GEMEENTEBLAD. Nr

Vergelijkbare documenten
RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Verordening leerlingenvervoer gemeente Bunnik Aan de raad,

Onderwerp Verordening leerlingenvervoer gemeente Heerenveen 2015 Voorstel De Verordening leerlingenvervoer gemeente Heerenveen 2015 vaststellen

De raad van de gemeente Nuth;

18 december 2014 Jeroen Heuvelink

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2006, nr. ;

Intrekken van de Verordening Leerlingenvervoer Gemeente Amsterdam en vaststellen van de nieuwe Verordening Leerlingenvervoer Gemeente Amsterdam

12 maart 2013 WIZ-INK H. Dijkhuis

Nummer raadsnota: Bl Onderwerp: Vaststellen verordening leerlingenvervoer gemeente Oosterhout 2014

Nr.: Renswoude, 16 september 2014 Behandeld door: H. Davelaar Onderwerp: verordening leerlingenvervoer Renswoude 2014

Gemeente Den Haag RIS166265_28-OKT-2009

Agendapunt : Voorstelnummer : Raadsvergadering : 11 december Informatie op te vragen bij. Onderwerp: Verordening leerlingenvervoer.

Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorsstel leerlingenvervoer

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Heerlen

VERORDENING LEERLINGENVERVOER GEMEENTE BUNNIK 2015

Motie Naar aanleiding van de motie is nadrukkelijk gekeken naar de schooltijden en de voor- en nadelen van de invoering van opstapplaatsen.

Raadsvoorstel. Onderwerp Verordening leerlingenvervoer gemeente Heusden 2015

VERORDENING LEERLINGENVERVOER HELMOND 2015

NOTITIE LEERLINGENVERVOER 1. INLEIDING

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Zaltbommel 2019

Beleidsregels leerlingenvervoer 2014

Wijzigingen verordening leerlingenvervoer gemeente Nederweert 2014

Aanvraag leerlingenvervoer (S)BO- (V)SO-VO schooljaar 2014/2015

Aanvraagformulier vergoeding vervoerskosten schoolbezoek Gemeente Oostzaan Schooljaar

Verordening leerlingenvervoer gemeente Harlingen gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2009

Hieronder volgt een overzicht van alle wijzigingen. Per artikel wordt een korte toelichting gegeven.

Verordening leerlingenvervoer gemeente Voorst 2016

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 mei 2014, BESLUIT:

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

Verordening leerlingenvervoer gemeente Eindhoven 2011

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Deurne 2012

Voorstel/alternatieven

Aanvraagformulier bekostiging vervoerskosten schoolbezoek 2016/2017 (Speciaal) basisonderwijs/ Speciaal onderwijs/ (Speciaal) voortgezet onderwijs.

Raadsvergadering d.d. 10 juni 2014 Raadsnota nummer Onderwerp: Vaststellen verordening leerlingenvervoer gemeente Oosterhout 2014

Verordening leerlingenvervoer gemeente Hengelo. VERORDENING LEERLINGENVERVOER GEMEENTE HENGELO Titel 1 Algemene bepalingen

Raadsvoorstel. Onderwerp Verordening leerlingenvervoer gemeente Groningen 2019 Steller/telnr. Robert Bleeker/ 7049 Bijlagen 1.

Verordening leerlingenvervoer Gemeente Houten

AANVRAAGFORMULIER BEKOSTIGING VAN DE VERVOERSKOSTEN IN VERBAND MET SCHOOLBEZOEK, SCHOOLJAAR 2016/2017

Verordening leerlingenvervoer. gemeente Sliedrecht. De raad van de gemeente Sliedrecht, gelezen het voorstel van het college,

- commissie voor de begeleiding: commissie als bedoeld in artikel 40b van de Wet op de expertisecentra;

Aan: Gemeente Ede en deelnemers medemaken Leerlingenvervoer t.a.v. Mw Susan van der Zwaag Postbus HK Ede

