Vergelijkbare documenten
ABP Reactie consultatiedocument Wet variabele pensioenuitkering

Wetsvoorstel variabele pensioenuitkering in verband met premieen kapitaalovereenkomsten (wetsvoorstelnummer )

Toelichting Wet verbeterde premieregeling

Position Paper DNB Concept Wetsvoorstel variabele pensioenuitkeringen 14 augustus 2015

Themadag 3 februari Workshop premieovereenkomst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22. Effecten life cycle beleggen

Nieuwsbericht / 5 augustus Wet verbeterde premieregeling

1. Er worden in alfabetische volgorde drie definities ingevoegd, luidende:

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Onderzoeksrapport Herverdelingseffecten van verschillende projectierentes in verbeterde premieregelingen

1. een variant, waarbij deelnemers in de uitkeringsfase deels kunnen doorbeleggen op basis van een individuele beleggingsstrategie.

DATUM: 14 augustus ONDERW ERP: Reactie Pensioenfederatie op consultatie variabele pensioenuitkering

Ontwikkelingen in DC-landschap

Wetsvoorstel Wet verbeterde premieregeling aangenomen

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr invullen]];

1. Er worden in alfabetische volgorde de volgende definities ingevoegd:

Berekeningen geven inzicht in effecten risico s op variabele pensioenuitkering. Agnes Joseph & Miriam Loois

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aangenomen en overgenomen amendementen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vernieuwde beschikbare premieregelingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij

BLAUWDRUK VOOR EEN TRANSPARANT, UITVOERBAAR EN TOEKOMSTBESTENDIG PENSIOENSTELSEL; POSITION PAPER AEGON NEDERLAND

Onderzoek naar mogelijkheden van collectieve risicodeling binnen beschikbare premieregelingen

Overzicht Nederlands sociaal en arbeidsrecht en voorschriften van informatieverstrekking

- 1. afschaffing van doorsneepremiesystematiek

reëel financieel toetsingskader (FTK2)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Pensioen voor de toekomst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wetsvoorstellen Variabele pensioenuitkering pensioenknip & Pensioen in eigen beheer

De regering is de fracties die inbreng hebben geleverd voor het nader verslag, erkentelijk voor de gestelde vragen.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Position Paper FTK Datum: 1 september 2014 Onderwerp: Wet aanpassing financieel toezichtskader

Betreft Advies standaardmodel vast-variabel pensioen

Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur

RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1

werkgroep Premieovereenkomst van de Toekomst Kring van Pensioenspecialisten

Netspar 14 nov Jan Tamerus 1

Stelseldiscussie Stand van zaken

WAAR EEN WIL IS, IS EEN WEG Afschaffen van de doorsneesystematiek: wie gaat dat betalen?

Wat is het probleem? 2

Inleiding ABP nettopensioenregeling Wat zijn de voordelen van de ABP nettopensioenregeling?

Ik heb nog steeds geen antwoord op mijn vraag over

De leden van de fractie van de VVD vragen waarom in onderhavig wetsvoorstel elementen van het initiatiefwetsvoorstel Lodders zijn geïncorporeerd.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De feiten op een rij. De beschikbare premieregeling

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Naar een nieuw pensioencontract

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Het 2020-plan van Klijnsma in vogelvlucht

Een variabel pensioen met doorbeleggen na pensionering: hoe werkt het en wat zijn de kansen en risico s?

Nieuw pensioencontract. DIRK BROEDERS, Toezichtstrategie Seminar voor vermogensbeheerders, 27 juni 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Persoonlijk Pensioen Plan

Grip op pensioen: Hoe halen uw werknemers het beste uit hun pensioenregeling? Wet verbeterde premieregeling nader toegelicht

Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader. Juni 2014

Doorbeleggen na pensioendatum: wat is het en hoe leggen we het onze deelnemers uit? Twan van Erp, Tatjana Taubert 17 mei 2016

Pensioenkeuzes in de beschikbare premieregeling (DC-regeling)

Pensioenfonds DSM Nederland

Ingegane pensioenuitkeringen. Maart 2016

Impact overstap van vaste mix op lifecycle mix November 2016

BREAK-OUT SESSIE BESCHIKBARE PREMIEREGELING EN CDC BINNEN EEN APF Rutger de Wit & Claudette Blankestijn. 20 juni 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Praktijkcase netto-pensioen. Kennismaken met het pensioenstelsel van de toekomst

Toegevoegde waarde variabele pensioenuitkering. Juni 2018

Stand van zaken in het debat over de toekomst van de pensioenen

Let op: Er is een apart Pensioen voor de basispensioenregeling over het salaris tot EUR

Wat krijgt u in onze netto pensioenregeling?

