Punt 1. Goedkeuring van de dagorde

Verslag van de vergadering nr. 2009-2 van het raadgevend comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen van 18 februari 2009 FAVV Gil Houins (Voorzitter), Jean-Marie Dochy, Philippe Houdart, Bart De Raeymaeker, Emmanuelle Moons, Pierre Cassart, Lieve Busschots, Jacques Inghelram, Luc Hoffenbom, Marc Bianco Yasmine Ghafir en Chris Boyen (verslaggeefsters) Jean Renault, vertegenwoordiger van het Kabinet van Minister Laruelle Leden van het raadgevend comité: EL PL EL PL Adriaens Camiel/Van Goethem Aloys 1 Machiels Katia/De Groof Dirk 1 Ardies Luc/Vogels Luc 1 Miesen Alexander/ Schneiders Lucia 0 Broucke Sonja/Van Daele Daniël v Mijten Erik/Van Keerberghen Georges 1 Closset M-F/Marot Jean 1 v Nijs Katrien/Van Moeseke Wim 1 Cools Romain/Peeters Dirk v v Ogiers Luc/ Bastin Valérie/Nutelet Guy v v Debergh Renaat/De Wijngaert Lambert 1 Poriau Pierre/Orban Stéphane 1 De Craene Ann/Appeltans Philippe v v Ramakers Clarisse/Deplae Arnaud 1 De Haes Jan/De Bauw Luc 1 Remy Robert/Scarniet Isabelle 1 Dehaut Philippe/Brouckaert Véronique/Bosman Roger 1 Ruppol Patrick/Laenens Leen v Dejaegher Yvan/Hoeven Erik 1 Schelfhout Kathleen/Loncke Peter 0 0 de Roubaix Jérôme/Lokietek Sophie 0 Semaille Marie-Laurence/Masure Alain 1 Dumez Linn/Jan Turf 1 Smagghe Thierry/Leroux Frans 1 Focquaert Carine/Serwas Roland 1 Vandecavey Brigitte/ Segers Dina 1 Hallaert Johan/Sermeus Maud 1 Vandenbosch Michel/De Greef Ann v v Jaeken Peter/Van den Bosch Philippe 1 1 Vandevelde Renaat/Vandercammen Marc v Jonckheere Caroline/ Van Der Haegen Vincent v Vanhaevre Ingrid/Renaerts Rob 1 Ladouce René/De Bruyn Alain 1 Deswarte Joeri/Verhaeghe Alain 1 1 Laquiére Isabelle/Crémer Charles Van den Meerssche Paul 1 Verbust Willy/Pottier Jean-Luc 1 Lauryssen Sigrid/Maertens Gwendoline 1 1 Présent v Afwezig met kennisgeving 0 Absent Page 1 of 1

Dagorde 1. Goedkeuring van de dagorde 2. Goedkeuring van het verslag van de vergadering van 23 januari 2009 3. Actualiteit : Methylbenzofenon en Bluetongue, virus van het serotype 11 (BTV 11) 4. Overzicht van ontwerp KB s en MB s die in 2009 voor advies zullen worden voorgelegd. 5. Beheersovereenkomst FOD/FAVV "Controle rookverbod in horecainrichtingen"; 6. Realisatie controleplan afgelopen jaar 7. Communicatieplan 2009 8. Brochure : meldingsplicht : beslissing 9. Opvolging doorvoering Smiley en gecertificeerde ACS 10. Foodweb Actiepunten Punt 1. Goedkeuring van de dagorde 1. De dagorde wordt goedgekeurd. 2. Johan Hallaert informeert dat er een vergadering heeft plaatsgevonden bij de FOD Volksgezondheid m.b.t. de conferentie Europees Voorzitterschap in 2010. De Voorzitter antwoordt dat nog geen definitieve beslissing werd genomen m.b.t. het programma. 3. Paul Van den Meerssche stelt voor om vermeld onderwerp aan te kaarten op de volgende vergadering van het RC. 4. Zoals werd gevraagd tijdens de vergadering van 23/01/09, zal worden aangevat met de actualiteitspunten en zullen de punten i.v.m. de financiering op het einde van de vergadering worden behandeld. Een tweede actualiteitspunt m.b.t. methylbenzofenon teruggevonden in muesli wordt aan de dagorde toegevoegd. Punt 2. Goedkeuring van het verslag van de vergadering van 23 januari 2009 5. Het verslag werd aan de leden voor schriftelijke goedkeuring toegestuurd. De goedgekeurde versie wordt op het internet geplaatst. 6. Renaat Debergh vraagt of het Business plan van het FAVV reeds werd goedgekeurd door de regering. De Voorzitter antwoordt dat het ter info werd rondgedeeld tijdens de Ministerraad van donderdag 12/02/09. Het Business plan werd goedgekeurd door onze minister en er bestaat geen wettelijke verplichting om deze goedkeuring door de regering te vragen. Het FAVV heeft ondertussen de bemerkingen van de Inspecteur van Financiën ontvangen. 7. De Voorzitter benadrukt dat het van belang is dat de verhouding tussen dotatie en heffingen voor de toekomst ongewijzigd blijft. Wat de retributies betreft, moet de prijsverlaging van de certificaten nog worden opgenomen in een KB dat moet worden goedgekeurd door de regering. Page 2 of 2

