[Uitzending 288: Deuteronomium 30:14 t/m 31:23] In de vorige uitzending hebben we gezien dat Mozes de haalbaarheid van de gehoorzaamheid aan de geboden heeft aangegeven. Het is niet voldoende dat de Israëlieten de geboden alleen bewaren in hun hart. Mozes roept hen op zich er ook aan te houden. Deuteronomium 30 vers 11 en 14: Want deze geboden zijn niet te moeilijk om nageleefd te worden. Nee, zij zijn vlakbij in uw hart en op uw lippen zodat u ze kunt gehoorzamen. Israël kan zich niet beroepen op het niet weten van de wetten van God. De HERE heeft ze naar hen toe laten brengen en zij kennen de geboden. Door Gods genade mogen christenen leesbare brieven van Christus zijn. Paulus zegt in, Romeinen 10 vers 5 t/m 10: Volgens Mozes is het zo: Als u de wet gehoorzaamt, zult u leven. Maar met de rechtvaardigheid die uit het vertrouwen op Christus voortkomt, is het heel anders, zoals geschreven staat: Zeg niet: wie stijgt op naar de hemel, dat wil zeggen: om Christus te laten afdalen. En ook: Wie daalt af naar de onderwereld, dat wil zeggen: om Christus uit de dood tot leven te brengen. Maar Mozes zegt ook: Wat u zoekt, is vlakbij, in uw hart en op uw lippen, dat wil zeggen: de boodschap dat u op Christus moet vertrouwen, vertellen wij hier en overal. Want als u zegt dat Jezus Christus uw Heer is en als u met heel uw hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt, zult u gered worden. Door met heel uw hart op Christus te vertrouwen, wordt u rechtvaardig verklaard. En door daarvoor uit te komen, wordt u gered. Paulus vervangt het geloof niet door de wet. Het gedeelte uit Deuteronomium is een profetie en het spreekt over de dag waarop Israël zich met heel het hart tot God bekeert (Deut.33:10). Het kijkt vooruit naar het nieuwe verbond dat de HERE met Israël zal sluiten. Jeremia 24 vers 7: Ik zal hun een hart geven dat Mij wil kennen. Zij zullen Mijn volk zijn en Ik zal hun God zijn, want zij zullen met grote blijdschap naar Mij terugkeren. TTB NL TWR CW 1
Daarnaast lezen we in Hebreeën 8 vers 8: Maar God berispt het volk met de woorden: Er komt een tijd dat Ik een nieuw verbond met het volk van Israël en het volk van Juda zal sluiten. Vers 10 van Hebr.8 geeft aan wat het nieuwe verbond is: Dit is het nieuwe verbond dat Ik met het volk van Israël sluit: Ik zal Mijn wetten in hun gedachten schrijven en in hun hart. Ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn. De Enige die dit nieuwe verbond kan bewerken en instellen is Jezus Christus. Voor Joden en heidenen is redding mogelijk op grond van Gods nieuwe verbond, in Christus. Paulus zegt in Gal.3 vers 10: Maar ieder die probeert het met God in orde te maken door de wet te houden, valt onder de vloek van God. Want er staat in de Boeken: Vervloekt is hij die deze wetten niet nauwgezet gehoorzaamt. Daaraan voegt hij in Gal.3:13 toe dat Christus ons heeft vrijgekocht van de vloek van de wet, door voor ons die vloek op Zich te nemen. Het gaat om de levende relatie met God, een relatie die in woord en daad mag groeien en steeds vernieuwd mag worden. In de tijd van de Here Jezus was het geloof voor veel Joden het in standhouden van tradities geworden. In Matth.23 vers 2 t/m 5 zegt de Heiland tegen de mensen en Zijn leerlingen: De Bijbelgeleerden en de Farizeeën moeten de wet van Mozes handhaven. U moet precies doen wat zij zeggen. Maar hun voorbeeld mag u beslist niet volgen. Ze doen zelf niet wat zij zeggen. Ze leggen de mensen enorme lasten op, maar steken zelf geen vinger uit om die te verlichten. Alles wat zij doen, is om op te vallen. Zij binden hun