Veel succes! IEP Eindtoets voorbeeldopgaven Naam: Klas: Bureau ICE De nieuwe generatie toetsen en examens
2
IEP Eindtoets voorbeeldopgaven WAT HEB JE NODIG? WAT HEB JE NODIG? Dit boekje bevat voorbeeldopgaven van de IEP Eindtoets. Je vult de toets in met potlood. Je mag een Je vult de toets in met potlood. Je mag een gum gebruiken. gum gebruiken. Je mag kladpapier gebruiken bij deze toets. Je mag kladpapier gebruiken bij deze toets. Je mag geen rekenmachine gebruiken. Je mag geen rekenmachine gebruiken. Je mag geen woordenboek gebruiken. Je mag geen woordenboek gebruiken. WAT GA JE MAKEN? WAT GA JE MAKEN? In dit boekje zit een taaldeel en een rekendeel. In dit boekje zit een taaldeel en een rekendeel. Je maakt eerst het taaldeel. Ga pas verder met Je maakt eerst het taaldeel. Ga pas verder met het rekendeel als je juf of meester dat zegt. het rekendeel als je juf of meester dat zegt. HOEVEEL TIJD KRIJG JE? HOEVEEL TIJD KRIJG JE? Je krijgt 50 minuten om het taaldeel te maken. Je krijgt 50 minuten om het taaldeel te maken. Je krijgt 50 minuten om het rekendeel te maken. Je krijgt 50 minuten om het rekendeel te maken. WAT MOET JE NIET VERGETEN? WAT MOET JE NIET VERGETEN? Zorg ervoor dat je bij alle vragen een Zorg ervoor dat je bij alle vragen een antwoord geeft. Geef het antwoord dat antwoord geeft. Geef het antwoord dat volgens jou het beste is. volgens jou het beste is. Geef bij elke vraag maar één antwoord. Als je meer dan één antwoord geeft, dan Geef bij elke vraag maar één antwoord. Als je meer dan één antwoord geeft, dan wordt de vraag fout gerekend. wordt de vraag fout gerekend. Controleer na afloop of je alle vragen hebt beantwoord. Controleer na afloop of je alle vragen hebt beantwoord. IEP Eindtoets voorbeeldopgaven 3
HOE GEEF JE ANTWOORD OP EEN OPEN VRAAG? HOE GEEF JE ANTWOORD OP EEN MEERKEUZEVRAAG? Bij open vragen schrijf je het juiste antwoord op in het vak. Bij meerkeuzevragen kruis je het hokje aan dat vóór het juiste antwoord staat. 1 Voorbeeldvraag 2 Voorbeeldvraag Vul de goede vorm in van het woord tussen haakjes. In welke alinea geeft de schrijver zijn mening? Sean en Eveline gisteren naar de kermis. (gaan) in alinea I in alinea II in alinea V in alinea VI 4
IEP Eindtoets voorbeeldopgaven HOE GEEF JE ANTWOORD OP EEN MULTIKEUZEVRAAG? HOE KUN JE JE ANTWOORD VERANDEREN? Een multikeuzevraag is een vraag waarbij je meerdere antwoorden moet aankruisen. Bij deze vraag moet je dus altijd meer dan één hokje aankruisen. Wil je je antwoord veranderen? Gum je antwoord uit en vul je antwoord opnieuw in. 3 Voorbeeldvraag Welke twee kleuren heeft de trui van Gijs? blauw geel groen paars Je mag de bladzijde omslaan als je juf of meester dat zegt. Veel succes! IEP Eindtoets voorbeeldopgaven 5
Lees de tekst. Er horen vier vragen bij. Een sportdag met je klas! Sporten is gezond, dat weet iedereen, maar een sportdag is vooral goed voor de sfeer in je klas. Je doet eens iets anders dan aardrijkskunde of taal! Je kunt natuurlijk wachten tot je school een sportdag organiseert, maar je kunt ook de handen uit de mouwen steken en vragen of je zelf een sportdag mag organiseren voor je klas. Met deze tips scoor je zeker punten! 1. Kies de sport Allereerst: welke sport wil je gaan doen? Voor een sportdag met je klas kun je het beste kiezen voor een teamsport. Ga bijvoorbeeld voor een korfbal-, softbal- of voetbaltoernooi! Je kunt ook meerdere sporten aan bod laten komen tijdens de dag. Dan is er voor iedereen vast wel een keer iets leuks bij. 2. Datum en locatie Spreek met je juf of meester af op welke dag je de sportdag mag houden. Vraag ook of je de sportvelden van jullie school mag gebruiken. De gymzaal is waarschijnlijk te klein, maar als je bang bent dat het gaat regenen kun je deze altijd nog achter de hand houden. Je wil natuur lijk niet dat je sportdag in het water valt. 3. Teams verzamelen Als je hebt bepaald hoe de sportdag eruit komt te zien, kun je teams gaan samenstellen. Het is het beste dat jij of je juf of meester kiest wie er in welk team komt te zitten. Zo weet je zeker dat niemand buitengesloten wordt. Is er iemand die helemaal niet kan sporten? Laat hem of haar dan toch meedoen als scheidsrechter! 