Punt 3. Actualiteit : Methylbenzofenon en Bluetongue, virus van het serotype 11 (BTV 11) 3.1. Methylbenzofenon 8. De Voorzitter geeft ter info de stand van zaken weer (zie PPT-document). Methylbenzofenon is een foto-initiator aanwezig in inkt en kan door de verpakking heen naar de levensmiddelen in de verpakking migreren. Er bestaat geen norm, maar een specifieke migratielimiet voor plastic voor een gelijkaardige stof, benzofenon, is vastgelegd op 0,6 mg/kg voedingsmiddel. Op toxicologisch vlak werd voor benzofenon en hydrobenzofenon een limietwaarde van 0,01 mg/kg lichaamsgewicht vastgesteld. Eén enkele studie heeft aangetoond dat er geen mutageniteit is. 9. Deze stof werd in Duitsland aangetroffen in muesli van een Belgische firma. Deze problematiek treft 7 Europese landen en de oorsprong ligt bij een Nederlandse producent van verpakkingen. 10. De Belgische producent van muesli heeft op 28/1 het FAVV van dit probleem op de hoogte gebracht. Lidl heeft het product van de markt gehaald en het Belgisch bedrijf heeft de productie ervan stopgezet. De producten zijn nog steeds bij het bedrijf geblokkeerd. Op 3/2 heeft de Duitse overheid een RASFF-bericht verspreid. In een advies van het WetCom van het FAVV van 11/2 werd verduidelijkt dat de aangetroffen concentraties konden leiden tot 150-200 % TDI voor kinderen. Op 12/2 werd in het SCOFCAH een spoedadvies gevraagd aan het EFSA dat op 3/3 zou beschikbaar zijn. De producten zouden uit de handel worden genomen en niet worden teruggeroepen. Op 16/2 hebben de Nederlanders meegedeeld dat 8 Belgische bedrijven betrokken waren bij deze verpakkingen. Dit betekent niet dat dit betrekking had op al hun producten, maar dat het soort binnenverpakking doorslaggevend is. 11. In België werden de analyses uitgevoerd door het labo SGS, dat de methode in enkele dagen tijd op punt gesteld heeft. Alle monsters genomen in het eerste bedrijf waren positief, waarbij waarden tot 5 ppm werden aangetroffen. Van de andere monsters waren er slechts 3 met een waarde hoger dan 1 ppm. Een werkgroep vergadert bij de EG op 20/2. De voorzitter heeft een gemeenschappelijke Europese aanpak vanaf die datum gevraagd. De door België voorgestelde aanpak is de volgende : alle operatoren die dit type verpakking gebruiken voeren analyses uit, delen de resultaten aan het FAVV mee en in functie van een te bepalen drempel, moeten de producten uit de handel worden genomen. De momenteel voorgestelde actielimiet bedraagt 600 ppb (0,6mg/kg). Er moeten eventueel producten worden teruggeroepen, maar er wordt een beslissing genomen per geval. Het FAVV zal een persbericht opmaken, zelfs indien er geen informatie van de EG komt. 12. Op de vraag van de Voorzitter deelt Joeri Deswarte (FEDIS) mee dat ze de info op 17/2 ontvangen hebben. Hij vraagt dat de communicatie sneller zou verlopen tussen het FAVV en Fedis ( m.a.w. sneller dan die 2 weken). 13. De Voorzitter is van mening dat de communicatie van deze informatie nog te traag is. Hij stelt dat de betrokken producten niet in de handel kunnen worden gebracht, behalve indien een analyse aantoont dat de voorlopige actielimiet niet overschreden is. 14. Jean-Marie Dochy voegt hieraan toe dat rekening moet worden gehouden met de blootstelling van de consument als een actielimiet wordt bepaald. Er moet een reactielimiet worden aangewend waarbij als voorzorg het in de handel brengen verboden is. De acties Page 3 of 3

zijn naderhand te bepalen volgens het geval in functie van de aard van de verpakkingsproducten, de levensmiddelen. De laatste analyses geven gunstige resultaten voor het merendeel van de producten. 15. Robert Remy is van mening dat deze aanpak in functie van de blootstelling objectief en logisch is (er bestaat een grotere kans dat de jonge bevolkingsgroep muesli eet bvb.). Zoals voor ITX zou dit incident aanleiding kunnen geven tot het nemen van maatregelen op langere termijn. Hij onderstreept de houding van Lidl en Tesco die de verdachte producten uit de handel hebben genomen. Emmanuelle Moons antwoordt dat in dit geval het bedrijf de GMP heeft overtreden, in tegenstelling tot het ITX-incident. 16. De presentatie wordt verspreid onder de leden van het RC. 3.2. Bluetongue, virus van het serotype 11 (BTV 11) 17. Philippe Houdart geeft de stand van zaken weer m.b.t. bluetongue in België (zie PPTdocument). In 2008 circuleerde BTV8 van juli tot november waarbij 23 landbouwbedrijven getroffen werden (inheemse gevallen). De viruscirculatie werd ingeperkt dank zij de natuurlijke immuniteit van de volwassen dieren en de vaccinatie van de jonge dieren. De gevallen betroffen slechts volwassen dieren. Er werden eveneens 27 bedrijven getroffen door het feit dat er werd ingevoerd niettegenstaande de Europese vervoerbeperkingen. BTV 8 circuleert nog in gans Europa. De helft van Frankrijk werd eveneens door BTV1 getroffen. 18. BTV11 werd aangetroffen bij een dier in Beveren-Waas (Oost-Vlaanderen), naar aanleiding van een routinemonsterneming in november 2008 wegens vroeggeboorte van een zwak kalf. Het dier was positief in PCR, maar negatief voor de serotypes 1, 6 en 8. Bijkomende analyses in het CODA en in het EU-referentielabo hebben aangetoond dat het om serotype 11 ging. Deze stam circuleert in Afrika, Zuidoost-Azie en Midden-Amerika en deze wordt eveneens in Zuid-Afrika gebruikt als levend verzwakt vaccin. Deze werd nog niet in de EG aangetroffen. 19. De BTV11 positieve dieren werden in België aangetroffen in 9 bedrijven, die zich allemaal in Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant bevinden. Geen enkel dier vertoonde klinische symptomen. De infecties dateren van de tweede helft van het seizoen 2008 en enkel 1 tot 2 dieren per bedrijf zijn besmet. Er is geen epidemiologische link tussen de bedrijven en het gevonden virus toont een grote gelijkenis met de referentiestam van het vaccin (> 99,7%) van BTV 11. 20. De aanpak ter bestrijding van BTV11 in België voorziet in het uitsluiten van de viruscirculatie, gezien de verspreiding gebeurt via vector. Er werd een nieuwe bemonstering van het positief dier op het bedrijf uitgevoerd, evenals op andere dieren van het bedrijf, waarbij deze laatsten allemaal negatief waren. Er werden bijkomende garanties voor intracommunautair handelsverkeer gevraagd om te vermijden dat BTV11 zich uitbreidt. Met het akkoord van de EG betreffen de beperkingen enkel de getroffen gebieden. 21. Vaccinatiecampagne 2008 : > 90% dekking werd bekomen voor de runderen en vermoedelijk voor schapen. De volgende pijnpunten zijn : - beperkte beschikbaarheid van het vaccin bij aanvang van de campagne, waardoor vaccinatie werd opgelegd bij jonge dieren in de eerste maanden; - 2 verschillende leveringen met verschillende gebruiksaanwijzingen; - rapportering door sommige bedrijfsdierenartsen; - vergoeding, regels werden sindsdien versoepeld door het Fonds. Page 4 of 4