gebedsriemen, met wetteksten erin, op hun linkerarm en hun voorhoofd. Om heilig te lijken, maken ze die extra breed. En de kwasten aan hun kleren, die aan Gods geboden herinneren, maken ze extra lang. Geloven is meer dan het in standhouden van tradities. Het gaat daarbij om echtheid en respect voor God en de naaste. Niet dat ze van christenen hetzelfde zeggen als van de Bijbelgeleerden en Farizeeën: Ze doen zelf niet wat zij zeggen. Rechtvaardiging door het geloof vindt plaats op grond van geloof in het volbrachte verzoeningswerk van Christus. Dat evangelie wordt al eeuwen verkondigd, ook in Nederland! TTB NL TWR CW 2
Deuteronomium 30 vers 15 en 16: Luister, vandaag heb ik u de keus gegeven tussen leven en dood, geluk en ellende. Ik heb u vandaag opdracht gegeven de HERE, uw God, lief te hebben, Zijn paden te volgen en Zijn wetten na te leven. Dan zult u leven en een groot volk worden. De HERE, uw God, zal u en het land dat u in bezit gaat nemen, dan zegenen. Het blijven wonen van het volk Israël in het beloofde land zal afhangen van hun gehoorzaamheid. De HERE voorzegt de geschiedenis van Israël. Hij zegt dat zij uit het land zullen worden verdreven als zij Zijn woorden niet gehoorzamen. Aan de andere kant belooft de HERE dat Hij Israël weer zal terugbrengen en dan zullen zij nooit meer worden verdreven. Is dat dan omdat zij Hem dan wel gehoorzamen? Nee, maar omdat God Zijn belofte nakomt. De HERE zal hen terug doen keren en dat zal Israëls gehoorzaamheid bewerken. Hetzelfde zien we in het NT voor de gelovigen vandaag. De Here vraagt om Zijn Zoon Jezus Christus als Redder te vertrouwen, om in Hem te geloven. Dat doet Hij nadat gesproken is over gehoorzaamheid Wie van Mij houdt, zal altijd volgens Mijn geboden leven (Joh.14:15). In de verzen 17 t/m 19 komen de sancties op ongehoorzaamheid nog een keer aan de orde. Dan volgt de oproep in Deuteronomium 30 vers 20: Kies voor het liefhebben en gehoorzamen van de HERE, uw God. Houd u aan Hem vast, want dat is uw leven. Dat verzekert u van een lang leven in het land dat de HERE beloofde aan uw voorouders Abraham, Isaäk en Jacob. Mozes is het einde genaderd van zijn toespraak en plaatst de Israëlieten voor een beslissende keuze. In zijn slotbetoog houdt hij hen de keuze voor: het leven en het goede of de dood en het kwade. Wanneer de Israëlieten ontrouw zijn aan de HERE, zullen ze zeker te gronde gaan. Vervolgens roept Mozes hemel en aarde op als getuigen. Het gebruik om getuigen op te roepen bij een verbondssluiting is afkomstig van oud oosterse vazalverdragen. TTB NL TWR CW 3
Wij weten dat er geen machten boven de HERE bestaan, die als getuigen kunnen worden opgeroepen en Hij kan zelf ook geen getuige zijn, omdat Hij één van de partijen in het verbond is. Om die reden worden hemel en aarde als getuigen opgeroepen. Ten overstaan van die getuigen worden de Israëlieten voor de keuze gesteld. Daarna roept Mozes de Israëlieten op de HERE lief te hebben, en te luisteren naar Zijn stem. Het onderhouden van de geboden is hun leven en bepaalt de lengte van het wonen in het land dat de HERE aan de aartsvaders heeft beloofd. In voorgaande uitzendingen hebben we gezien dat liefde en gehoorzaamheid de grote thema s zijn in het Bijbelboek Deuteronomium. Als dit toen al zo belangrijk was in de tijd van het volk Israël, dan is het ook vandaag belangrijk voor ons! Vandaag hebben gelovigen (door de Heilige Geest) meer inzicht en licht over de genade van God dan Israël. Paulus zegt vanuit zijn eigen Joodse achtergrond: Ik weet dat zij met veel toewijding God dienen, maar zij missen