Artjet 20 Deze handleiding bevat nuttige informatie over het dagelijks gebruik van de printer en hoe u deze moet onderhouden. Aanvullende informatie over de mogelijkheden en functies van de printer kunt u vinden in de online documentatie die op uw PC wordt geladen bij het installeren van het printerstuurprogramma vanaf de bijgeleverde installatie-cd.
Inhoudsopgave Opstelling... 3 Hetbedieningspaneel... 4 Printerstatussen.......................................... 4 Toetsen-basisfuncties... 4 Toetsen-specialefuncties... 5 Lampje... 6 Inktpatronen... 7 Vervangen van de inktpatronen.................................. 7 Onderhoud van inktpatronen en voorzorgsmaatregelen..................... 9 Schoonmaken van de inktpatronen................................ 10 Verschillendepapierformatenenspecialeafdrukmedia...12 Afdrukmedia...17 Papierformaten...17 Papiersoorten...19 Papierdikten...20 Stuurprogramma-instellingen................................... 21 Voorzorgsmaatregelen...21 Accessoires...22 2 Gebruikershandleiding
Opstelling 1. Plaats de printer in de meest geschikte stand voor uw werkplek. 2. Klik op de overeenkomstige printerstand op het tabblad Options van de Printer Monitor. horizontaal verticaal De gebruiksstand is niet van invloed op de prestaties van de printer. Gebruikershandleiding 3
Het bedieningspaneel Het bedieningspaneel van de printer bestaat uit twee toetsen en een lampje. Power Paper Paper Power Verticale gebruiksstand Horizontale gebruiksstand Printerstatussen: De werking van de toetsen en het lampje is afhankelijk van de status van de printer. Standby-/slaapstand: geen gegevens om af te drukken; Afdrukken: vanaf de ontvangst van gegevens tot het voltooien van het afdrukken van deze gegevens; Fout: wanneer een fout is opgetreden en de printer wacht op tussenkomst van de gebruiker. Service: een door de gebruiker geactiveerde modus voor speciale functies, los van de computer. Toetsen - basisfuncties Functie Toets Beschrijving Printer aan/uit Papiertransport Power Paper De printer aan- en uitzetten. 1)Als al een vel papier in de printer aanwezig is, wordt dit vel uitgevoerd. 2) U kunt deze toets gebruiken om een vel papier in te voeren in de printer nadat een papierfout is opgetreden. Wanneer u de foutsituatie hebt verholpen (papier bijgevuld, vastgelopen papier verwijderd), drukt u op deze toets om papier in te voeren en de afdruktaak voort te zetten. 4 Gebruikershandleiding
Toetsen - speciale functies Functie Toets(en) Beschrijving Verplaatsen van inktpatroonhouder Printertest Houd de POWER-toets ingedrukt terwijl u op de PAPER-toets drukt. Laat beide toetsen vervolgens tegelijkertijd los. Houd de POWER-toets ingedrukt terwijl u tweemaal op de PAPER-toets drukt. Laat beide toetsen vervolgens tegelijkertijd los. Het lampje knippert regelmatig. Hiermee kunt u de inktpatroonhouder verplaatsen van de ruststand naar de stand voor het vervangen van de inktpatronen en omgekeerd. Deze bewerking kunt u ook uitvoeren vanuit de Printer Monitor. Het lampje knippert twee keer na elkaar. De testpagina wordt afgedrukt, waarna de printer weer in de standby-stand wordt geplaatst. Deze bewerking kunt u ook uitvoeren vanuit de Printer Monitor. Inktpatronen schoonmaken Voorbeeldpagina Houd de POWER-toets ingedrukt terwijl u driemaal op de PAPER-toets drukt. Laat beide toetsen vervolgens tegelijkertijd los. Houd de POWER-toets ingedrukt terwijl u viermaal op de PAPER-toets drukt. Laat beide toetsen vervolgens tegelijkertijd los. Het lampje knippert drie keer na elkaar. De inktpatronen worden gereinigd, waarna de printer weer in de standby-stand wordt geplaatst. Deze bewerking kunt u ook uitvoeren vanuit de Printer Monitor. Het lampje knippert vier keer na elkaar. De voorbeeldpagina wordt afgedrukt, waarna