22. Vaccinatiecampagne 2009 : Verder verplichte vaccinatie voor BTV8 voor runderen (behalve voor vleeskalveren) en schapen. De vaccins BTV8 zullen vanaf 15 maart beschikbaar zijn. Voor BTV1, werd een strategische reserve besteld en zal vanaf april-mei beschikbaar zijn. De vergoedingen ten laste van het Fonds bedragen 2 per dosis (rund) en 1 /schaap vanaf 15 schapen; forfait van 20 gestort door het FAVV is niet voorzien, maar het Agentschap zal het vaccin aankopen tot 1,6 miljoen euro en zal de distributie ten laste nemen (max. 400.000 ). 23. Marie-Laurence Semaille benadrukt het belang om zo vlug mogelijk het vaccin bij de dierenartsen te krijgen, zodat het vaccin kan worden toegediend voordat de dieren in de weide worden geplaatst. Zij vraagt of de vaccinatie tegen BTV 1 en BTV 8 de oorzaak zou kunnen zijn van de nieuwe serotypes BTV11 of BTV6. Philippe Houdart antwoordt dat er een enorm verschil bestaat tussen de in Europa gebruikte vaccins (geïnactiveerd, d.w.z. vrij van levende virussen) en deze gebruikt in Zuid-Afrika (BTV11 en BTV6) die elk 6 (verzwakte) levende virussen bevatten en initieel afkomstig zijn van een pathogene stam op het terrein. Een levend virus, zelfs verzwakt, kan door cullicoïden worden overgedragen, wat niet het geval kan zijn met de vaccins die in Europa worden geproduceerd en gebruikt. De Voorzitter voegt hieraan toe dat in het eerste bedrijf dat door BTV11 werd getroffen, de vaccinatie tegen BTV8 gebeurde nadat BTV11 werd vastgesteld. De tot nu toe weerhouden hypothese m.b.t. de oorsprong van deze gevallen is het illegaal invoeren van een BTV11-vaccin. 24. Erik Mijten vraagt naar de communicatie naar dierenartsen en landbouwers omtrent de maatregelen voor BTV 11. Philippe Houdart antwoordt dat de procedure in januari werd verspreid. Op dit ogenblik kunnen PCR-analyses voor BTV 11 enkel in het CODA worden uitgevoerd, maar zullen in de toekomst eveneens bij DGZ en ARSIA kunnen worden gedaan. 25. De Voorzitter besluit dat een vervroegd toezicht van de zone BTV 11 is ingesteld. Punt 4. Overzicht van ontwerp KB s en MB s die in 2009 voor advies zullen worden voorgelegd. 26. Bart De Raeymaecker verduidelijkt het overzicht van de wetgevende werkzaamheden voor 2009 (zie PPT-document). Er zullen zeven besluiten betreffende diergezondheid en veiligheid van dierlijke producten aan het RC worden voorgesteld: - MB bestrijding BSE - KB wijziging KB H1 (hygiëne levensmiddelen) - nieuw KB H2 (hygiëne levensmiddelen van dierlijke oorsprong) - MB aviaire influenza - KB/MB tot wijziging van KB/MB bestrijding salmonella bij pluimvee - KB wijziging KB gezondheidskwalificatie bij pluimvee. 27. Een besluit betreffende de transformatie en distributie (KB medische attesten) en een KB betreffende de databanken zullen eveneens aan het RC worden voorgelegd. 28. Met betrekking tot het KB medisch attest zal KCE zijn studie naar de impact van hepatitis A vaccinatie uitbreiden naar de personen van de voedselketen. Het FAVV zal dus voorlopig deze verplichting uit het ontwerp KB schrappen. Page 5 of 5

29. Enkel de projecten die een impact hebben op meerdere sectoren of op de consument zullen aan het RC worden voorgelegd. De andere zullen in bilaterale ad hoc vergaderingen worden besproken. 30. Inzake de gezondheidskwalificatie bij pluimvee heeft Marie-Laurence Semaille reeds gewezen op de problemen die operatoren met meerdere loten pluimvee in eenzelfde gebouw hebben en zij hoopt dat dit punt nogmaals wordt besproken. De Voorzitter stelt dat deze ontwerpen in het RC zullen worden besproken, zoals bvb. in 2008 het geval was voor het ontwerp tot wijziging van het KB medisch attest; dit werd aangepast in functie van de opmerkingen van het RC en de studie van KCE. 31. Johan Hallaert vraagt hoe ver het staat met de voedselwet en de discussie daaromtrent met de sectoren. De Voorzitter antwoordt dat hij gisteren de concordantietabel heeft ontvangen en dat hij het document zal verspreiden voor bemerkingen van de sectoren. Er is eveneens een tweede vergadering georganiseerd tussen de FOD Volksgezondheid, het FAVV en het Kabinet om hierover te discussiëren. 32. Jan De Haes vraagt naar de reden waarom de minimumtemperatuur voor het warm bewaren van levensmiddelen wordt aangepast. De Voorzitter antwoordt dat de opportuniteit om de wetgeving te wijzigen eveneens zal worden besproken wanneer een ontwerpbesluit klaar is. Het is niet de bedoeling hierover vandaag te discussiëren. Bart De Raeymaecker deelt mee dat de wijziging is gebaseerd op het advies dat indertijd werd uitgebracht door het Wetenschappelijk Comité van het FAVV dat stelt 55 C een veilige temperatuur is voor het warm houden van levensmiddelen. Verder wordt door het FAVV op het terrein nu al een tolerantie toegepast. 33. Robert Remy vraagt waarom het KB van 10/11/2005 betreffende de detailhandel van sommige levensmiddelen aan het programma werd toegevoegd. Hij vraagt tevens wat het doel is van het integreren van vermeld KB in het nieuw KB levensmiddelen van dierlijke oorsprong. Bart De Raeymaecker antwoordt dat er een nieuw KB H2 (= voor dit soort levensmiddelen) wordt voorbereid en dit KB zal deze bepalingen bevatten. In het besluit H2 wordt de Europese verordening m.b.t. levensmiddelen van dierlijke oorsprong verder verduidelijkt. Het KB detailhandel bevat hygiënevoorschriften (deze horen thuis in het hygiënepakket). In dit KB worden bepaalde uitzonderingen, voorzien in Verordening H2, op nationaal vlak verder uitgewerkt (bvb. de lokale, marginale en beperkte levering van producten van dierlijke oorsprong tussen detailhandelszaken). Nu het KB H2 wordt herwerkt, kunnen de hygiënevoorschriften van het KB detailhandel hierin opgenomen worden. 34. Op de vraag van Aloys Van Goethem m.b.t. het besluit betreffende de organisatie van de databanken wordt geantwoord dat dit besluit is voorzien met de bedoeling een duidelijke juridische basis te definiëren om alzo te voldoen aan de verplichtingen van het FAVV inzake de bescherming van privégegevens. Punt 5. Beheersovereenkomst FOD/FAVV "Controle rookverbod in horeca-inrichtingen" 35. De Voorzitter stelt dat dit punt wordt voorgelegd op vraag van de sectoren om geen dubbele controle van de FOD Volksgezondheid-FAVV in dezelfde bedrijven uit te voeren. 36. Karen Vereecken geeft een uiteenzetting over het ontwerpprotocol tussen de FOD en het FAVV. Het betreft meer in het bijzonder het KB van 13 december 2005 tot het verbieden van het roken in openbare plaatsen. Page 6 of 6

