HOE SCHOON IS ONS OPPERVLAKTE WATER?

Vergelijkbare documenten
Waterkwaliteit KRW, 2015

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Waterkwaliteit verbeteren!

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen

Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017

Impact rioolwaterzuivering op de belasting van het oppervlaktewater, 2016

Vermesting in meren en plassen,

Impact rioolwaterzuivering op de belasting van het oppervlaktewater, 2015

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Vast te stellen het Openstellingsbesluit POP-3 niet-productieve investeringen water Zuid-Holland 2016

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Vermesting van regionaal water,

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

BOEREN! VALT DAAR MEE TE PRATEN DAN?

Water nu en... KRW De Europese. Kaderrichtlijn water. Een grote kans voor. de verbetering van de. waterkwaliteit. en daarmee ook voor de

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Fractie Betaalbaar Water

Voortgang KRW: maatregelen, doelbereik en innovatie. 13 december 2012; Frank van Gaalen

Belasting van het oppervlaktewater door huishoudens,

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie

V-focus kan googelen met cijfermateriaal

Emissie registratie betekenis

Schoner water in sloten en plassen Maatregelen voor een betere waterkwaliteit

Goede. Goed voor landbouw, natuur én waterbeheer 19A

Vraag 1 Wat is uw reactie op de berichten in het Algemeen Dagblad over het aantreffen van GenX in drinkwater op meerdere locaties?

Helder water door quaggamossel

WAT WIJ WILLEN MET WATER

Gezondheid & Voeding

Water in beeld. Toestand en toekomst van het West-Brabantse watersysteem

Nieuwkoopse Plassen. Op weg naar water van topkwaliteit. Droge voeten, schoon water

MAAR HOUDEN WE HET ZO?

Temperatuur oppervlaktewater,

Waar staan we? Wat is nodig? We zijn op de goede weg!

Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor,

De Waterwet en waterbodems De Waterwet. en waterbodems

Statencommissie REW 1 februari KRW maatregelen rijkswateren

Mestbeleid in Nederland

Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor,

Programma Uitleg waarom deze bijeenkomst JC Vogelaar en stukje historie Geesje Rotgers normstellingen in naam van de ecologie aan KRW-wateren Vragen A

DE WERKELIJKHEID ACHTER DE EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER IS HET ECHT EEN SMEERBOEL? Tekst Hans Oerlemans Beeld Hollandse Hoogte e.a.

Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017

Nationale Milieuverkenning

In de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld.

Illlllllllllllllllllll

Hoofdconclusie PBL-rapport

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC),

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

INTERN MEMO. Aan: Algemeen Bestuur Van: Dagelijks Bestuur Datum: 10 november 2015 Onderwerp: Voedingsstoffen in het oppervlaktewater

Samen werken aan waterkwaliteit. Voor schoon, voldoende en veilig water

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen,

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

FOSFAATFABRIEK. Coert Petri (Waterschap Rijn en IJssel) Green Deal en Ketenakkoord Fosfaat

80597ddb b8-b238-e40d818d7a77 1/5

Zuivering van stedelijk afvalwater: zware metalen,

Ecologische. sleutelfactoren. in het kort

Samen voor een goede waterkwaliteit in de Utrechtse gemeenten

Zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn ( ): proces en stand van zaken. Inhoud

WORKSHOP: Bronnenanalyse: een uitdaging voor de regio!

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018

Landbouwkundige en milieukundige trends akkerbouw in relatie tot 6 e AP Nitraatrichtlijn

Vermestende depositie,

samenvatting van de Atlas van de waterkwaliteit IN HET GEBIED VAN RIJN EN IJSSEL

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

WATER? NATUURLIJK! Verkiezingsprogramma Water Natuurlijk. Hollands Noorderkwartier

Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten

Verslag bijeenkomst medicijnresten uit water 10 maart 2016

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

Vervolg aantekeningen H1 Nat. Hulpbronnen. Omgaan met Natuurlijke Hulpbronnen Hoofdstuk 1.1 Aardrijkskunde CA-3

Ontwerp weigering watervergunning Z49728

Mijn koeien moeten zo vroeg mogelijk in het voorjaar de wei in

Emissies door de zeescheepvaart,

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen

Opkomende stoffen: hoe krijgen we de keten waterdicht? Marjan van Giezen Plv.dir. DG Water en Bodem Ministerie Infrastructuur en Water

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw

Report 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas.