de printer weer in de standby-stand wordt geplaatst. Deze bewerking kunt u ook uitvoeren vanuit de Printer Monitor. Hexadecimale afdruk van gegevens Papierinvoerrollen schoonmaken Houd de POWER-toets ingedrukt terwijl u zevenmaal op de PAPER-toets drukt. Laat beide toetsen vervolgens tegelijkertijd los. Houd de POWER-toets ingedrukt terwijl u negenmaal op de PAPER-toets drukt. Laat beide toetsen vervolgens tegelijkertijd los. Het lampje knippert zeven keer na elkaar. Alle gegevens die nu naar de printer worden gestuurd, worden afgedrukt in de hexadecimale notatie. Deze functie kunt u ALLEEN activeren vanaf het bedieningspaneel. U moet deze functie alleen gebruiken wanneer u dit is gevraagd door een medewerker van de afdeling Technische ondersteuning. Er kunnen namelijk nogal wat vellen papier nodig zijn voor het uitvoeren van deze functie. Het lampje knippert negen keer na elkaar. De papierinvoerrollen gaan draaien zonder dat het papier wordt ingevoerd. U kunt de rollen schoonmaken door er een iets bevochtigde schone en pluisvrije doek tegenaan te drukken. U kunt deze functie alleen afsluiten door de printer uit te schakelen. Gebruikershandleiding 5
Lampje De status van het lampje geeft de verschillende printercondities aan. Status Conditie uit brandt knippert langzaam knippert snel De printer krijgt geen stroom. De printer krijgt stroom. De printer ontvangt gegevens van de computer. Er is een fout opgetreden: Het papier is op. Oplossing: Vul papier bij (zie Papier laden... indeinstallatiehandleiding) en druk vervolgens op de PAPER-toets. Het papier is vastgelopen. Oplossing: Verwijder de vastgelopen pagina (zie het desbetreffende onderwerp in de online documentatie die samen met het printerstuurprogramma is geïnstalleerd). Installeren/vervangen van inktpatronen. U hebt de inktpatroonhouder naar het midden verplaatst (met de juiste toetsindrukken op het bedieningspaneel of de knop Change in de Printer Monitor). Oplossing: Plaats de inktpatroonhouder direct in de ruststand door de toetsindrukken te herhalen of plaats een andere inktpatroon (zie Vervangen van de inktpatronen ). knippert zeer snel knippert met een bepaalde variabele volgorde Storing. Zet de printer uit en haal de stekker uit het stopcontact. Zorg ervoor dat de inktpatroonhouder vrij kan schuiven en dat de papierinvoerbanen niet zijn geblokkeerd. Steek de stekker vervolgens weer in het stopcontact en zet de printer aan. Als het lampje zeer snel blijft knipperen, moet u de printer loskoppelen en contact opnemen met de technische dienst of uw dealer. Een van de speciale functies (zie de vorige tabel Toetsen - speciale functies ). 6 Gebruikershandleiding
Inktpatronen Vervangen van de inktpatronen U mag een inktpatroon alleen uit de printer halen om deze te vervangen of opnieuw te plaatsen vanwege afdrukproblemen. In dit gedeelte hebben de afbeeldingen aan de linkerkant betrekking op de verticale gebruiksstand en de afbeeldingen aan de rechterkant op de horizontale gebruiksstand. 1. Terwijl de printer inactief is (in standby-stand), (a) open het Printer Care-tabblad in de Printer Monitor en klik op de Change -knop of (b) houd de Power-toets ingedrukt terwijl u op de Paper-toets drukt. Laat beide toetsen vervolgens tegelijkertijd los. 2. Open de bovenkap; de inktpatroonhouder staat in de positie voor het plaatsen/verwijderen van een inktpatroon. 3. Druk op de groene knop om de patroon te ontgrendelen: (a) (a) de zwarte inktpatroon, Gebruikershandleiding 7
(b) de kleurenpatroon. 4. Pak de patroon aan de handgreep vast en trek deze uit de patroonkamer: (a) de zwarte inktpatroon, (b) de kleurenpatroon. 5. Plaats een nieuwe inktpatroon van HETZELFDE TYPE (zwart/kleur) en sluit de printerkap. 6. Klik op de knop New head op het Printer Care-tabblad van de Printer Monitor. 7. Voer de functie Align uit vanaf het Printer Care-tabblad in de Printer Monitor. 8 Gebruikershandleiding