37. Paul Van den Meerssche van de FOD Volksgezondheid verklaart dat destijds voormalig Minister Demotte beslist heeft de taken te verdelen. Voorliggende beheersovereenkomst is een verfijning van deze initiële taakverdeling. Deze bevoegdheidsverdeling/taakverdeling tussen de FOD Volksgezondheid en het FAVV is gebaseerd op verschillende criteria zoals o.a. de aanbevolen controlefrequentie, het zo efficïent mogelijk inzetten van de middelen, dubbele controle vermijden, omschrijft welke dienst kan optreden in een bepaalde inrichting of lokaal waar dranken en/of maaltijden voor consumptie worden aangeboden. 38. Voor 2009 zijn er in totaal 32.500 tabakscontroles gepland. Minister Onkelinx heeft gevraagd om de controles meer te richten op de bescherming van jongeren tegen de schadelijke gevolgen van het roken. Cafés worden slechts één keer om de 6 jaar door het FAVV gecontroleerd. Deze controlefrequentie is te laag om jongeren voldoende te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van het roken. De FOD programmeert één controle om de 2 jaar voor plaatsen die jongeren frequent bezoeken. Er zullen dus bijkomende controles worden georganiseerd. Zes extra controleurs die van de FOD komen, zullen zo'n 5.000 strategische punten controleren. Dus ook cafés waar regelmatig veel jongeren (scholieren) komen zullen extra worden gecontroleerd. 39. Bij het opstarten van het programma zal overleg worden voorzien met de PCE s om dubbele controle te vermijden. 40. Jan De Haes werpt op dat het onderscheid dat wordt aangevoerd tussen cafés et jongerencafés volkomen logisch is. Volgens hem zijn hotels-restaurants daarentegen een zuivere bevoegdheid van het FAVV en hij vraagt waarom de FOD daar bijkomende controles wenst uit te voeren. Er wordt hem geantwoord dat het FAVV geen controlebevoegdheid heeft in andere ruimten dan de verbruiksruimten van deze horeca-inrichtingen zoals bvb. de inkom, gangen, zalen voor seminaries, wachtzalen, enz. Voor wat de restaurants betreft kan dit punt inderdaad worden besproken zodat een overlapping wordt vermeden, maar niet voor de andere inrichtingen, waar het zuiver gaat om een controle m.b.t. de volksgezondheid, stelt de Voorzitter. 41. Paul Van den Meerssche voegt hieraan toe dat Minister Aelvoet het FAVV medebevoegd heeft gemaakt inzake tabaksbestrijding, omdat het FAVV reeds de restaurants controleerde en dat er zich op dit vlak ook problemen inzake hygiëne kunnen stellen (roken in de keukens bvb.). 42. Jan De Haes duidt op het feit dat het gros van de hotels niet beschikken over seminarieruimten en dus voor de FOD buiten de scope vallen. 43. Pierre Poriau betreurt dat de classificatie van de bedrijven niet nauwkeuriger is. Dit zal dubbele controles met zich meebrengen, hetgeen de sector verontrust. Hij vraagt om een andere classificatie van de cluster horeca te overwegen: elke inrichting met een toelating zou onder de bevoegdheid van het FAVV vallen en alle inrichtingen zoals voetbalkantines en andere inrichtingen onderworpen aan een gewone registratie zouden door de FOD kunnen worden gecontroleerd. In antwoord op de vraag van de Voorzitter stellen de horecafederaties van Vlaanderen en Brussel dat zij dezelfde mening delen. 44. De Voorzitter stelt dat deze instructies overlappingen willen vermijden en stelt vast dat in het huidig systeem deze niet volledig worden vermeden. Twee verschillende ministers beheren de tabaksbestrijding en de Minister van Volksgezondheid wil meer controles. De bemerkingen van het RC zullen worden meegenomen in een interkabinettenbespreking Onkelinx-Laruelle. Page 7 of 7

45. Paul Van den Meerssche stelt bijkomend dat na ondertekening deze beheersovereenkomst aan de leden van de Commissie Volksgezondheid van de Kamer ter info zal overgemaakt worden. Punt 6. Realisatie controleplan afgelopen jaar 46. Jean-Marie Dochy licht de controleactiviteiten van 2008 toe (zie PPT-presentatie). Hij verduidelijkt dat, in tegenstelling met het activiteitenverslag, deze presentatie niet de evaluatie van de veiligheid van de voedselketen beoogt. 47. In 2008 kon er een vergelijking met 2007 worden gemaakt, omdat er op identieke wijze werd gerapporteerd in deze twee jaar en omdat Foodnet in maart 2006 werd gelanceerd. Het gaat hier om een weergave van de cijfers die begin februari 2009 werden gevalideerd. Sommige controles zijn niet inbegrepen omdat de missies nog niet werden afgesloten, hetgeen een klein verschil tot gevolg kan hebben ten opzichte van het definitieve activiteitenverslag 2008. 48. Een missie is een bezoek aan een inrichting, een controle is een actie of checklist (hygiënecontrole en controle op het rookverbod, bvb.). 2007 2008 % Aantal missies 88076 84716-3,8 Aantal controles 182257 199782 + 9,6 Gemiddeld aantal controles per missie 2,07 2,36 + 14,0 Cijfers op 15/2/09 49. Controles per motief: sterke afname van de controles in het kader van hererkenningen, sterke toename van controles ingevolge klachten, hercontroles, onregelmatigheden importexport. Dit betekent meer en meer controlewerk buiten het controleplan. 50. De sectoren die nadere cijfergegevens wensen te bekomen kunnen hiertoe een e-mail toesturen aan Jean-Marie Dochy. 51. Het bemonsteringsplan wordt globaal gezien 100 % uitgevoerd op het ganse Belgisch grondgebied (een verschuiving tussen de PCE s gebeurt indien nodig in functie van de situatie). Het aantal monsters is steeds hoger dan het aantal monsternemingen, omdat een monsterneming uit meerdere monsters kan bestaan hetgeen een enkel globaal resultaat met zich meebrengt (geval van microbiologie). 52. Inspecties: er is een sterke toename inzake pesticiden en een toename voor verpakkingetikettering, dierenwelzijn, autocontrole, traceerbaarheid en meldingsplicht. 53. Resultaten : elke checklist leidt tot een conclusie (gunstig, gunstig met bemerking en ongunstig). De percentages zijn niet geëvolueerd t.o.v. het eerste half jaar van 2008, maar wel t.o.v. 2007. Dit wegingsysteem, waar het percentage van niet conformiteiten aanleiding geeft tot een conclusie, wordt sinds augustus 2007 toegepast. Naar aanleiding van deze conclusies, zijn de te nemen maatregelen geharmoniseerd en dit sedert augustus 2007 (waarschuwing, PV, inbeslagname, maatregel andere operator, hercontrole ). Er wordt een gevolg gegeven per missie en niet per controle. Als er 3 controles bij 1 operator (1 missie) gebeuren en deze zijn voor 2 controles ongunstig, wordt er een enkel PV voor de 3 controles Page 8 of 8

