Status landelijke raamovereenkomsten en bovenregionale modelovereenkomsten Geert Schipaanboord 20 juni 2014
Inhoud 1. Inleiding 2. Raamcontracten landelijk specialistische zorg a) Stand van zaken b) Definitieve lijst aanbieders c) Sturing gemeenten 3. Bovenregionaal a) Modelcontracten: voor wie en hoe werken ze? b) Verloop contractering 4. Landelijke coordinatie
Inleiding 1. Landelijke inkoop: Leidt tot raamovereenkomsten voor landelijke functies De raamovereenkomst beschrijft de rechten en plichten tussen de gemeenten en aanbieders. Binnen de kaders van deze raamovereenkomst kunnen regionale samenwerkingsverbanden van gemeenten of individuele gemeenten de zorg afroepen overeenkomstig de in de overeenkomst gestelde voorwaarden. De raamovereenkomst kent geen exclusief recht (gedwongen winkelnering) op cliënten met specifieke kenmerken. Indien de gemeente gebruikmaakt van de raamovereenkomst, dan zijn de rechten en plichten voor de individuele gemeente en aanbieder wel dwingend. Een gemeente of aanbieder kan de inhoud van de raamovereenkomst niet opnieuw heronderhandelen. De inhoud van de raamovereenkomst zal voor de verschillende specialistische functies deels generiek zijn, maar kan per zorgfunctie andere voorwaarden kennen. 2. Modelovereenkomst voor bovenregionale functies De modelovereenkomst kan een gemeente (of regionaal samenwerkingsverband) gebruiken voor het maken van inkoopafspraken over specifieke zorgfuncties. Met het ontwerpen van modelovereenkomsten wil de VNG een waarborg bieden voor continuïteit van zorg en zorginfrastructuur voor de bovenregionale functies waarop de modelovereenkomsten van toepassing gaan zijn. Daarnaast beoogd de modelovereenkomst de gemeenten te faciliteren in het maken van afspraken over de bovenregionale functies zodanig dat onnodige administratieve lasten worden voorkomen en transitierisico s zoveel mogelijk beperkt worden. Gemeenten zijn en blijven (al dan niet regionaal) verantwoordelijk voor de inkoop van deze functies, de VNG ontwikkelt een ondersteuningsinstrument.
2. Raamovereenkomsten voor landelijke functies Stand van zaken Op 31 oktober 2013 is met een aantal aanbieders het landelijk transitie arrangement (LTA) gesloten. Na het afsluiten van het LTA is gestart met het opstellen van de raamovereenkomst per functie. De raamovereenkomst bevat drie onderdelen: 1.De raamovereenkomst: het contractdocument waarin onder andere de rechten en plichten van de opdrachtnemer en opdrachtgever staan opgenomen 2.Het programma van eisen:een inhoudelijke beschrijving van de zorgfunctie. In het progamma van eisen worden ook inhoudelijke afspraken over de ontwikkelrichting (in het kader van de transformatie) van de functie opgenomen 3.Prestaties en tarieven De eerste twee onderdelen van de raamovereenkomst zijn voor de aanbieders van het LTA zo goed als afgerond. Tariefgesprekken: In juni eerste ronde tariefgesprekken met: OBC s, erkende interventies in strafrechtelijk kader, JeugdzorgPlus, geweld in afhankelijkheidsrelaties In augustus tweede ronde: jeugd-ggz VNG in één keer voor drie jaar tarieven (2015, 2016 en 2017).
2. Raamovereenkomsten voor landelijke functies Stand van zaken Na het LTA hebben zich nog enkele aanbieders zich gemeld om aanspraak te maken op de landelijke afspraken. Deze verzoeken zijn op basis van de drie criteria (aantal cliënten, ordening van het aanbod en (zorg)inhoud van het aanbod) beoordeeld. Een aanzienlijk deel van de aanbieders is afgewezen omdat ze niet voldoen aan de drie criteria en veelal bovenregionaal werken. Een aantal aanbieders voldeden wel aan de criteria en/of zijn als gevolg van een motie of amendement van de Tweede Kamer toegevoegd aan de lijst van de landelijke functies. Voor andere aanbieders is door gemeenten aangedrongen om dit op de lijst op te nemen. Op de volgende pagina is een overzicht terug te vinden van de nieuwe functies en aanbieders. Aan gemeenten is in september 2013 doorgegeven dat het beslag van de afspraken die op 31 oktober 2013 in het LTA gemaakt zijn, 2,2% van het budget bedraagt. Na de meicirculaire is bekend gemaakt dat het nieuwe percentage 3,76% is. Dat komt vooral door toetreding academische en universitaire GGZ à la 60 miljoen. Let op: Dit wordt niet afgeroomd, gemeenten rekenen af naar gebruik. Kan regionaal sterk fluctueren.