4. Meerdere rondes Plan van tevoren welke teams tegen elkaar spelen. Bedenk voor elk team een gekke naam en maak een schema van de speelrondes, zoals hieronder. Het team dat het vaakst wint, wint de hele sportdag. Team IJskoud de beste Team L&E De winnende wolven De grasduikers De snelle jelles De razende rovers 5. Prijzen En natuurlijk niet te vergeten: regel een mooie prijs! Je kunt bijvoorbeeld een wisselbeker regelen, maar een andere, originelere prijs kan ook leuk zijn. Dat mag je zelf bedenken. Nóg leuker is om iedereen die aan de sportdag heeft meegedaan een medaille te geven na afloop. Dan gaat iedereen als een winnaar naar huis! Het discoteam De stuiterballen Ronde 1 Ronde 2 Ronde 3 Ronde 3 Ronde 1 Ronde 2 Ronde 2 Ronde 3 Ronde 1 Ronde 1 Ronde 2 Ronde 3 6
Voorbeeldopgaven Lezen 1 3 Voor wie is deze tekst vooral geschreven? voor een juf of meester die wil weten of het nuttig is om een sportdag te houden voor een juf of meester die wil weten welke teamsport leuk is voor een klas voor leerlingen die willen weten hoe je zelf een sportdag kunt organiseren voor leerlingen die willen weten wat het programma van hun sportdag is Jesse organiseert een sportdag en is op zoek naar een leuke prijs. Welke prijs kan hij volgens de schrijver het beste kiezen?? een medaille voor iedereen die meedoet een originele prijs die hij zelf bedenkt een wisselbeker voor het winnende team 2 4 In de tekst zijn vier woorden vetgedrukt. Welk woord is figuurlijk gebruikt? dag hand naam huis Maya gebruikt bij haar sportdag het schema uit de tekst. Ze zit in team IJskoud de beste. Tegen wie speelt zij in de tweede ronde? De razende rovers De winnende wolven Het discoteam Team L&E IEP Eindtoets voorbeeldopgaven 7
5 Vul het bijvoeglijk naamwoord in. Gebruik het woord tussen haakjes. In die winkel verkopen ze speelgoed. (hout) 6 Vul de goede vorm in van het werkwoord tussen haakjes. Gebruik de tegenwoordige tijd. Ik ruik taart. Daar ik nou vrolijk van! (worden) 8
Voorbeeldopgaven Taalverzorging 26 28 In welke zin is het vetgedrukte woord goed gespeld? Mag ik een chocola tje van jou? Mag ik een chocolaatje van jou? Mag ik een chocolatje van jou? In welke zin zijn de hoofdletters goed gebruikt? Toen zei rosanne: dan doe ik niet meer mee. Toen zei rosanne: Dan doe ik niet meer mee. Toen zei Rosanne: dan doe ik niet meer mee. Toen zei Rosanne: Dan doe ik niet meer mee. IEP Eindtoets voorbeeldopgaven 9
1 2 5 x 175 = Jelle koopt drie kledingstukken. Wat is de beste schatting van hoeveel Jelle gemiddeld per kledingstuk moet betalen? 25,- 30,- 35,- 10
Voorbeeldopgaven Rekenen 3 5 Ankie koopt een pakje kauwgom. Ze krijgt 20% korting. Uur BUSTIJDEN M aandag t/m vrijdag buiten de vakanties Hoeveel moet Ankie betalen? 4 Thomas heeft een zwembad in de tuin. Het zwembad is 6 m lang, 3 m breed en 1,5 m diep. Hoeveel liter water kan er in het zwembad? 04 05 06 01 16 31 46 07 01 16 31 46 08 01 16 31 46 09 01 16 31 46 10 01 16 31 46 11 01 16 31 46 12 01 16 31 46 13 01 16 31 46 14 01 16 31 46 15 01 16 31 46 16 01 16 31 46 17 01 16 31 46 18 01 16 31 46 19 01 16 31 46 20 01 16 31 46 21 01 16 31 46 22 01 16 31 46 23 01 16 31 46 00 Om de hoeveel minuten gaat de bus? om de 4 minuten liter om de 10 minuten om de 15 minuten om de 17 minuten IEP Eindtoets voorbeeldopgaven 11
De nieuwe generatie toetsen en examens