Sectoraal akkoord 2008-2013 van 19 november 2008 voor het peroneel van de lokale en provinciale beturen De Vlaame Regering heeft op 21 november 2008 kenni genom het ectorale akkoord 2008-2013 van 19 november 2008 voor het peroneel van de lokale en provinciale beturen. Al gevolg van dat ectorale akkoord wordt, ondermeer, het forfaitaire gedeelte van de eindejaartoelage 2008 met 250 euro verhoogd voor de peroneelleden die op 1 december 2008 behoren het niveau E, D en C. Dat geldt voor de peroneelled en, provincie, autonome ebedrijven en provinciebedrijven, interelijke amenwerkingverbanden, OCMW en OCMW-verenigingen, hoofdtuk XII. Voor de OCMW geldt de verhoging van de eindejaartoelage echter niet voor de peroneelleden met een attractiviteitpremie. Voor het peroneel van en en provincie heeft de Vlaame Regering eveneen op 21 november 2008 haar principiële goedkeuring gehecht aan een ontwerp van wijzigingbeluit waarin die verhoging van de eindejaartoelage voor het jaar 2008 en volgende jaren verwerkt wordt. Daartoe wordt artikel 135 van het beluit van de Vlaame Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de peroneelformatie, de rechtpoitieregeling en het mandaattelel van het eperoneel en het provincieperoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtpoitie van de ecretari en de ontvanger van de openbare centra voor maatchappelijk welzijn, aangepat. Dat ontwerp van beluit moet echter nog voor advie voorgelegd worden alvoren het definitief kan goedgekeurd worden. De betrokken overheden kunnen in afwachting daarvan het nodige doen om de verhoging van de eindejaartoelage 2008 aan de peroneelled niveau E, D en C zo nel mogelijk uit te betalen. Dat houdt in dat de eraden, provincieraden en OCMW-raden die over onvoldoende kredieten bechikken om de verhoging van de eindejaartoelage te betalen, nog dit jaar een budgetwijziging zullen moeten overgaan al zij die verhoging in het jaar 2008 willen uitbetalen. Zonder budgetwijziging zal de verhoging voor het jaar 2008 in dat geval pa in 2009 kunnen worden betaald. Het i echter niet toegelaten om de volledige eindejaartoelage 2008 met inbegrip van de verhoging van 250 euro voor de niveau E, D en C te verchuiven naar het jaar 2009. De hierboven genoemde verhoging van de eindejaartoelage 2008 i een dwingende collectieve maatregel, afgeproken op het niveau van het Comité C1. Op grond van artikel 12ter van de wet van 19 december 1974 regeling van de betrekkingen tuen de overheid en de vakbond haar peroneel moet de uitbetaling van de verhoging van de eindejaartoelage 2008 niet meer voor onderhandeling voorgelegd worden in het bijzondere onderhandelingcomité. De vakorganiatie moeten wel gebrieft worden over de tappen die het betuur zet voor de uitvoering ervan. De berekening van de eindejaartoelage 2008 i te vinden op de webite van het Agentchap voor Binnenland Betuur. Aan het daarin vermelde bedrag van het forfaitaire gedeelte 2008 wordt 250 euro toegevoegd voor de peroneelleden die op 1 december behoren het niveau E, D en C.
