AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK ALFA 159

Vergelijkbare documenten
NL ALFA VERSNELLINGSBAK

604_38_063 ALFA MITO JTD NL :07 Pagina 1 ALFA MiTo S E R V I C E

NL Dual FuNction System (automaat)

In dit supplement worden de gebruiksinstructies beschreven voor de versnellingsbak met elektronisch geregelde Dualogic bediening in de Fiat Punto.

ANCIA NL LANCIA YPSILON Dual FuNction System

F I A T F I O R I N O NL C O M F O R T - M A T I C

F I A T NL

Dualogic versnelllingsbak van de Fiat

F I A T D U C A T O NL C O M F O R T - M A T I C

NL ESP-Systeem

NL Selectronic

MOTORCODE - CARROSSERIEVERSIE

F I A T P U N T O 1. 4 T - J E T NL s u p p l e m e n t

Automatische transmissie

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA. NIVEAUS CONTROLEREN TwinAir 65pk versies

F I A T B R A V O NL S N E L G I D S

F I A T NL S N E L G I D S

NL 1.8 Di Turbo Jet 200 PK-motor met automatische 6-versnellingsbak

Starten en rijden STUURSLOT

Duurzaam rijden, samen met ECOdrive

INTELLISTART 4 INSTALLATIE

Transmissietechniek in motorvoertuigen (5)

CONSUMENTENPRIJSLIJST. Technische specificaties OPEL ASTRA.

druk 1 1TH NSN PROJECTNUMMER TECHNISCHE HANDLEIDING VAU 150 KN 6X6 DAF YBB TAKEL

CONSUMENTENPRIJSLIJST TECHNISCHE SPECIFICATIES OPEL ASTRA.

Starten, schakelen & wegrijden:

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

Datum/Date: 04/2003ne Update: 07/2007 Car Access System E60, E61, E63, E64, E70, E81, E87, E90, E91, E92, E93

Finnik Autorapport - Peugeot 207

Finnik Autorapport - Volkswagen Up!

TECHNISCHE SPECIFICATIES OPEL ASTRA.

Het praktijkexamen leerboek. Hoe slaag ik in 1 keer?

Finnik Autorapport - Mercedes-Benz E-klasse

Finnik Autorapport - Seat Ibiza SC

Handleiding: Verreiker roterend max. hefvermogen 20,6 mtr. incl. machinist

Gebruikershandleiding Inhoud

FIAT DUCATO NL INSTRUCTIEBOEK

Finnik Autorapport - Alfa Romeo Spider

Finnik Autorapport - Volkswagen Up!

TECHNISCHE SPECIFICATIES OPEL ZAFIRA.

CONSUMENTENPRIJSLIJST OPEL INSIGNIA.

Finnik Autorapport - Ford Fiesta

Handleiding: Rupsdumper roterende kipbak.

TECHNISCHE SPECIFICATIES OPEL INSIGNIA.

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud

Finnik Autorapport - Dacia Duster

Finnik Autorapport - Lancia Ypsilon

Remmen WERKINGSPRINCIPE. Rempedaal. Rembekrachtiging. Remblokken. Natte rijomstandigheden

Finnik Autorapport - Ford Focus

DS 3 Technische specificaties

Finnik Autorapport - Peugeot 108

Technische specificaties

Finnik Autorapport - Volkswagen Polo

CONSUMENTENPRIJSLIJST. Technische specificaties OPEL ASTRA.

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33.

Finnik Autorapport - Saab 9-3 Sport Sedan

F I A T P U N T O NL I N S T R U C T I E B O E K I N S T R U C T I E B O E K

FIAT PUNTO NL INSTRUCTIEBOEK

Finnik Autorapport - Audi A6

Finnik Autorapport - Ford USA Taurus

Finnik Autorapport - Nissan Pulsar

Finnik Autorapport - Nissan Note

Finnik Autorapport - Skoda Octavia Combi

Technische specificaties

Finnik Autorapport - Seat Alhambra

Finnik Autorapport - Skoda Octavia Combi

Finnik Autorapport - Hyundai i20

Werking van de koppeling in het kort en het wegrijden.

