Loonheffingen. Loonheffing. Afdrachtverminderingen

Vergelijkbare documenten
Loonheffingen. Loonheffing. Afdrachtverminderingen. Besluit van 29 juni 2011, nr. BLKB 2011/664M, Staatscourant 7 juli 2011, nr.

Loonheffingen. Verwerking teruggaaf inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en premies werknemersverzekeringen 2007

Haaglanden/kantoor Den Haag 'S-GRAVENHAGE. Raad Nederlandse Detailhandel. Postbus AD LEIDSCHENDAM. Geachte heer,

Kantoor Eindhoven. Nederlandse Zuivel Organisatie La Tour Boogschutterstraat 9 B 7324 AE APELDOORN. Geachte heer, mevrouw,

Informatieblad. Afdrachtvermindering onderwijs. Nr Afdrachtvermindering onderwijs algemeen

10. Hoe verrekent u uw WBSO-voordeel?

10. Hoe verrekent u uw WBSO-voordeel?

Afdrachtverminderingen Het loont om te investeren

kantoor Den Haag 'S-GRAVENHAGE Raad Nederlandse Detailhandel Postbus AD LEIDSCHENDAM Geachte heer,

Oost-Brabant. Stichting Vakraad Metaal & Techniek t.a.v. de Directie Postbus AE DEN HAAG. Geachte heer, mevrouw,

Kantoor Eindhoven. Stichting Vakraad Metaal & Techniek t.a.v. de Directie Postbus AE DEN HAAG. Geachte heer, mevrouw,

10. Een WBSO-verklaring

... Betreft CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro , algemeen verbindend verklaard tot en met 30 juni 2013

... Betreft CAO voor het Hoveniersbedrijf in Nederland , algemeen verbindend verklaard tot en met 28 februari 2009.

... Betreft CAO voor het Bakkersbedrijf , algemeen verbindend verklaard tot en met 31 mei 2008.

Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen

... Betreft CAO Wonen , algemeen verbindend verklaard tot en met 31 december 2009.

Loonheffingen. Inkomstenbelasting. Heffingsaspecten stagiairs 1. Besluit van 15 december 2006, nr. CPP2006/1461M, Stcrt. nr. 249

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen Geldend van t/m heden

... Betreft CAO voor het Hoveniersbedrijf in Nederland , algemeen verbindend verklaard tot en met 28 februari 2013

Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen

... De NVZ vereniging van ziekenhuizen kent een cao. De huidige cao heeft een looptijd van 1 maart 2011 tot 1 maart 2014.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

kantoor Den Haag Stichting Raad van Overleg in de Metalektro (ROM) Postbus AK LEIDSCHENDAM Geachte heer,

Minimumloon, jeugdloon januari juni 2016 plus Uurloon

Oost-Brabant Kantoor Eindhoven

8. Een S&O-verklaring en dan...

... Betreft CAO in de Metalektro , algemeen verbindend verklaard tot en met 30 juni 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011

Loonheffingen. Werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen

... Betreft Cao voor de Groothandel in Vlakglas, het Glasbewerkings- en het Glazeniersbedrijf 2014

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

kantoor Den Haag Stichting Raad van Overleg in de Metalektro (ROM) Postbus AK LEIDSCHENDAM Geachte heer,

HRo - Loonbelasting -- Deel 4

HRo - Loonbelasting -- Deel 4

... Betreft Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst voor de sector gemeenten (CAR-UWO)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Loonheffingen. Inkomstenbelasting. Heffingsaspecten stagiairs

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verkrijging van monumenten 1. Besluit van 11 oktober 2007, nr. CPP2007/1680M, Stcrt. nr. 202

Inleiding. Belastingdienst Document voorbeelden 'Wet arbeidsmarkt in balans' Pagina 1 van 33

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, BESLUIT:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Premiekortingen en premievrijstelling 2013

... Betreft Cao Glastuinbouw , algemeen verbindend verklaard tot en met 30 juni 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Oost. WENb. Postbus DL ARNHEM. Geachte heer,,

... Betreft CAO Grafimedia , algemeen verbindend verklaard tot en met 31 januari 2010.