Sectoraal akkoord 2008-2013 van 19 november 2008 voor het peroneel van de lokale en provinciale beturen 1. Inleiding Op 19 november 2008 loten de geprekpartner in het comité C1 voor de provinciale en plaatelijke overheiddienten, onderafdeling Vlaam Gewet en Vlaame Gemeenchap het ondertaande ectorale akkoord voor de jaren 2008-2013. Zoal de vorige akkoorden kwam ook dit akkoord, conform de afprak de amenwerkingovereenkomt van 29 februari 2008, tand na onderhandelingen tuen de repreentatieve vakorganiatie, de vertegenwoordiger van de lokale en provinciale werkgever en de Vlaame regering, die gevoerd werden tuen februari en november 2008. Algemene uitgangpunt het ectorale akkoord Dit akkoord betrijkt, zoal het vorige ectorale akkoord, een langere periode. De erin vatgetelde afpraken geld 2008 het jaar 2013. Inhoudelijk i het akkoord afgetemd op die langere termijn. Dat wil zeggen dat het zowel een aantal kortetermijnmaatregelen bevat, al een aantal afpraken of engagementen op langere termijn. De geprekpartner in het comité C1 preken echter af om tuentijd (einde 2010 of begin 2011) een evaluatie van de ectorale afpraken te maken, zodat bijturing mogelijk i al belangrijke nieuwe ontwikkelingen dat nodig zouden maken. In 2013 tarten de onderhandelingen voor een nieuw ectoraal akkoord. De langere termijn van de ectorale afpraken moet de vattelling van de financiële prognoe door en, OCMW en provincie vergemakkelijken en hen toelaten de meeruitgav ectorale maatregelen te verwerken in de financiële meerjarenplanning. Ook voor de andere lokale beturen i die werkwijze intereant. Daar taat tegenover dat met die langere looptijd een goed gevulde ectorale agenda voor de toekomt verbonden i. Die werkwijze beoogt zodoende ook de ociale vrede. Zoal vatgeteld in hoofdtuk V, artikel 10, van de genoemde amenwerkingovereenkomt van 29 februari 2008 en rekening houdend met de eventuele kotprij van de langetermijnengagementen verbinden de werkgever en de vakorganiatie zich ertoe om geen teun te verlenen aan plaatelijke initiatieven die het ectorale akkoord 2008-2013 doorkruien of die er een voorafname op zouden zijn. In het jaar 2008 deden zich drie indexaanpaingen voor. Die hebben een grote budgettaire impact op de lokale overheden. Om die reden gaat de aandacht in de kortetermijnafpraken (2008) naar het peroneel van de lagere niveau, voor wie het effect van de indexaanpaingen geringer i dan voor het peroneel van de hogere niveau en voor wie bepaalde prijtijgingen zwaarder doorwegen in het gezinbudget. Meeruitgaven voor maatregel divere overheden komen uiteindelijk allemaal ten late van dezelfde plaatelijke overheid-werkgever. De oppliting van peroneeldoier over verchillende onderhandelingfora moet daarom zoveel al mogelijk vermeden worden. Op korte termijn worden daarom de tweede penioenpijler voor de contractanten in de lokale ector en de beteding van de middel het financieringakkoord van 6 juni 2005 voor de periode 2006-2010 voor bepaalde dienten die reorteren onder de Vlaame geubidieerde welzijnector, geïntegreerd in dit ectorale akkoord.
Toepainggebied van het ectoraal akkoord 2008-2013 Het ectorale akkoord i van toepaing op de volgende lokale overheden: de en en de autonome ebedrijven; de OCMW, de OCMW-ziekenhuizen, de autonome verzorgingintellingen (AV) en de andere vereniging OCMW hoofdtuk XII; de provincie en de autonome provinciebedrijven; de interelijke amenwerkingverbanden. Het akkoord i geenzin van toepaing op : de peroneelcategorieën waarvoor de federale overheid bevoegd i: de lokale politie en het operationele peroneel van de brandweer. Voor het brandweerperoneel verwijzen we naar het koninklijk beluit van 22 december 2003 betreffende de eindejaartoelage voor de leden van de openbare brandweerdienten. het geubidieerde onderwijperoneel of peroneel van CLB. Andere uitzonderingen Voor de peroneelled de federaal gefinancierde gezondheidintellingen i de toekenning van de verhoging van de eindejaartoelage niet cumuleerbaar met de zogenaamde attractiviteitpremie die de federale overheid in het protocol 148/2 van 18 juli 2005 houdende het ectoraal akkoord voor de federaal gefinancierde gezondheidectoren publieke ector, in het comité A heeft afgeproken. Die attractiviteitpremie vervangt voor hen de verhoging de eindejaartoelage. De verhoging van de eindejaartoelage i van toepaing op de peroneelled de interelijke amenwerkingverbanden, tenzij er plaatelijk al een regeling betaat die gelijk i aan, of guntiger i dan de regeling die hier afgeproken wordt. 2. Sectorale maatregelen 2.1. Periode 2008-2009 2.1.1. Eerte verhogingen eindejaartoelage: In december 2008 wordt het forfaitaire gedeelte van de eindejaartoelage voor de peroneelleden die op 1 december 2008 behoren het niveau E, D en C verhoogd met 250 euro. In december 2009 wordt het forfaitaire gedeelte van de eindejaartoelage voor de peroneelleden die op 1 december 2009 behoren het niveau A en B of die functiehouder zijn van de grad eecretari, adjunct-eecretari, financieel beheerder van de e, provinciegriffier en financieel beheerder van de provincie verhoogd met 250 euro. De peroneelled de federaal gefinancierde gezondheidintellingen die recht hebben op een attractiviteitpremie, hebben geen recht op de verhoging van de eindejaartoelage.
