In dit nummer: Grote toeloop bij Inkoopcollectief Schoolboeken /1 Kort geding over loting openbaar gymnasium /2 VOS/ABB nodigt u uit voor Onderwijscafé /3 Inspectie: te weinig systematische evaluaties /3 Veel klachten van ouders dyslectische kinderen /4 Onderzoek en discussie over literatuuronderwijs /5 Vacatures (2) /5 Grote toeloop bij Inkoopcollectief schoolboeken Scholen in het voortgezet onderwijs hebben veel belangstelling voor het Inkoopcollectief Lesmateriaal. De informatieve regiobijeenkomst van 26 mei in Zwolle is verplaatst naar een grotere locatie, omdat zich meer dan twintig belangstellenden hebben gemeld. VOS/ABB heeft het Inkoopcollectief Lesmateriaal gelanceerd in samenwerking met inkoopkenniscentrum Pro Mereor in Arnhem. In navolging van eerdere succesvolle projecten voor gezamenlijke inkoop van bijvoorbeeld energie, kunnen scholen in dit nieuwe project gezamenlijk schoolboeken inkopen. Pro Mereor neemt dan de ingewikkelde Europese aanbesteding over en scholen kunnen toch de boektitels van hun eigen keuze bestellen. Hoe meer scholen met het project meedoen, hoe voordeliger het wordt. De eerste informatiebijeenkomsten zijn deze week vijf keer op verschillende locaties. Meer dan 100 belangstellenden hebben zich daarvoor al gemeld. In Zwolle leidde de toeloop ertoe dat de bijeenkomst werd gehouden in de Thorbecke Scholengemeenschap aan de Dokter Van Heesweg 1, in plaats van het kantoor van het Zwolse schoolbestuur. De data en locaties van de overige bijeenkomsten blijven hetzelfde: 27 mei bij de Gooise Scholen Federatie, Olmenlaan 24 in Bussum; 28 mei bij de Stichting St. Adelbert College, Deijlerweg 163 in Wassenaar; 29 mei in het Zuyderzee College, Prof. Ter Veenstraat 5 in Emmeloord; 30 mei in het Jan Tinbergen College, Bovendonk 1 in Roosendaal. Alle bijeenkomsten beginnen om 14 uur. Aanmelden kan nog steeds via het e- mailadres vosabb@promereor.nl. Meer informatie over het Inkoopcollectief Lesmateriaal op www.vosabb.nl (dossier schoolkosten). 1
Kort geding over loting door openbaar gymnasium VOS/ABB-advocaat Jack Heussen vertegenwoordigt het bestuur van het Stedelijk Gymnasium in Haarlem in een kort geding over de uitloting van een aantal leerlingen. Het bestuur betoogt dat loting vanwege te veel aanmeldingen gerechtvaardigd is. Een aantal ouders bestrijdt dit en is naar de rechter gestapt om toelating af te dwingen. De ouders die naar de rechter zijn gestapt, betogen dat hun kinderen recht hebben op een plaats op het openbare categoriale gymnasium in Haarlem, omdat het openbaar onderwijs algemeen toegankelijk is, geen leerlingen zou mogen weigeren en dus niet zou mogen loten. De school zou volgens de ouders dus verplicht zijn alle leerlingen te accepteren die voldoen aan de kwalitatieve gymnasiumeisen. Misverstand Heussen heeft dinsdag in zijn pleidooi voor de bestuursrechter in Haarlem die stelling weerlegd: 'Het is een misverstand te denken dat een openbare school zoals het Stedelijk Gymnasium ieder kind moet toelaten. En het is eveneens onjuist te denken dat niet mag worden geloot.' Heussen baseert zich hierbij op een eerdere uitspraak van de Raad van State uit 1985. De VOS/ABB-advocaat benadrukt ook dat een openbare school, ondanks de algemene toegankelijkheid, wel degelijk een maximum mag stellen aan het aantal leerlingen en desnoods loting kan toepassen. De Grondwet en de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) staan dat niet in de weg. Daarbij tekent Heussen aan dat loting 'misschien geen sympathieke maar in elk geval geen oneerlijke manier' van selectie is. Andere gymnasiumopleidingen Een ander punt dat Heussen naar voren brengt, is dat er voor de uitgelote leerlingen in Haarlem en directe omgeving andere openbare