Prinsjesdag 2016: wijzigingen voor de loonheffingen, S&O-afdrachtvermindering en box 3-heffing buitenlandse belastingplichtigen

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Wijziging Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998

... Betreft beoordeling CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro op fiscale aspecten

Pensioenen; aanwijzingen als pensioenregeling 1

Omzetbelasting. Aftrek omzetbelasting met betrekking tot auto s e.d.

Kantoor Rotterdam. Stichting Raad van Overleg in de Metalektro Postbus AK Leidschendam. Geachte heer,

Kantoor Utrecht. Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemers Vereniging Postbus AH GOUDA. Geachte heer,

Gelet op de artikelen 49 en 50 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen;

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regeling zorgverzekering

Oost/kantoor Almelo ALMELO. Geachte heer,

kantoor Den Haag CUMELA Nederland Postbus BD NIJKERK Geachte mevrouw,

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein winstbelastingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Toelichting Excessieve vertrekvergoeding 2014

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Overdrachtsbelasting. Maatstaf van heffing

Toelichting Excessieve vertrekvergoeding 2017

Haaglanden/kantoor Den Haag 'S-GRAVENHAGE

Toelichting Excessieve vertrekvergoeding 2018

Vaktechniek Belastingen Kennisgroep CAO Kantoor Arnhem

Toelichting Excessieve vertrekvergoeding

Toelichting Excessieve vertrekvergoeding 2013

Loonkostensubsidies en afdrachtverminderingen

Kantoor Rotterdam. Vereniging voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie De heer drs. J.H.G. Goebbels Postbus AB Zoetermeer

Kantoor Arnhem. Vereniging VACO. Postbus AA LEIDEN. Geachte heer/mevrouw,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Overeenkomst voor het verrichten van dienstverlening aan huis

kantoor Den Haag 'S-GRAVENHAGE Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland Postbus LT Den Haag Geachte heer,

Prinsjesdag 2017: wijzigingen voor de loonheffingen en de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen

JUS. Jaarurensystematiek. een inhoudelijke toelichting bij de invoering in de gehandicaptenzorg. JaarUrenSystematiek (JUS)

Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars

Checklist Werken met de werkkostenregeling

Oost/kantoor Almelo ALMELO. Geachte,

Kantoor Arnhem. Werkgevers Vereniging Nederlandse Crematoria Postbus AB DEN HAAG. Geachte mevrouw,

Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD versie 2 december Aanpassing in het kader van de CAO

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uit Amsterdam. Datum: 20 april Rapportnummer: 2011/120

Toelichting Excessieve vertrekvergoeding

Toelichting Excessieve vertrekvergoeding

... Betreft Beoordeling CAO voor het Horeca- en aanverwante bedrijf op fiscale aspecten

Toelichting Excessieve vertrekvergoeding 2015

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners

1. Arbeidsovereenkomst 1.1 de verschillende soorten overeenkomsten tot het verrichten van arbeid benoemen. (K)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet op de loonbelasting 1964

Kantoor Eindhoven. Branchevereniging VHG Postbus CA Houten. Betreft: CAO Hoveniersbedrijf in Nederland 2016/2018.

