Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING FO Nr 05 / 2007 van 21 maart 2007

Vergelijkbare documenten
Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna: "het Comité"); Gelet op de aanvraag van Saris Aanhangers BV ontvangen op 22/03/2017;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

BERAADSLAGING FO NR 004 / 2006 VAN 20 DECEMBER 2006

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 39 / 2006 van 27 september 2006

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING FO Nr 06 / 2007 van 11 april 2007

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING FO Nr 07 / 2007 van 2 mei 2007

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Algemene Directie Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken ontvangen op 13/08/2012;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Federale Overheidsdienst Financiën (hierna de FOD Finanaciën) ontvangen op 17/11/2008;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 52 / 2005 van 21 december 2005

Gelet op de aanvraag van Eandis System Operator cvba, ontvangen op 04/05/2016;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

SCSZ/06/083. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 april 2006; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Fedict op 02/09/2014;

BERAADSLAGING RR Nr 32 / 2005 VAN 15 JUNI 2005

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna "het Comité");

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING FO Nr 01 / 2005 van 10 januari 2005

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Brussel, Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna het comité );

BERAADSLAGING RR Nr 26 / 2007 van 12 september 2007

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de aanvraag van de gemeente Sint-Agatha-Berchem ontvangen op 20/05/2014;

BERAADSLAGING RR Nr 27 / 2007 van 12 september 2007

ADVIES Nr. 12 / 2004 van 21 oktober 2004

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van Dhr. Bernard Buyse, Voorzitter Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders ontvangen op 15/04/2010;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van Leuvens Instituut voor Criminologie van de K.U.Leuven ontvangen op 09/08/2011;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING Nr 02 / 2004 van 15 maart 2004

Gelet op de aanvraag van de Chef Defensie ontvangen op 23/08/2010; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16 en 24/11/2010;

Gelet op de aanvraag van het Belgische Rode Kruis ontvangen op 11/10/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

BERAADSLAGING RR Nr 27 / 2006 VAN 18 OKTOBER 2006

BERAADSLAGING RR Nr 25 / 2007 VAN 18 JULI 2007

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de FOD Financiën, ontvangen op 17/12/2015;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ontvangen op 08/07/2011;

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 5 december 2005;

Gelet op de aanvraag van Dhr. Vander Auwera ontvangen op 23/02/2012;

Gelet op de aanvraag van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin ontvangen op 04/02/2011;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van Mevr. A. Versonnen, Directeur-generaal a.i. ADSEI ontvangen op 17/12/2009;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 26 / 2005 VAN 6 JULI 2005

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 17 januari 2006;

Gelet op de aanvraag van het Fonds voor bestaanszekerheid van de metaalverwerkende nijverheid, ontvangen op 02/10/2014;

Gelet op de aanvraag van de Directeur-generaal van ASTRID ontvangen op 13/03/2012;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Gelet op de aanvraag van het Departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van 23 mei 2005;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 05 / 2006 van 1 maart 2006

Gelet op de aanvraag van het Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek van de Universiteit Antwerpen ontvangen op 28/01/2014;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

BERAADSLAGING RR Nr 12 / 2006 van 24 mei 2006

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Sectoraal comité van het Rijksregister. Beraadsiaging RR nr 62/2013 van 31 juli 2013

Gelet op de aanvraag van Parko AGB ontvangen op 25 augustus 2016; Gelet op de bijkomende informatie, ontvangen op 19 en 22 september 2016

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Advies nr 18/2015 van 10 ju uni 2015 Betreft:

Gelet op de aanvraag van de Algemene Directie Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken ontvangen op 27/09/2013;

1. De Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer (hierna: "VTC");

Gelet op de aanvraag van de Dienst Administratieve Vereenvoudiging ontvangen op 19/10/2010;

ADVIES Nr 10 / 2002 van 28 februari 2002

BERAADSLAGING FO NR 06 / 2006 VAN 29 NOVEMBER 2006

Gelet op de aanvraag van de Algemene Directie Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken ontvangen op 12/09/2014;

ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid art. 29 ;

Gelet op de aanvraag van het Departement Landbouw en Visserij, ontvangen op 31/05/2012;

Gelet op de aanvraag van Universiteit Gent ontvangen op 04/01/2011;

Gelet op de aanvraag van Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG), ontvangen op 18 januari 2016;