Verordening Leerlingenvervoer Algemene bepalingen

NOTITIE HOOGBEGAAFDE KINDEREN EN LEERLINGENVERVOER

Verordening leerlingenvervoer. Gemeente Sliedrecht 2010

Verordening leerlingenvervoer gemeente Opmeer 2015

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Westland gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2017;

Verordening leerlingenvervoer 2014

Verordening leerlingenvervoer gemeente Beverwijk gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 mei 2014, nummer INT ;

gelezen het voorstel R van burgemeester en wethouders van 29 april 2014;

Adres (indien anders dan aanvrager):

Verordening leerlingenvervoer gemeente Zwijndrecht 2015

Agendapunt: 9. Nr.: 18. De raad van de gemeente Slochteren; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Extra toelichting leerlingenvervoer

Lokale regelgeving. Verordening leerlingenvervoer gemeente Buren

Aanvraag leerlingenvervoer schooljaar

AANVRAAGFORMULIER LEERLINGENVERVOER SCHOOLJAAR

Aanvraagformulier leerlingenvervoer

Datum Agendapunt Nummer. 22 mei R06S003. Wijziging van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Zeewolde 2009

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 25 november 2008, Nr. MO/2008/2759;

Verordening leerlingenvervoer gemeente Noord-Beveland 2017

BSN. Naam en voornamen. Geboortedatum. Adres. Postcode en woonplaats. Tel. nr. adres BSN. Naam en voornamen. Roepnaam. Naam van de school.

AANVRAAGFORMULIER LEERLINGENVERVOER

Onvolledig ingevulde formulieren kunnen niet in behandeling worden genomen.

BAOZW/U Lbr. 14/001

VERORDENING LEERLINGENVERVOER GEMEENTE OOSTSTELLINGWERF 2014

Verordening leerlingenvervoer gemeente Groningen 2019

AANVRAAGFORMULIER LEERLINGENVERVOER SCHOOLJAAR Naam aanvrager... Uw relatie tot de leerling is: ouder / pleegouder / anders, namelijk.

Sector : II Nr. : besluit: vast te stellen de volgende: VERORDENING LEERLINGENVERVOER Algemene bepalingen

TOELICHTING OP HET AANVRAAGFORMULIER LEERLINGENVERVOER SCHOOLJAAR

Aanvraagformulier leerlingenvervoer: Voortgezet onderwijs

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Dordrecht

Verordening leerlingenvervoer gemeente Mill en Sint Hubert gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Verordening leerlingenvervoer Echt-Susteren 2015

AANVRAAG LEERLINGENVERVOER SCHOOLJAAR

Reactie platform leerlingenvervoer op concept verordening leerlingenvervoer 2011 en de reactie daarop van het college van burgemeester en wethouders

Aanvraagformulier leerlingenvervoer: Speciaal Onderwijs

Talenten onderweg. Spreker: Agnes Eshuis Datum : 4 oktober 2012

Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:

Verordening leerlingenvervoer gemeente Leek 2015

Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk d.d. 22 januari 2019

Verordening leerlingenvervoer Tynaarlo 2017

Verordening leerlingenvervoer gemeente Echt-Susteren 2009

Leerlingenvervoer Enschede. Voor wie, welke vervoersvormen zijn er en hoe vraagt u aan

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan

Verordening leerlingenvervoer gemeente Scherpenzeel

Aanvraagformulier leerlingenvervoer TEN BOER

Verordening leerlingenvervoer gemeente ENKHUIZEN 2015

CVDR. Nr. CVDR74335_3. Verordening Leerlingenvervoer Dantumadiel. Artikel 1 Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder: 12 juni 2018

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Gemeente Oude IJsselstreek

Betreft: Nagezonden stuk nieuwe verordening leerlingenvervoer. Bijgaand treft u een nagezonden stuk, de nieuwe verordening leerlingenvervoer 2014.