Technische specificaties

Finnik Autorapport - Volvo S40

Finnik Autorapport - Opel Astra

Finnik Autorapport - Opel Meriva

Finnik Autorapport - Alfa Romeo GT

CONSUMENTENPRIJSLIJST OPEL CASCADA.

HANDLEIDING TEMPO / TEMPO+ TRANZX PST

Wij raden u aan de waarschuwingen en tips aandachtig te lezen die worden voorafgegaan door de symbolen:

Finnik Autorapport - Chevrolet Nubira Station Wagon

Finnik Autorapport - BMW 5-serie

Finnik Autorapport - Ssangyong Actyon

Finnik Autorapport - BMW 1-serie

Finnik Autorapport - Honda Stream

1

Vodafone Automotive 4627 Alarmsysteem met DriverCards. Gebruikershandleiding. Vodafone Power to you

Montagehandleiding ZT-50 N Vacuum Cruise Control

Verkorte gebruiksaanwijzing

Finnik Autorapport - Opel Corsa

Auto Alarm FM5000 FM500 FM600 FM700 LCD MINI

Cobra 4627 Alarmsysteem met DriverCards

OPEL Corsa Van. Technische specificaties juni 2012

Finnik Autorapport Skoda Citigo 1.0 Grt. Drive

1. Batterijpakket Onderdelen. Kabeltas. Batterijtas Laderstekker. Sleutels (2 stuks) Lader. Batterijstekker F B

Finnik Autorapport - Mercedes-Benz E-klasse Combi

Finnik Autorapport - smart roadster

Finnik Autorapport Fiat Grande Punto 1.2 Dynamic

Finnik Autorapport - Daihatsu Materia

Finnik Autorapport - Opel Astra Sports Tourer

Finnik Autorapport - Skoda Fabia Combi

Finnik Autorapport - Mercedes-Benz CLK-klasse Cabrio

Transcriptie:

AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK ALFA 159

In dit supplement worden de belangrijkste kenmerken beschreven van de automatische QTRONIC zesversnellingsbak van de auto. Voor alle niet behandelde onderwerpen wordt verwezen naar het Instructieboek. INHOUD GEBRUIK VAN DE AUTOMATISCHE QTRONIC ZESVERSNELLINGSBAK Selectorhendel... 2 Display... 2 Standen van de hendel... 3 Motor starten... 5 Motor opwarmen na het starten... 7 Wegrijden met de auto... 7 Sequentieel schakelen... 8 Automatische werking... 8 Auto stilzetten... 10 Parkeren... 10 Motor uitzetten... 10 Elektronische sleutel in noodgevallen uitnemen... 11 Akoestisch waarschuwingssysteem... 11 Slepen van de auto... 11 VDC-systeem... 12 LAMPJES EN MELDINGEN Storing in automatische versnellingsbak... 12 Te hoge olietemperatuur in automatische versnellingsbak... 12 Storing in HBB... 12 ONDERHOUD EN ZORG Geprogrammeerd onderhoudsschema... 13 TECHNISCHE GEGEVENS Motorcodes carrosserie-uitvoeringen... 13 Transmissie... 13 Prestaties... 14 Gewichten... 15 Vullingstabel... 17 Vloeistoffen en smeermiddelen... 18 Brandstofverbruik... 19 CO 2 -emissie... 19 1

GEBRUIK VAN DE AUTOMATISCHE QTRONIC ZESVERSNEL- LINGSBAK De auto is uitgerust met een elektronisch geregelde automaat met 6 versnellingen, waarbij automatisch geschakeld wordt op basis van de gebruiksparameters van de auto (snelheid van de auto en gaspedaalstand). U kunt altijd handmatig schakelen, als u de selectorhendel op sequentieel schakelen zet. BELANGRIJK Lees alle informatie op deze en de volgende pagina s zorgvuldig door zodat u de automatische QTRONIC zesversnellingsbak op de juiste wijze gebruikt. Hierdoor bent u vanaf het begin op de hoogte van de juiste handelingen en in staat om deze uit te voeren. fig. 1 A0E0393m SELECTORHENDEL fig. 1 P = Parkeren P = Achteruit N = Vrijstand D = Drive (vooruit rijden met automatisch overschakelen) + = Sequentieel opschakelen = Sequentieel terugschakelen fig. 2 fig. 3 DISPLAY fig. 2 A0E0316m A0E0360m Op het display kan het volgende worden weergegeven: bij automatische werking, de ingeschakelde versnelling (P, R, N, D) fig. 2; bij sequentieel op- of terugschakelen, het nummer van de handmatig ingeschakelde versnelling fig. 3. 2