scholen zijn waar zij een gymnasiumopleiding kunnen volgen. Het enige verschil is dat dit geen categoriale gymnasia zijn, maar dit maakt voor de wet niets uit, betoogt hij. Het bestuur begrijpt volgens Heussen heel goed dat de ouders alleen genoegen nemen met onderwijs op een openbaar categoriaal gymnasium, 'maar dit kan niet afdoen aan het feit dat er op het Stedelijk Gymnasium thans de grens van de beperkte opnamecapaciteit is bereikt'. Die opnamecapaciteit is gebaseerd op het beleid om de school kleinschalig te houden, zo laat de VOS/ABB-advocaat in zijn pleidooi zien. De schriftelijke pleitnota van Jack Heussen staat bij dit bericht op www.vosabb.nl (dossier juridische zaken). Daar staat ook een artikel dat NRC Handelsblad woensdag over deze kwestie heeft gepubliceerd. De uitspraak is op 3 juni. Informatie: Jack Heussen, 0348-405275, gheussen@vosabbconsulting.nl 2
VOS/ABB nodigt u uit voor het Onderwijscafé VOS/ABB organiseert met de VO-raad, PO-Raad en Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) op 12 juni in Studio Dudok in Den Haag het eerste Onderwijscafé. Ook u bent welkom! Het thema van het eerste Onderwijscafé is 'Elk kind een kans: passend onderwijs in 2011'. De bijeenkomst is bedoeld om op een informele wijze aan de hand van een actueel thema het debat aan te gaan met politici, media, beleidsmakers, schoolleiders en bestuurders uit het onderwijsveld. Het is de bedoeling om het Onderwijscafé enkele malen per jaar te organiseren. Het eerste Onderwijscafé begint op donderdag 12 juni om 16.00 uur in Studie Dudok aan de Hofweg 1 in Den Haag. Ook u bent van harte uitgenodigd! Aanmelden kan via www.vo-raad.nl/onderwijscafe. Inspectie: te weinig systematische evaluaties Bijna twee op de drie scholen in het primair en voortgezet onderwijs voeren geen systematische evaluaties uit om hun kwaliteit in kaart te brengen. Dat is een van de conclusies in het Onderwijsverslag 2006/2007 van de Inspectie van het Onderwijs. De Inspectie stelt dat scholen en hun besturen in zowel het po als vo door onvoldoende zicht op hun resultaten 'moeilijk sturing kunnen geven aan de kwaliteit van hun onderwijs'. Dit geldt volgens de Inspectie niet alleen voor scholen die slecht presteren, maar ook voor de vele onderwijsinstellingen die voldoen aan wat er wettelijk van hen wordt verwacht. Taal en rekenen In het Onderwijsverslag 2006/2007 staat ook dat het aantal leerlingen dat de taal onvoldoende beheerst en niet goed kan rekenen, blijft toenemen. Van de 15-jarigen kan 15 procent zo slecht lezen dat ze niet goed in de maatschappij kunnen meekomen. De oorzaak ligt volgens de Inspectie veelal bij de scholen: 'Een groot deel van de zwakke lezers ontstaat doordat veel leraren hun onderwijs onvoldoende afstemmen op de verschillen tussen leerlingen.' Vanwege het dalende niveau is het volgens de Inspectie noodzakelijk om 'duidelijk vast te leggen wat leerlingen moeten kennen en kunnen en daaraan minimumdoelen te koppelen'. Scholen moeten volgens de Inspectie bovendien laten zien dat zij dit minimumniveau waarmaken. 3
Cluster 3 Het verslag geeft verder aan dat het onderwijs aan lichamelijke en meervoudig gehandicapte leerlingen en zeer moeilijk lerende kinderen (cluster 3) vaak nog te wensen overlaat. Dit geldt ook voor leerlingen met een rugzakje in het reguliere onderwijs. De Inspectie signaleert voorts het hardnekkige probleem van de voortijdige schoolverlaters. 