opgemaakt. Maar statistisch gezien lijkt dit 3 PV s, gezien het PV tot eind 2008 aan de missie gelinkt is. 54. Men merkt een toename op van 29,5% missies met PV t.o.v. 2007. Dit wordt verklaard door : - (1) 44,3% bijkomende hercontroles. Wanneer NC die aanleiding geven tot een waarschuwing bij een operator worden vastgesteld, wordt er steeds een hercontrole uitgevoerd, en dit in tegenstelling met een aantal jaar geleden. Bij de operatoren die geen corrigerende maatregelen hebben ingesteld, geeft de hercontrole aanleiding tot een PV; - (2) een toename van de klachten waarbij het aantal controles toeneemt, zelfs indien deze niet allemaal gefundeerd zijn; - (3) een toename van 65,3% inzake onregelmatigheden import-export. 55. Globaal genomen en zoals is aangekondigd, worden de controles meer afgestemd op de operatoren die niet in orde zijn. 56. Deze gegevens kunnen per sector worden verdeeld, maar de kwaliteit ervan hangt af van de codering van de activiteiten door de operatoren zelf. 57. Ten opzichte van 2007 is er in 2008 een verlaging van FTE bij de DG Controle. Het FAVV organiseert op dit ogenblik aanwervingen die nodig zijn om het personeelsplan in te vullen. Men tracht eveneens de productiviteit van het personeel te verhogen. 58. Tot besluit, het controleritme van de 1 ste semester 2008 werd in het 2 de semester 2008 behouden. In 2007 werd een vermindering van het ritme in de 2 de semester waargenomen. De lichte toename van de ongunstige controles mag niet worden geïnterpreteerd dat de sanitaire toestand slechter is, maar wel dat er een meer geharmoniseerde beoordeling van de controles volgens de nieuwe criteria gebeurt. Het aantal controles per missie is met 14 % toegenomen. Het aantal hercontroles is met 43,4% toegenomen. Het aantal controles in het kader van het plan is met 9,9% toegenomen. De vastgestelde maandelijkse doelstelling inzake monsternemingen werd voor 100% bereikt. Door de weging van de checklists is het resultaat ondubbelzinnig. Het aantal afgeleverde certificaten is met 1% toegenomen. 59. Willy Verbust stelt dat bij een of meer vastgestelde NC s wordt een hercontrole uitgevoerd. Normaal gebeurt deze hercontrole binnen de maand. Het is echter niet altijd mogelijk een een aanpassing te doen binnen die termijn (bvb. van infrastructuur) en hierdoor kunnen er problemen ontstaan. Jean-Marie Dochy stelt dat de controleur de termijn meedeelt aan de gecontroleerde in geval van een NC. Wanneer bvb. een termijn van 6 maand aan een operator wordt gegeven, zal de hercontrole binnen de 6 maand moeten worden uitgevoerd, maar er bestaat geen richtlijn inzake de termijn die aan de operatoren wordt gegeven om zich in orde te stellen. Indien het om een ernstig gebrek gaat dan kan deze termijn behoorlijk kort zijn bvb. 2 dagen. Voor alle duidelijkheid er bestaat geen instructie dat die termijn 1 maand zou moeten zijn; dit hangt af van de aard van de vereiste aanpassingen. 60. Met betrekking tot de monsternemingen in het kader van het controleplan wordt gevraagd dat een overzicht van de eigen resultaten van een operator t.o.v. het gemiddelde ( resultaat) ter beschikking wordt gesteld, bvb. 2 maal per jaar. De Voorzitter stelt dat het project CRM gedeeltelijk een antwoord zal geven op deze kwestie. CRM voorziet dat de operatoren toegang hebben tot hun eigen dossier. De statistieken per sector moeten worden beheerd door het FAVV en kunnen worden gerealiseerd. 61. Alain Verhaeghe vraagt waaraan de opmerkelijke toename van de onregelmatigheden bij import-export te wijten is. Jean-Marie Dochy antwoordt dat deze cijfers enkel betrekking hebben op levende dieren, de producten zijn in de RASFF opgenomen. Er is eveneens een Page 9 of 9