het juiste inzicht. Zij begrijpen niet dat Christus gestorven is om het tussen God en hen goed te maken. In plaats daarvan proberen zij door goed te leven Gods gunst te winnen en voegen zij zich niet naar de manier waarop God dat zou willen. Want nu Christus er is, hoeft niemand meer zijn best te doen om volgens de wet van Mozes rechtvaardig te worden. Iedereen die op Christus vertrouwt, wordt rechtvaardig (Rom.10:2 t/m 4). Nadat Mozes zijn toespraken heeft afgesloten, volgen er in de laatste hoofdstukken van Deuteronomium nog een aantal laatste maatregelen. Daarin nemen het lied van Mozes (dat als een getuige tegen Israël functioneert) en de zegen van Mozes een belangrijke plaats in. In het laatste hoofdstuk, Deut.34 wordt het sterven van Mozes meegedeeld. Deuteronomium 31 vers 1 en 2: Nadat Mozes al deze dingen tegen het volk Israël had gezegd, vervolgde hij: Ik ben nu 120 jaar oud! Ik ben niet langer in staat u te leiden, want de HERE heeft mij gezegd dat ik de Jordaan niet mag oversteken. Mozes begint met de mededeling dat hij inmiddels 120 jaar oud is. TTB NL TWR CW 4
Eerder heeft de HERE gezegd dat Hij de maximale leeftijd van de mens heeft ingeperkt tot 120 jaar (Gen.6). Het bereiken van deze leeftijd heeft voor Mozes een consequentie: Ik ben niet langer in staat u te leiden. In de Hebreeuwse grondtekst staat letterlijk: ik kan niet meer uitgaan of ingaan. Deze uitdrukking betekent meestal dat een mens niet meer in staat is te gaan en te staan zoals hij wil (Ps.121). In Deut.31 duidt de uitdrukking vooral op het militaire leiderschap van Mozes over de Israëlieten. Mozes zegt twee dingen over zichzelf: Ik ben oud en ik ben niet langer in staat u te leiden. Luisteraar, het zijn twee dingen die alleen op Mozes van toepassing zijn. Voor ieder mens komt het moment dat de HERE gaat duidelijk maken dat een mens zijn of haar plaats en functie moet afstaan aan een ander. Dan ben je niet meer de leider, de voorzitter of de directeur van een organisatie, bedrijf of instelling. De HERE heeft Mozes duidelijk gemaakt dat een nieuw persoon het volk over de Jordaan in het beloofde land zal brengen. Mozes zal die leider niet zijn. Dit moment zal voor Mozes niet gemakkelijk zijn geweest, toch horen we hem vol geloof zeggen, Deuteronomium 31 vers 3: Maar de HERE Zelf zal u leiden. Hij zal de volken die daar wonen, vernietigen en u zult hen overwinnen. Jozua is uw nieuwe aanvoerder, want dat heeft de HERE gezegd. Niet Mozes koos Jozua uit maar de HERE. Mozes geeft de keuze van God aan: Jozua is uw nieuwe aanvoerder. Mozes (had mogelijk) een heel andere keuze gemaakt. Want Kaleb had meer indruk gemaakt dan Jozua. Menselijk gesproken lag het meer voor de hand dat Kaleb de nieuwe leider was geworden of (wat vaker gebeurde) één van de zonen van Mozes zelf. Dat was de weg die ook de farao s in Egypte volgden en het zou niet vreemd zijn geweest als Mozes dat ook had gedaan. Maar, zo is het niet gegaan. De HERE koos Jozua uit om het volk onder Gods leiding over de Jordaan te leiden. De tijd voor Mozes is voorbij maar het werk van God gaat door. Mozes deelt mee dat de Here persoonlijk voor het volk uit zal gaan. Hij zal de in het land wonende volken vernietigen en zal het land in bezit geven van de Israëlieten. TTB NL TWR CW 5