Naar een nieuw pensioenstelsel

Nettopensioenregeling

HET JAAR 2018 VAN SNPS IN HET KORT

Deelnemersbijeenkomst

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief

Als gevolg van jaarlijkse indexering vanuit de overheid is de aftoppingsgrens vanaf 1 januari

Uitgangspunten nettopensioenregeling bpfbouw

TrueBlue Beschikbare premieregeling EEN PERSOONLIJKE PENSIOENPOT VOOR ELKE WERKNEMER. Met collectieve voordelen.

Uitgangspunten. Nettopensioenregeling

2020 in de (fiscale) praktijk. Amsterdam, 8 november 2016 Jan-Olivier Kuijkhoven

Geef elke Nederlander een persoonlijke pensioenrekening. Position paper: Toekomst pensioenstelsel

Op weg naar een optimale beschikbare premieregeling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen

Persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling

Toelichting Inkopen van Netto pensioenaanspraken

Onderzoeksrapport Projectierentes in verbeterde premieregelingen

Overzicht van de rendementen, kosten en keuzemogelijkheden van collectieve DC-producten in Nederland

Doorbeleggen na de pensioendatum kans op meer pensioen voor de deelnemer

Handleiding Standaardmodel verbeterde premieregeling voor pensioenfondsen

Garanties in een nieuw perspectief. PensioenEvent 2015

Keuzevrijheid versus maatwerk. Seminar Eindspel naar een nieuw pensioenstelsel Erasmus Universiteit Rotterdam, 16 juni 2016 Niels Kortleve

Transcriptie:

FNV Naritaweg 10 Postbus 8456 1005 AL Amsterdam Postbus 90252, 2509 LM s-gravenhage T 020 58 16 300 F 020 68 44 541 Datum Ons kenmerk Onderwerp Reactie FNV, CNV en VCP op internetconsultatie Wet variabele pensioenuitkering Uw kenmerk Telefoonnr. 06-54224817 06-24558387 06-53995109 E-mail k.deboer@vcp.nl c.driessen@vc.fnv.nl r.sterk@cnv.nl CNV Tiberdreef 4 Postbus 2475 3500 GL Utrecht T 030 751 11 00 F 030 751 11 09 VCP Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90525 2509 LM s-gravenhage T 070 349 97 40 Reactie FNV, CNV en VCP op internetconsultatie Voorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met invoering van een variabele uitkering (Wet variabele pensioenuitkering) De vakcentrales FNV, CNV en VCP maken graag gebruik van de mogelijkheid om middels de internetconsultatie te reageren op het Voorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met invoering van een variabele uitkering (Wet variabele pensioenuitkering). De vakcentrales hebben met belangstelling kennisgenomen van dit voorstel van wet om variabele pensioenuitkeringen mogelijk te maken binnen het stramien van de beschikbare premieregeling en om (beperkt) collectieve risicodeling mogelijk te maken. De vakcentrales onderschrijven de knelpunten in de huidige premieovereenkomst en daarom ook de doelstelling van dit wetsvoorstel. De voorstellen betekenen dat de keuzemogelijkheden voor werkgevers en werknemers voor een kwalitatief hoogstaande en veilige pensioenuitvoering worden uitgebreid om zo de contractpartijen (sociale partners) beter in staat te stellen met de ingelegde premies een beter verwacht pensioenresultaat te bereiken. De vakcentrales dringen aan op urgentie om de geplande invoering per 1 juli 2016 te kunnen realiseren. De vakcentrales hebben nog enkele vragen, aandachtspunten en voorstellen omtrent dit wetsvoorstel. Hieronder treft u onze reactie aan. Variabele uitkering verbetering huidige beschikbare premieregeling De vakcentrales zien duidelijke meerwaarde in het verbeteren van individuele beschikbare premieregelingen door het mogelijk maken van het doorbeleggen na pensioendatum, het uitsmeren van schokken en door het openstellen van collectieve risicodeling middels een collectief toedelingsmechanisme. Voor de vakcentrales is dit contract echter niet het contract van de toekomst of een substituut voor de huidige uitkeringsovereenkomst. De randvoorwaarden van het kabinet als beschreven in de Hoofdlijnennota optimalisering wettelijk kader voor premieovereenkomsten zijn daarvoor te strikt en te beperkend. Het betreft dan met name beperkingen aan de (invulling van) collectieve risicodeling vanwege de vrees van het kabinet voor (te