Gelet op de aanvraag van de Universiteit Gent, Faculteit Diergeneeskunde, ontvangen op 11/07/2014;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (hierna "de Commissie");

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de aanvraag van de gemeente Evere (hierna de aanvrager), ontvangen op 02/02/2015; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16/03/2015

Gelet op de aanvraag van het Departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van 23 mei 2005;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna het "Comité");

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 6 september 2004;

Gelet op de aanvraag van de FOD Sociale Zekerheid van 11 april 2005; Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 juni 2005;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Directie Inschrijving Voertuigen (DIV) van de FOD Mobiliteit en Vervoer ontvangen op 31/08/2009;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Transcriptie:

KONINKRIJK BELGIE Brussel, Adres : Hoogstraat, 139, B-1000 Brussel Tel.: +32(0)2/213.85.40 E-mail : commission@privacycommission.be Fax.: +32(0)2/213.85.65 http://www.privacycommission.be COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING FO Nr 05 / 2007 van 21 maart 2007 O. Ref. : SA2 / FO / 2007 / 001 BETREFT : Aanvraag van de Stad Brugge voor een machtiging om mededeling te verkrijgen van gegevens van de Dienst Inschrijving Voertuigen van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer met het oog op een behoefteanalyse in verband met parkeeraccomodatie. De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ; Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP ), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, inzonderheid artikel 18; Gelet op de aanvraag van de Stad Brugge ontvangen op 3 januari 2007; Gelet op de aanvraag van het juridisch en technisch advies op 6 februari 2007; Gelet op het verslag van de ondervoorzitter; Beslist op 21 maart 2007, na beraadslaging, als volgt: Ber FO 05 / 2007-1 / 6

I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG --------------------------------------------------------- 1. De stad Brugge, hierna de aanvrager genoemd, heeft behoefte aan recente en accurate gegevens in verband met de automobiliteit in Brugge centrum en Kristus-koning met het oog op uitstippelen van het beleid op het vlak van parkeren en ruimtelijke ordening in de historische stadskern van Brugge. Hij wenst meer in het bijzonder een behoefteanalyse te maken in verband met private en publieke parkeeraccomodatie van de stadsbewoners. 2. Met het oog daarop wenst de aanvrager vanwege de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer uit het repertorium van de voertuigen (hierna het repertorium) van het DIV (Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid) om de drie jaar voor de postcode 8000 1, de elektronische mededeling te verkrijgen van de namen en adressen van de personen die eigenaar zijn van een auto. 3. Uit de aldus verkregen gegevens zal de aanvrager achtereenvolgens: de gegevens die betrekking hebben op Brugge-centrum en Kristus-koning afzonderen (de onnodige gegevens worden na deze operatie reeds vernietigd); de adresgegevens verbeteren (vaak zijn de straatnamen foutief geschreven) en vervangen door hun NIS-code; op basis van de postcode, de NIS-code en het huisnummer een sleutelcode creëren. Deze sleutelcode kan gekoppeld worden met een geografisch bestand (tekening) waarover de aanvrager beschikt en laat toe de spreiding van de voertuigen geografisch in kaart te brengen. 4. Op basis daarvan kan de aanvrager dan behoeftestudies verrichten die hem moeten toelaten: een verkeers- en parkeerbeleid uit te werken ; gronden aan te kopen binnen een bepaald bouwblok met het oog op de aanleg van buurtparkings; voorbehouden zones op de openbare weg te reserveren voor bewonersparkeren; de capaciteitsvereisten van nieuwe openbare parkeergelegenheden te bepalen; een beleidsplan i.v.m. het openbaar vervoer uit te werken. II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG ---------------------------------------------------------- A. ONTVANKELIJKHEID 5. Krachtens artikel 36bis WVP vereist elke elektronische mededeling van persoonsgegevens door een federale overheidsdienst of door een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die onder de federale overheid ressorteert, een principiële machtiging van het sectoraal comité voor de federale overheid. 6. Het is de taak van dit comité om na te gaan of deze mededeling enerzijds nodig is voor de implementatie van de opdrachten die toevertrouwd worden door of krachtens de wet aan de vragende federale overheid en anderzijds of deze mededeling in zijn diverse aspecten compatibel is met al de geldige normen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wat de verwerking van de persoonsgegevens betreft. (Parl.Doc 50, 2001-2002, nr. 1940/004). 1 Het DIV beschikt niet over een kleinere geografische omschrijving. Ber FO 05 / 2007-2 / 6

