Keuzedeel mbo Duurzaamheid in het beroep A behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo Op dit moment is een wijziging van de WEB in voorbereiding waarmee de positie van keuzedelen in de kwalificatiestructuur wordt geregeld. Dat betekent dat op dit moment nog geen keuzedelen kunnen worden vastgesteld. Wel ontwikkelen de kenniscentra keuzedelen die de instellingen in het zogeheten vrijwillige jaar kunnen aanbieden in de vrije ruimte. In de kwalificatiestructuur worden daarom al criteria opgenomen waarin wordt verwezen naar het keuzedeel. Op die manier wordt gewaarborgd dat door de kenniscentra voorgestelde keuzedelen na toetsing hun plaats kunnen krijgen in de kwalificatiestructuur. Vanzelfsprekend treden voorschriften over keuzedelen pas in werking na aanvaarding van het genoemde wetsvoorstel door de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Penvoerder: kenteq Ontwikkeld door: Kenteq, afdeling kwalificatiestructuur Gelegitimeerd door: Paritaire commissie Kenteq Op: 07-05-2014 2 van 6
1. Algemene informatie D1: Duurzaamheid in het beroep A Studielast 240 Branchevereisten nee Certificaten Nee Behorend bij kwalificatiedossier(s)/profiel(en) Zie bijlage op www.kwalificatiesmbo.nl Toelichting Door middel van het keuzedeel duurzaamheid in het beroep leert de deelnemer een afweging te maken tussen de verschillende aspecten van duurzaamheid. Het keuzedeel is een sector overstijgende keuze. Er is een keuzedeel per niveau opbouwend van niveau 1 naar niveau 4. Het doel is dat de deelnemer praktische kennis en vaardigheden ontwikkelt betreffende duurzaamheid in de eigen leefwereld en de beroepspraktijk. Hij kan hierdoor duurzaamheidsprincipes in zijn beroep en leefwereld toepassen. Kennis van de principes motiveert de deelnemer ook om zich aan regels te houden die gerelateerd zijn aan duurzaamheid (bijvoorbeeld milieuregels). Toelichting Met duurzaamheidsprincipes worden bedoeld: 1. minder afhankelijk worden van delfstoffen en fossiele brandstoffen 2. af komen van slecht afbreekbare kunststoffen of giftige stoffen voor mens en natuur. 3. natuurlijke bronnen zo weinig mogelijk aantasten (voorraad schoon water, voorraad schone lucht en voorraad biodiversiteit) 4.de voorraad arbeid en de voorraad welvaart eerlijk verdelen (hier en daar, noord en zuid, arm en rijk) Het betekent meer oog voor energiebesparing, duurzame energiebronnen, circulaire economy, biobased economy en cradle to cradle producten in een wereld waar biodiversiteit gekoesterd wordt en waar sociaal economisch goed met elkaar wordt omgegaan. Duurzaamheid tracht te voorzien in de behoefte van de huidige generatie zonder het voor toekomstige generaties onmogelijk te maken in hun behoeften te kunnen voorzien. Dat betekent heel wat zoals het vinden van een optimum tussen people planet en profit: People: De deelnemer respecteert zichzelf, de eigen gemeenschap en andere culturen, streeft naar rechtvaardigheid en een evenwichtige verdeling van welzijn. (met thema s als mensenrechten, eerlijk zakendoen, arbeidspraktijk en betrokkenheid bij en ontwikkeling van de gemeenschap) Planet: De deelnemer waardeert en respecteert de natuur en haar natuurlijke hulpbronnen, is begaan met het welzijn van andere levende wezens en de planeet en gaat hier op verantwoordelijke wijze mee om. (thema s bevolkingsgroei, klimaatverandering, energiebesparing, duurzame energie en grondstoffen, behoud biodiversiteit, kringlopen sluiten, leren uit de natuur. Profit/Prosperity: De deelnemer erkent dat de economie moet kunnen draaien om te kunnen voorzien in banen, onze behoeften en ons welzijn. ( thema s arbeidspraktijk, eerlijk zakendoen, consumentenaangelegenheden en betrokkenheid bij en ontwikkeling van de gemeenschap) Zie ook: http://www.mvonederland.nl/trends-ontwikkelingen/iso-26000 http://www.nen.nl/web/mvo-iso-26000.htm http://www.naturalstep.org http://www.duurzaammbo.nl 3 van 6
2. Uitwerking D1-K1: Formuleert persoonlijke verbetermogelijkheden op het gebied van duurzaamheid. Complexiteit De deelnemer bezit basiskennis van feiten en ideeën processen, materialen, middelen en begrippen van en gerelateerd aan duurzaamheid. Hij reproduceert de kennis en past deze toe. Hij voert de taak uit met behulp van geselecteerde standaardprocedures. Hij herkent eenvoudige duurzaamheidsproblemen. Hij lost deze problemen planmatig op. Het is complicerend dat er nog geen gemeenschappelijke taal is wat verschillende beelden en interpretaties kan opleveren. Het is lastig om inzicht te krijgen in lange termijneffecten van duurzaamheidsgedrag en daarvoor een inspanning in tijd en geld te leveren. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De deelnemer onder begeleiding samen met gelijken, leidinggevenden en cliënten. Hij draagt verantwoordelijkheid voor resultaten van eenvoudige taken en studie. Vakkennis en vaardigheden De beginnend beroepsbeoefenaar: heeft basiskennis van duurzaamheidsthema s in eigen leef- en werkomgeving heeft basiskennis van de duurzaamheidsprincipes People, Planet, Profit/Prosperity kan zijn eigen motivatie betreffende duurzaamheid benoemen kan zijn eigen bijdrage aan duurzaamheid benoemen kan duurzaamheidsproblematieken herkennen en benoemen kan de gevolgen van zijn/haar gedrag voor de toekomst onderzoeken D1-K1-W1: Onderzoekt eigen gedrag Omschrijving De deelnemer vergroot zijn inzicht in duurzaamheid. Hij onderzoekt zijn eigen gedrag op het gebied van duurzaamheid en maakt een sterkte-zwakte analyse. Resultaat Een lijst met sterke- en zwakke punten van de deelnemer op het gebied van duurzaamheid. Gedrag De deelnemer verzamelt actief informatie over duurzaam handelen en benoemt daarvan zijn eigen sterke en zwakke punten. De onderliggende competenties zijn: onderzoeken D1-K1-W2: Benoemd verbetermogelijkheden van gedrag Omschrijving De deelnemer beoordeelt de sterkte-zwakte analyse rekening houdend met de vier duurzaamheidsprincipes. Hij formuleert verbetermogelijkheden en beschrijft dit. Resultaat Beschrijving van verbetermogelijkheden voor de deelnemer op het gebied van duurzaamheid. Gedrag 4 van 6
D1-K1-W2: Benoemd verbetermogelijkheden van gedrag De deelnemer formuleert op een logisch gestructureerde wijze mogelijke verbeteringen. De onderliggende competenties zijn: formuleren en rapporteren 5 van 6
6 van 6