Onderhoud van inktpatronen en voorzorgsmaatregelen Als u problemen hebt met het plaatsen van de inktpatroon: Zorg ervoor dat de inktpatroonhouder in de stand voor het laden/verwijderen van een inktpatroon staat. Controleer of de inktpatroon/patroonkamer schoon is en geen vreemde voorwerpen bevat. U mag de inktpatroon NOOIT met grote kracht in de patroonkamer duwen. Verwijder in dat geval de patroon en probeer deze opnieuw te plaatsen. Als de afdrukkwaliteit niet optimaal is, kunt u de Clean -functie uitvoeren (zie Printer Monitor ). Laat de inktpatronen altijd in de originele verpakking zitten totdat u ze wilt gaan gebruiken. Vergeet niet de beschermstrook te verwijderen voordat u de inktpatroon in de printer plaatst. Ga voorzichtig te werk, zodat u geen inkt op uw kleren krijgt. Inktvlekken zijn moeilijk te verwijderen. Probeer NIET de inktpatroon bij te vullen met inkt, aangezien hierdoor de patroon en de printer beschadigd raken. Schud de inktpatroon NIET heen en weer. Als de patroon geen inkt produceert, moet u de schoonmaakprocedures uitvoeren die zijn beschreven in Schoonmaken van de inktpatronen. Als u de printer uitschakelt VOORDAT u de computer uitzet, weet u zeker dat de inktpatroonhouder in de ruststand staat. Wanneer u de printer aanzet, wordt de inktpatroonhouder automatisch in de ruststand geplaatst. Na ongeveer twee minuten van inactiviteit wordt de stand-by-stand geactiveerd. Gebruikershandleiding 9
Schoonmaken van de inktpatronen De inktpatronen worden regelmatig automatisch schoongemaakt terwijl de printer is ingeschakeld. De inktsproeiers worden dan schoongemaakt, zodat de inkt goed op de pagina kan worden gespoten. Als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit die niet worden opgelost door het automatisch schoonmaken van de inktsproeiers, kunt u dezelfde taak uitvoeren met de CLEAN -functie op het Printer Care-tabblad van de Printer Monitor. Als u een probleem hebt met de afdrukkwaliteit dat niet wordt opgelost met de CLEAN -functie, moet u een printertest uitvoeren en vervolgens als volgt te werk gaan: 1. Maak de elektrische contacten schoon. (a) Klik op de Change -knop op het Printer Care-tabblad van de Printer Monitor. (b) Open de printerkap; ontgrendel en verwijder de inktpatroon die het probleem veroorzaakt. (c) Maak de elektrische contacten (goudkleurig) op de inktpatroon en in de kamer van de patroonhouder schoon met een iets bevochtigde pluisvrije doek. De inktsproeiers mag u NIET aanraken. (d) Plaats de inktpatroon terug in de printer en sluit de printerkap. (e) Herhaal de printertest. 10 Gebruikershandleiding
2. Maak de inktsproeiers schoon. Deze handeling mag u NIET regelmatig uitvoeren omdat dan de inktpatroon beschadigd raakt. U mag deze handeling ALLEEN uitvoeren als de andere oplossingen niet helpen en u daarna alleen nog de inktpatroon kunt vervangen. (a) Maak een tissue iets nat met gedistilleerd water; wring de tissue uit om overtollig water te verwijderen. (b) Klik op de Change -knop op het Printer Care-tabblad van de Printer Monitor. (c) Open de printerkap; ontgrendel en verwijder de inktpatroon die het probleem veroorzaakt. (d) (d) Pak de inktpatroon vast met de sproeiers naar beneden en duw de patroon zachtjes tegen de tissue. (e) Herhaal deze stap een aantal keren op verschillende delen van de tissue. (f) Plaats de inktpatroon terug in de printer en sluit de printerkap. (g) Maak een afdruk van de voorbeeldpagina en controleer de afdrukkwaliteit. Gebruikershandleiding 11