STANDEN VAN DE HENDEL Parkeren (P) In stand P worden de aangedreven wielen mechanisch geblokkeerd. Schakel deze stand alleen in als de auto stilstaat en trek eventueel ook de handrem aan. fig. 4 A0E0317m fig. 6 A0E0463m fig. 5 A0E0394m Bij de automatische werking kan (afhankelijk van de uitvoering) het opschrift W (Winter) of S (Sport) fig. 4 worden weergegeven, als het betreffende programma wordt ingeschakeld door middel van de SPORT/WINTER-knop op het paneel van de selectorhendel fig. 5. Als u vanuit stand P een andere stand van de selectorhendel wilt inschakelen, met de elektronische sleutel in het contactslot, moet u het rempedaal intrappen en de knop van de selectorhendel bedienen. In geval van nood (storingen, lege accu enz.), kan de hendel vanuit stand P verplaatst worden door aan het hendeltje B-fig. 6 te trekken, dat zich achter het klepje aan de linkerkant van het console bevindt. Schuif klepje A open voor toegang tot het hendeltje. 3

Achteruit (R) Met de hendel in stand R kan de motor niet worden gestart. Schakel de achteruit alleen in als de auto stilstaat, de motor stationair draait en het gaspedaal volledig is losgelaten. De verplaatsing R N of D is vrij terwijl voor de verplaatsing R P de knop op de selectorhendel moet worden ingedrukt. Om de hendel vanuit N te verplaatsen, moet u de voet van het gaspedaal nemen en moet de motor met stationair toerental draaien. De verplaatsing N D is vrij, terwijl voor de verplaatsing N R of P de knop op de selectorhendel moet worden ingedrukt. De verplaatsingen vanuit P naar D (P D), vanuit N naar D (N D) en vanuit R naar D (R D) mogen uitsluitend bij een stilstaande auto en stationair toerental worden uitgevoerd. Vrijstand (N) Komt overeen met de vrijstand van een normale handgeschakelde versnellingsbak. Met de hendel in N kan de motor worden gestart. Schakel de vrijstand N in als u langdurig stilstaat. Drive (vooruit rijden met automatisch overschakelen D) Stand D kan worden gebruikt onder normale rij-omstandigheden. 4

MOTOR STARTEN De auto is uitgerust met een elektronische startblokkering: zie bij startproblemen de paragraaf Alfa Romeo CODE in het hoofdstuk Dashboard en bediening in het Instructieboek. BELANGRIJK Als het contactslot is geforceerd, kan het stuurslot ongewenst vergrendelen. BELANGRIJK Steek de elektronische sleutel volledig in het contactslot totdat de sleutel blokkeert. BELANGRIJK Als de auto in beweging is, mag de elektronische sleutel niet uit het contactslot worden genomen, behalve in noodgevallen (zie de paragraaf Elektronische sleutel in noodgevallen uitnemen ); hierdoor bent u er van verzekerd dat het stuurslot is uitgeschakeld als de auto in beweging is (bijvoorbeeld bij het slepen van de auto). Het is raadzaam om gedurende de eerste gebruiksperiode geen maximale prestaties van uw auto te verlangen (bijv. snel accelereren, langdurig rijden met hoge toerentallen en krachtig remmen). Laat de elektronische sleutel niet in het contactslot zitten als de motor is uitgezet, om te voorkomen dat de accu ontlaadt. ATTENTIE! Het is zeer gevaarlijk om de motor in afgesloten ruimten te laten draaien. De motor verbruikt zuurstof en produceert kooldioxide, koolmonoxide en andere giftige gassen. Ga voor het starten van de motor als volgt te werk: Zorg ervoor dat de handrem is aangetrokken en de selectorhendel in P of N staat: het starten is alleen mogelijk als de hendel in een van deze standen staat. Trap, in stand P, het rempedaal in en steek de elektronische sleutel volledig in het contactslot totdat de sleutel blokkeert; druk op de START/ STOP-knop. Trap, in stand N, het rempedaal in en steek de elektronische sleutel volledig in het contactslot totdat de sleutel blokkeert; druk op de START/ STOP-knop. De startmotor wordt automatisch ingeschakeld totdat de motor aanslaat. Bij uitgezette motor en met de elektronische sleutel in het contactslot kan automatisch worden gestart door kort de START/STOP-knop in te drukken, terwijl het rempedaal is ingetrapt. 5