Jaarverslag Water 2015

De lokale maat in waterbeheer

Belasting van het oppervlaktewater door verkeer en vervoer,

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit POP-3 niet-productieve investeringen water Zuid-Holland april 2018

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR

Nieuwe verontreinigingen, nieuwe oplossingen. Gebruik de kracht van natuurlijke processen

Innamestops waterwinbedrijven,

Emissies naar lucht door huishoudens,

Beleidslijn toezicht en handhaving. Wassen van machines op agrarische bedrijven

Nieuwe stoffen, nieuwe wetten?

Limburg Waterproof Klimaat, water en landbouw

Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VOETAFDRUKKEN VAN NEDERLANDSE CONSUMPTIE

Stoffen en normen in waterbeleid: de meest gebruikte termen uitgelegd.

De waterbodems in de Waterwet

Transcriptie:

4 T HOE SCHOON IS ONS OPPERVLAKTE? In de jaren zestig vormden onze rivieren het riool van Europa. Sindsdien is er het nodige verbeterd, maar toch: op Europese ranglijsten scoort ons land matig. Hoe schoon is ons oppervlaktewater? Wat kunnen we nog doen? Moeten we überhaupt iets doen? Of leggen we de lat te hoog? Waterkwaliteit als thema moet hoger op de agenda. Tekst Sander Peters Beeld istockphoto

5 THEMA De Hollandse IJssel. Nu een heldere rivier, vredig kronkelend door sappig grasland midden in het Groene Hart. Nog geen dertig jaar geleden was deze rivier de meest vervuilde van ons land. In 1985 moesten bijna honderd woningen die grensden aan de rivier in de Zellingwijk in Gouderak afgebroken worden omdat de bodem ernstig verontreinigd was. Door het ophogen van de oevers met afval waren het water en de bodem vervuild met giftige stoffen zoals olie, teer, zware metalen en benzeen. De vervuiling van de Hollandse IJssel is slechts een voorbeeld van de belabberde kwaliteit van het oppervlaktewater in ons land in de jaren zestig, zeventig en het begin van de jaren tachtig. Niet zelden stierf in rivieren de gehele vissenpopulatie uit. En ook grote concentraties stinkend schuim in sloten, meren en andere oppervlaktewateren waren eerder regel dan uitzondering. Hele generaties jongeren kregen van hun ouders te horen dat zwemmen in de grote rivieren Maas, Waal, Rijn en IJssel uit den boze was. Als de huidige trend doorzet, haalt Nederland de Europese normen voor waterkwaliteit niet in 2027, maar in 2040 REALISME Kortom: er moest actie ondernomen worden. En dat gebeurde ook. In 1970 werd de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) van kracht. Deze wet, inmiddels opgegaan in de Waterwet, heeft veel goed gedaan voor de kwaliteit van ons oppervlaktewater, vertelt Harm Gerrits, beleidsadviseur bij het Hoogheemraadschap van Rijnland. Hij laat een aantal grafieken zien die zijn bewering onderbouwen: de hoeveelheid fosfaat en stikstof in de Rijnlandse wateren is sinds 1970 drastisch gedaald. We weten meer, we kunnen meer én de sense of urgency is sinds die tijd bij velen echt doorgedrongen. Ik ben dus optimistisch. Maar ik moet er wel bij zeggen dat we de norm van de Europese Kaderrichtlijn Water voor 2027 nog niet gehaald hebben. Als de huidige trends doorzetten, zal dat rond 2040 gebeuren. Gerrits maakt deel uit van een selecte groep waterprofessionals die zich binnen het Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) over het thema waterkwaliteit bekommeren. Voorzitter van deze themagroep is Peter Schipper, wetenschappelijk onderzoeker bij Alterra. Schipper is minder positief dan Gerrits. Ik ben een realist. Er is nog steeds heel wat aan te merken op onze waterkwaliteit. Niet voor niets staan we niet hoog op de internationale ranglijstjes. We zijn zeker niet het beste jongetje van de Europese klas. Begrijp me niet verkeerd: ik luid absoluut niet de noodklok, maar ik hoop dat het thema waterkwaliteit hoger op de bestuurlijke agenda komt. Hard nodig, want op de belangrijkste criteria van de Kaderrichtlijn Water de waterkwaliteit, de ecologische toestand, het aantal wateren at risk en de chemische toestand van het water - doen we het simpelweg matig tot slecht. LOKALE INITIATIEVEN Nederland loopt volgens Schipper op allerlei watergerelateerde gebieden voorop - baggeren, deltawerken, ruimte voor de rivier, drinkwaterkwaliteit en afvalwaterzuivering, daar wordt internationaal enorm tegenop gekeken maar onze waterkwaliteit staat er internationaal > NR9 / SEPTEMBER 2014

