogen de boodschap van God niet aanpassen, halveren of uitbreiden naar onze inzichten. Sommigen hebben op dat gebied ook inderdaad problemen. De Here heeft ons nooit gevraagd om compromissen te sluiten. Hij vraagt ons wel om Zijn Woord te brengen ongeacht de grootte van onze kerk of gemeente. TTB NL TWR CW 8

Het doet mij denken aan een oude professor. Hij was met emeritaat. In de volksmond is dat een dominee die met pensioen is. Hij had altijd volle kerken getrokken en zijn colleges waren boeiend en leerzaam. Op een keer was hij uitgenodigd om een aantal Bijbelstudies te geven in klein dorpje ergens in Nederland. De eerste bijeenkomst werd gehouden op een regenachtige avond. Er kwamen maar een paar mensen luisteren. De dominee van de kerk die de professor had uitgenodigd had het gevoel dat hij zich moest verontschuldigen. Hij zei tegen de professor dat het hem speet dat er maar zo weinig mensen waren gekomen om te luisteren, een man van uw kaliber. De professor antwoordde: Onze Heiland sprak vaak maar voor 12 mensen en Hij klaagde er nooit over. Wie ben ik dan dat ik zou mopperen over een klein aantal? Het is een les voor vandaag. Wij denken ook vaak in aantallen. Is anders God er niet bij? Misschien heeft de Here u of jou geroepen om tegen een paar mensen te getuigen. Hoeveel of weinig het er ook zijn: als u het Woord van God doorgeeft, zal dat resultaat hebben. Het Woord van God is krachtig en zal nooit leeg terugkeren. Genesis 38 vers 27 t/m 30: Het moment van de bevalling brak aan en Tamar kreeg een tweeling. Bij de geboorte bond de vroedvrouw een rode draad om het polsje van het kind dat het eerst verscheen, maar het trok zijn handje terug om plaats te maken voor zijn broer. Dat is een doorzetter!, riep de vroedvrouw. Daarom noemde zij het kind Peres (Doorbraak). Even later kwam ook het kind met de rode draad om de pols ter wereld. Zij noemde hem Zerach (Opgang). We sluiten deze uitzending af met de stamboom van de Here Jezus Christus. In het eerste Bijbelboek van het Nieuwe Testament vinden we Zijn stamboom. Mattheüs 1: 2 en 3. Abraham was de vader van Izaäk; Izaäk de vader van Jacob; Jacob de vader van Juda en zijn broers; Juda was de vader van Peres en Zerach (hun moeder heette Tamar). Peres was de vader van TTB NL TWR CW 9

Chesron; Chesron de vader van Aram; Als we de lijn volgen, komen we bij vers 16: Jacob was de vader van Jozef, die getrouwd was met Maria, de moeder van Jezus, die Christus genoemd wordt. TTB NL TWR CW 10