7. De aanvragers wenst de mededeling te bekomen van persoonsgegevens die bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer zijn opgeslagen. 8. Het sectoraal comité voor de federale overheid is derhalve bevoegd. B. TEN GRONDE B.1. Opdracht van de Stad Brugge 9. Artikel 5, eerste lid, c), WVP bepaalt dat persoonsgegevens slechts mogen verwerkt worden wanneer de verwerking noodzakelijk is om een verplichting na te komen waaraan de verantwoordelijke voor de verwerking is onderworpen door of krachtens een wet, decreet of een ordonnantie. 10. Het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, belast de steden en gemeenten met een aantal opdrachten in verband met ruimtelijke ordening en stedenbouw, zoals het opstellen van een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (artikelen 31 e.v.), van gemeentelijk ruimtelijke uitvoeringsplannen ter uitvoering van het eerstgenoemde (artikelen 48 e.v.), van gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen (artikel 55, 2). 11. Een ruimtelijk structuurplan is een beleidsdocument dat het kader aangeeft voor de gewenste ruimtelijke structuur. Het geeft een lange termijnvisie op de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied in kwestie. Het is erop gericht samenhang te brengen in de voorbereiding, de vaststelling en de uitvoering van beslissingen die de ruimtelijke ordening aanbelangen. (artikel 18, eerste lid, van het decreet van 18 mei 1999). Het ruimtelijk structuurplan Brugge, vastgesteld voor een periode van 5 jaar, werd op 25 april 2006 door de gemeenteraad goedgekeurd en op 29 augustus 2006 bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. 12. Een ruimtelijk structuurplan bevat 3 gedeelten (artikel 19): een bindend: dat bindend is voor de gemeente en de instellingen die eronder ressorteren; een richtinggevend: waarvan de gemeente bij het nemen van beslissingen niet mag afwijken, tenzij omwille van onvoorziene ontwikkelingen van de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten of omwille van dringende sociale, economische of budgettaire redenen; een informatief: dat de bestaande fysieke ruimtelijke toestand beschrijft, analyseert en evalueert; een onderzoek naar de toekomstige ruimtelijke behoeften. 13. Daarnaast bepaalt artikel 2 van het gemeentedecreet van de Vlaamse Gemeenschap van 15 juli 2005 dat de gemeenten beogen om op het lokale niveau bij te dragen tot het welzijn van de burgers en tot de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied. Het mobiliteitsplan dat de aanvrager uitwerkte ter verbetering van de verkeersleefbaarheid situeert zich in deze decretale context. Dit plan, dat trouwens complementair is aan het ruimtelijk structuurplan, heeft ook aandacht voor de parkeerproblematiek en -ruimte. 14. De auto is een factor, naast andere, die zowel zijn stempel drukt op de ruimtelijke ordening als op de mobiliteit. Wanneer de aanvrager dienaangaande een beleid wenst uit te stippelen en nieuwe projecten wenst te ontwikkelen en te beoordelen - zeker wanneer die betrekking hebben op een als werelderfgoed beschermde historische stadskern - zal de impact ervan op de ruimte (autogebruik en de ermee samenhangende parkeerbehoeften) een van de aspecten zijn die moet bekeken worden. Ber FO 05 / 2007-3 / 6