toename van het aantal RASFF-berichten. De toename van deze cijfers is te wijten aan problemen zoals melamine, dioxine in Iers varkensvlees. Dit is een weergave van de activiteiten die door de DG Controle worden uitgevoerd. Punt 7. Communicatieplan 2009 62. Pierre Cassart stelt het communicatieplan 2009 voor (zie PPT-presentatie). Dit is een algemeen programma, andere acties worden eveneens georganiseerd in functie van de actualiteit. 63. Algemeen doel is de verbetering van de veiligheid van de voedselketen door het geven van een betere communicatie aan de sectoren (communicatie, voorlichtingscel) en aan de consumenten (herkenbaarheid van het FAVV door het grote publiek). 64. De verbetering van de communicatie naar sectoren zal worden gerealiseerd door: - Organisatie van vergaderingen met afgevaardigden van consumentenorganisaties ( waar vragen aan bod komen en bvb. zal worden gepolst naar wat leeft bij de consument.); - Organisatie eenmalige acties zoals interviews met de media, brieven richten aan operatoren van een bepaalde sector, enz. - Plaatsen van wetenschappelijke artikels in de vakpers bvb. van landbouw, operatoren - Verbeteren van FAVV-news : verbeteren van het bulletin door het meer op een wetenschappelijke leest te schoeien; - Opstarten met Project Newsletter voor dierenartsen. 65. Herkenbaarheid door het grote publiek: organisatie van de week van de voedselveiligheid die samenvalt met het voedingssalon in oktober 2009, radiospots op primetime, uitgave folder Wat is het FAVV?, promotiemateriaal voor het publiek, op vraag voordrachten door de woordvoerders, meldpunt consumenten, hulp bij het opstellen van vulgariserende artikels in de pers en de nieuwsbrief. 66. Voorlichtingscel : gecreëerd in september 2008. Zij zorgt voor hulpverlening aan de distributiesector, Horeca en detailhandel over o.a. reglementering, implementatie en aanmoediging autocontrole en promotie Smiley. Deze voorlichtingscel werkt op aanvraag van een sector of op eigen initiatief indien er geen beroepsorganisatie bestaat. Zij stelt didactisch materiaal ter beschikking, doet aan gratis dienstbetoon en vragen kunnen worden gericht aan voorlichtingsvulgaris@favv.be. 67. De folder richtlijnen ter attentie van de ambulante handel in het kader van de wekelijkse markten waar levensmiddelen worden geproduceerd, opgeslagen en in de handel gebracht wordt in de vergadering verspreid. 68. Specifieke acties : - Ronde van Vlaanderen onderwijs (voor verantwoordelijken van scholen die actief zijn in voedselketen gaande van kleuter tot universiteit mogelijk ook hotelscholen); - Bezoek verantwoordelijken scholen in de Franstalige Gemeenschap (idem); - Jeugd: herwerken folder zomerkampen; Page 10 of 10

- Acties gericht om niet aangeslotenen bij beroepsfederaties te bereiken o.a. bereik van allochtonen in de distributie, horeca en kleinhandel - Opvolging van de lopende acties. 69. De Voorzitter vraagt aan de sectoren of de contacten met de voorlichtingscel goed verlopen. Pierre Poriau stelt dat, naar aanleiding van de brief van het FAVV verstuurd naar de operatoren die goede leerling zijn (honderden operatoren in de horeca hebben een gunstig resultaat bekomen na een controle van het FAVV), de federatie de lijst met betrokken operatoren zal vergelijken met haar eigen lijsten om dergelijke acties te ondersteunen. 70. Luc Vogels vraagt wie de talrijke individuele vragen van operatoren kan beantwoorden. De Voorzitter antwoordt dat de vragen moeten worden gericht aan de PCE of worden gestuurd naar het e-mail adres van de voorlichtingscel : voorlichtingvulgaris@afsca.be, of kunnen worden gericht aan de woordvoerders van het FAVV. Punt 8. Brochure : meldingsplicht : beslissing 71. De ontwerpbrochure over de meldingsplicht werd aan de leden van het RC op voorhand toegestuurd voor commentaar en zal worden aangepast in functie van de ontvangen bemerkingen. Het is eveneens de bedoeling deze brochure tijdens de controles te verspreiden. 72. De Voorzitter stelt dat Fevia in zijn respons een aantal inhoudelijke naast redactionele wijzigingen om de leesbaarheid van de tekst te verbeteren, heeft meegedeeld. Fevia stelt dat de meldingsplicht niet (steeds) van toepassing is als het product nog in het bezit van de operator is. De basis voor de meldingsplicht is de evaluatie geval per geval van het risico door de operator (cf. ook inleiding van het richtsnoer ). Dit principe is belangrijker dan de meldingslimieten op zich. 73. Robert Remy vraagt of de aangepaste brochure opnieuw zal worden voorgelegd na de bemerkingen van Fevia. De Voorzitter antwoordt dat het FAVV zal bekijken hoe met de bemerkingen kan worden rekening gehouden en of het nodig is deze opnieuw aan het RC voor te leggen. Robert Remy vraagt of de consumentenorganisaties gehouden zijn aan de meldingsplicht terwijl ze niet als operatoren worden beschouwd. De Voorzitter antwoordt dat, voor de veiligheid van de voedselketen, het verstandig zou zijn dat het FAVV de informatie krijgt die de consumentenorganisaties in handen heeft, zelfs indien er geen wettelijke verplichting bestaat. Robert Remy gaat akkoord met het feit dat er op die manier wordt gehandeld. 74. De Voorzitter stelt dat de leden van het RC nog 3 dagen de tijd hebben om te reageren. 75. FEDIS stelt dat er 2 punten zouden moeten worden toegevoegd: de voorafgaande risicoanalyse en wie persberichten moet opstellen en versturen. 76. De Voorzitter antwoordt dat het de fabrikant is die het persbericht moet versturen maar de kans is dat enkel bepaalde ketens betrokken zijn. Bvb. in het laatste incident omtrent methylbenzofenon heeft Lidl de producten van de markt gehaald en de producent heeft de productie gestaakt. Het persbericht werd verstuurd door het FAVV. 77. Johan Hallaert vraagt wie verantwoordelijk is voor het verzenden van een persbericht. De operator die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van het product moet communiceren. Het is niet altijd de fabrikant die dit moet doen. De Voorzitter antwoordt dat het beter is dat de fabrikant communiceert voor al zijn producten wanneer meerdere Page 11 of 11