Voor dieseluitvoeringen Het is raadzaam bij lage temperaturen altijd te wachten tot het lampje m gedoofd is, voordat de startmotor wordt ingeschakeld. ATTENTIE Als de auto rijdt met de hendel in stand D of in de stand voor sequentieel schakelen en u per ongeluk de START/ STOPknop indrukt, slaat de motor af en is er geen aandrijving meer. Ga als volgt te werk: Zet de selectorhendel in stand N en trap het rempedaal in. Start de motor opnieuw door de START/STOP-knop in te drukken en zet de selectorhendel in stand D. Belangrijke aanwijzingen Startproblemen Het systeem is in staat om startproblemen en een overmatig toerental te herkennen. In die gevallen wordt de elektronische sleutel ontgrendeld zodat de bestuurder de volgende handelingen kan uitvoeren: schakel het instrumentenpaneel uit door op de START/STOP-knop te drukken of door de elektronische sleutel uit het contactslot te nemen; start de auto opnieuw door het rempedaal en de START/STOP-knop in te drukken. BELANGRIJK Als de motor bij rijdende auto afslaat, is het om veiligheidsredenen niet mogelijk de elektronische sleutel uit het contactslot te nemen. U kunt de sleutel uit het slot nemen door met losgelaten rempedaal en bij stilstaande auto de START/STOP-knop in te drukken. Als u de motor tijdens het starten moet uitzetten en u de auto opnieuw wilt starten, hoeft u slechts het rempedaal in te trappen en vervolgens op de START/ STOP-knop te drukken. Als de startpoging moeizaam verloopt, probeer dan niet langdurig de motor te starten, maar wendt u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. Als de motor is gestart, wordt de elektronische sleutel in het contactslot vergrendeld; de sleutel kan alleen uit het slot worden genomen nadat de motor is uitgezet. Probeer bij draaiende motor en vergrendelde elektronische sleutel, de sleutel niet uit het slot te halen omdat hierdoor het contactslot beschadigd kan raken. Bij eventuele startproblemen verschijnt er een melding op het display. Wendt u in dat geval tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. 6

MOTOR OPWARMEN NA HET STARTEN Ga als volgt te werk: rijd rustig weg, laat de motor niet met hoge toerentallen draaien en trap het gaspedaal niet bruusk in; verlang de eerste kilometers geen maximale prestaties. Wij raden u aan te wachten tot de wijzernaald van de koelvloeistoftemperatuurmeter begint te bewegen. WEGRIJDEN MET DE AUTO Ga voor het wegrijden als volgt te werk: trap vanuit stand P het rempedaal in; druk de knop van de hendel in en verplaats de selectorhendel in de gewenste stand (D of R); geef geleidelijk gas; de auto gaat nu rijden en de versnellingsbak schakelt automatisch de juiste versnelling in. ATTENTIE! Laat kinderen nooit alleen achter in de auto. Neem de elektronische sleutel altijd uit het contactslot als u de auto verlaat en neem de sleutel mee. De selectorhendel kan uitsluitend uit stand P verplaatst worden als de elektronische sleutel in het contactslot zit en het rempedaal is ingetrapt. BELANGRIJK Let goed op als de handrem en het rempedaal zijn losgelaten, de motor stationair draait en de selectorhendel in stand D of R of op sequentieel schakelen staat, omdat de auto in beweging kan komen zonder dat het gaspedaal wordt ingetrapt. Deze stand kan worden gebruikt als de auto op een vlakke ondergrond staat met weinig ruimte om te parkeren. Maak hierbij alleen gebruik van het rempedaal. 7