Verschillende papierformaten en speciale afdrukmedia In dit gedeelte hebben de afbeeldingen aan de linkerkant betrekking op de verticale gebruiksstand en de afbeeldingen aan de rechterkant op de horizontale gebruiksstand. U kunt maximaal 150 vellen van elk formaat in de primaire papierinvoer plaatsen en maximaal 10 vellen in de secundaire papierinvoer. De invoerprioriteit wordt automatisch door de printer bepaald. Een enkel vel in de handinvoer heeft altijd voorrang op het papier in de secundaire en primaire papierinvoer, en in deze volgorde. Bij het laden van papier mag u NOOIT meer papier laden dan het maximumniveau dat is aangegeven aan de binnenzijde van de papierinvoer. Het papier moet met het te bedrukken oppervlak naar de papierlade toe worden gelegd (met de bovenkant naar beneden) als u een automatische papierinvoer gebruikt en met de te bedrukken zijde naar boven als u de handinvoer gebruikt. Pagina s van standaardformaat (A4, Letter, Legal, Executive en ALLE door de gebruiker gedefinieerde formaten) in de primaire papierinvoer. De procedure voor het laden van deze papierformaten wordt beschreven in de paragraaf Papier laden indeinstallatiehandleiding. Enveloppen of kleine papierformaten in de primaire papierinvoer. De procedure voor het laden van deze papierformaten wordt beschreven in de paragraaf Laden van kleine formaten in de primaire papierinvoer in de Installatiehandleiding. (a) Open de achtergeleider voor kleine formaten op de papierlade. (Om deze operatie te vereenvoudigen, de papieruitvoer legen en verwijderen.) (b) Plaats de enveloppen of het papier in de invoer. 12 Gebruikershandleiding
Kettingpapier alleen in de primaire papierinvoer. (Om deze operatie te vereenvoudigen, de papieruitvoer legen en verwijderen.) Plaats het papier als een pakket in de primaire papierinvoer en duw de geleiders tegen de randen. Zorg ervoor dat het papier niet te strak zit en ook niet teveel speling heeft. De in te voeren papierrand moet naar de printer gericht zijn, de eerste te bedrukken pagina moet bovenaan liggen en met de voorzijde naar de papierlade gericht. Voor nadere informatie wordt verwezen naar Laden van kettingpapier indeinstallatiehandleiding. Gebruikershandleiding 13
Standaardformaat-pagina s in de secundaire papierinvoer. De procedure voor het laden van deze papierformaten wordt beschreven in de paragraaf Laden van papier/enveloppen in de secundaire papierinvoer indeinstallatiehandleiding. Enveloppen of kleine papierformaten in de secundaire papierinvoer. De procedure voor het laden van deze papierformaten wordt beschreven in de paragraaf Laden van papier/enveloppen in de secundaire papierinvoer indeinstallatiehandleiding. 14 Gebruikershandleiding
Standaardformaat-pagina s in de primaire papierinvoer en in de secundaire papierinvoer. Standaardformaat-pagina s in de primaire papierinvoer en enveloppen of kleine papierformaten in de secundaire papierinvoer. Enveloppen of kleine papierformaten in de primaire papierinvoer en in de secundaire papierinvoer. Gebruikershandleiding 15
Handinvoer voor enkele vellen Wanneer de printer in de verticale stand staat, moet u het vel papier tegen de rechter geleider leggen; het te bedrukken oppervlak moet naar boven zijn gericht. Wanneer de printer in de horizontale stand staat, moet u het vel papier tegen de linker geleider leggen; het te bedrukken oppervlak moet naar de voorzijde van de printer zijn gericht. Zorg ervoor dat de rand van het papier over de hele breedte tegen de invoerrollen komt. U hoort een geluidssignaal als dit het geval is. 16 Gebruikershandleiding