Voor de peroneelleden in door de Vlaame overheid gefinancierde welzijndienten die een verhoging van de financiering hebben ontvangen al gevolg van het genoemde VIA-akkoord wordt die extra financiering aangewend voor de verhoging van de eindejaartoelage. 2.1.2. Afpraak over de alarichalen voor de functiehouder in de decretale grad e en OCMW vanaf 1 januari 2009: Vanaf 1 januari 2009 worden de minimum- en de maximumgrenzen per aantal van de alarichal de grad eecretari verhoogd zoal vatgeteld in bijlage I. Daarbij wordt gekozen voor een nieuwe organieke indeling in 9 klaen op bai van het aantal. In de nieuwe organieke alarichalen i, vanaf klae 3, een verhoging verwerkt van 3,5%, te rekenaf de 0 de trap. De periodieke alariverhogingen worden vanaf dan ook op evenredige wijze gepreid over 15 jaar. Dat luit aan bij de betaande toetand. De keuzemogelijkheid tuen 23 en 15 jaar, vervalt daarmee. De amendrukking van het aantal klaen 9 geldt ook voor de financieel beheerder van de e, maar met het behoud van de alarichalen die werden vatgeteld in artikel 124 van het BVR rechtpoitieregeling van 7 december 2007. De periodieke alariverhogingen wordaf dan eveneen op evenredige wijze gepreid over 15 jaar. De OCMW-ecretarien hebben met ingang van 1 januari 2009 recht op de bijgevoegde klaenindeling en alarichalen, waarbij een organieke oplag van 3,5% gegarandeerd i. De periodieke alariverhogingen wordaf dan ook op evenredige wijze gepreid over 15 jaar. De amendrukking van het aantal klaen 9 geldt ook voor de financieel beheerder van het OCMW, maar met de alarichalen die werden bepaald in artikel 219, 2 van het BVR rechtpoitieregeling van 7 december 2007. De periodiekealariverhogingen wordaf dan eveneen op evenredige wijze gepreid over 15 jaar. De alariverhoging voor de eecretari en de OCMW-ecretari in dit ectorale akkoord luit aan bij het gewijzigde profiel van die functie in de organieke decreten. Er wordt op korte termijn een project functieweging getart, waarbij de zwaarte van de functie van eecretari, adjunct-eecretari, financieel beheerder van de e, OCMW-ecretari en financieel beheerder van het OCMW aan de hand van vattaande wegingcriteria onderzocht wordt en op bai waarvan het toekomtige beloningbeleid zal uitgetippeld worden. 2.1.3. Functionele loopbaan D4-D5 Er wordt met ingang van 1 januari 2009 een functionele loopbaan mogelijk gemaakt voor de ploegbaa van niveau D met alarichaal D4 op voorwaarde dat die op grond van de functiebechrijving ook effectief de leiding voert over een ploeg medewerker. Daartoe wordt een alarichaal D5 ingevoerd al vatgeteld in bijlage II. 2.1.4. Peroneelmobiliteit e OCMW De Vlaame Regering zal, in amenhang met de uitvoering van het OCMW-decreet, vorm geven aan de bepalingen over de externe peroneelmobiliteit in het edecreet en het OCMW-decreet voor het e- en OCMW-peroneel met het oog op een oepele inzet van het peroneel, waarbij:
peroneelled de e zich kandidaat kunnen tellen voor interne vacature bij het OCMW of omgekeerd via deelname aan de procedure van interne peroneelmobiliteit of van bevordering; ebetuur en het OCMW van die e gezamenlijk aanwervingprocedure kunnen opzetten en gemeenchappelijke wervingreerve kunnen aanleggen. 2.1.5. Werkgroep herfinanciering De Vlaame Regering zal, mede op verzoek van de lokale werkgever de vakorganiatie op korte termijn een werkgroep herfinanciering van de lokale beturen optarten. 