'Het voorlopige cijfer voor het schooljaar 2006/2007 is dat ruim 53.000 leerlingen het onderwijs verlieten zonder een diploma waarmee ze geschoold werk kunnen doen op de arbeidsmarkt.' Verbeteringen zijn noodzakelijk, benadrukt de Inspectie. Deze en andere punten staan in het Onderwijsverslag 2006/2007 op de website van de Inspectie. Informatie: Sicco Baas, 0348-405231, shbaas@vosabb.nl Veel klachten van ouders dyslectische kinderen De Landelijke Klachtencommissie (LKC) voor het onderwijs heeft in 2007 een lichte stijging gesignaleerd van het aantal klachten. Er komen steeds meer klachten binnen van ouders van kinderen met dyslexie. Dat meldt de LKC in het jaarverslag over 2007. De LKC nam vorig jaar 208 klachten in behandeling. Dat waren 165 nieuw ingediende klachten en 43 klachten die al eerder waren ingediend. Op vijf klachten na, werden alle klachten binnen een halfjaar afgehandeld. De meeste klachten hadden betrekking op het primair onderwijs (51 procent), gevolgd door het voortgezet onderwijs (41 procent) en het speciaal onderwijs (8 procent). De klachten hadden betrekking op de communicatie tussen de school en de ouders/leerlingen, de onderwijskundige begeleiding en veiligheid. Er werd ook geklaagd over het optreden van de school tegen leerlingen, de schoolorganisatie en de manier waarop scholen met klachten omgingen. Dyslexie Opmerkelijk is dat een toegenomen aantal klachten afkomstig was van ouders van dyslectische kinderen. Uit de klachten van deze groep kwam naar voren dat dyslexie niet of laat door de school wordt herkend. Ook werd geklaagd dat de school er niet altijd in slaagt om ouders duidelijk te maken of en welke middelen zijn ingezet om het dyslectische kind te begeleiden. Ook werd er meer geklaagd over privacy. Hierbij ging het vooral om de vraag hoever een school mag gaan met het informeren van officiële instanties of collega-scholen over de geestelijke of lichamelijke gezondheid van een leerling. 4
Symposium De LKC organiseert op 19 november in Regardz Eenhoorn een studiesymposium. Dit symposium zal in het teken staan van het 10-jarig bestaan van de LKC. Het Jaarverslag 2007 staat op de website van de LKC, www.lgc-lkc.nl. Informatie: LKC, 0348-405245, info@lgc-lkc.nl Onderzoek en discussie over literatuuronderwijs Het niveau van het literatuuronderwijs op havo en vwo is onderzocht door Theo Witte, die op 29 mei aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveert op dit onderwerp. Witte heeft op basis van langdurig empirisch onderzoek een instrument ontwikkeld ter ondersteuning van het literatuuronderwijs. Het instrument dat Witte ontwikkelde, definieert zes oplopende niveaus van literaire competenties. De methode is vergelijkbaar met de veelgebruikte avi-methode voor lezen, met als belangrijk verschil dat kwalitatieve criteria een rol spelen in plaats van kwantitatieve als woord- en zinslengte. Het instrument helpt voorkomen dat leerlingen een boek kiezen of voorgeschoteld krijgen dat ver boven of juist onder hun niveau ligt. Dit is belangrijk, stelt Witte, omdat docenten doorgaans een te weinig reële verwachting hebben van het startniveau van havo- en vwo-leerlingen. Zo stelde de onderzoeker vast dat bijna de helft van de leerlingen niet aan de startnorm voldoet als zij aan de vierde klas havo/vwo beginnen. Ook bleek bijna de helft van de vwoleerlingen aan het eind van de zesde klas niet aan de eindnorm te voldoen. Literatuur canon Theo Witte (1952) pleit ervoor het literatuuronderwijs te verbeteren, onder meer door een landelijke catalogus samen te stellen met zo'n 200 titels, op alle niveaus. Zo'n lijst zou gezien kunnen worden als een 'literatuurdidactische canon'. Dat biedt docenten veel houvast, denkt Witte. Voor leerlingen is het een toegankelijke, betrouwbare en inspirerende gids. Meer weten over het onderzoek? Mail Theo Witte via t.c.h.witte@rug.nl. Vacatures (2) Directeur openbare basisschool in Vlissingen Directeur openbare basisschool in Lexmond Meer weten over de vacatures? Bekijk de advertenties op www.vosabb.nl. 5