Transcriptie:

Loonheffingen. Loonheffing. Afdrachtverminderingen 1 Loonheffingen. Loonheffing. Afdrachtverminderingen Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 4 juli 2007, nr. CPP2007/732M, Stcrt. nr. 128 De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten. Dit besluit is een actualisering van het besluit van 14 december 2005, nr. CPP2005/2122M, inzake de afdrachtverminderingen. Het besluit bevat een nieuw, tijdelijk onderdeel met een goedkeuring op het gebied van het speuren ontwikkelingswerk (zie onderdeel 5.1). 1. Inleiding Het voorgaande besluit van 14 december 2005, nr. CPP2005/2122M bevat een aantal onderdelen die niet meer actueel zijn. Hierom is de inhoud van dat besluit geactualiseerd en overgenomen in dit besluit. Het besluit bevat ook een nieuw, tijdelijk onderdeel met een goedkeuring op het gebied van het speur- en ontwikkelingswerk (zie onderdeel 5.1). Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen KJ-regeling de vereenvoudigde regeling loonheffing voor meewerkende kinderen...... loonheffing loonbelasting/premie volksverzekeringen loonheffingen loonheffing, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet S&O speur- en ontwikkelingswerk te toetsen loon het aan het toetsloon te toetsen WVA-loon over hetzelfde tijdvak toetsloon loon in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de WVA URAV Uitvoeringsregeling afdrachtvermindering werkgever inhoudingsplichtige voor de loonheffingen Wet LB Wet op de loonbelasting 1964 WVA Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen WVA-loon loon in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de WVA 2. Algemeen 2.1. De KJ-regeling en de WVA Een werkgever kan onder voorwaarden de KJ-regeling toepassen. Een afdrachtvermindering wordt per loontijdvak vastgesteld. Het loontijdvak bij toepassing van de KJ-regeling is het kalenderjaar. Op het moment van inhouding moet de werkgever beoordelen of hij recht heeft op een afdrachtvermindering. Bij toepassing van de KJ-regeling is dit op de eerste werkdag van het volgende kalenderjaar. De werkgever moet dus het recht

2 Algemeen op een afdrachtvermindering bij toepassing van de KJ-regeling vaststellen op de eerste werkdag van het volgende kalenderjaar. In het geval dat de inhoudingsplichtige daarbij tevens het besluit neemt de loonheffing niet te verhalen, geldt dat hij deze beloning eenmaal per jaar toekent. Loon dat in de regel slechts eenmaal of eenmaal per jaar wordt toegekend, behoort niet tot het WVA-loon (zie artikel 1, eerste lid, onderdelen b en c, van de WVA). 2.2. Overwerk en reistijd Er zijn CAO s die werknemers recht geven op een vergoeding voor reistijd. Het recht op vergoeding ontstaat als een tijdelijke arbeidsplaats ver van de woon/verblijfplaats van de werknemer gelegen is. Het geldende uurloon is in veel gevallen het uitgangspunt. De vergoeding voor reistijd telt in het algemeen niet als overwerkloon. Dit is alleen anders voorzover aannemelijk is dat de werknemer arbeid verricht tijdens de reistijd naar een tijdelijke arbeidsplaats. De WVA verwijst voor het begrip loon naar de Wet LB. Overwerkloon is de beloning voor arbeid die de werknemer verricht gedurende de tijd die uitgaat boven de voor hem geldende normale arbeidsduur (zie artikel 26, vijfde lid, van de Wet LB). Er is dus sprake van overwerk als de werknemer meer arbeid verricht dan contractueel is overeengekomen. Als de werknemer geen arbeid verricht tijdens zijn reistijd is die reistijd geen arbeidstijd. Het gevolg is dat het loon voor dergelijke reistijd voor de toepassing van de WVA geen overwerkloon kan zijn. Dit loon maakt in zulke gevallen deel uit van het WVA-loon. 2.3. Zwangere zeevarende De afdrachtvermindering zeevaart is van toepassing met betrekking tot zeevarenden (zie artikel 17, eerste lid, en artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de WVA). De inhoudingsplichtige moet toetsen of er sprake is van een zeevarende op het tijdstip van inhouding. Als sprake is van een kortstondige arbeidsonderbreking kan hij toch de afdrachtvermindering zeevaart toepassen. Het Gerechtshof s-gravenhage heeft in zijn uitspraak van 18 december 2002, nr. 00/01564, aangegeven dat de afdrachtvermindering zeevaart bij ziekte kan worden toegepast zolang er sprake is van een loondoorbetalingsverplichting. De werkgever kan hierom tijdens de ziekte en tijdens het zwangerschapsen bevallingsverlof van een zwangere zeevarende de afdrachtvermindering zeevaart toepassen. 2.4. Regeling voor seizoenwerknemers en WVA (vervallen, met ingang van 1 juli 2006, als gevolg van het besluit van 10 maart 2006, nr. CPP2006/142, inzake Loonheffingen. Seizoenarbeiders.)