TOELICHTING AANVRAAG LEERLINGENVERVOER SCHOOLJAAR 2016/2017. Doelgroep

Meest gestelde vragen (en antwoorden)

Aanvraagformulier vergoeding vervoerskosten schoolbezoek Gemeente Oostzaan Schooljaar

Titel 1 Algemene bepalingen

De raad van de gemeente Heusden, in zijn openbare vergadering van 22 maart 2011 ;

AANVRAAG VERVOERSVOORZIENING LEERLINGENVERVOER VOORTGEZET ONDERWIJS

Verordening leerlingenvervoer Gemeente De Marne 2015

Beleidsregels verordening leerlingenvervoer Hellevoetsluis 2015

AANVRAAGFORMULIER LEERLINGENVERVOER SCHOOLJAAR

Transcriptie:

GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Amsterdam. Nr. 153196 4 november 2016 Instemmen met het initiatiefvoorstel Leerlingenvervoer speciaal (voortgezet) onderwijs: Het kind centraal van het lid Timman en kennisnemen van de bestuurlijke reactie. (2016, NR. 256/875) Nummer 256/875 Publicatiedatum 22 juli 2016 Agendapunt 65 Datum initiatiefvoorstel 10 februari 2016 Onderwerp Instemmen met het initiatiefvoorstel Leerlingenvervoer speciaal (voortgezet) onderwijs: Het kind centraal van het lid Timman en kennisnemen van de bestuurlijke reactie. Gezien het initiatiefvoorstel van het lid Timman van 10 februari 2016, getiteld: Leerlingenvervoer speciaal (voortgezet) onderwijs: Het kind centraal (Gemeenteblad afd. 1, nr. 875); Gelet op: artikel 147a, lid 1 van de Gemeentewet; artikel 4, lid 1 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs, Besluit: I. in te stemmen met genoemd initiatiefvoorstel; II. het college van burgemeester en wethouders te verzoeken: 1. De volgende artikelen toe te voegen aan de Verordening leerlingenvervoer Amsterdam: Het afstandscriterium uit artikel 15 van deze verordening geldt niet voor leerlingen in het primair en voortgezet speciaal onderwijs die wegens hun lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische beperking niet in staat zijn om zelfstandig met het openbaar vervoer te reizen. Bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer betrekt het college eventuele (vervoers)adviezen van deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn. De samenwerkingsverbanden passend onderwijs worden aangemerkt als een deskundige in de zin van deze verordening. 2. In de Verordening leerlingenvervoer Amsterdam elke zinsnede toegankelijk speciaal onderwijs te vervangen voor de zinsnede passend speciaal onderwijs. 3. Onderzoek te doen naar de mogelijkheden om schoolbesturen of andere gespecialiseerde organisaties verantwoordelijk te maken voor de uitvoering van het leerlingenvervoer. III. kennis te nemen van de bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel. Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd in zijn vergadering op 14 juli 2016. De plv. voorzitter J.S.A. Vroege De raadsgriffier mr. M. Pe Initiatiefvoorstel Inleiding 1