2 van 6 veel) herverdeling tussen generaties. Wel zien de vakcentrales het voorliggende wetsvoorstel als een eerste stap in de goede richting. De vakcentrales zijn verheugd dat het kabinet inmiddels in de Kamerbrief Hoofdlijnen van een toekomstbestendig pensioenstelsel de ontwikkeling ondersteunt van een transparante contractvorm, gebaseerd op de opbouw van een persoonlijk pensioenvermogen, maar met risicodeling. Het kabinet geeft aan daarbij ook te kijken naar de verkenningen die de SER op dit moment uitvoert naar premieovereenkomsten met collectieve risicodeling ook in vergelijking tot een voorwaardelijk contract met een macro stabiele discontovoet. Voor de vakcentrales is helder dat de mate van risicodeling die zij noodzakelijk achten, voor een pensioenstelsel dat toekomstbestendig is vraagt om aanpassing/versoepeling van de randvoorwaarden die het kabinet bij het nu voorliggende wetsvoorstel hanteert. De vakcentrales spreken de wens uit dat zo n versoepeling, die als wenselijk naar voren komt uit de SER-verkenningen, ook zal worden gehonoreerd door het kabinet. Beperkte risicodeling Het voorontwerp biedt de mogelijkheid dat in de individuele variant mee- en tegenvallers in het beleggingsresultaat en/of bij de macro levensverwachting over maximaal vijf jaar symmetrisch worden gespreid. Daaraan is wel de beperking toegevoegd dat de uitsmeerduur is gekoppeld aan de resterende levensverwachting. Individuele keuzevrijheid staat hier voorop en de invulling is mede daarop geënt. Dit kan wel betekenen dat het beleggingsrisico voor de oudere gepensioneerden zeer sterk moet worden teruggenomen. Dezelfde voorwaarden gelden ook in de collectieve variant. Daarin mogen het beleggingsrisico en/of het macro langlevenrisico collectief worden gedeeld met alle deelnemers binnen een toedelingskring. Naast de uitsmeertermijn en symmetrie gelden hier ook als voorwaarden dat de toegang tot deze kring ten hoogste tien jaar voor pensioeningang en dan geleidelijk openstaat (geleidelijke ingroei in collectief) en dat de toedeling van schokken gesloten plaatsvindt. Nieuwe toetreders delen dus niet mee in de toedeling van reeds opgetreden schokken. Dit laatste vergroot de complexiteit sterk, ook in de communicatie. Verder verkleint dit het risicodraagvlak hetgeen rendement/stabiliteit en dus pensioen kost. De maximale instroomperiode van tien jaar is een keuze van het kabinet. Ook deze keuze is niet echt onderbouwd en beperkt de risicodeling en pensioenresultaten. Daarnaast is niet onderbouwd waarom in deze collectieve variant de uitsmeerduur is begrensd tot vijf jaar waar het bijgevoegde rapport van Ortec bij dit voorstel van wet laat zien dat de kans op korten en de omvang van de kortingen tot driemaal zo klein wordt als de spreiding tien jaar is in plaats van vijf jaar. De vakcentrales roepen het kabinet op daar waar contractspartijen kiezen voor de collectieve variant, aan partijen de keuze te laten voor de instroomperiode, voor gesloten of open risicodeling in een periode van maximaal 15 jaar en voor het aansluiten bij de uitsmeerduur van maximaal tien in plaats van vijf jaar zoals die ook geldt in de uitkeringsovereenkomst. Een keuze die zij maken passend op de continuïteitsverwachtingen voor de onderneming of bedrijfstak, de bestandsontwikkeling en de risicohouding van deelnemers en gepensioneerden. De in dit wetsvoorstel opgenomen beginselen voor prudent person en de zorg- en informatieplicht zijn daarvoor afdoende.