Afdrukmedia Papierformaten Formaat Afmetingen Bovenste marge Onderste marge Linker marge Rechter marge Enkele vellen A4 formaat 8.27 x 11.7 in 210 x 297 mm A5 formaat 5.85 x 8.27 in 148.5 x 210 mm U.S. letter 8.5 x 11 in 216 x 279 mm 0.25 inch 6.35 mm 0.25 inch 6.35 mm U.S. legal 8.5 x 14 in 216 x 356 mm 0.25 inch 6.35 mm 0.25 inch 6.35 mm U.S. Executive 7.25 x 10.5 in 184 x 267 mm U.S. Folio 8.5 x 13 in 215.9 x 330.2 mm U.S. Statement 5.5 x 8.5 in 139.7 x 215.9 mm B5 formaat 7.2x10.1 in. 182 x 256 mm 0.167 inch 4.2 mm 0.167 inch 4.2 mm Systeemkaarten U.S. cards. 4x6 4 x 6 in 102 x 152 mm U.S. cards 5x8 5 x 8 in 127 x 203 mm A6 cards 4.1 x 5.83 in 105 x 149 mm Enveloppen U.S. # 10 4.1 x 8.88 in 105 x 225 mm C5 6.38 x 9.0 in 162.0 x 228.8 mm DL 4.33 x 8.66 in 110 x 220 mm Gebruikershandleiding 17
Formaat Afmetingen Bovenste marge Onderste marge Linker marge Rechter marge C6 4.46 x 6.37 in 114 x 162 mm B6 4.92 x 6.93 in 125 x 176 mm B5 envelop 6.93 x 9.84 in 176 x 250 mm Monarch 3.875 x 7.50 in 98.43 x 190 mm Aangepast formaat Minimum 3.875 x 5.85 in 98.43 x 148.5 mm 0.25 inch 6.35 mm 0.25 inch 6.35 mm Maximum 8.5 x 14 in 215.9 x 355.6 mm 0.25 inch 6.35 mm 0.25 inch 6.35 mm 18 Gebruikershandleiding
Papiersoorten Enveloppen U kunt maximaal 25 enveloppen van 80 g/m 2 in de primaire papierinvoer laden of maximaal drie enveloppen in de secundaire papierinvoer. DENK ERAAN de achtergeleider te gebruiken wanneer u de primaire papierinvoer gebruikt. De enveloppen moet u met de korte kant eerst plaatsen, met het te bedrukken oppervlak naar beneden en met de afsluitklep naar rechts (printer verticaal) of naar links (printer horizontaal). Vergeet niet een liggend (landscape) lettertype te selecteren voor het afdrukken (in Windows hebt u een TrueType-lettertype nodig). Speciale afdrukmedia Voor alle soorten speciale media geldt dat u altijd de instructies op de verpakking moet lezen. Voor een optimale afdrukkwaliteit moet u altijd de afdrukmedia gebruiken die worden aanbevolen voor inkjetprinters; zie het gedeelte Accessoires. Het gebruik van niet geschikte afdrukmedia kan tot gevolg hebben dat het papier niet juist wordt ingevoerd en dat u het papier vel voor vel moet invoeren. U moet dan wel eerst de handinvoer selecteren in het printerstuurprogramma. Gestreken papier Dit type papier heeft een zeer gladde coating aan de kant waarop de inkt moet worden aangebracht. Van dit type papier kunt u maximaal 50 vellen laden in de primaire papierinvoer of maximaal 10 vellen in de secundaire papierinvoer. Glanzend papier Dit type papier heeft een glanzende coating en is vergelijkbaar met het papier dat wordt gebruikt in de fotografische industrie. Van dit type papier kunt u maximaal 25 vellen laden in de primaire papierinvoer of maximaal 5 vellen in de secundaire papierinvoer. Fotografisch papier Dit type papier heeft een speciale glanzende coating en zorgt ervoor dat afdruktaken er professioneel uitzien. Van dit type papier kunt u maximaal 25 vellen laden in de primaire papierinvoer of maximaal 5 vellen in de secundaire papierinvoer. Transparanten Gebruik alleen transparanten die specifiek zijn bedoeld voor inkjetprinters. Dit type transparanten is zo ontwikkeld dat ze de inkt goed absorberen. Van dit type papier kunt u maximaal 50 vellen laden in de primaire papierinvoer of maximaal 5 vellen in de secundaire papierinvoer. Opstrijkpapier Gebruik alleen opstrijkpapier dat specifiek is bedoeld voor inkjetprinters. Dit type opstrijkpapier is zo ontwikkeld dat het de inkt goed absorbeert. Van dit type papier kunt u maximaal 50 vellen laden in de primaire papierinvoer of maximaal 5 vellen in de secundaire papierinvoer. Gebruikershandleiding 19