Niet alle kinderen in Amsterdam zijn in staat om zelfstandig naar de middelbare school te gaan. Meestal zijn dat kinderen die lichamelijk of verstandelijk gehandicapt zijn. In sommige gevallen gaat het dan zelfs om een combinatie van twee of meer verschillende beperkingen. Voor de ouders van deze kinderen zijn de zorgtaken veel zwaarder dan voor ouders van kinderen zonder een handicap. Met name het halen en brengen van en naar school wordt door velen ervaren als een enorme opgave. D66 is een sociaal liberale partij die vertrouwt op de eigen kracht van mensen en ondersteuning biedt daar waar echt nodig is. Voor kinderen met een lichamelijke of verstandelijke handicap is het passend onderwijs op een reguliere school niet altijd toereikend. Deze kinderen gaan in Amsterdam naar het speciaal (voortgezet) onderwijs. Daar krijgen ze positief ondersteunend onderwijs. Onderwijs dat zich specifiek richt op de mogelijkheden en capaciteiten die deze kinderen wel hebben. Die ontwikkelmogelijkheden worden versterkt om de kinderen voor te bereiden op een zo zelfstandig mogelijk leven. De mogelijkheden op zelfstandig leven en werken zijn voor elk kind weer anders en daarom leveren scholen voor speciaal voortgezet onderwijs maatwerk per leerling. Het type aandoeningen wat kinderen die in het speciaal onderwijs zitten hebben beslaat het hele spectrum. Naast kinderen met zintuiglijk communicatieve problemen zijn er zeer moeilijk lerende kinderen, kinderen met het syndroom van Down of zware vormen van autisme. De leerlingen kunnen een IQ van 35-60 hebben met ernstig internaliserend of externaliserend gedrag of juist goede cognitieve mogelijkheden (IQ vanaf 130) maar wel gecombineerd met gediagnosticeerde psychiatrische problematiek. Dikwijls kampen deze kinderen met gestapelde problematiek, een combinatie van twee of meer verschillende syndromen of stoornissen. De scholen in Amsterdam voor voortgezet speciaal onderwijs hebben vaak een specifieke expertise op het gebied van een aantal aandoeningen of stoornissen. Wettelijk kader Volgens artikel 4 lid 1 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs is de gemeente verantwoordelijk voor het vervoer van kinderen die daar omwille van één of meervoudige handicaps op zijn aangewezen: Ten behoeve van het schoolbezoek verstrekken burgemeester en wethouders aan ouders, voogden of verzorgers van in de gemeente verblijvende leerlingen die wegens hun lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn aangewezen, dan wel vanwege een zodanige handicap niet zelfstandig van openbaar vervoer gebruik kunnen maken, op aanvraag bekostiging van de door burgemeester en wethouders noodzakelijk te achten vervoerskosten. Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling. De gemeenteraad stelt daartoe een nadere regeling vast. De wetgever is duidelijk, de behoefte van het kind moet het uitgangspunt zijn bij het toekennen van een vergoeding voor (aangepast) vervoer. Huidige situatie In de Amsterdamse verordening op het leerlingenvervoer is de behoefte van het kind gek genoeg niet het uitgangspunt. In artikel 15 van die verordening is bepaald dat de vergoeding voor leerlingenvervoer afhankelijk is van de afstand van de woning van de leerling tot de dichtstbijzijnde school voor speciaal onderwijs. Met andere woorden, de leerling (of ouder) heeft alleen recht op een vergoeding van de vervoerskosten als hij of zij verder weg woont dan 5 km van een willekeurige, maar toegankelijke school voor speciaal voortgezet onderwijs. Voor het speciaal basisonderwijs geldt een afstandscriterium van 4 km. De ratio achter dit afstandscriterium is dat indien een school dichtbij huis is de ouders kunnen lopen of kunnen fietsen. Bij kinderen die regulier of passend onderwijs volgen is dit een terecht uitgangspunt. Echter bij leerlingen die zijn aangewezen op speciaal onderwijs is er vaak sprake van ernstige problematiek. In die gevallen is een afstandscriterium niet het juiste criterium om de afweging te maken of een leerling in aanmerking komt voor vergoeding voor vervoer naar school. De mogelijkheden en omstandigheden van het kind zouden centraal moeten staan. Op dit moment worden ouders van en kinderen met een handicap echter onnodig opgezadeld met vervoersproblemen, wat voor (financiële) spanningen zorgt in het gezin en de vrije en passende schoolkeuze voor deze kinderen inperkt. Wat het voor de ouders pas echt Kafkaësk maakt is dat toegankelijk niet hetzelfde is als meest geschikt. Dit betekent in de praktijk dat wanneer er toevallig een school voor speciaal onderwijs binnen een straal van 5 km bij jou in de buurt staat je geen recht hebt op de vervoersvergoeding. Niet elke school voor speciaal onderwijs is echter hetzelfde. Het kan dus zijn dat die school voor speciaal onderwijs in de buurt onderwijs aanbiedt wat helemaal niet past bij de aard van de stoornissen die het kind heeft. 2