15. Dit is slechts mogelijk voor zover de aanvrager over betrouwbaar en gedetailleerd cijfermateriaal kan beschikken met betrekking tot het autobezit en de spreiding ervan in de stad aan de hand waarvan hij behoeftestudies kan verrichten. Dit impliceert o.a. het toetsen van het aantal gedomicilieerde auto s in die stadskern aan de beschikbare parkeerruimte teneinde na te gaan of de bestaande parkeerinfrastructuur het nieuwe project kan absorberen of niet, zoniet moet daarvoor ruimte ingecalculeerd worden. 16. De inzake beoogde verwerking moet de aanvrager toelaten de taken die de wetgever hem inzake ruimtelijke ordening toevertrouwde, in zo optimaal mogelijke omstandigheden te laten vervullen. B.2. Voorwaarden voor de rechtmatigheid van de verwerking B.2.1. FINALITEITSBEGINSEL 17. Artikel 4, 1, 1, WVP stelt dat iedere verwerking van persoonsgegevens eerlijk en rechtmatig dient te zijn. Bovendien laat artikel 4, 1, 2, WVP de verwerking slechts toe voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden. 18. De door de aanvrager vooropgestelde verwerking stelt op dit vlak geen probleem. Ze moet de aanvrager immers in staat stellen om onder meer de actuele en toekomstige ruimtelijke behoeften, die een gevolg zijn van de aanwezigheid van auto s, te analyseren. Dergelijke analyse is pertinent zowel met het oog op het opstellen en de uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan evenals het waken over de verkeersleefbaarheid, taken die de aanvrager bij decreet zijn opgedragen. 19. De verwerking van een indirecte inzameling bij de FOD Mobiliteit en Vervoer, die door de aanvrager wordt beoogd, impliceert een latere verwerking van gegevens die oorspronkelijk werden verwerkt door de eerstgenoemde. Deze latere verwerking is slechts aanvaardbaar voor zover ze verenigbaar is met de oorspronkelijke verwerking. De verenigbaarheid wordt beoordeeld in functie van de redelijke verwachtingen van de betrokkene en de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen 2 (artikel 4, 1, 2, WVP). 20. De door de aanvrager beoogde verwerking kan bestempeld worden als een verdere verwerking voor statistische of wetenschappelijke doeleinden. Dergelijke verwerking is verenigbaar op voorwaarde dat ze geschiedt overeenkomstig de voorwaarden vermeld in het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. 21. De aanvrager zal de persoonsgegevens die hij verkrijgt omzetten in een sleutelbestand. Deze operatie heeft niet tot gevolg dat de gegevens worden omgezet anonieme gegevens, zelfs niet in gecodeerde gegevens in de zin van artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. In het sleutelbestand zal immers nog de straatnaam en huisnummer opgenomen zijn zodat er relatief gemakkelijk kan teruggekoppeld worden naar een bepaalde fysieke persoon of een beperkt aantal fysieke personen. 22. In dergelijk geval moet de aanvrager meer in het bijzonder de voorwaarden vermeld in de artikelen 18 tot 22 van het voormelde besluit naleven. Deze artikelen leggen de verplichting op om specifieke informatie te verstrekken aan de betrokken personen evenals het bekomen van de voorafgaande toestemming, behalve indien de nakoming van deze 2 Cfr. wat dit punt betreft de adviezen nr. 17/2005 van 9 november 2005 (Art. 5 KSZ wet overweging 6.4.1), nr. 22/2005 van 21 december 2005 (Code de l eau van het Waals Gewest overweging 17), nr. 06/2006 van 1 maart 2006 (Eurocat overweging 18). Ber FO 05 / 2007-4 / 6