De HERE heeft laten zien dat Hij dergelijke toezeggingen kan waarmaken. Hij heeft het laten zien in de strijd tegen Sichon en Og, de koningen van de Amorieten (Deut.2 en 3). Mozes belooft nu dat de HERE de volken van Kanaän zal overleveren aan de Israëlieten. Maar zij moeten zich houden aan het gebod van God: u zult hen vernietigen zoals Ik u heb opgedragen. Daarmee verwijst Mozes naar de opdracht (uit Deut.7) om de vreemde volken te vernietigen. Deuteronomium 31 vers 6: Wees sterk! Wees moedig! U hoeft geen angst voor hen te hebben! Want de HERE, uw God, zal bij u zijn. Hij zal niet tekortschieten en u niet in de steek laten. Mozes bemoedigt het volk om niet bang te zijn voor de inwoners van het beloofde land. De Here is hun God en ze mogen weten dat Hij persoonlijk met hen meegaat. Hij zal niet van hen wijken en hen niet verlaten. Steeds weer bemoedigt Mozes het volk, die ervaring had hij opgedaan bij Kades-Barnea. Toen had Mozes gezien dat de oudere generatie bang werd en terug rende, de woestijn in. Mozes bemoedigt de nieuwe generatie om door te gaan, en verzekert hen dat ze niet bang hoeven te zijn, God zal hen Zelf het land binnenleiden. Deuteronomium 31 vers 7 en 8: Toen liet Mozes Jozua bij zich roepen en zei tegen hem, waar alle Israëlieten bij stonden: Wees sterk! Wees moedig! Want u zult de Israëlieten het land binnenleiden dat de HERE aan uw voorouders heeft beloofd, zorg ervoor dat zij het als erfdeel in bezit nemen. Wees niet bang, want de HERE zal voor u uitgaan en steeds bij u zijn. Hij zal niet falen, noch u in de steek laten. Dan is het moment aangebroken waarop Mozes zijn opvolger installeert. Dat moet een publieke zaak zijn, want alle Israëlieten moeten weten en zien dat de huidige leider de nieuwe leider aanstelt en dat hem daarom hetzelfde eerbetoon toekomt. De toespraak van Mozes tot Jozua begint met de oproep sterk en moedig te zijn. Jozua krijgt de opdracht de Israëlieten te brengen in het land dat de Here de Israëlieten onder ede heeft beloofd. TTB NL TWR CW 6
Daarnaast krijgt hij de opdracht het land (naar ieders erfdeel) onder de Israëlieten te verdelen. Mozes herhaalt wat hij eerder tot het volk heeft gezegd, de HERE zal Zelf voor het volk uitgaan en Hij zal met hen zijn. Hij zal niet van hen wijken en Hij zal hen niet in de steek laten. Daarom hoeven de Israëlieten geen angst te hebben. Door Jozua aan te moedigen, moedigt Mozes het hele volk aan. Hetzelfde zien we in Jes.6. In het jaar dat koning Uzzia stierf zag ik de Here! Hij zat op een hoge troon en de tempel was gevuld met Zijn glorie. Arme Jesaja. Uzzia stierf, hij was een goede koning geweest. Jesaja maakte zich zorgen, hij dacht dat het nu slecht zou gaan. Er zou een andere koning komen en dan kon het in het land bergafwaarts gaan. Hij ging er mee naar de HERE, naar de tempel. Wat zag hij toen? Hij zag de HERE op Zijn troon. De enige echte Koning van Israël en Juda zat nog steeds op de troon. Jesaja moest leren dat (hoewel Uzzia was gestorven) God nog steeds op Zijn troon zat en de tempel was gevuld met Zijn glorie. Het zien van God op Zijn troon heeft Jesaja bemoedigd. Deuteronomium 31 vers 9: Toen schreef Mozes de wetten op die hij voor het volk had uitgesproken. Hij gaf ze aan de priesters, de zonen van Levi die de ark met de Tien Geboden van de HERE droegen. Aan de leiders van Israël gaf Mozes afschriften van deze wetten. Nadat Mozes zijn toespraak met uitleg van de wet had beëindigd, stelt hij het wetboek als een afgerond geheel op schrift. Het wetboek is eigenlijk een verbondsoorkonde. In vorm komt het overeen met oud oosterse vazalver-dragen. Mozes overhandigt het document aan de priesters en de leiders van het volk. Over de priesters wordt medegedeeld, dat zij de ark van het verbond dragen. De ark is de bewaarplaats van de Tien Geboden en die Geboden vormen de basisregels van het verbond. Daarmee zijn de priesters de hoeders van de verbondsteksten en het is om die reden begrijpelijk dat zij ook de tekst van het boek Deuteronomium moeten beschermen. TTB NL TWR CW 7