Ook ouders van kinderen die aangewezen zijn op speciaal onderwijs willen graag kiezen tussen de scholen die passen bij de betreffende ondersteuningsvraag. Namelijk, de ene school voor speciaal onderwijs is de andere niet. Ook voor deze ouders zou het recht op keuzevrijheid moeten gelden. Een voorwaarde hiervoor is dat zij een vervoersvergoeding krijgen voor de dichtstbijzijnde passende school voor speciaal onderwijs. Dit staat ook expliciet in het coalitieakkoord 2014-2018 onder het kopje vrije keuze : Wat de gemeente betreft krijgen ouders vrijheid om uit dit aanbod de beste keuze voor hun kinderen te maken, waarin we die keuze niet willen beperken tot scholen in de buurt van hun woonadres. Dit geldt niet alleen voor het reguliere onderwijs, maar ook voor het speciaal onderwijs. Problemen 1.Het afstandscriterium is in strijd met hogere wetgeving en met het coalitieakkoord Kinderen die speciaal onderwijs volgen hebben in de regel te maken met enkelvoudige, meervoudige en gecompliceerde handicaps. Voor die kinderen en hun ouders maakt het niet uit of de afstand tot de dichtstbijzijnde school 4,5 km of 10 km is. Voor alle afstanden geldt dat gewoon op de fiets of een stukje lopen lang niet altijd een optie is en dat het vervoer van en naar school veel zwaarder en gecompliceerder is dan voor kinderen zonder handicap. In de praktijk leidt de toepassing van het afstandscriterium voor leerlingen in het speciaal onderwijs ertoe dat ouders die op 5 km afstand van een toegankelijke school voor speciaal onderwijs wonen geen leerlingenvervoer vergoed krijgen. Ook al is de leerling meervoudig gehandicapt. Ouders moeten dan na een afwijzing bezwaar maken op basis van de hardheidsclausule in artikel 29 van de verordening. Dit artikel spreekt slechts over een afwijking in bijzondere gevallen. Het maken van bezwaar brengt zowel voor de gemeente als voor de ouders veel kosten, administratieve rompslomp en psychische belasting met zich mee. Dit terwijl de ouders van deze groep kinderen het al heel erg zwaar hebben. Zie in dit verband ook de bijlage met verschillende casussen. De regeling zou als uitgangspunt de beperking van het kind moeten hebben en op basis daarvan moeten vaststellen of een leerling recht heeft op een vervoersvergoeding. Zo staat dat ook in artikel 4, lid 4 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO): De regeling houdt rekening met de van ouders redelijkerwijs te vergen inzet en voorziet erin dat het vervoer kan plaatsvinden op een wijze die voor de leerling passend is. De regeling bepaalt op welke wijze burgemeester en wethouders terzake advies van deskundigen inwinnen. De WVO bepaalt hier dat de het uitgangspunt dient te zijn dat het vervoer passend is voor de leerling. De huidige verordening is dus niet in overeenstemming met de WVO. 2.De huidige verordening leidt tot rechtsongelijkheid. Onder de huidige regeling kan het zo zijn dat een zwaar gehandicapte leerling die op 4,5 km van een VSO school af woont geen vergoeding voor vervoer toegewezen krijgt terwijl een leerling die veel lichter gehandicapt is en op 6 km afstand van een vso school woont wel een vervoersvergoeding krijgt. Het afstandscriterium leidt voor deze groep kinderen tot onrechtvaardige willekeur, waar maatwerk juist gewenst is (zie bijlage voor meerdere casussen waarin het afstandscriterium leidt tot schrijnende situaties). 3.De veiligheid van de kinderen is in het gedrang. D66 is een voorstander van zo vroeg mogelijk zelfstandig reizen. Maar daarbij staat de veiligheid van het kind wel centraal. Uit de praktijk blijkt dat zelfstandig reizen voor deze doelgroep best ingewikkeld is. Sommige kinderen lijken in eerste instantie voldoende zelfstandig te zijn om zelf met het openbaar vervoer van en naar school te reizen. Echter blijkt in de praktijk dat deze groep nog zeer kwetsbaar is. Met name meisjes zijn veel minder weerbaar en daardoor een makkelijk slachtoffer voor mensen met kwade bedoelingen. Seksuele intimidatie en loverboy-problematiek zijn terugkerende fenomenen. Juist de scholen beschikken over de informatie en deskundigheid om een realistische inschatting te maken welk vervoer geschikt is voor de leerling. Zij weten welke kinderen samen in het vervoer kunnen reizen of welke kinderen om een aparte instructie vragen. Daarom wil D66 dat in de verordening ook wordt opgenomen dat het college van burgemeester en wethouders bij het toekennen van een vervoersvergoeding informatie inwint bij het samenwerkingsverband passend onderwijs. In de gesprekken die wij voerden met directeuren in het speciaal onderwijs kwam ook naar voren dat deze scholen, in een onderling samenwerkingsverband, bereid zijn verkennende gesprekken te voeren 3