6 minder goed op. Doodzonde, vindt Schipper. Toegegeven: sinds de Wvo is er veel verbeterd. En ik weet: het is ook niet gemakkelijk voor een goede waterkwaliteit te zorgen in een land met een sterke verstedelijking en een intensieve landbouw. Bovendien zorgt de ontwatering in de venige bodems ervoor dat er veel nutriënten uitspoelen naar de sloten en vaarten. Maar juist dat alles zou reden genoeg moeten zijn om met onze kennis en vernuft op het vlak van watermanagement en -technologie een goede waterkwaliteit te bewerkstelligen. Wat zal klimaatverandering doen met het watersysteem in de stad en wat is dan ons doel als het gaat om waterkwaliteit? De activiteiten van zijn themagroep met name het symposium Waterkwaliteit op de kaart op 2 oktober over de oppervlaktewaterkwaliteit moeten bestuurders prikkelen om meer te doen. Met name de aanpak van diffuse bronnen van vervuiling laat ruimte voor verbetering, zegt Schipper. Voor of net na de invoering van de Wvo was 70 procent van de lozingen een puntlozing. Nu is 70 procent juist diffuus. Hoe pak je dat aan? Een bronaanpak gericht op het sluiten van kringlopen verdient voor veel diffuse bronnen de voorkeur. Ik verwacht veel van lokale, bovenwettelijke initiatieven. Die aanpak werkt beter dan nog meer normatieve wetten en regels. Er zijn al vele succesvolle voorbeelden her en der in het land, bijvoorbeeld in het terugdringen van gewasbeschermingsmiddelen. Die projecten krijgen hopelijk navolging. Ook hoop ik dat we het probleem van het mestoverschot in Nederland nu eens echt gaan oplossen. LANDBOUWLOBBY Hét grote probleem in Nederland vormt immers de landbouw. De concentraties nutriënten mestafval in de grond en in het oppervlaktewater zijn hoog. Schipper: De economische belangen zijn groot. De lobby van de landbouw is dus sterk. Het onderwerp hogere belastingen voor vervuilende landbouwers is niet erg populair in Nederland. Desondanks zijn er natuurlijk sinds de invoering van de Wvo op emissiegebied ook door de landbouw forse stappen gemaakt. Harm Gerrits werkt zoals gezegd bij het Hoogheemraadschap van Rijnland. Waterschappen zijn niet alleen verantwoordelijk voor de kwaliteit van de meeste oppervlaktewateren in ons land. Ook zijn de waterschappen mede opgericht door landbouwers. Boeren wilden de beste condities voor hun gewassen en dus was waterbeheer in de polders van groot belang, legt Gerrits uit. Nog steeds maakt de landbouw deel uit van het bestuur van de waterschappen. Dat geeft een interessante wrijving tussen belangen: de waterschappen willen METEN IS WETEN. OF? Meten is weten. Maar: meten we niet te veel? Willen we wel weten wat er allemaal in ons water zit? Moeten we dat weten? Interessante vraag, zeggen Ton van Leerdam en Leo Puijker van KWR Watercycle Research Institute. Van Leerdam en Puijker zijn experts op het gebied van chemische monitoring van de waterkwaliteit waarbij massaspectometrie, een techniek waarmee per stof een soort vingerafdruk wordt gemaakt, een belangrijke meetmethode is. Die techniek is niet nieuw en wordt al op grote schaal toegepast, zowel door waterschappen als door drinkwaterbedrijven. Wel nieuw is de zogenoemde accurate massameting. Hierdoor is het mogelijk om in water een groter scala aan allerlei chemische stoffen te detecteren. Naast het meten van specifieke stoffen kan de waterkwaliteit als geheel veel beter en betrouwbaarder geanalyseerd worden. Heel nuttig ook in een tijd van steeds strengere regelgeving uit Europa.