SEQUENTIEEL SCHAKELEN AUTOMATISCHE WERKING Bij sequentieel schakelen werkt de automatische QTRONIC zesversnellingsbak als een traditionele versnellingsbak die sequentieel bediend wordt. Sequentieel schakelen Plaats de hendel vanuit stand D opzij (naar rechts) in stand Manual: plaats de hendel in stand +: om op te schakelen; plaats de hendel in stand : om terug te schakelen. Het nummer van iedere versnelling wordt op het display van het instrumentenpaneel weergegeven en iedere mogelijke fout wordt uitgesloten door de voortdurende controle door de regeleenheid van de versnellingsbak. fig. 7 A0E0392m De versnellingsbak kan ook sequentieel worden bediend m.b.v. de hendels op het stuurwiel fig. 7 (optional). Om de hendels op het stuurwiel te gebruiken, moet de selectorhendel in stand Manual staan: plaats de hendel op het stuurwiel in stand +: opschakelen; bedien de hendel op het stuurwiel: terugschakelen. Het inschakelen van een lagere of hogere versnelling is alleen mogelijk als het motortoerental dit toestaat. Als de auto wordt stilgezet met de versnellingsbak in een hogere versnelling dan de 1 e, dan wordt automatisch de 1 e versnelling ingeschakeld. Bij sequentiële bediening kan stand D onder alle rijomstandigheden worden gekozen. Bij het sequentieel schakelen naar D, kiest de regeleenheid van de versnellingsbak de optimale overbrengingsverhouding op basis van de snelheid en de motorbelasting (gaspedaalstand). Als u snel wilt optrekken kan het gaspedaal tot voorbij het zware punt in de slag worden ingetrapt (kick-down), waardoor de prestaties optimaal zullen zijn (wegrijden en acceleratie). BELANGRIJK Voorkom bij het rijden op wegen met weinig grip (sneeuw, ijs enz.) het inschakelen van de kick-down. 8

fig. 8 A0E0394m Schakelprogramma s (indien aanwezig) Er kunnen verschillende schakelprogramma s worden gekozen m.b.v. de SPORT/WINTER-knop op het paneel van de selectorhendel fig. 8. De schakelprogramma s zijn: NORMAAL: overschakelen bij lage motortoerentallen met de nadruk op comfort en laag verbruik SPORT: overschakelen bij hogere motortoerentallen met de nadruk op een sportieve rijstijl WINTER: programma om weg te rijden op een wegdek met weinig grip (sneeuw, ijs, modder). In omstandigheden waarbij de grip op het wegdek beperkt is, kan door de elektronische regeling van de automaat de auto weer wegrijden in een versnelling die hoger is dan de 1 e om het doorslippen van de wielen te voorkomen: dit is geen storing. Als het instrumentenpaneel wordt ingeschakeld, wordt het NORMALE programma ingeschakeld. Als de selectorhendel in stand D staat, kunt u de volgende schakelprogramma s kiezen: NORMAAL => SPORT door de SPORT/WINTER-knop kort in te drukken NORMAAL => WINTER door de SPORT/WINTER-knop langer dan 2 seconden in te drukken SPORT => WINTER door de SPORT/WINTER-knop langer dan 2 seconden in te drukken SPORT => NORMAAL door de SPORT/WINTER-knop kort in te drukken WINTER => NORMAAL door de SPORT/WINTER-knop in te drukken (ongeacht hoelang). Het gekozen programma blijft actief totdat de knop nogmaals wordt ingedrukt of totdat de motor wordt afgezet. BELANGRIJK Om de levensduur van de versnellingsbak te behouden, wordt bij een zeer hoge olietemperatuur (zie de paragraaf Lampjes en meldingen ), het sequentieel schakelen geblokkeerd en de automatische werking ingeschakeld. Sequentieel schakelen is weer mogelijk als de normale bedrijfstemperaturen zijn bereikt. 9

