EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 2003/0255(COD) 18 februari 2004 ADVIES van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken aan de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake minimumvoorwaarden voor de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2002/15/EG en de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 van de Raad betreffende sociale wetgeving met betrekking tot het wegvervoer (COM(2003) 628 C5-0601/2003 2003/0255(COD)) Rapporteur voor advies(*): Elisabeth Schroedter (*) Nauwere samenwerking tussen commissies - Artikel 162 bis AD\524406.doc PE 324.365
PE 324.365 2/9 AD\524406.doc
PROCEDUREVERLOOP De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken benoemde op haar vergadering van 17 december 2003 Elisabeth Schroedter tot rapporteur voor advies. De commissie behandelde het ontwerpadvies op haar vergaderingen van 21 januari en 16/17 februari 2004. Op laatstgenoemde vergadering hechtte zij met 14 stemmen voor en 6 tegen haar goedkeuring aan de hierna volgende amendementen. Bij de stemming waren aanwezig: Marie-Hélène Gillig (waarnemend voorzitter), Winfried Menrad en Marie-Thérèse Hermange (ondervoorzitters), Elisabeth Schroedter (rapporteur voor advies), Jan Andersson, Elspeth Attwooll, Alejandro Cercas, Harald Ettl, Stephen Hughes, Karin Jöns, Ioannis Koukiadis (verving Claude Moraes), Jean Lambert, Elizabeth Lynne, Thomas Mann, Mario Mantovani, Ria G.H.C. Oomen-Ruijten (verving Miet Smet), Lennart Sacrédeus, Herman Schmid, Helle Thorning-Schmidt en Anne E.M. Van Lancker. AD\524406.doc 3/9 PE 324.365
AMENDEMENTEN De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen: Door de Commissie voorgestelde tekst 1 Amendementen van het Parlement Amendement 1 Overweging 2 bis (nieuw) (2 bis) De richtlijn inzake de interoperabiliteit van digitale tolsystemen voor de weg 1 moet eventueel eveneens bruikbaar zijn voor controles met betrekking tot de sociale regelgeving. De digitale tachograaf moet worden opgenomen in het controlesysteem. De inkomsten uit de wegheffingen overeenkomstig de richtlijn inzake het Eurovignet 2 moeten eveneens kunnen worden gebruikt voor de financiering van de in artikel 1 genoemde controle, 1 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de algemene invoering en de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer in de Gemeenschap* (COM(2003)0132). 2 Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen - PB L 187 van 20.7.1999, blz. 42-50. * Nog niet in het PB gepubliceerd. Voor een doelmatige tenuitvoerlegging van genoemde controles op EU -niveau is het nuttig dat de richtlijnen inzake interoperabiliteit van digitale registratiesystemen, de digitale tachograaf en het Eurovignet in de wetgeving worden opgenomen. 1 Nog niet in het PB gepubliceerd. PE 324.365 4/9 AD\524406.doc
Amendement 2 Overweging 4 bis (nieuw) (4 bis) Het doel van de controlesystemen dient te zijn ontwikkeling van nationale oplossingen die zijn gericht op Europese interoperabiliteit en uitvoerbaarheid, Hier is Europese wetgeving in het geding en ten minste de Europese integratie van verschillende registratiesystemen (interoperabiliteit) moet eveneens een doel zijn. Amendement 3 Overweging 6 (6) In iedere lidstaat dient er één enkele als nationaal referentiepunt fungerende coördinerende handhavingsentiteit te zijn die verantwoordelijk is voor het toezicht op en de uitvoering van een samenhangende nationale handhavingsstrategie in overleg met de andere bevoegde instanties. Deze entiteit dient ook relevante statistische gegevens te verzamelen. (6) In iedere lidstaat dient er één enkele als nationaal referentiepunt fungerende coördinerende handhavingsentiteit te zijn die verantwoordelijk is voor het toezicht op en de uitvoering van een samenhangende nationale handhavingsstrategie en toe te zien op verwezenlijking van Europese interoperabiliteit van de controlesystemen in overleg met de andere bevoegde instanties. Deze entiteit dient ook relevante statistische gegevens te verzamelen. Zie motivering amendement 2. Amendement 4 Overweging 11 (11) Aangezien de doelstellingen van het overwogen optreden, met name de vaststelling van duidelijke gemeenschappelijke regels inzake minimumvoorwaarden voor het controleren van de correcte en uniforme toepassing van Richtlijn 2002/15/EG en de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 van de Raad niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de noodzaak aan gecoördineerde transnationale maatregelen beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in (11) Aangezien de doelstellingen van het overwogen optreden, met name de vaststelling van duidelijke gemeenschappelijke regels inzake minimumvoorwaarden voor het controleren van de correcte en uniforme toepassing van Richtlijn 2002/15/EG en de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 van de Raad alsmede Verordening (EG) nr... tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de noodzaak aan gecoördineerde transnationale AD\524406.doc 5/9 PE 324.365
artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat de richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. maatregelen beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat de richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. Het voorstel van de Commissie voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (verslag-markov A4-0388/2002 - COM(2001) 573) wordt binnenkort door de Raad voor het laatst behandeld. Amendement 5 Artikel 1 Deze richtlijn stelt minimumvoorwaarden vast voor de controle op de juiste en uniforme toepassing van de Verordeningen nrs. 3820/85 en 3821/85, en Richtlijn 2002/15/EG. Deze richtlijn stelt minimumvoorwaarden vast voor de controle op de juiste en uniforme toepassing van de Verordeningen nrs. 3820/85 en 3821/85, Richtlijn 2002/15/EG en de richtlijnen betreffende de opleiding van bestuurders 1 en het bestuurdersattest voor derde landen 2. 1 Richtlijn 2003/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2003 betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad en Richtlijn 91/439/EEG van de Raad en tot intrekking van Richtlijn 76/914/EEG van de Raad - PB L 226 van 10.9.2003, blz. 4-17. 2 Verordening (EG) nr. 484/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 1 maart 2002 tot wijziging, met het oog op de invoering van een bestuurdersattest, van Verordeningen (EEG) nr. 881/92 en (EEG) nr. 3118/93 van de Raad - PB L 76 van 19.3.2002, blz. 1-6. De richtlijnen over de opleiding van bestuurders en over de drivers' attestation voor derde landen bevatten eveneens sociale voorschriften en dienen te worden opgenomen in het toepassingsgebied van deze richtlijn. PE 324.365 6/9 AD\524406.doc
Amendement 6 Artikel 3, letter c) (nieuw) c) De gegevens van het laatste jaar worden bewaard door de ondernemingen die voor de bestuurders verantwoordelijk zijn en door de verantwoordelijke instanties in de lidstaten. Als de gegevens op twee plaatsen bewaard worden, is een betere controlemogelijkheid gewaarborgd. Amendement 7 Artikel 4, lid 2, letter a) a) er voldoende controleposten komen op bestaande en geplande wegen; met name dat de benzinestations langs de snelwegen als controlepost kunnen fungeren; a) er voldoende controleposten komen op bestaande en geplande wegen; met name dat de benzinestations langs de wegen als controlepost kunnen fungeren; Sommige conventionele wegen zijn eveneens belangrijke lange-afstandsroutes. Bovendien moet controle mogelijk zijn langs alle wegen en de benzinestations ter plekke, om te voorkomen dat het verkeer zich verplaatst van autowegen naar conventionele wegen. Amendement 8 Artikel 9, lid 4, letter a) a) overschrijding met 20% of meer van de voor één dag, zes dagen of veertien dagen geldende maximum rijtijden; a) overschrijding met 10% of meer van de voor één dag, zes dagen of veertien dagen geldende maximum rijtijden; De door de Commissie voorgestelde marge is te ruim om de richtlijnen op voldoende samenhangende wijze ten uitvoer te kunnen leggen. Amendement 9 Artikel 9, lid 4, letter b) b) het niet in acht nemen voor 20% of meer van de voor een dag of week geldende rusttijd; b) het niet in acht nemen voor 10% of meer van de voor een dag of week geldende rusttijd; AD\524406.doc 7/9 PE 324.365
De door de Commissie voorgestelde marge is te ruim om de richtlijnen op voldoende samenhangende wijze ten uitvoer te kunnen leggen. Amendement 10 Artikel 9, lid 4, letter c) c) het niet in acht nemen voor 33% of meer van de minimumonderbreking; c) het niet in acht nemen voor 15% of meer van de minimumonderbreking; De door de Commissie voorgestelde marge is te ruim om de richtlijnen op voldoende samenhangende wijze ten uitvoer te kunnen leggen. Amendement 11 Artikel 9, lid 4, letter d) d) overschrijding met 20% of meer van de maximum werkweek van 60 uur. d) overschrijding met 10% of meer van de maximum werkweek van 60 uur. De door de Commissie voorgestelde marge is te ruim om een toereikend coherente tenuitvoerlegging van de richtlijnen te waarborgen. Amendement 12 Artikel 9, lid 4 bis (nieuw) 4 bis. De overtredingen zijn eveneens van toepassing op zelfstandige bestuurders van motorvoertuigen en op bestuurders van voor het vervoer van goederen bestemde motorvoertuigen waarvan het totaal toelaatbaar gewicht met inbegrip van aanhangers of opleggers 3,5 ton bedraagt; a) Zelfstandige bestuurders van motorvoertuigen vallen onder verordening (EEG) 3820/85; zij vallen voorlopig (tot 2009) niet onder richtlijn 2002/15. b) Verordening 3820/85 geldt niet voor bestuurders van voertuigen onder de 3,5 ton. Amendement 13 Artikel 13, lid 1 1. De Commissie wordt bijgestaan door het 1. De Commissie wordt bijgestaan door het PE 324.365 8/9 AD\524406.doc
bij artikel 18, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3821/85 opgerichte comité. bij artikel 18, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3821/85 opgerichte comité, waarin ook de sociale partners vertegenwoordigd zijn. In een comité dat zich bezig houdt met sociale voorschriften de controle daarvan moeten ook de sociale partners vertegenwoordigd zijn. Amendement 14 Bijlage I, Deel B, punt 6 6) bij vaststelling van een overtreding controleren of andere aanstichters of medeplichtigen in de transportketen zoals expediteurs, vervoerders of contractanten medeplichtig zijn en controleren of de vervoerscontracten naleving van de regels van de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 of Richtlijn 2002/15/EG van de Raad. 6) bij vaststelling van een overtreding controleren of andere aanstichters of medeplichtigen in de transportketen zoals expediteurs, vervoerders, opdrachtgevers of contractanten medeplichtig zijn en controleren of de vervoerscontracten naleving van de regels van de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 of Richtlijn 2002/15/EG van de Raad. Ook opdrachtgevers kunnen verantwoordelijkheid dragen. AD\524406.doc 9/9 PE 324.365