Algemeen 3 2.5. Toepassing afdrachtverminderingen in de 53ste week Een jaar kan meer dan 52 weken hebben. Dit heeft gevolgen voor de toepassing van de afdrachtverminderingen. Bij een regulier loontijdvak van vier weken zijn er voor het loon over de 53ste week twee situaties mogelijk: 1. De inhoudingsplichtige betaalt loon over de dertiende periode van vier weken en afzonderlijk loon over de 53ste week. In dat geval is op het loon over de dertiende periode van vier weken de vierwekentabel van toepassing en op het loon over de 53ste week de weektabel. 2. De dertiende periode bestaat uit vijf weken. Aangezien er geen tabel voor een loontijdvak van vijf weken beschikbaar is, moet de inhoudingsplichtige het loon herleiden. Omdat dit tot hetzelfde resultaat leidt, mag hij het loon over die vijf weken ook delen door vijf en kan hij vervolgens vijf keer de weektabel toepassen. Voor de WVA geldt hetzelfde begrip loontijdvak als voor de heffing van de loonbelasting. Voor de WVA moet de inhoudingsplichtige dezelfde tijdvakken hanteren als voor de loonheffingen. Een en ander betekent dat in een jaar met meer dan 52 weken een hoger bedrag aan afdrachtverminderingen kan worden genoten dan de jaarbedragen die in de wet staan. Een uitzondering hierop geldt voor de vakantiebongerechtigde werknemer. Ten aanzien van deze werknemer is in artikel 2, derde lid, van de URAV, een jaarmaximum opgenomen. 2.6. Verrekening afdrachtvermindering bij meerdere subnummers Als een inhoudingsplichtige één loonheffingennummer met meerdere subnummers (L01, L02 enz.) heeft, kan het voorkomen dat de te verrekenen afdrachtvermindering op een subnummer hoger is dan de af te dragen loonheffing. Het is dan niet mogelijk de gehele vermindering op de af te dragen loonheffing in mindering te brengen. De aangifte mag op grond van art. 3, eerste lid, van de WVA, immers niet op een negatief bedrag uitkomen. In zo n geval is sprake van één inhoudingsplichtige met één loonheffingennummer. Hierom mag de niet verrekenbare afdrachtvermindering van het ene subnummer verrekend worden met de af te dragen loonheffing van een ander subnummer. Voorbeeld: Een inhoudingsplichtige heeft twee subnummers. In de maand januari is onder nummer L01 de af te dragen loonheffing 5.000 en het bedrag aan afdrachtvermindering is 7.000. Onder nummer L02 is de af te dragen loonheffing 10.000 en is er geen afdrachtvermindering. De aangifte L01 luidt als volgt: Af te dragen loonheffing 5.000 Afdrachtvermindering 5.000 Per saldo af te dragen nihil