10 AUTO STILZETTEN Ga als volgt te werk: laat het gaspedaal los; trap het rempedaal in. BELANGRIJK Houd op een hellend wegdek met stationair draaiende motor, de auto uitsluitend op zijn plaats door het rempedaal ingetrapt te houden en niet door het gaspedaal te bedienen. Als de auto stilstaat met draaiende motor en de selectorhendel in stand D of R of op sequentieel schakelen staat, dan moet het rempedaal ingetrapt worden gehouden om te voorkomen dat de auto in beweging komt. Als u langere tijd stilstaat, zet dan de selectorhendel in stand P. PARKEREN Trek de handrem aan en zet de selectorhendel in stand P. Zet de wielen iets uitgestuurd. Als de auto op een steile helling staat, blokkeer de wielen dan met stenen of wiggen. Laat de elektronische sleutel niet in het contactslot als de motor is uitgezet, om te voorkomen dat de accu ontlaadt. Neem de elektronische sleutel altijd uit het contactslot als u de auto verlaat. MOTOR UITZETTEN Druk bij stilstaande auto op de START/ STOP-knop. Als de motor is uitgezet, kan de elektronische sleutel uit het contactslot worden genomen. ATTENTIE! Het is in noodgevallen en ook om veiligheidsredenen mogelijk de motor uit te zetten bij een rijdende auto, door de START/STOP-knop herhaaldelijk (drie keer binnen 2 seconden) in te drukken of door de knop in te drukken en enkele seconden ingedrukt te houden. In deze situatie werkt de stuurbekrachtiging niet meer. BELANGRIJK Zet de motor na een zware rit niet onmiddellijk uit, maar laat hem even stationair draaien. Hierdoor kan de temperatuur in de motorruimte dalen. BELANGRIJK Als de motor wordt uitgezet, worden de elektronische veiligheidssystemen en de buitenverlichting uitgeschakeld. BELANGRIJK Als u de motor bij rijdende auto uitzet, is het om veiligheidsredenen niet mogelijk de elektronische sleutel uit het contactslot te nemen. Om de sleutel uit te nemen, moet u met de START/STOP-knop het instrumentenpaneel inschakelen en vervolgens weer uitschakelen met losgelaten rempedaal en bij stilstaande auto. Als de motor wordt uitgezet met de versnellingsbak in een andere stand dan P, kan de elektronische sleutel niet uit het contactslot worden genomen. Gasgeven voordat u de motor uitzet heeft geen enkel nut, verspilt brandstof en is, vooral voor motoren met turbocompressor, schadelijk.

BELANGRIJK Steek geen andere voorwerpen in de opening A-fig. 9 dan de metalen noodsleutel B van de elektronische sleutel. SLEPEN VAN DE AUTO BELANGRIJK Houdt u bij het slepen van de auto aan de wettelijke voorschriften. Bij het slepen moeten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen: vervoer de auto, indien mogelijk, op de laadvloer van een bergingsauto; als er geen bergingsauto beschikbaar is, moet de auto met de aangedreven wielen (voorwielen) los van de grond gesleept worden. De auto mag uitsluitend worden gesleept als de selectorhendel in stand N staat. fig. 9 A0E0043m ELEKTRONISCHE SLEUTEL IN NOODGEVALLEN UITNEMEN Als er problemen zijn bij het uitzetten van de motor of er een storing is in het ontgrendelsysteem van de elektronische sleutel, ga dan als volgt te werk: druk op de ontgrendelknop en trek de metalen noodsleutel uit (zie de paragraaf Elektronische sleutel in het hoofdstuk Dashboard en bediening in het Instructieboek); steek de metalen noodsleutel B-fig.9 van de elektronische sleutel in de opening A; trek de elektronische sleutel uit het contactslot. BELANGRIJK Als de sleutel in noodgevallen wordt uitgenomen bij een draaiende motor, dan wordt de motor uitgezet, dooft het instrumentenpaneel en wordt het stuurslot niet ingeschakeld. AKOESTISCH WAARSCHUWINGSSIGNAAL Er klinkt een akoestisch signaal en op het display knippert enkele seconden versnelling P als de motor is uitgezet met ingeschakelde versnelling en de selectorhendel in een andere stand dan P. De elektronische sleutel kan alleen in stand P uit het contactslot worden genomen. Start de motor niet als de auto wordt gesleept. Als de bovenstaande voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen, kan ernstige schade aan de automatische versnellingsbak worden toegebracht. 11