THEMA 7 KORTE GESCHIEDENIS VAN VERONTREINIGING IN NEDERLAND Water en milieu hebben van nature een zelfreinigend en zelfherstellend vermogen. In de loop van de geschiedenis is de Nederlandse bevolking sterk gegroeid. Ook kwam er steeds meer industriële activiteit en bedrijvigheid. Hierdoor nam de verontreiniging van het oppervlaktewater toe, waarbij de grens voor het herstellend vermogen van het oppervlaktewater werd overschreden. Vooral na de Tweede Wereldoorlog, toen men vooral bezig was met de wederopbouw van het land en het economisch herstel en niet zo zeer met de milieukwaliteit, was de impact van verontreiniging op het oppervlaktewater zeer groot. Tussen 1960 en 1970 bereikte de waterkwaliteit in Nederland dan ook een dieptepunt en stond de Rijn ook wel bekend als het riool van Europa. Als gevolg hiervan werd uiteindelijk in 1970 de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) ingesteld met als doel een einde te maken aan de grootschalige vervuiling en verontreiniging van het Nederlandse oppervlaktewater. Door de jaren heen heeft deze wet ingrijpende veranderingen ondergaan. Op 22 december 2009 is de Wvo vervangen door de Waterwet. Het grote probleem is de landbouw; de economische belangen zijn groot het oppervlaktewater zo schoon mogelijk maken en houden, voor burgers, maar ook voor het ecologische systeem in en om het water. Tegelijk is de agrarische sector een grote bron van verontreiniging. Zo eerlijk moeten we zijn. KROOSVAREN Gerrits is behalve een optimist, naar eigen zeggen, ook een pragmaticus. Eigenlijk zijn alle Nederlanders dat. We willen schoon water, maar niet perse 100 procent schoon. Schoon genoeg volstaat om er in te kunnen zwemmen, vissen en varen. Om langs het water te zitten, wandelen en om er eendjes te kunnen voeren. Zolang er vissen en vogels te zien zijn, zolang het water niet stinkt en zichtbaar vies is en zolang de waterkant te bereiken is, is de burger - onze klant - grosso modo tevreden. En dat is nu het geval. Neemt niet weg, aldus Gerrits, dat experts stukken minder tevreden zijn. Het water is vooral veel te voedselrijk, zeker in West-Nederland. Gevolg: het water is niet helder, de ecologie komt niet goed op gang. En dan zijn er nog de gevolgen van de klimaatverandering. Neem de blauwalg of nu heel actueel na de zachte winter de kroosvaren: heel Nederland zit daarmee onder. Het vormt een dikke rood-groene laag op het water. Het ziet er niet uit. En het is gevaarlijk, want kinderen zien bijna niet meer waar de kant ophoudt en waar het water begint. Ook internationaal zijn de experts ontevreden over Nederland, vertelt Gerrits. De OESO is in een recent rapport weliswaar lovend over het Nederlandse waterbeheer, maar uit forse kritiek op onze waterkwaliteit. Ook Brussel zegt dat we grote steken laten vallen op het vlak van de waterkwaliteit. Het gevolg is dat we langdurig hebben moeten onderhandelen om een ontheffing te krijgen om meer meststoffen toe te mogen passen dan de officiële norm. Nederland heeft als tegenprestatie forse maatregelen moeten beloven voor het gebruik van meststoffen. Een interessante ontwikkeling. Gerrits verbaast zich er wel eens over dat onze landbouw wereldwijd geroemd wordt vanwege de kennis en innovaties Wageningen is het mondiaal centrum van landbouwinnovatie maar dat we er dus niet in slagen het nutriëntengehalte in bodem en oppervlaktewateren in voldoende mate terug te dringen. Natuurlijk is er al veel verbeterd. We zijn pas 45 jaar bezig (vanaf de invoering van de Wvo in 1970, red.). Laatst stelde iemand dat de ecologische ijstijd pas net achter de rug is. Dat vind ik een mooi beeld. Maar de laatste stappen zijn de moeilijkste. Zeker ook omdat er veel botsende belangen zijn en de waterschappen niet verantwoordelijk zijn voor de emissies. Dus ja, waterkwaliteit is zeker ook een bestuurlijk-politiek vraagstuk, aldus Gerrits. KLIMAATVERANDERING Juist die belangenstrijd en de afwegingen die op bestuurlijk vlak gemaakt moeten worden, vormen voor Arnold Wielinga, adviseur integraal waterbeheer bij Royal HaskoningDHV, > NR9 / SEPTEMBER 2014