Systeemkaarten In de printer kunt u twee soorten systeemkaarten laden: kaarten van normaal papier en van fotografisch papier. U kunt maximaal 50 kaarten van normaal papier laden in de primaire papierinvoer en maximaal 5 in de secundaire papierinvoer. U kunt maximaal 25 kaarten van fotografisch papier laden in de primaire papierinvoer en maximaal 5 in de secundaire papierinvoer. Gebruik de achtergeleider wanneer u de primaire papierinvoer gebruikt. Papierdikten min. max. g/m 2 lbs g/m 2 lbs Enkele vellen Toegestane dikte voor enkele vellen: Aanbevolen dikte voor enkele vellen: 60 70 16 19 150 90 40 24 Enveloppen Toegestane dikte voor enveloppen: Aanbevolen dikte voor enveloppen: 60 70 16 19 90 80 24 21 Systeemkaarten Toegestane dikte voor systeemkaarten: Aanbevolen dikte voor systeemkaarten: 100 100 27 27 150 135 40 36 Kettingpapier Toegestane dikte voor kettingpapier: Aanbevolen dikte voor kettingpapier: 70 80 19 21 120 100 33 27 Transparanten Toegestane foliedikte: Aanbevolen foliedikte: 90 µm 100 µm 125 µm 120 µm 20 Gebruikershandleiding
Stuurprogramma-instellingen Zorg ervoor dat u in het printerstuurprogramma voor de opties Paper Source (papierbron), Paper Type (papiersoort) en Paper Format (papierformaat) altijd de instellingen kiest die overeenkomen met de invoer en het type afdrukmedia dat u wilt gebruiken. Dit is vooral belangrijk omdat de kleurkalibratie in het stuurprogramma afzonderlijk wordt ingesteld voor de verschillende soorten afdrukmedia. Als u dus een onjuiste instelling gebruikt, zal de afdrukkwaliteit niet optimaal zijn. U krijgt toegang tot de stuurprogramma-instellingen door te klikken op Start, Instellingen te selecteren, te klikken op Printers, met de rechter muisknop te klikken op het printerpictogram en de opdracht Eigenschappen te kiezen. Voorzorgsmaatregelen Als u papier gebruikt dat niet voldoet aan de kwaliteitseisen van standaardpapier, kan dit ten koste gaan van de afdrukkwaliteit. Zorg ervoor dat het papier vloeiend wordt ingevoerd en dat het niet te strak of los in de invoer zit. Het vel papier of de envelop mag geen gekrulde randen hebben, of gekreukeld of gescheurd zijn. Hierdoor kan het papier of de envelop namelijk vastlopen of helemaal niet worden ingevoerd. Gebruik altijd papier dat in perfecte staat is en dat voldoet aan de gedefinieerde specificaties. Het afdrukken op beide kanten van het papier kan tot gevolg hebben dat het papier vaker foutief wordt ingevoerd of dat het papier vastloopt. Er kunnen ook vlekken ontstaan als u het vel papier te snel omdraait. Als u in de primaire papierinvoer papier wilt verwijderen of bijvullen, moet u ALTIJD de volledige procedure voor het laden van papier herhalen. Wanneer u werkt met door de gebruiker gedefinieerde/afwijkende papierformaten, moet u niet vergeten het juiste soort papier te selecteren in het printerstuurprogramma (zie de online User Guide die samen met het printerstuurprogramma is geïnstalleerd). Voor alle soorten speciale afdrukmedia geldt dat u altijd de instructies op de verpakking moet lezen. Pagina s met zeer veel tekst en/of afbeeldingen krullen snel om en kunnen dus niet goed worden gestapeld. Een ander nadeel van deze pagina s is dat ze vlekken produceren op de achterkant van de pagina die er bovenop ligt omdat het langer duurt voordat ze droog zijn. U kunt in dat geval de optie Activate Dry Delay Time in de Printer Monitor inschakelen of deze pagina s direct verwijderen wanneer ze zijn uitgevoerd. U kunt ze dan afzonderlijk laten drogen voordat u ze verder gaat gebruiken. Gebruikershandleiding 21
Accessoires Om de correcte werking van uw printer te garanderen en een optimale afdrukkwaliteit te verkrijgen, dient u altijd originele accessoires te gebruiken: Inktpatronen Zwarte inktpatroon Kleureninktpatroon B0217 G B0218 R Afdrukmedia Beschrijving Formaat Verpakking Normaal papier (Plain paper) A4 500 vel Gestreken papier (Coated paper) A4 100 vel Glanzend papier (Glossy paper) A4 20 vel Glanzend fotopapier (Photo glossy paper) A4 20 vel Transparanten (Transparency film) A4 20 vel Opstrijkpapier (T-shirt transfers) A4 5 vel 22 Gebruikershandleiding