producten afkomstig van één enkele fabrikant in de handel zijn. Wanneer het gaat om een merkproduct van een distributeur, is het de distributeur die communiceert. Het moet geval per geval worden bekeken. 78. De Voorzitter vraagt zich af of de fabrikant de verantwoordelijkheid kan nemen om mee te delen dat de consument het product kan terugbrengen naar de distributeur die zal terugbetalen. De Voorzitter wil niet dat de berichten op zich laten wachten vóór de verspreiding ervan. De distributeur heeft ook een rol te spelen. FEDIS antwoordt dat dit reeds in het verleden gebeurd is (een importeur heeft een communiqué voor rozijnen gemaakt). De fabrikant brengt de distributeur op de hoogte. 79. FEDIS stelt dat ze vooral willen vermijden dat een melding automatisch betekent dat er een persbericht komt. FEDIS zal zijn bemerkingen per mail aan het secretariaat toesturen. 80. Volgende bemerkingen werden toegestuurd: - deze benadering (folder) is zeker nuttig voor de kleine structuren. FEDIS steunt deze benadering volledig; - FEDIS begrijpt zeer goed dat, om het doel te bereiken, het Agentschap een duidelijke en bondige boodschap moet verspreiden en dat het bijgevolg niet mogelijk is in een foldertje alle mogelijke en denkbare situaties te schetsen; - volgens FEDIS is het echter nodig om een onderscheid te maken met betrekking tot de communicatie naar het publiek; - zoals in de vergadering werd gesteld moet een onderscheid worden gemaakt tussen merkproducten van de fabrikant en merkproducten van de distributeur. De reglementering zelf plaatst de exploitant en de verantwoordelijke van het product niet op één lijn; - de distributeur is verantwoordelijk om zelf een perscommuniqué te verspreiden wanneer hij een verdacht product invoert of indien het van zijn eigen merk is. De meldingsplicht blijft natuurlijk, wat het product ook is. Volgens FEDIS zou deze nuance onder de titel Wie moet communiceren? kunnen worden ondergebracht. Het is een kwestie van efficiëntie vooral wanneer het merkproduct van de fabrikant door verschillende kleinhandelaars wordt verdeeld. Punt 9. Opvolging doorvoering Smiley en gecertificeerde ACS Autocontrole en de gidsen 81. Jacques Inghelram geeft de stand van zaken omtrent de opvolging van de doorvoering van autocontrole en de gidsen (zie PPT-document). Hij licht toe hoe de informatie (gegevens) door de CI s (sedert 01-10-2008) in het auditveld van Bood wordt ingebracht: op te zoeken gegevens zoals naam, adres en activiteit van een operator (gegevens gebaseerd op de activiteitenboom van het Agentschap correctie van deze gegevens via de PCE), gids, geldigheidstermijn, resultaat, omzet weergegeven in percentages, gegevens Smiley. De status van autocontrole wordt automatisch in functie van deze info vermeld. Er zijn een aantal barrières, enkel de gevalideerde gidsen kunnen worden vermeld en enkel volgens de betrokken activiteiten. 82. Aantal audits tot eind 2008: cfr. 3 tabellen. Hieruit blijkt dat er o.a 300 bedrijven zijn geauditeerd voor wat de gids dierenvoeders betreft, 10.400 bedrijven zijn geauditeerd voor Page 12 of 12

de gids primaire productie. De Voorzitter uit zijn verwondering over het laag aantal geauditeerden voor de distributiesector. 83. Renaat Debergh: sommige sectoren scoren goed zoals o.a. de melksector, primaire productie rauwe melk, maar staan niet in de tabel. Jacques Inghelram antwoordt dat voor de gids primaire producten rauwe melk geen enkele audit werd verricht m.b.t. de door de FAVV gevalideerde gids. Alle gecertificeerde operatoren werden geauditeerd op basis van de gidsen IKM-IKKB-Belplume of van een andere commerciële gids. Zij zijn dus niet in de tabellen opgenomen en indien de cijfers aan het FAVV worden meegedeeld kunnen ze wel worden opgenomen. 84. De evolutie toont een belangrijke toename voor de gidsen m.b.t. dierenvoeders, de plantaardige sector, braadkippen, aardappelen/groenten/fruit en vleesproducten. Smiley 85. Tot nu toe werden er 47 Smileys uitgereikt. 86. De Voorzitter duidt op het feit dat het FAVV steeds meer aanvragen tot uitbreiding van de scope ontvangt. Zo wensen kruidenierszaken, slagerijen, bakkerijen ook een Smiley te bekomen. Hij vraagt eveneens de betrokken organisaties om hun leden meer aan te zetten om de FAVV-toelating te afficheren. Delhaize vraagt de Smiley. Hij wenst een competitieeffect te bekomen. Er kan geen communicatie met de consument ontstaan zolang een onvoldoende aantal Smileys zijn. De Smiley dekt immers veel meer dan de toelating: een audit met een gunstige conclusie en een goede werking. 87. Willy Verbust stelt dat de Landsbond der Beenhouwers de doorvoering van de Smiley in de slagerijen niet afremt. De Landsbond der Beenhouwers wil eerst de problemen van de sector oplossen vooraleer een operator een audit aanvraagt voor het bekomen van de Smiley. Een audit uitvoeren zonder er zeker van te zijn dat het resultaat gunstig is, is tijdsverlies. De Voorzitter dankt de Landsbond voor de communicatiecampagne m.b.t. de goede hygiënepraktijken via de speciale publicaties van de slagers. 88. FEDIS: uit interne discussies blijkt dat het momenteel prioritair is dat de operatoren zich in orde stellen alvorens zich te richten op de certificering van de ACS. Het is te vroeg voor de Smiley voor de distributie. 89. De Voorzitter zegt dat wanneer de Smiley meer verspreid is, het Agentschap voor de nodige publiciteit voor het grote publiek zal zorgen. Maar indien deze realisatie niet snel genoeg verloopt zou bvb. kunnen worden overwogen om een negatieve Smiley in te stellen zoals in Denemarken. 90. UNIZO heeft recentelijk opleiding georganiseerd over autocontrole. OCI s hebben hun voordelen en werkmethodes uiteengezet. Er werden een aantal testen uitgevoerd. 91. Thierry Smagghe heeft vragen bij de controle statuut inrichtingen. Heeft een PCE toegang om dit te controleren? 92. De Voorzitter heeft gevraagd om rekening te houden met het feit dat een operator al dan niet een ACS heeft bij de bepaling van de controlefrequentie. Dit statuut bevindt zich in BOOD. Bepaalde operatoren hebben een verminderde controlefrequentie en anderen kunnen daar nog niet van genieten omdat ze het ACS later hebben laten certificeren. De Voorzitter vraagt het FAVV te verwittigen i.v.m. problemen rond de controlefrequentie. Page 13 of 13