met de gemeente over de organisatie van het leerlingenvervoer. De samenwerkingsverbanden zouden eventueel in de toekomst de organisatie van het vervoer van de gemeente Amsterdam kunnen overnemen. Met name de manier waarop kinderen worden vervoerd en de combinatie van kinderen met verschillende aandoeningen verdient wat extra aandacht. De samenwerkingsverbanden zijn veel beter toegerust om te beoordelen of en in hoeverre een leerling in staat is om zelfstandig te reizen. Het is ook een van de doelstellingen van de scholen om de leerlingen zo zelfstandig mogelijk te maken. Dus hebben de scholen voor speciaal onderwijs er ook belang bij om het vervoer weer af te bouwen op het moment dat zij inschatten dat de leerling daar aan toe is 4.Vergelijking met andere gemeenten G4 Amsterdam is de enige gemeente uit de G4 die het afstandscriterium van toepassing verklaart op leerlingen in het speciaal (voortgezet) onderwijs. In Rotterdam, Den Haag en Utrecht geldt het afstandscriterium niet voor gehandicapte kinderen. Ook volgens het modelreglement voor de verordening leerlingenvervoer van de VNG is het criterium voor het toekennen van vervoersvergoeding of het kind gehandicapt is. Zie voor het modelreglement schema voorwaarden toekenning leerlingenvervoer in de bijlage. Aantal aanvragen vervoersvoorziening In het schooljaar 2014-2015 is 2404 maal een aanvraag gedaan voor leerlingenvervoervoorziening. Aan 2213 (92%) aanvragers is een voorziening toegekend. In 191 (8%) gevallen is de aanvraag afgewezen waarvan 65 op basis van het afstandscriterium. Het jaar daarvoor zijn 71 aanvragen afgewezen op basis van het afstandscriterium. Kosten In 2015 is in totaal aan 2213 leerlingen een voorziening voor leerlingenvervoer toegekend door de gemeente. De totale kosten leerlingenvervoer waren in dat jaar 4.900.955,-. Dat komt neer op gemiddeld 2.215,- per toegewezen voorziening leerlingenvervoer. In de begroting 2015 was een bedrag van 5.942.970,- opgenomen voor leerlingenvervoer, er is dus nog ruimte in het budget. De te verwachten kosten zijn dus: Een toename van gemiddeld 70 leerlingen per jaar die in aanmerking komen voor een vervoersvoorziening omdat het afstandscriterium niet meer geldt: 154.980,-. Voorstel Het lid Timman (D66) stelt voor het college van burgemeester en wethouders te verzoeken: 1. De volgende artikelen toe te voegen aan de verordening leerlingenvervoer Amsterdam: Het afstandscriterium uit artikel 15 van deze verordening geldt niet voor leerlingen in het primair en voortgezet speciaal onderwijs die wegens hun lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische beperking niet in staat zijn om zelfstandig met het openbaar vervoer te reizen. Bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer betrekt het college eventuele (vervoers)adviezen van deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn. De samenwerkingsverbanden passend onderwijs worden aangemerkt als een deskundige in de zin van deze verordening. 2. In de verordening leerlingenvervoer Amsterdam elke zinsnede toegankelijk speciaal onderwijs te vervangen voor de zinsnede passend speciaal onderwijs. 3. Onderzoek te doen naar de mogelijkheden om schoolbesturen of andere gespecialiseerde organisaties verantwoordelijk te maken voor de uitvoering van het leerlingenvervoer. Stukken Meegestuurd Casussen waar afstandscriterium leerlingenvervoer voor problemen zorgt (achteraan het initiatiefvoorstel zelf opgenomen) bestuurlijke reactie op het initiatievoorstel Ter inzage gelegd N.v.t. Lid van de gemeenteraad van Amsterdam 4