Nadat het wetboek aan de priesters en leiders overhandigd is, geeft Mozes hen bevelen over het tijdstip waarop openbare voorlezingen moeten plaatsvinden (vs.10). Dit voorlezen moet gebeuren tijdens de kwijtschelding van schulden, die om de zeven jaar tijdens het Loofhuttenfeest plaatsvindt (Deut.15). Voor dat feest moeten de Israëlieten naar het centrale heiligdom gaan om te verschijnen voor de HERE (Deut.16). Wanneer zij daar zijn, zal men het boek Deuteronomium voorlezen ten overstaan van alle aanwezige Israëlieten (vs.11). De priesters en de leiders hebben de opdracht iedereen bij elkaar te roepen: mannen, vrouwen, kleine kinderen en inwonende vreemdelingen (vs.12). Al deze mensen zijn geroepen de HERE te vrezen en zich nauwgezet te houden aan de woorden van het wetboek. Vervolgens spreekt Mozes over de kinderen die deze wetsregels nog niet kennen (vs.13). Zij zullen ook moeten luisteren en de regels in zich opnemen. In dit leerproces moeten zij (zolang zij in het beloofde land leven) één doel voor ogen houden, de opdracht: om de HERE lief te hebben boven alles en Hem te respecteren. Deuteronomium 31 vers 14 t/m 17: Toen zei de HERE tegen Mozes: De tijd om te sterven is voor u gekomen. Roep Jozua en ga met hem de tabernakel binnen, zodat Ik hem Mijn instructies kan geven. Zo kwamen Mozes en Jozua en stonden voor de HERE. Hij verscheen aan hen in een grote wolk bij de ingang van de tabernakel en zei tegen Mozes: Nadat u gestorven bent en u bij uw voorouders te ruste bent gegaan, zal het volk in het beloofde land vreemde goden gaan aanbidden. De Israëlieten zullen Mij vergeten en het verbond dat Ik met hen heb gesloten, verbreken. Dan zal Mijn toorn tegen hen opvlammen en Ik zal hen verstoten en Mij voor hen verbergen. Zij zullen worden neergeslagen. Zij zullen lijden onder rampen en plagen, zodat zij zullen zeggen: De HERE is niet meer in ons midden! In de verzen 7 en 8 heeft Mozes in het openbaar Jozua als zijn opvolger aangewezen. Maar, er volgt nog een installatie door de HERE van Jozua (vs.14). We zien dat op deze plaats God persoonlijk spreekt tot Jozua. Dat is opvallend omdat Mozes in het boek Deuteronomium steeds aan het woord is geweest. TTB NL TWR CW 8
In vers 16 geeft de HERE de spoedige dood van Mozes aan en spreekt over toekomstige generaties die van Hem zullen afvallen. De HERE geeft aan dat de Israëlieten de goden van de volken van de aarde (of het land) overspelig achterna zullen lopen. Luisteraar denk niet dat zoiets ons niet kan overkomen! Weet u dat de Here Jezus hetzelfde zei over NT gelovigen? In Lucas 18 vers 8 zei Hij: Maar het is de vraag of Ik, de Mensenzoon, bij de mensen geloof zal vinden als Ik terugkom. In het NT wordt de afval van gelovigen voorzegd, als teken van de tijd. Op dezelfde manier als bij het volk Israël. Naar aanleiding van de moeilijkheden die in de vorige verzen zijn beschreven, krijgt Mozes de opdracht van de HERE om een lied te schrijven (vs.19 t/m 22) De tekst van het lied vinden we in Deut.32. Het afvallige gedrag van het volk maakt het componeren van dit lied noodzakelijk. En daarna? Deuteronomium 31 vers 23: Toen droeg God Jozua (de zoon van Nun) op sterk en moedig te zijn en zei tegen hem: U moet de Israëlieten in het land brengen dat Ik hun heb beloofd en Ik zal met u zijn. In de volgende uitzending lezen we meer over het lied van Mozes en het leiderschap van Jozua. Deut.31:24 t/m 34:12. TTB NL TWR CW 9