4 Algemeen Het restant van de afdrachtvermindering kan de inhoudingsplichtige verrekenen onder nummer L02. De aangifte L02 luidt dan als volgt: Af te dragen loonheffing 10.000 Afdrachtvermindering 2.000 Per saldo af te dragen 8.000 2.7. Berekening deeltijdfactor bij parttimer Als in een CAO is bepaald dat het aantal arbeidsuren per week 40 bedraagt, inclusief 2 ADV-uren, werkt een fulltime werknemer feitelijk 38 uren per week. Dit betekent niet dat als een parttimer 50% werkt de werkgever uit mag gaan van 19 uren voor de bepaling van de deeltijdfactor. De werkgever moet in zo n geval uitgaan van 20 uur. De overeengekomen arbeidsduur in de zin van artikel 6 van de WVA, is immers 40 uren per week. De deeltijdfactor is dan 20/36. 2.8. Deeltijdfactor bij werknemers zonder overeengekomen vaste arbeidsduur De toetslonen en de bedragen van de afdrachtvermindering worden naar evenredigheid verminderd als sprake is van een werknemer zonder overeengekomen vaste arbeidsduur (zie artikel 6, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de WVA). De deeltijdfactor wordt bepaald aan de hand van het aantal uren waarover loon is verschuldigd (zie artikel 6, derde lid, van de WVA, en ook artikel 5 van de URAV). Over het begrip "uren waarover loon is verschuldigd" bestaat onduidelijkheid. In de toelichtingen op de WVA en de URAV wordt ook wel gesproken over "feitelijk/werkelijk aantal gewerkte uren" hetgeen niet dezelfde betekenis heeft als "uren waarover loon is verschuldigd". Voor het aantal uren dat dient als uitgangspunt bij de bepaling van de deeltijdfactor moet worden uitgegaan van de letterlijke tekst van de genoemde bepalingen en dus van het aantal uren waarover loon is verschuldigd. Dit begrip sluit aan bij de bedoeling van de wetgever, te weten verlaging van de loonkosten. Dit betekent dat ook voor werknemers zonder overeengekomen vaste arbeidsduur de wegens tijdelijke arbeidsongeschiktheid, ziekte en zwangerschap doorbetaalde uren voor de toepassing van artikel 6, derde lid, van de WVA, zijn aan te merken als uren waarover loon is verschuldigd. Hetzelfde geldt overigens voor de uren tijdens verlof, ouderschapsverlof, zorgverlof en alle andere vormen van verlof, die de werkgever geheel of gedeeltelijk doorbetaalt op grond van een arbeidsrechtelijke verplichting. Dit ligt anders indien de werknemer recht heeft op een toeslag op de (uur)beloning voor de feitelijk gewerkte uren, als compensatie voor de niet opgenomen verlofuren. Het aantal uren waarover loon is verschuldigd, is dan in zoverre gelijk aan het aantal werkelijk gewerkte uren. Hetzelfde geldt indien contractueel is overeengekomen dat de niet opgenomen verlofuren in de vorm van een afkoopsom worden uitgekeerd. Als het een eenmalige afkoopsom betreft, behoort de afkoopsom bovendien niet tot het te toetsen

Algemeen 5 loon omdat artikel 1, eerste lid, onderdeel c, ten eerste, van de WVA, van toepassing is. 2.9. Berekening deeltijdfactor bij parttimer met overwerk De deeltijdfactor bij een parttimer die overwerkt is afhankelijk van de periode waarin de werknemer overwerkloon geniet. Voorbeeld Een werkgever heeft gekozen voor berekening van de deeltijdfactor over de uren waarover het loon verschuldigd is (zie daarvoor ook onderdeel 2.8 hiervoor). Een werknemer zonder overeengekomen arbeidsduur ontvangt in een maand tevens een overwerkvergoeding over een voorafgaande maand. In de voorafgaande maand heeft hij gemiddeld langer gewerkt. De werkgever moet de deeltijdfactor berekenen aan de hand van het aantal uren in de laatste maand. Omdat de deeltijdfactor gelijk is aan het aantal uren waarover loon verschuldigd is wordt deze verhoogd in de maand waarin het overwerkloon wordt genoten. In dit geval is dat niet dezelfde maand als de maand waarin het overwerk heeft plaatsgevonden. 2.10. Overwerk min/max-contract Overwerkloon kan buiten het te toetsen loon blijven (zie artikel 1, eerste lid, onderdeel c, onder 2º, van de WVA). Bij een deeltijder met een minimum/maximum-contract is er sprake van overwerk als meer wordt gewerkt dan de contractueel overeengekomen arbeidsduur. Bij deeltijders is dit van belang voor de bepaling van het te toetsen loon en het toetsloon. Bij minimum/maximum contracten is het uitgangspunt het minimum aantal uren in het contract. Overigens kan de werkgever ook opteren voor een berekening op basis van het werkelijke aantal gewerkte uren (zie artikel 5, van de URAV). 2.11. Bereikbaarheidsdiensten Als werknemers bereikbaarheidsdiensten hebben, ontvangen zij naast hun reguliere loon een extra beloning voor de uren dat zij bereikbaar moeten zijn. Deze extra beloning bedraagt veelal een percentage van het normale uurloon. De extra beloning behoort tot het loon voor de WVA. De inhoudingsplichtige mag de uren dat de werknemer bereikbaar moet zijn, om op een oproep van de inhoudingsplichtige te kunnen gaan werken, niet zonder meer meenemen voor de berekening van de afdrachtverminderingen. Het volgende onderscheid is van belang. Werknemers met een overeengekomen arbeidsduur De bereikbaarheidsdienst maakt deel uit van de overeengekomen arbeidsduur. Voor deze werknemers dient de werkgever de WVA op de normaal voorgeschreven wijze toe te passen. Bereikbaarheidsdiensten brengen daarin geen verandering.