2. Raamovereenkomsten voor landelijke functies lijst aanbieders Functie Aanbieder Jeugdzorgplus a) JeugdzorgPlus voor jongeren onder 12 jaar; Horizon b) Zeer Intensieveortdurende Observatie en Stabilisatie; Horizon c) Gesloten opname van tienermoeders tijdens zwangerschap of Intermetzo met pasgeboren kind GGZ a) Eetstoornissen Altrecht GGz (Rintveld) en Rivierduinen (Ursula ) b) Autisme Dr. Leo Kannerhuis en Yulius* c) Persoonlijkheidsstoornissen De Viersprong d) GGZ voor doven en slechthorenden GGMD, Pro Persona* en Lentis* e) Psychotrauma Centrum 45 f) Eergerelateerd geweld/loverboys en prostitutie Fier Fryslân g) Universitaire / academische kinder en jeugd psychiatrie* Afdelingen universitaire en academische ziekenhuizen kinder- en jeugdpsychiatrie: UMC Utrecht, Erasmus MC, academisch deel van De Bascule, Curium, Accare en Karakter. h) Adoptie- en hechtingsspecifieke stoornissen* Basic Trust i) Forensische jeugdpsychiatrie klinisch* GGZ Eindhoven (De Catamaran) Jeugd sterk gedragsgestoord licht verstandelijk gehandicapt Ambiq, s Heeren Loo (Groot Emaus), Koraal Groep (De la Salle) en Pluryn (de Beele) Expertise en behandelcentrum op het terrein van geweld in Fier Fryslân en Kompaan en de Bocht afhankelijkheidsrelaties onder 18 jaar. Observatie, diagnostiek en exploratieve behandeling De Hondsberg Erkende gedragsinteventies a) Functional Family Therapy Zie lijst in paragraaf 3.6 van LTA b) Multidimensional Treatment Foster Care Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering c) Multidimensionele Familietherapie Zie lijst in paragraaf 3.6 van LTA d) Multisysteem Therapie Zie lijst in paragraaf 3.6 van LTA e) Ouderschap met Liefde en Grenzen De Waag Voedselweigering bij peuters* Forensisch-medisch onderzoek bij minderjarigen* * Nieuwe toevoegingen na 31-10-2013 SeysCentra Forensische Polikliniek voor Kindermishandeling
2. Raamovereenkomsten sturing door gemeenten - Geen gedwongen winkelnering raamovereenkomst treedt in werking bij start afname. - VNG gemandateerd door leden tot landelijke inkoop op ALV 18 juni 2014. Eén gecontracteerd tarief. Commitment gemeenten dat er derdelijns aanbieders nodig zijn! - Gecontracteerde zorg: dus artsen kunnen ernaar verwijzen. Je kunt verwijzing niet blokkeren. Sturing: - Verwijspatronen van tweede naar derde lijn. Afspraken maken daarover met tweedelijns regionale aanbieders. - Invloed op achtereenvolgend gebruik specialistische voorzieningen op casusniveau. Bij landelijke contractering komen we enorme zorgcarrières tegen.
2. Raamovereenkomsten sturing door gemeenten Consequentie is wel dat voor landelijke afspraken uniformiteit is over: - Melding bij aanvang zorg - Ritme facturatie - Aanleveren beleidsinformatie
3. Modelovereenkomst voor bovenregionale functies Voor wie? Er zijn op dit moment drie modelovereenkomsten verschenen: 1.LVB ZZP 4 en 5 2.JeugdzorgPlus 3.JB / JR door gecertificeerde instellingen Binnenkort komen: 1.Verslavingszorg 2. Specialistische GGZ 3. GGZ Traumazorg En daarnaast in voorbereiding 1.Provinciaal gefinancierde 3-milieus voorzieningen 2.Multi-functionele centra (klinische bedden combinatie GGZ en AWBZ) 3.Pleegzorg
3. Modelovereenkomsten voor bovenregionale functies hoe werken ze? VNG stelt ze op: - Inkoophandreiking: Informatie over aanbieders die zorg bieden, volumes, spreiding - Modelcontract: Contract zelf - Programma van eisen: Waar voldoet aanbieder aan. Ondersteuningsinstrument ten bate van vlotte contractering bovenregionaal. Kan gebruikt worden bij incidentele betaalrelatie.
3. Modelovereenkomsten bovenregionale functies verloop contractering - Bovenregionale aanbieders lopen extra risico: a) Nadruk op eigen regio b) Optelsom van contracten c) Meer financiers, kwetsbare liquiditeit - Als ze bovenregionaal zijn op basis van specialisme, is dat serieus risico voor gemeenten. - Bovenregionale spelers zitten vaak wel in eigen regio goed aan tafel, maar elders niet. - Wederzijdse uitwisseling tussen regio s: jouw voornaamste regionale speler kan een overbodige bovenregionale speler bij de buurman zijn. - Bovenregionale afstemming nodig, bijvoorbeeld door één regio lead te geven in contractering.
3. Modelovereenkomsten bovenregionale functies verloop contractering Dichtbij is soms beter, maar vaak ook duurder (klinische capaciteit) Ambulantisering juist succesvol bij bovenregionale afstemming klinische capaciteit Eerder ingrijpen betekent soms ook eerder specialistisch ingrijpen. Kortom: bijzondere aandacht geboden richting bovenregionale spelers.
4. Landelijke coordinatie bij VNG per 1/1/2015 a) Contractbeheer landelijke raamcontracten b) Opdrachtgeverschap collectief gefinancierde functies c) Expertisepunt inkoop bovenregionale zorg.