Nederlands Afsluitende toets niveau 2F Handleiding digitale toetsafname
Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2014) Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling worden openbaar gemaakt en/of verveelvoudigd door middel van druk, fotokopie, scanning, computersoftware of andere elektronische verveelvoudiging of openbaarmaking, microfilm, geluidskopie, film- of videokopie of op welke wijze dan ook. 2
Inhoud Voorwoord 4 1 Structuur en inhoud van de toets 5 2 Toetsfuncties 8 3 Introductie 8 4 Welke voorwaarden gelden voor een toetsafname? 9 5 Rapportage van toetsresultaten 10 Deelnemersinstructie 11 3
Voorwoord Voor u ligt de handleiding voor de digitale toetsafname van de Afsluitende toets Nederlands lezen en luisteren niveau 2F naar het Referentiekader doorlopende leerlijnen taal en rekenen. De toets is een computertoets die gemaakt is in Questionmark Perception en als deze gemaakt is wordt de score in het systeem opgeslagen. Op basis van deze behaalde score wordt bepaald of de kandidaat niveau 2F beheerst en geslaagd is voor de toets. Deze einduitslag wordt binnen 2 weken na de datum van toetsafname verstuurd naar de contactpersoon van de betreffende instelling, waar de kandidaat zijn toets gemaakt heeft. 4
1 Structuur en inhoud van de toetsen De Afsluitende Nederlands is gebaseerd op het 2F niveau van het Referentiekader taal en rekenen. De leesteksten en opgaven in de toets zijn gebaseerd op het domein Leesvaardigheid, subdomein lezen van zakelijke teksten zoals deze in het referentiekader beschreven worden. Er is onderscheid gemaakt tussen de taken Lezen van informatieve teksten, Lezen van instructies en Lezen van betogende teksten. De inhoud van de toets is vastgelegd in een toetsmatrijs op de volgende pagina (tabel 1). De luisterteksten en opgaven in de toets zijn gebaseerd op het domein Mondelinge vaardigheid, subdomein luistervaardigheid zoals deze in het referentiekader beschreven worden. Er is onderscheid gemaakt tussen taken Luisteren naar instructies en Luisteren naar radio en tv en naar gesproken tekst op internet. De inhoud van de toets is vastgelegd in een toetsmatrijs op de volgende pagina (tabel 1). 5
Tabel 1: Toetsmatrijs Afsluitende toets Nederlands 2F Toetsmatrijs Deel Lezen 2F Soort tekst Aantal teksten Cluster Taakcategorie Aantal per cluster Totaal aantal Percentage 01 Informatief 1 tekst 8 02 Instructief 1 tekst 8 1. Doel/tekstsoort/hoofdgedachte 1.1 Kan de hoofdgedachte van de tekst weergeven. 2.2 Kan informatie en meningen interpreteren. 2.3 Kan de bedoeling van de schrijver verwoorden. 2. Tekststructuur doorzien 1.3 Kan relaties tussen tekstdelen leggen. 1.4 Kan informatie ordenen (bijvoorbeeld op basis van signaalwoorden) voor een beter begrip. 3. Hoofd- en bijzaken/samenvatten 1.2 Kan onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken. 4.1 Kan een eenvoudige tekst beknopt samenvatten (voor zichzelf). 4. Begrip en interpretatie van informatie 1.5 Kan wanneer nodig de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de vorm, woordsoort, samenstelling of context. 2.1 Kan informatie en meningen interpreteren. 3.1 Kan een oordeel over de waarde van een tekst(deel) of radioprogramma (of fragment ervan) verwoorden voor zichzelf en kan dit oordeel toelichten. 1. Doel/tekstsoort/hoofdgedachte 1.1 Kan de hoofdgedachte van de tekst weergeven. 2.2 Kan informatie en meningen interpreteren. 2.3 Kan de bedoeling van de schrijver verwoorden. 0-2 8 35 2-3 0-2 2-4 0-2 8 35 2. Tekststructuur doorzien 1.3 Kan relaties tussen tekstdelen leggen. 1.4 Kan informatie ordenen (bijvoorbeeld op basis van signaalwoorden) voor een beter begrip. 3. Hoofd- en bijzaken/samenvatten 1.2 Kan onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken. 4.1 Kan een eenvoudige tekst beknopt samenvatten (voor zichzelf). 4. Begrip en interpretatie van informatie 1.5 Kan wanneer nodig de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de vorm, woordsoort, samenstelling of context. 