VDC-SYSTEEM (Vehicle Dynamics Control) (indien aanwezig) HBB-systeem (Hydraulic Brake Boost) Dit systeem, dat niet kan worden uitgeschakeld, zorgt voor een hydraulische bekrachtiging tijdens het remmen, waardoor sneller en krachtiger door het systeem wordt geremd. Storingsmeldingen Een eventuele storing wordt aangegeven door het gelijktijdig branden van de lampjes x en > op het instrumentenpaneel. Werking van het systeem Als het systeem ingrijpt, dan knippert het lampje á op het instrumentenpaneel en voelt u een lichte trilling in het rempedaal, die gepaard gaat met enig geluid. LAMPJES EN MELDINGEN t STORING IN AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK TE HOGE OLIETEMPERATUUR IN AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK Storing in automatische versnellingsbak Het symbool op het display gaat knipperen (op het display verschijnt ook een melding en er klinkt een akoestisch signaal) als er storing is in de automatische QTRONIC zesversnellingsbak. Wendt u bij een storing in de versnellingsbak zo snel mogelijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk om het systeem te laten controleren. Te hoge olietemperatuur in automatische versnellingsbak Het symbool op het display gaat branden (op het display verschijnt ook een melding en er klinkt een akoestisch signaal) bij een te hoge temperatuur van de transmissie-olie in de automatische QTRONIC zesversnellingsbak. Stop zo snel mogelijk, zet de motor uit en laat de automatische versnellingsbak afkoelen. STORING IN HBB (rood) (geel) x Als er een storing is in het HBB-systeem, wordt het systeem automatisch uitgescha- > keld en gaan de lampjes x en > op het instrumentenpaneel gelijktijdig branden. Wendt u in dat geval zo snel mogelijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. 12

ONDERHOUD EN ZORG GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA Het Onderhoudsschema voorziet, als aanvulling op alle al beschreven onderhoudswerkzaamheden (zie het hoofdstuk Onderhoud en zorg in het Instructieboek), ook om de 35.000 km in het controleren en eventueel bijvullen van het olieniveau in de automatische QTRONIC zesversnellingsbak. TECHNISCHE GEGEVENS MOTORCODES CARROSSERIE-UITVOERINGEN Uitvoeringen Motorcode Code van de carrosserie-uitvoering 1.9 JTDM 16v 939A2000 939AXC12 23E 939BXC12 24E (*) 939AXC12 23F ( ) 939BXC12 24F (*) ( ) 2.4 JTDM 200 PK 939A3000 3.2 JTS 939AXD12 25B 939BXD12 26B (*) 939AXG22 32B 939A000 939BXG22 33B (*) (*) Sportwagon-uitvoering ( ) Bepaalde markten TRANSMISSIE 1.9 JTDM 16v 2.4 JTDM 200 PK 3.2 JTS Versnellingsbak Automatisch met 6 versnellingen Automatisch met 6 versnellingen Aandrijving Voor 4 4 13

PRESTATIES SEDAN-UITVOERINGEN Maximum snelheid Acceleratie Kilometer met staande start van 0-100 km/h km/h sec. sec. 1.9 JTDM 16v 209 9,5 30,7 2.4 JTDM 200 PK 225 8,3 29,0 3.2 JTS 244 7,2 27,5 SPORTWAGON-UITVOERINGEN Maximum snelheid Acceleratie Kilometer met staande start van 0-100 km/h km/h sec. sec. 1.9 JTDM 16v 207 9,7 31,0 2.4 JTDM 200 PK 223 8,5 29,3 3.2 JTS 242 7,3 27,9 14

GEWICHTEN SEDAN-UITVOERINGEN Gewichten (kg) 1.9 JTDM 16v 2.4 JTDM 200 PK 3.2 JTS Rijklaargewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals) Max. toelaatbaar gewicht (*) vooras achteras totaal Nuttig laadvermogen inclusief de bestuurder (**) Trekgewichten Max. gewicht op de trekhaak 1495 1150 1050 2045 550 1500 75 1605 1220 1050 2155 550 1500 75 1630 1220 1050 2180 550 1700 75 Max. dakbelasting 50 50 50 (*) Maximum waarden die niet mogen worden overschreden. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker dat de auto zodanig wordt beladen dat deze limieten niet worden overschreden. (**) Als er speciale accessoires zijn gemonteerd (opendak, trekhaak enz.), dan stijgt het rijklaargewicht, waardoor het totale laadvermogen met hetzelfde gewicht daalt. 15