Punt 10. Foodweb 93. Luc Hoffenbom en Marc Bianco stellen het project Foodweb van het FAVV voor (zie PPpresentatie). 94. Momenteel communiceren de operatoren met het FAVV via telefoon, briefwisseling, fax, e- mails. De informatie wordt behandeld en maakt het voorwerp uit van elektronische dossiers van de operatoren. Het is belangrijk dat er een constante informatiestroom in de twee richtingen operator-favv bestaat. De communicatiemiddelen zijn gediversifieerd en het deel internet moet worden uitgebreid. De operator geeft de informatie niet d office, hij moet erom verzocht worden. De info die over hem beschikbaar is bij het FAVV moet aan hem worden verstuurd. 95. Door het gestelde zullen operatoren worden aangezet om de overeenkomstige databank te raadplegen stelt Marie-Laurence Semaille. Op die manier zullen ze ook hun eigen resultaten leren consulteren en kennen. Marc Bianco vervolgt dat het elektronisch dossier een reeks gegevens bevat die zullen worden geüpdatet. De operatoren moeten actief worden geïnformeerd over de onderwerpen die hen aanbelangen. Dit is het doel hiervan. 96. Foodweb wil een dienstverlening voorstellen en de binnenkomende en uitgaande informatie behandelen zodat deze in het elektronisch dossier wordt ingevoerd. 97. Perspectieven : voor de operatoren wordt het volgende nagestreefd: - een diversificatie van de communicatiemiddelen met het FAVV - voorstel van een aan hun noden aangepast geheel van diensten - een onmiddellijke toegang verlenen tot info via webinterfaces - een globaal overzicht van hun gegevens en vereenvoudiging van de administratieve stappen. 98. Perspectieven : voor de andere doelgroepen o.a. de gewestelijke en federale instellingen en de personeelsleden van het FAVV zullen de mogelijkheid geboden worden om de individuele gegevens m.b.t. de operatoren in te kijken. 99. Gevolgde benadering: dit project werd gelanceerd in september 2008, daarna werd een interne algemene studie van de noden bij het FAVV uitgevoerd, gevolgd door een functionele analyse van de eerste module (identificatie en activiteiten raadpleging, aangifte, afdrukken) en een studie user management. 100. Joeri Deswarte benadrukt dat sommige operatoren hun registratie niet kunnen zien via Boodonweb. Marc Bianco antwoordt dat enkel diegenen die een erkenning of een toelating hebben momenteel zichtbaar zijn. Dit zal in het kader van Foodweb worden uitgebreid en verbeterd. 101. Globaal overzicht van de releases en hun inhoud : de realisatie van Foodweb zal wellicht lopen van februari 2009 tot mei 2010 (met releases 1.0, 1.1, 2.0 en 3.0). De 1 ste module (release 1.0) zal het voor de operatoren mogelijk maken om o.a. hun attesten af te drukken, aanvragen & aangiften te consulteren enz (zie slide). Afgesloten missies : gepland voor eind 2009 (zal toelaten dat operatoren de resultaten van hun missies en monsters kunnen bekijken). 102. Marie-Laurence Semaille vraagt om een link met Saniweb (identificatie dieren) te voorzien om producenten aan te zetten om meer te werken met Saniweb. Page 14 of 14

103. Wanneer komen de sectoren tussen? De aanvaardingstests worden gelanceerd. Overleg zal worden georganiseerd waarop een demo zal worden getoond over de vooruitgang die door het project wordt geboekt. Vertegenwoordigers van de sectoren kunnen worden uitgenodigd op dit overleg dat om de 10 dagen plaatsvindt. Er kunnen eveneens suggesties worden meegedeeld en van deze vergaderingen wordt een PV opgesteld ter verspreiding. Het is belangrijk de noden te definiëren. Er werd een e-mail in die zin aan de leden van het RC verstuurd met de vraag of zij geïnteresseerde vertegenwoordigers uit de verschillende sectoren van de voedselketen aan het secretariaat mee te delen. 104. Johan Hallaert duidt op het feit dat het moeilijk is om mensen te vinden die om de 2 weken kunnen vergaderen in dit verband. 105. De Voorzitter vraagt vooral of dergelijk systeem beantwoordt aan de noden van de sectoren. 106. I.v.m. import-export certificaten vraagt Renaat Debergh om een bijzondere vergadering over deze thema s te organiseren met de sectoren waardoor de vertegenwoordigers niet op elke vergadering moeten worden uitgenodigd. FEBEV heeft hiervoor eveneens interesse. Johan Hallaert zal namen van vertegenwoordigers doorsturen per mail. 107. Joeri Deswarte vraagt aandacht voor het ter beschikking stellen van de tool waarbij deze kan worden getest op basis van fictieve gegevens. Op die manier kunnen de operatoren via een test deze tool leren kennen. 108. Marc Bianco antwoordt dat het mogelijk is om deze module ter beschikking te stellen in een testomgeving gecreërd binnen het systeem. 109. Beveiligde toegang voor de gebruikers rust op 2 pijlers benadrukt Luc Hoffenbom: - is gebaseerd op de elektronische identiteitskaart; - en gebruik makend van het IAM (Identity and Access Management) project van Fedict. 110. Volgende principes zijn van toepassing: - het FAVV slaat geen verbruikersgegevens op in een eigen databank; - het IAM maakt gebruik van authentieke bronnen als Rijksregister en KBO; - voor eigen medewerkers consulteert het FAVV de HR-databank. 111. Het systeem gebruikt door TaxOnWeb zal behouden blijven tot de elektronische identiteitskaart veralgemeend wordt in België. Een IAM oplossing zal worden aangereikt voor alle gebruikers die hierover niet schikken (bvb. vreemdelingen). Bij authentificatie op een federaal portaal, is er een identificatie per domein (FOD Financiën, FOD Economie, FOD Justitie, FAVV) voor verschillende soorten applicaties ( rollen ). De technische uitdaging is een link te maken tussen de rollen van Fedict en deze die door de FAVV-applicaties worden gedefinieerd. 112. IAM Fedict heeft als doel de persoonsidentificatie (vertegenwoordiger van een of meerdere bedrijven die toegang hebben) na te gaan tijdens de authentificatie. 113. De Voorzitter onderstreept dat het essentieel is dat iedere operator slechts de gegevens kan consulteren die hem aanbelangen. Daarom moet in eerste instantie de beveiligde toegang worden onderzocht. Er zullen reeds in 2009 resultaten over dit project zijn. Dit project is uitgevoerd in toepassing van het Businessplan. ********************** Page 15 of 15

De volgende vergadering heeft plaats op woensdag 25 maart 2009 om 9u30. ********************** Actiepunten 114. M-L Semaille vraagt om het KB gezondheidskwalificatie pluimvee te bespreken voor eerder gesignaleerde problemen van operatoren die met verschillende loten van pluimvee werken in eenzelfde gebouw. 115. Het secretariaat heeft de bestaande concordantietabel/lex alimentaria doorgestuurd aan de leden van het RC. 116. KB databanken: het RC zal worden geraadpleegd over dit KB. 117. Evolutie Foodweb. ********************* Page 16 of 16