2.2. Periode 2010-2013 2.2.1. Verdere verhoging van de eindejaartoelage vanaf 2010 Met de verhoging de eindejaartoelage in repectievelijk 2008 (niveau E, D en C) en in 2009 (niveau B en A en decretale graden) bereiken de peroneelled de lokale beturen het niveau van de eindejaartoelage van het peroneel van de Vlaame overheiddienten. Voor de jaren 2010 en met 2013 wordt het volgende aanvullende cenario voor de verhoging van de eindejaartoelage afgeproken: in de jaren 2010, 2011, 2012 en 2013 wordt het forfaitaire gedeelte van de eindejaartoelage telken met 100 euro verhoogd. De berekeningwijze van de eindejaartoelage, met een forfaitair en een veranderlijk gedeelte verandert echter niet. De verhogingen mogen in het aal nooit hoger zijn dan een twaalfde van het jaaralari. 2.2.2. Functionele loopbaan verzorgende C1- C2 In amenhang met de uitvoering van het OCMW-decreet aangaande de rechtpoitieregeling van bepaalde peroneelcategorieën, wordt bekeken onder welke voorwaarden en op elk tijdtip de functionele loopbaan van de verzorgende (C1-C2) kan uitgebreid worden met een chaal C3 na 18 jaar gecumuleerde chaalanciënniteit. 2.2.3. Andere engagementen In 2009 tarten de geprekken om de volgende concrete afpraken hard te maken tijden de periode 2010-2013. 2.2.3.1. Start tweede penioenpijler voor de contractanten. Het peroneel van de lokale ector betaat voor om en bij de helft uit contractuele peroneelleden, waaronder ook de geubidieerde contractuelen. Voor een belangrijk deel gaat het om laaggechoolden of om peroneelleden in lagere niveau. Ze hebben nu een werknemerpenioen, dat rekening houdend met hun loonniveau en met de vervangingratio ten opzichte van het loon, laag of erg laag ligt. De geprekpartner bechouwen dat al een onrechtvaardigheid waaraan zij op ectoraal niveau willen verhelpen door de geleidelijke uitbouw van een tweede penioenpijler.
Met al treefdatum januari 2010 wordt getart met een aanvullende penioenregeling voor alle contractant de lokale beturen, waarbij een gemeenchappelijke minimumokkel zal afgeproken worden. Lokale beturen die dat wenen kunnen, eventueel met de reerve die ze hebben aangelegd, die algemeen geldende minimumokkel nog aanvullen met een extra voordeel, waarbij ze het verchil tuen het werknemerpenio de contractanten en het penio de vat aangetelde tatutaire peroneelleden overbruggen. Voor de praktiche uitvoering van de tweede penioenpijler voor contractanten bij de lokale beturen wordt geopteerd voor een collectief yteem of een penioenfond dat: maximaal in beheer i van de Vlaame lokale beturen; de kan geeft aan ieder lokaal betuur om eraan deel te nemen en, naar eigen draagkracht en vermogen, uit te groeien boven de afgeproken minimumokkel; inhoudt dat elk lokaal betuur financieel verantwoordelijk i voor de aanvullende penioen zijn contractanten. 2.2.3.2.Onderzoek integratie haard- en tandplaattoelage in de lonen Er wordt een onderzoek uitgevoerd naar de kotprij van de integratie van de haard- en tandplaattoelage in de lonen (cfr. niveau E, D en C) met het oog op een eventuele integratie in de alarichalen. Een eventuele integratie van de genoemde toelagen in de lonen zou een grote vereenvoudiging van de loonadminitratie betekenen en kan eventueel gepaard gaan met een aanpaing van de alarichalen. De reultat dat onderzoek worden beproken in 2011 bij gelegenheid van de evaluatie van dit ectorale akkoord. 2.2.3.3. Mogelijke flexibiliering in de functionele loopbanen De mogelijke flexibiliering van de functionele loopbanen (bv. C3-C4-C5 e.d.) zal het voorwerp zijn van onderzoek. 