D.Timman Bijlage 1 Casussen waar afstandscriterium leerlingenvervoer voor problemen zorgt Casus 1 Een leerling met een laag ontwikkelingsniveau en een stoornis in het autistisch spectrum heeft een zeer gestructureerde groep en begeleiding nodig. Moeder brengt haar vanaf vorig schooljaar zelf naar school vanuit Noord waar ze woont naar Buitenveldert. Ze heeft heel bewust gekozen voor deze school. Orion kon het onderwijs dat haar dochter nodig heeft niet leveren. Zowel Orion als De Heldring school hebben een brief geschreven waarin ze aangeven dat ze geen goed aanbod voor haar hebben. Omdat Orion dit schooljaar met een nieuw aanbod is gestart heeft de directeur alsnog aangegeven dat ze wel kan komen, als dat gaat. Moeder ziet dit niet zitten en gezien de stoornis van het meisje is een nieuwe school met andere mensen en andere werkwijze ook zeer ongewenst. Moeder zet zich erg in en brengt haar dagelijks. Gezien haar lichamelijk conditie kan ze dit niet goed aan. Casus 2 Een jongen zit al drie jaar op het Orion college in zuidoost. Vanwege zijn ZMOLK-problematiek. De twee andere VSO-ZML-scholen zijn daar niet goed op ingesteld. Vorig jaar is het vervoer afgewezen met als gevolg dat hij slechts een derde van het aantal dagen op school is geweest. Ook nu heeft hij nog geen OV-chipkaart toegezegd gekregen. Deze jongen met een cluster 4 indicatie en een licht verstandelijke beperking wil graag met het OV naar het Orioncollege-Zuidoost blijven gaan. Zijn niveau en zijn interesse in de horeca maken dat het Orioncollege-Zuidoost de meest geschikte locatie, ondanks dat hij uit Zuid komt. Op de meest bij zijn woonadres nabij zijnde school de Heldring zijn deze mogelijkheden niet aanwezig en daar zitten ook geen leerlingen met een cluster 4 indicatie. Casus 3 Een meisje met het syndroom van Down woont op IJburg en daarmee een paar honderd meter dichterbij Orion Zuidoost dan Noord. Zij functioneert op een leeftijd van een driejarige en daarnaast heeft zij een zwakke motoriek en diabetes. Voor het vervoer naar school is zij daadwerkelijk aangewezen op een busje dat haar van deur tot deur brengt. De begeleidingscommissie vindt het op dit moment onverantwoord om de leerling zelfstandig te laten reizen. Gezien de samenstelling van de school aldaar, is het voor de veiligheid en ontwikkelingskansen van dit meisje het meest gewenst dat ze naar de school in Noord gaat. De school in Noord is gespecialiseerd in haar doelgroep, die in zuidoost niet. Casus 4 Een jongen gaat naar school in zuidoost. Zijn beide ouders bleken psychiatrisch patiënt en daarom is hij uit huis geplaatst en woont nu in zuid. Het Orioncollege is op dit moment weliswaar niet de dichtstbijzijnde school voor cluster 3, maar aangezien de jongen al ernstig lijdt onder de uithuisplaatsing, is een overplaatsing naar een andere school een stap te ver. Tevens is hij getraumatiseerd door het gedrag van ouders. Hij verkeert nu weer binnen de structuur van de hem bekende leerkracht, medeleerlingen en waar hij zich veilig voelt. De begeleidingscommissie vindt het op dit moment, maar ook voor de verdere toekomst onverantwoord om hem zelfstandig te laten reizen. Vervoer wordt echter door de gemeente afgewezen en overplaatsing naar dichtstbijzijnde school geadviseerd. 5