6 Algemeen Werknemers zonder overeenkomen arbeidsduur Een inhoudingsplichtige moet bij een werknemer zonder overeengekomen arbeidsduur vastleggen over hoeveel uren loon verschuldigd is. In bovengenoemde situatie mag de inhoudingsplichtige het aantal uren die meetellen voor de WVA bepalen door het percentage van het loon dat hij uitbetaalt te vermenigvuldigen met het totale aantal uren van de bereikbaarheidsdienst. Voorbeeld Een werknemer ontvangt voor ieder uur dat hij bereikbaarheidsdienst heeft 20% van zijn normale uurloon. Bij een bereikbaarheidsdienst van 10 uur leidt dit tot een arbeidsduur van 2 uur voor de toepassing van de afdrachtverminderingen. 2.12. Aanvullende uitkering wegens arbeidsongeschiktheid en het loon voor de WVA Een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid en een door de werkgever verstrekte aanvulling op een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid behoren niet tot het loon voor de WVA. In beide gevallen is sprake van loon uit een vroegere dienstbetrekking. Loon uit vroegere dienstbetrekking maakt geen deel uit van het loon voor de WVA. Ter verduidelijking volgen hieronder twee voorbeelden. Voorbeeld 1 Een werknemer met een 36-urige werkweek en een maandloon van 1.460 raakt voor 50% arbeidsongeschikt. Vervangende arbeid is niet mogelijk. De werknemer gaat halve dagen werken (werkweek van 18 uur). Zijn maandloon wordt 730. Naast het maandloon geniet de werknemer een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid van 511 en een aanvulling daarop van zijn werkgever van 73. Als gevolg van het bovenstaande bedraagt het WVA-loon van deze werknemer 730 per maand. Op het toetsloon en op het bedrag van de vermindering moet de werkgever een deeltijdfactor toepassen van 18/36. Voorbeeld 2 Een werknemer met een 36-urige werkweek en een maandloon van 1.460 raakt voor 50% arbeidsongeschikt. De werknemer krijgt vervangende arbeid. Het maandloon voor de vervangende arbeid bedraagt 730. De werkweek blijft ongewijzigd 36 uur. Naast het maandloon geniet de werknemer een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid van 511 en een aanvulling daarop van zijn werkgever van 73. Als gevolg van het bovenstaande bedraagt het te WVA-loon van deze werknemer 730 per maand. Op het toetsloon en het bedrag van de vermindering moet hoeft de werkgever geen deeltijdfactor toe te passen, omdat sprake is van een full-time dienstverband.