2.1 Kan informatie en meningen interpreteren. 3.1 Kan een oordeel over de waarde van een tekst(deel) of radioprogramma (of fragment ervan) verwoorden voor zichzelf en kan dit oordeel toelichten. 03 Betogend 1. Doel/tekstsoort/hoofdgedachte 1.1 Kan de hoofdgedachte van de tekst weergeven. 2.2 Kan informatie en meningen interpreteren. 2-3 0-2 2-4 0-2 7 30 2.3 Kan de bedoeling van de schrijver verwoorden. 2. Tekststructuur doorzien 1.3 Kan relaties tussen tekstdelen leggen. 1.4 Kan informatie ordenen (bijvoorbeeld op basis van signaalwoorden) voor een beter begrip. 3. Hoofd- en bijzaken/samenvatten 1.2 Kan onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken. 4.1 Kan een eenvoudige tekst beknopt samenvatten (voor zichzelf). 4. Begrip en interpretatie van informatie 1.5 Kan wanneer nodig de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de vorm, woordsoort, samenstelling of context. 2.1 Kan informatie en meningen interpreteren. 3.1 Kan een oordeel over de waarde van een tekst(deel) of radioprogramma (of fragment ervan) verwoorden voor zichzelf en kan dit oordeel toelichten. Totaal 22 2-3 0-2 2-4 100%
Toetsmatrijs Deel Luisteren 2F Soort tekst Aantal teksten Cluster Taakcategorie Aantal per cluster Totaal aantal Percentage 01 Instructies 1 tekst 8 02 Luisteren naar media 2 teksten per tekst 7 1. Doel/tekstsoort/hoofdgedachte 1.1 Kan de hoofdgedachte van de tekst weergeven. 2.2 Kan informatie en meningen interpreteren. 2. Tekststructuur doorzien 1.3 Kan relaties tussen tekstdelen leggen. 1.4 Kan informatie ordenen (bijvoorbeeld op basis van signaalwoorden) voor een beter begrip. 3. Hoofd- en bijzaken/samenvatten 1.2 Kan onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken. 4.1 Kan een eenvoudige tekst beknopt samenvatten (voor zichzelf). 4. Begrip en interpretatie van informatie 1.5 Kan wanneer nodig de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de vorm, woordsoort, samenstelling of context. 1.6 Kan beeldspraak herkennen. 1.7 Kan een relatie leggen tussen tekst en beeld. 2.1 Kan informatie en meningen interpreteren. 3.1 Kan een oordeel over de waarde van een tekst(deel) of radioprogramma (of fragment ervan) verwoorden voor zichzelf en kan dit oordeel toelichten. 1. Doel/tekstsoort/hoofdgedachte 1.1 Kan de hoofdgedachte van de tekst weergeven. 2.2 Kan informatie en meningen interpreteren. 2. Tekststructuur doorzien 1.3 Kan relaties tussen tekstdelen leggen. 1.4 Kan informatie ordenen (bijvoorbeeld op basis van signaalwoorden) voor een beter begrip. 3. Hoofd- en bijzaken/samenvatten 1.2 Kan onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken. 4.1 Kan een eenvoudige tekst beknopt samenvatten (voor zichzelf). 4. Begrip en interpretatie van informatie 1.5 Kan wanneer nodig de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de vorm, woordsoort, samenstelling of context. 1.6 Kan beeldspraak herkennen. 1.7 Kan een relatie leggen tussen tekst en beeld. 2.1 Kan informatie en meningen interpreteren. 3.1 Kan een oordeel over de waarde van een tekst(deel) of radioprogramma (of fragment ervan) verwoorden voor zichzelf en kan dit oordeel toelichten. 0-2 8 35 1-2 0-2 2-4 0-2 14 65 Totaal 23 100% 1-2 0-2 2-4 7
2 Toetsfuncties De Afsluitende toets Nederlands wordt als toets in het leertraject ingezet om het beheersingsniveau te bepalen. De toets wordt dus gebruikt om te bepalen of de kandidaat het 2F niveau beheerst, het eindniveau Nederlands dat voor zijn of haar MBO-opleiding vereist is. 3 Introductie Voordat een kandidaat aan een computertoets begint, is het van belang dat hij of zij voldoende vertrouwd is met de opzet van de toetsen en het gebruik van de muis voor het beantwoorden van de toets. Deze introductiemodule is in het programma weergegeven door oranje navigatiebolletjes en behandelt o.a. de volgende onderwerpen: het navigeren door de toetsen; het gebruik van de besturingsknoppen.