verplichting onmogelijk blijkt of onevenredig veel moeite kost en hij zich heeft gedragen na de procedure bepaald in artikel 21 van dit besluit (artikel 20, 2 ). 23. Uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager zich ervan bewust is dat hij een informatieplicht heeft. Hij vestigt er evenwel de aandacht op dat, op basis van de informatie waarover hij thans beschikt, er ruim 7000 personen zouden moeten aangeschreven worden indien hij alle betrokkenen individueel moet informeren. Dit vergt niet alleen een belangrijke administratieve opvolging maar valt tevens zeer kostelijk uit. Als alternatief stelt de aanvrager voor om de nodige informatie te verstrekken via de website evenals door het laten opnemen van een specifiek persbericht in de lokale pers. 24. De Commissie is van oordeel dat een individuele kennisgeving in casu inderdaad onevenredig veel moeite vergt en daarenboven ook kostelijk is. Het door de aanvrager voorgestelde alternatief, namelijk het plaatsen van een bericht op zijn website en het laten opnemen van een specifiek persbericht in de lokale pers, is aanvaardbaar. Bij de redactie van dit bericht moet de aanvrager zich baseren op artikel 18 van het koninklijk besluit van 13 februari 2001. 25. Deze werkwijze ontslaat de aanvrager echter niet van het verrichten van een aangifte van deze verwerking bij de Commissie overeenkomstig artikel 21 van datzelfde besluit (eveneens een na te leven voorwaarde). B.2.2. PROPORTIONALITEIT 26. De WVP stelt eveneens kwaliteitsvereisten met betrekking tot de persoonsgegevens die worden verwerkt. Artikel 4, 1, 3, WVP stelt dat persoonsgegevens toereikend, terzake dienend en niet overmatig dienen te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of waarvoor zij verder worden verwerkt. 27. De Commissie merkt op dat een indirecte inzameling de aanvrager moet toelaten om behoeftestudies te verrichten met het oog op zijn beleid inzake ruimtelijke ordening en mobiliteit. Daartoe worden voor elke auto, ingeschreven in de zone met postcode 8000, de naam van de persoon op wiens naam de auto is ingeschreven, evenals zijn adres gevraagd. 28. Een gewone mededeling van het aantal voertuigen per adres zou het de aanvrager niet mogelijk maken om een aantal facetten te analyseren en in kaart te brengen. Het feit dat op eenzelfde adres 1 persoon meerdere auto s heeft dan wel er meerdere auto s zijn die aan verschillenende gezinsleden toebehoren is onder meer van belang met het oog op een analyse van de problematiek van de bewonerskaarten. 29. Volgens een mondelinge toelichting verstrekt door de aanvrager op 2 februari 2007, zal hij de meegedeelde gegevens uiterlijk vier maanden na de mededeling ervan vernietigen. De gegevens die geen betrekking hebben op Brugge-centrum en Kristus-koning, worden zonder meer vernietigd. De gegevens betreffende de voormelde gebieden worden omgezet in een sleutelbestand en daarna vernietigd. Het sleutelbestand wordt gekoppeld aan een geografisch bestand zodat een parametrisch geografisch gegevensbestand ontstaat dat zal bewaard worden zolang dit voor studiedoeleinden vereist is. 30. In het licht hiervan kan dus besloten worden dat de gegevens waarvan de mededeling gewenst wordt, conform zijn aan artikel 4, 1, 3, WVP. B.2.3. BEVEILIGING 31. De aanvrager bezorgde het ingevulde evaluatieformulier aangaande de referentiemaatregelen voor de beveiliging. Blijkens de daarin vervatte informatie kunnen de door de aanvrager genomen veiligheidsmaatregelen als passend worden gekwalificeerd. Ber FO 05 / 2007-5 / 6

C. STANDPUNT 32. De Commissie verwacht dat de gegevensbanken, waarvoor het Sectoraal comité van de Federale Overheid bevoegd is, in de toekomst hoe langer hoe meer zullen bevraagd worden. Meer dan waarschijnlijk zal niet altijd louter een toegang tot een gegevensbank of de mededeling van gegevens uit dergelijke databank nagestreefd worden. Er zullen in een aantal gevallen ongetwijfeld ook koppelingen van deze gegevensbanken met andere gegevensbestanden gewenst worden (in casu worden gegegevens van het DIV gekoppeld aan een geografisch bestand van de aanvrager). De Commissie is van oordeel dat het in het licht hiervan aangewezen is dat er schikkingen worden getroffen zodat niet alleen de toegang tot of mededeling van de gegevens opgenomen in die gegevensbanken maar eveneens koppelingen ermee kunnen gerealiseerd worden zodanig dat o.a. artikel 4 WVP optimaal gerespecteerd wordt. Dit impliceert de tussenkomst van een trusted third party, naar analogie van de rol die de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid vervult voor de gegevens die onder de bevoegdheid van het Sectoraal comité van de Sociale Zekerheid vallen. Het lijkt aangewezen dat Fedict dergelijke rol op zich neemt voor wat de gegevens betreft die onder de bevoegdheid van het Sectoraal comité van de Federale Overheid ressorteren. De Commissie dringt er dan ook op aan dat Fedict zo snel mogelijk daartoe de nodige schikkingen treft. OM DEZE REDENEN, de Commissie machtigt de Stad Brugge, om onder de voorwaarden bepaald in deze beraadslaging, om voor de zone met postnummer 8000 om de 3 jaar de elektronische mededeling te verkrijgen uit het repertorium van de voertuigen van het DIV (Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid) van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer per ingeschreven voertuig van de volgende gegevens: a) de naam van de persoon op wiens naam het voertuig is ingeschreven; b) het adres; bepaalt dat a) de Stad Brugge de Commissie moet op de hoogte houden van de naleving van de voorwaarden die in de beraadslaging werden geformuleerd; b) de Commissie zich het recht voorbehoudt om de modaliteiten van deze beraadslaging te herzien van zodra Fedict in staat is om de rol van trusted third party te vervullen. De administrateur, De ondervoorzitter, (get.) Jo BARET (get.) Willem DEBEUCKELAERE Ber FO 05 / 2007-6 / 6