3 van 6 Projectierente verschillend De projectierente, de rentevoet voor de bepaling van de hoogte van de variabele uitkering en benchmark voor het uitsmeren van schokken (individuele variant) c.q. voor het toedelen van schokken (collectieve variant), is verschillend voor beide varianten. Voor de individuele variant geldt de risicovrije rente plus een opslag voor het verwacht rendement op aandelen. Dit geeft een realistisch uitkeringsniveau dat past bij het gekozen beleggingsprofiel. Prudent person en zorgplicht weerhouden aanbieder en deelnemer van een te groot beleggingsrisico en daardoor de kans dat een hoge uitkering leidt tot het te vroeg leeg zijn van de pensioenpot. In de collectieve variant mag zo n opslag voor het verwachte rendement niet worden gehanteerd. De uitkeringshoogte moet worden bepaald op de risicovrije rente op pensioendatum en beweegt daarna met schokken in het beleggingsrendement en in de macro levensverwachting die worden toegedeeld ten opzichte van de bewegende rente als benchmark. Dat kan leiden tot een fors verschil bij ingangsdatum. Geen recht wordt gedaan aan de logica dat het doorbeleggen en de risicodeling juist bedoeld zijn om beleggingsrisico uit te nutten. En dit verschil stelt pensioenuitvoerders en deelnemers voor een lastige keuze op pensioendatum, te meer daar er (shop)recht voor de deelnemer is om voor een vaste uitkering te kiezen als de contractspartijen kiezen voor een variabele uitkering. Bovendien geldt, als we er van uitgaan dat de individuele variant veelal door verzekeraars zal worden uitgevoerd (of PPI-en) en de collectieve variant door pensioenfondsen, dat er tussen beide varianten geen level playing field bestaat. De vakcentrales geven het kabinet dringend in overweging de projectierente ook in de collectieve variant te mogen bepalen op de risicovrije rente plus een opslag voor het verwachte rendement op basis van het percentage aandelen in de beleggingsmix. De argumenten van het kabinet dat dit per definitie leidt tot ex-ante herverdeling als gevolg van aanpassing in het beleggingsbeleid en/of het verwachte rendement overtuigen niet. De regels voor prudent person en zorgplicht als ook de beperkte uitsmeerduur ook als deze op tien jaar zou mogen worden gesteld beperken een eventuele herverdeling en de symmetrische toedeling van schokken maakt een eventuele herverdeling transparant en evenwichtig. Begrenzing projectierente De rendementsopslag op de risicovrije rente is gemaximeerd op 35% van het verschil tussen het aandelenrendement en de risicovrije rente. Alhoewel de vakcentrales de achtergrond hiervan begrijpen voorkomen moet worden dat een deelnemer zich te rijk rekent en daardoor zijn pensioenpot te vroeg leeg is zou deze restrictie niet nodig moeten hoeven zijn, gezien de waarborging vanuit het prudent person beginsel en de zorgplicht alsmede de begrenzing doordat het in te rekenen aandelen-rendement al begrensd is in de Regeling Parameters. Bovendien suggereert de wetgever met deze, niet onderbouwde, 35% impliciet een visie op een wenselijk risicoprofiel en gaat daarmee op de stoel van contractspartijen en de deelnemer zitten. De vakcentrales pleiten voor het schrappen van deze begrenzing. Kansen voor het nettopensioen Het voorstel biedt kansen voor het nettopensioen. Het is een goede zaak dat het kabinet voorstelt dat dit wetsvoorstel ook van toepassing wordt op het nettopensioen. Het kabinet honoreert een wens vanuit sociale partners, die deze hebben geuit in het constructieve uitwerkingsoverleg van het Ministerie van Sociale Zaken met partijen.