4 Welke voorwaarden gelden voor een toetsafname? Voordat u een kandidaat de Afsluitende toets Nederlands 2F laat maken, is het nuttig om na te gaan of aan alle voorwaarden is voldaan. Een deel van deze voorwaarden heeft betrekking op basisvaardigheden die bij de kandidaat als bekend verondersteld worden. Andere voorwaarden betreffen de context waarin de kandidaat de toets kan maken. Hieronder worden de belangrijkste voorwaarden kort besproken. Computervaardigheid Om de toetsen op de computer te kunnen maken, moet de kandidaat met de muis kunnen omgaan en moet hij weten hoe een scrollbar werkt. Deze twee vaardigheden worden als bekend verondersteld. Individuele toetsafname Kandidaten moeten de toets zelfstandig beantwoorden. Dit betekent dat er tijdens de toetsafname iemand aanwezig moet zijn die erop toeziet dat kandidaten niet samenwerken. Woordenboek Het gebruik van een woordenboek, andere boeken of naslagwerken zijn bij de Afsluitende toets Nederlands 2F niet toegestaan. Terugkijken naar eerdere opgaven De toets bestaat uit diverse teksten met daarbij behorende. Een tekst met bijbehorende noemen we een blok. Het is mogelijk om binnen en tussen de blokken en te navigeren. Als een vraag betrekking heeft op een tekstfragment, dan is dit fragment geel gearceerd. Sommige hebben betrekking op de hele tekst. In dit geval is er geen gele arcering en geldt dus de hele tekst. Het is voor een optimaal meetresultaat van belang, dat de kandidaat hiervan op de hoogte is. Beschikbare tijd De kandidaat heeft maximaal 90 minuten de tijd om de toets te maken. Voorbereiding toetsafname De voorbereidingen voor een toetsafname zijn minimaal. De toets is op te roepen via de toetslink op www.toetsplaza.nl/creta. De kandidaat kiest vervolgens de juiste toets en moet dan inloggen met zijn/haar persoonlijke inlogcode. Vervolgens moet de surveillant (de monitor) zelf inloggen en geeft toestemming aan de kandidaat om de toets te maken. Hierna wordt de toets gestart in Questionmark Secure (d.i. een beveiligde browser omgeving). Inloggegevens en specifieke informatie over de monitoring en gebruik/installatie van Questionmark Secure worden separaat van dit document verstrekt aan de deelnemende instelling. 9
5 Rapportage van toetsresultaten op de toetsen De antwoorden van de kandidaat op de toetsen worden automatisch door de computer verwerkt. Wanneer een kandidaat een toets heeft afgesloten, verschijnt een eindscherm waarna de toets kan worden afgesloten. Op dit eindscherm wordt geen eindscore vermeld. De eindscore wordt op een later tijdstip bekend gemaakt. 10
Deelnemersinstructie bij de toets Nederlands Vaardigheid: Lezen en Luisteren Beheersingsniveau: 2F Aantal opgaven: 42 Te behalen score: 420 punten Tijdsduur van de toets: 90 minuten 11