2.2.3.4. Vlaame Gemeenchappelijke Sociale Dient voor de lokale beturen De werkgeverorganiatie en de vakorganiatie zullen amen werk mak een paritair beheerde Vlaame Gemeenchappelijke Sociale Dient voor de lokale beturen, zodat via die weg: extra voordelen voor het peroneel kunnen worden verworven (premie, andere vormen van onderteuning, vormingtoelagen, uitbouw ectoraal fond); een gemeenchappelijk tudieecretariaat met werkgever- en werknemervertegenwoordiging kan uitgebouwd word met het oog op beleidvoorbereiding inzake peroneel. Die Vlaame Sociale Dient kan gefinancierd worden door de huidige werkgeverbijdrage van 0,15 % op de lon het peroneel
2.3. Uitvoeringmaatregelen door de Vlaame Regering in het jaar 2008. De boventaande ectorale afpraken bevatten, wat het peroneel van en en provincie betreft, een aantal elementen die wijzigingen aanbrengen aan het genoemde b eluit van de Vlaame Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de peroneelformatie, de rechtpoitieregeling en het mandaattelel van het eperoneel en het provincieperoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtpoitie van de ecretari en de ontvanger van de openbare centra voor maatchappelijk welzijn. Dat geldt ook voor de alarichal OCMW-ecretari en -ontvanger. Die elementen zijn: mogelijkheid de invoering van een functionele loopbaan voor de hogere techniche graad met rang Dx, alarichaal D4 met een chaal D5; een verhoging van de eindejaartoelage met 250 euro in december 2008 voor de peroneelleden in de niveau E, D en C en in 2009 voor de peroneelleden in de niveau A en B en voor de functiehouder in de decretale graden; de gefaeerde verhoging met telken 100 euro tuen 2010 en 2013; de aanpaing van de alarichalen, repectievelijk de klaen, met ingang van 1 januari 2009, voor de eecretari, de financieel beheerder van de e, de OCMW-ecretari en de OCMW-ontvanger. De Vlaame regering verbindt zich ertoe die bepalingen nog in 2008 op te nemen in bovengenoemd beluit rechtpoitieregeling van 7 december 2007 voor het e- en provincieperoneel en voor de OCMW-ecretari en -ontvanger. Bijlage I bij het ectorale akkoord 2009-2013 van 19 november 2008 Klaenindeling eecretarien met de minimum- en maximumgrenzen voor de alarichalaf 1 januari 2009. 9 klaen Trap klae 1 en 6.000 Klae 2 6.001 15.000 inwone r Klae 3 15.001 20.000 Klae 4 20.001 25.000 Klae 5 25.001 35.000 klae 6 35.001 50.000 Klae 7 gemee nte van 50.001 80.000 inwone r Klae 8 80.001 150.000 aantal en 20 154 49 30 28 15 8 2 2 min 23.450 max 38.500 30.226, 21 44.643, 33 32.771,3 3 47.824,7 4 34.646,7 1 51.006,3 5 36.806,7 6 54.355,0 3 39.050,4 7 57.536,1 5 41.746, 30 61.052, 77 44.207,7 0 64.401,6 0 Klae 9 en met meer dan 150.001 47.941,6 9 69.424,5 3
Bijlage II bij het ectorale akkoord 2009-2013 van 19 november 2008 D5 17.000 23.800 1x1x300 2x2x500 1x2x300 1x2x800 1x2x500 4x2x400 1x2x500 3x2x600 17.000 17.300 17.300 17.800 17.800 18.300 18.300 18.600 18.600 19.400 19.400 19.900 19.900 20.300 20.300 20.700 20.700 21.100 21.100 21.500
21.500 22.000 22.000 22.600 22.600 23.200 23.200 23.800 Zogenaamde VIA-akkoord van 6 juni 2005 voor de jaren 2006-2010 voor bepaalde dienten in de door de Vlaame overheid geubidieerde welzijnector. Bedoeld worden: gehandicaptenzorg, intellingen bijzondere jeugdbijtand, gezinzorg en thuizorg, kinderopvang, opvoedingonderteuning, geetelijke gezondheidzorg, ociale werkplaaten.