4 van 6 Op dit moment is bij het nettopensioen op de pensioendatum vaak sprake van inkoop in de basisregeling. Het tarief bevat de vaste VEV-opslag. Als alternatief is er een shoprecht. Het voorstel biedt de mogelijkheid om in plaats van het shoprecht een alternatief te bieden in de vorm van een variabele uitkering. Dat geeft dus twee voordelen. Ten eerste: bij de variabele uitkering hoeft de deelnemer geen VEVopslag te betalen. En ten tweede: er hoeft geen shoprecht te zijn, als het netto pensioen wordt vormgegeven volgens het voorstel verbeterde premieovereenkomst en het betreffende pensioenfonds zowel een vaste als een variabele uitkering aanbiedt. Wel is aanpassing nodig van de voorwaarden van artikel 41 Besluit uitvoering Pensioenwet. Op dit moment moeten deelnemers die veranderen van werkgever tussen sectoren hun nettopensioen onmiddellijk omzetten in aanspraken. Daarvoor moet een oplossing worden gevonden, want dit komt de gewenste flexibiliteit van werknemers niet ten goede. Daarnaast zijn zij hierdoor kwetsbaar voor een toevallig laag moment van de rente. Het is wenselijk ook deze groep in de gelegenheid te stellen door te beleggen, in plaats van gedwongen te worden tegen een mogelijk ongunstige rente ineens in te kopen. Oplossing kan zijn om deze deelnemers de mogelijkheid te geven om bij het fonds met het opgebouwde kapitaal te blijven doorbeleggen. De vakcentrales willen er ook voor pleiten dat het micro langlevenrisico en het micro kortlevenrisico binnen het netto pensioen mogen worden (her)verzekerd in het fonds waar ook de basisregeling is ondergebracht. Dit leidt tot kostenreductie voor de deelnemers. Dit geldt ook als het fonds de deelnemer de mogelijkheid wil bieden om naast de variabele uitkering voor het ouderdomspensioen te kiezen voor een vast verzekerd partnerpensioen. Ook in dat geval is het belangrijk om (her)verzekering binnen het fonds zelf te kunnen regelen. Er staan wel enkele lastige woorden en zinnen in het consultatiedocument. Wat is bijvoorbeeld een risicodragende uitkering? Is dit hetzelfde als een variabele uitkering? En wat wordt bedoeld met: Het nettopensioen, ook indien dat als een risicodragende uitkering wordt uitgevoerd, moet altijd beschikken over een vorm van voorwaardelijke toeslagverlening? Maar bij een variabele pensioenuitkering is er toch juist géén sprake van toeslagverlening? Geen onnodige beperkingen bij invulling lagere regelgeving Er moet nog veel worden ingevuld in de lagere regelgeving. De vakcentrales vragen het kabinet dat wel te doen zoveel mogelijk vanuit de kwalitatieve benadering volgens het principe van open normen. Zowel om de beoogde optimalisering van het pensioen middels het beleggingsbeleid en de uitsmeerregels en collectieve risicotoedeling te realiseren en niet weer onnodig in te perken als omwille van het voorkomen van stijgende uitvoeringskosten, bepleiten de vakcentrales grote terughoudendheid om prudent person kwantitatieve invulling te geven en in prudent person en de zorgplicht te veel dicht te regelen. De nieuwe contractopties beogen deelnemers, via doorbeleggen na de pensioendatum, een beter pensioenresultaat te laten behalen. Dat is een majeure stap in de richting van de deelnemer. Aan de opties om perspectief op een beter pensioenresultaat te behalen, kleeft ook het risico dat het pensioen juist lager uitvalt. Dit risico wordt in de regelgeving gemitigeerd via het delen van risico s, spreiding van mee- en tegenvallers, afstemming van het beleggingsbeleid op de risicohouding van de deelnemer en de goede werking van het prudent person beginsel. De zorgplicht en toegesneden communicatie bereiden

5 van 6 deelnemers voor op wat verwacht kan worden in verschillende scenario s en begeleiden deelnemers om de keuzemogelijkheden en de risico s te doorgronden. De vakcentrales vragen de wetgever in de lagere regelgeving zo ver mogelijk weg te blijven van aanvullende normen of rekenregels omdat die het perspectief op een beter beleggingsresultaat alsnog in de weg kunnen komen te staan. Voorkomen moet worden dat teniet gedaan of ernstig beperkt wordt waar het in deze nieuwe wetgeving nu net om begonnen is: de deelnemer een verantwoord perspectief bieden op een hogere verwachte pensioenuitkering. Nadere uitwerking zorgplicht gewenst Deelnemers kunnen met dit wetsvoorstel binnen zekere grenzen - een eigen afweging gaan maken tussen nominale zekerheid en het risico dat gepaard gaat met een koopkrachtbestendiger pensioenresultaat. Omdat deelnemers ook in de uitkeringsfase beleggingsrisico s kunnen gaan lopen, is het evenwicht tussen contractvrijheid en bescherming van essentieel belang. Dit vergt meer van contractspartijen in termen van communicatie en de zorgplicht. De zorgplicht gaat gelden voor alle premieovereenkomsten, maar is niet helder uitgewerkt. Het is niet duidelijk wat er precies van een pensioenfonds wordt verwacht. Dat is een risico. De keuze die een deelnemer zal moeten maken tussen een vastgestelde of een variabele uitkering is ingewikkeld. Dit kan voor- of nadelig uitpakken, o.a. afhankelijk van de ontwikkeling van de rente. Als mensen de keuze die ze moeten maken slecht doorgronden en de resultaten tegenvallen, zal het fonds hiervoor mogelijk aansprakelijk worden gesteld. Het is dus wenselijk dat er in overleg met sociale partners en de sector nadere duiding aan de zorgplicht bij de variabele uitkering wordt gegeven, zodat er niet op het laatste moment in lagere regelgeving verrassingen blijken te staan. Respecteer invulling prudent person beginsel bij reeds bestaande regelingen Het huidige voorstel lijkt voor alle beschikbare premieregelingen invulling middels een lifecycle voor te schrijven, ook voor premieovereenkomsten zonder beleggingsvrijheid. Dit doet geen recht aan de al bestaande (vrijwillige) beschikbare premieregelingen die voorzien in een aanvullingsmogelijkheid op de uitkeringsovereenkomst in de basisregeling. Hierbij wordt veelal belegd in de uniforme beleggingsmix van de basisregeling en vindt invulling van het prudent person beginsel plaats door bijvoorbeeld geleidelijke inkoop in de basisregeling. Het is wenselijk dat deze invulling van het prudent person beginsel voor deze reeds bestaande aanvullende regelingen gerespecteerd blijft en dat deelnemers in dergelijke regelingen niet gedwongen worden nu ineens in een geheel andere - op een lifecycle gebaseerde - beleggingsmix te moeten gaan participeren. Keuzemoment voor de deelnemer Deelnemers kunnen enerzijds op pensioendatum kiezen of zij willen doorbeleggen in de uitkeringsfase, terwijl deelnemers anderzijds tien jaar vóór pensioendatum geleidelijk kunnen toetreden tot een collectief van gepensioneerden. Dit om zodoende conversierisico s te beperken en meer profijt te halen uit risicodeling. Dit sluit niet goed bij elkaar aan. De vakcentrales verzoeken hier nog een keer goed naar te kijken. Deze keuze, evenals de informatieverplichtingen rondom deze keuze, zou in plaats daarvan in elk geval ten minste tien jaar voor pensioneren moeten plaatsvinden. Het is niet logisch deelnemers de mogelijkheid te geven op