SPORTWAGON-UITVOERINGEN Gewichten (kg) Rijklaargewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals) Max. toelaatbaar gewicht (*) vooras achteras totaal Nuttig laadvermogen inclusief de bestuurder (**) Trekgewichten Max. gewicht op de trekhaak Max. dakbelasting (***) 1.9 JTDM 16v 1545 1150 1050 2095 550 1500 75 80 2.4 JTDM 200 PK (*) Maximum waarden die niet mogen worden overschreden. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker dat de auto zodanig wordt beladen dat deze limieten niet worden overschreden. (**) Als er speciale accessoires zijn gemonteerd (opendak, trekhaak enz.), dan stijgt het rijklaargewicht, waardoor het totale laadvermogen met hetzelfde gewicht daalt. (***) Allesdrager opgenomen in het Alfa Romeo Lineaccessori-programma, max. draagvermogen: 50 kg. 1655 1220 1050 2205 550 1500 75 80 3.2 JTS 1680 1220 1100 2230 550 1800 75 80 16

VULLINGSTABEL 1.9 JTDM 16v 2.4 JTDM 200 PK 3.2 JTS Voorgeschreven brandstof en originele smeermiddelen Brandstoftank: liter inclusief een reserve van liter Motorkoelsysteem Motorsmeercircuit Vloeistofreservoir ruitensproeiers, koplampsproeiers Automatische QTRONIC zesversnellingsbak liter liter liter liter 70 10 7,5 4,6 6,0 70 10 7,35 6,4 6,0 70 10 10,3 5,4 6,0 Loodvrije benzine octaangetal ten minste 95 R.O.N (specificatie EN228) Diesel voor motorvoertuigen (specificatie EN590) Mengsel van 50% water en 50% PARAFLU UP SELENIA StAR SELENIA WR Mengsel van water en TUTELA PROFESSIONAL SC 35 TUTELA GI/VI 17

VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN AANBEVOLEN PRODUCTEN EN HUN SPECIFICATIE Gebruik Specificaties van de smeermiddelen en vloeistoffen voor een correct functioneren van de auto Originele vloeistoffen en smeermiddelen Toepassingen Olie en vetten voor krachtoverbrengingen Specifiek smeermiddel voor automatische transmissies met 6 versnellingen met koppelomvormer met geregelde slip Kwalificatie FIAT 9.55550-AV2 TUTELA GI/VI Contractual Technical Reference N F336.G05 Automatische zestraps-automaat 18

BRANDSTOFVERBRUIK BRANDSTOFVERBRUIK VOLGENS DE Stadsverkeer Buitenweg Gecombineerd GELDENDE EU-NORMEN (liter/100 km) 1.9 JTDM 16v 9,5 (*)/9,6 (**) 5,2 (*)/5,3 (**) 6,8 (*)/6,9 (**) 2.4 JTDM 200 PK 11,4 (*)/11,6 (**) 5,8 (*)/5,9 (**) 7,9 (*)/8,0 (**) 3.2 JTS 18,2 (*)/18,3 (**) 8,5 (*)/8,6 (**) 12,1 (*)/12,2 (**) (*) Sedan-uitvoeringen (**) Sportwagon-uitvoeringen CO 2 -EMISSIE De CO 2 -emissie, vermeld in de volgende tabel, heeft betrekking op een gemiddeld verbruik. CO 2 -EMISSIE VOLGENS DE GELDENDE EU-NORMEN (g/km) 1.9 JTDM 16v 2.4 JTDM 200 PK 3.2 JTS 180 (*) 208 (*) 286 (*) 182 (**) 210 (**) 288 (**) (*) Sedan-uitvoeringen (**) Sportwagon-uitvoeringen 19

SERVICE CUSTOMER SERVICES TECHNICAL SERVICES SERVICE ENGINEERING Largo Senatore G. Agnelli. 5 10040 Volvera Torino (Italia) Fiat Group Automobiles S. p. A. Druknummer 604.31.882NL 3 Editie 01/2010 Alle rechten voorbehouden. Nadruk, zowel geheel als gedeeltelijk, verboden zonder schriftelijke toestemming van Fiat Group Automobiles S.p.A.

SERVICE NEDERLANDS