8 THEMA Nutriëntenoverschot in de landbouw Index (1970=100) 200 Stikstof Fosfor 150 100 50 0 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015 Bron: CBS. Deze figuur laat zien dat het overschot aan stikstof en fosfor in de Nederlandse landbouw fors is gedaald sinds 1970. Dit is toe te schrijven aan het nationale en Europese mestbeleid. Doordat het overschot is gedaald, zijn ook de verliezen naar water gedaald. Dat merken we vooral voor stikstof. Fosfaat heeft zich opgehoopt. Veel bodems zijn zo verzadigd met fosfaat dat er nog jaren uitspoeling optreedt naar het water. het meest interessante aspect van zijn vakgebied. Ik ben geen man van inhoudelijke cijfertjes en meetinstrumenten. En dus was ik ook niet zozeer bezig met de vroegere normgerichte wet- en regelgeving. Ik vraag mij in plaats daarvan liever af: wanneer is de waterkwaliteit goed genoeg? Daarom juich ik de huidige transitie naar een meer effectgerichte benadering in de wet- en regelgeving toe. Een heel belangrijke factor in deze kwestie is volgens Wielinga de klimaatverandering. Dat het warmer en droger wordt met meer extreme uitschieters, is zeker. Maar wat doet dat met het watersysteem in de stad? Wat is dan ons doel? Is dat helder, fris ruikend water zonder geelgroene drab, met een vrolijk kwakende eendjesfamilie die vanaf de keurig gemaaide oevers gevoerd kan worden? Dat laatste is welllicht weer helemaal niet zo goed vanuit ecologisch oogpunt. Natuurlijke dichtbegroeide oevers zijn dat mogelijk wel. Andere dilemma s die Wielinga noemt: helder water is niet per definitie gezond. Maar het zwemt wel prettiger zonder akelig slingerende groene planten om je benen. En: water schoonmaken en schoon houden kost nu eenmaal geld. Welk kostenplaatje is eigenlijk maatschappelijk verantwoord? Bestuurders van onder meer waterschappen en gemeenten moeten hier gezamenlijk - beslissingen over nemen. BESTUURLIJKE KNELPUNTEN Een ander belangrijk punt is volgens Wielinga dat waterkwaliteit alles met de kwantiteit te maken heeft. Zeker in de stad. Bij te weinig water, en een zakkend waterpeil, ontstaan problemen. Dan gaan burgers klagen, want dat water gaat bijvoorbeeld stinken. Of er vormt zich blauwalg of andere troebele drab. Ga je dan het stadswater aanvullen met water van buiten? Maar hoe schoon is dat, als we weten dat daar vanuit de landbouw nog steeds veel emissie van nutriënten plaatsvindt? Maken we de situatie dan niet nog erger? Nog meer keuzes dus. Wielinga wijst erop dat door de inrichting van ons bestuurlijke stelsel het niet altijd eenvoudig is om de beste keuzen te maken voor een duurzame inrichting van stedelijke watersystemen en voor een goed beheer van waterkwaliteit en kwantiteit. Het Nederlandse waterbeheer is erg verdeeld. Versnipperd. Het Rijk, dat wil zeggen: twee ministeries, provincies, waterschappen en gemeenten: ze hebben er allemaal iets over te zeggen. Die verschillende belangen moeten goed op elkaar worden afgestemd én er moet een gemeenschappelijke wil en visie zijn om toekomstbestendig bezig te zijn. Belangrijk knelpunt daarbij is soms de korte bestuursperiode van de verschillende partijen. De gemiddelde levensduur van een woon-leefomgeving in de stad is 30 jaar. Daarna wordt er meestal weer gerenoveerd. Ook de gevolgen van de klimaatverandering voelen we pas echt over enkele decennia. De gemiddelde levensduur van nieuwe investeringen in de waterketen is vaak nog langer, soms wel 80 jaar. Wanneer je bedenkt dat de bestuursperiode meestal maar vier jaar is, begrijp je dat juist de lange-termijnscope heel belangrijk is. Daarom moeten we er zeker in economisch moeilijke tijden alert op zijn dat de euro s die we nu uitgeven aan waterbeheer ook op de langere termijn nuttig besteed blijken te zijn. *Op 2 oktober organiseert de themagroep Waterkwaliteit van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) het symposium Waterkwaliteit op de kaart. Dit gebeurt in samenwerking met het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Water, Verkeer en Leefomgeving (WVL), de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (Stowa), Alterra en Deltares. Voor meer informatie kijk op de website. www.waternetwerk.nl