6 van 6 pensioendatum alsnog voor een vaste uitkering te laten kiezen of gebruik te laten maken van shoprecht nadat zij eerder hebben gekozen te gaan toetreden tot het collectief c.q. voor de tranches waarmee zij inmiddels zijn toegetreden. Inpassen in fiscale kader De vakcentrales zijn verheugd dat de toetsing van fiscale bovenmatigheid bij variabele uitkeringen wordt versimpeld. Zowel de bovenmatigheid (100%-toets) als de variabilisering (100:75 toets) worden ten laatste op pensioendatum getoetst. Aanpassingen daarna als gevolg van de verwerking van schokken en in de collectieve variant toedeling van risico s kunnen niet leiden tot fiscale bovenmatigheid. Dit reduceert de complexiteit in de uitvoering en communicatie aanmerkelijk. Ook de toezegging in dit wetsvoorstel dat geen tweede bovenmatigheidstoets voor premieovereenkomsten met een 3%- staffel wordt ingevoerd ervaren de vakcentrales om dezelfde redenen als zeer positief. Overgangsrecht in kader van pensioenknip De pensioenknip is als overbruggingsmaatregel voor mensen die op het punt staan hun pensioenkapitaal om te zetten in een levenslange maatregel en daarbij nadeel ondervinden van de lage rentestand, sinds 2 juli mogelijk gemaakt. Dit omdat deze mensen nog geen gebruik kunnen maken van de in dit wetsvoorstel aangekondigde maatregelen voor het optimaliseren van de beschikbare premieovereenkomst. Begrijpen de vakcentrales nu goed dat de passage die hieraan is gewijd in de Memorie van Toelichting splitsing in een uitkering voor twee jaar en vervolgens levenslang betekent dat deze groep deelnemers voor die tweede tranche dan ook nog kan opteren voor een variabele uitkering als omschreven in dit wetsvoorstel? De vakcentrales achten dit wenselijk. Evaluatie Tot slot pleiten de vakcentrales ervoor een evaluatiebepaling op te nemen in deze wet en deze niet drie jaar maar anderhalf jaar na inwerkingtreding per 1 juli 2017 te starten en de sociale partners bij deze evaluatie te betrekken. Hierbij dient naast de doeltreffendheid in het bijzonder te worden gekeken naar de resultaten op de pensioeninkomens van individuele pensioendeelnemers, hun vooruitzichten en mogelijke wijzigingen in het level playing field tussen pensioenfondsen en verzekeraars. Met vriendelijke groet, Gijs van Dijk Maurice Limmen Nic van Holstein Bestuurder FNV Voorzitter CNV Bestuurder VCP