Afdrachtvermindering onderwijs 7 3. Afdrachtvermindering onderwijs 3.1. Samenloop startkwalificatieniveau en beroepspraktijkvorming Een inhoudingsplichtige mag de afdrachtvermindering onderwijs toepassen voor werknemers die een beroepspraktijkvorming volgen van de beroepsbegeleidende leerweg (zie artikel 14, eerste lid, onder a, van de WVA). Met ingang van 1 januari 2007 mag een inhoudingsplichtige de afdrachtvermindering onderwijs toepassen voor werknemers die een stage volgen van ten minste twee maanden in het kader van de beroepsopleidende leerweg (zie artikel 14, eerste lid, onder g, van de WVA). De afdrachtvermindering onderwijs geldt ook voor werknemers die extra begeleiding nodig hebben om op het zogenoemde startkwalificatieniveau te komen (hierna: de WVA-startkwalificatie; zie artikel 14, eerste lid, onderdeel e, van de WVA). De voorwaarden om de WVA-startkwalificatie toe te passen zijn: - De desbetreffende opleiding is opgenomen in het zogenoemde Creboregister. - Er is een verklaring van het de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI) dat de werknemer een voormalige werkloze is. - De werknemer geniet een loon dat beneden het toetsloon ligt. Het komt voor dat de opleiding in het kader van een beroepsbegeleidende of de beroepsopleidende leerweg tevens in het Crebo-register voorkomt. De inhoudingsplichtige kan in zo n geval de afdrachtvermindering onderwijs op twee gronden toepassen. Hierbij geldt als voorwaarde dat de opleiding zowel onder artikel 14, eerste lid, onderdeel a of onderdeel g, van de WVA, als onder artikel 14, eerste lid, onderdeel e, van de WVA, valt. 4. Afdrachtvermindering zeevaart 4.1. Onderworpenheid aan de loonbelasting De afdrachtvermindering zeevaart bedraagt een percentage van het loon van zeevarenden. Hierbij is van belang of de zeevarende al dan niet aan de loonbelasting is onderworpen of premieplichtig is voor de volksverzekeringen. Als een zeevarende werknemer is in de zin van artikel 2 van de Wet LB is hij onderworpen aan de loonbelasting. In dat geval is niet meer van belang of hij uiteindelijk loonbelasting verschuldigd is in Nederland. De werkgever van de zeevarende mag de afdrachtvermindering over diens loon toepassen.

8 S&O-afdrachtvermindering 5. S&O-afdrachtvermindering 5.1. Correctie S&O-verklaring Inhoudingsplichtigen die een correctie-s&o-verklaring ontvangen, moeten deze doorgaans in het aangiftetijdvak waarin de verklaring is gedagtekend verrekenen in de aangifte loonheffingen (zie artikel 25, vierde lid, van de WVA). In de praktijk lukt dat niet altijd in verband met de aanleverdata van loongegevens aan salarisverwerkers. Ook komt het voor dat de dagtekening van de correctie-s&o-verklaring door SenterNovem ligt aan het einde van het aangiftetijdvak. Daardoor is tijdige verwerking administratief niet altijd mogelijk. Aan die problemen wil ik tegemoet komen. Vooruitlopend op een wetswijziging keur ik daarom het volgende goed. Goedkeuring Ik keur goed, vooruitlopend op een verruiming van de termijn in de wet, dat inhoudingsplichtigen de correctie S&O-verklaring verrekenen in het aangiftetijdvak waarin de verklaring is gedagtekend, of het daarop volgende aangiftetijdvak. 6. Ingetrokken regeling Het besluit van 14 december 2005, nr. CPP2005/2122M is ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit. 7. Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. In afwijking hiervan treedt onderdeel 5.1 in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2007. Onderdeel 5.1 vervalt met ingang van 1 januari 2008. Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst. Den Haag, 4 juli 2007. De staatssecretaris van Financiën, namens deze: de directeur-generaal Belastingdienst, mr. J. Thunnissen.