Transparantieregels voor lokale mandatarissen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1 De ordonnantie van 12 januari 2006 voert nieuwe regels in over de bezoldigingen van de openbare mandatarissen. Deze ordonnantie vormt een aanvulling op bestaande regels. De Nieuwe Gemeentewet bevat bepalingen over de wedde en de presentiegelden en bijzondere wetten 2 regelen de maximumbedragen van de bezoldigingen van de parlementsleden. Deze ordonnantie legt bijzondere transparantieregels op voor de lokale mandatarissen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In het licht van wat er in 2006 in de pers verscheen over het (oneigenlijke) gebruik van presentiegelden of mandaten, lijkt men met deze tekst een signaal willen te stellen. Toch gaat het volgens de indieners van het oorspronkelijke voorstel van ordonnantie niet om een reactie op hetgeen de laatste tijd bekend geraakte over Charleroi 3. Wel is het voorstel van "essentieel belang om tegemoet te komen aan de gegronde bezorgdheid" om de bezoldigingen van de lokale mandatarissen doorzichtiger te maken 4. Voor een keer ging het wetgevende initiatief inderdaad niet uit van de regering, maar van het parlement. Blijkbaar was het klimaat gunstig voor een dergelijke tekst aangezien hij door het gros van de partijen werd ondersteund 5. Deze tekst vormt een aanvulling op de bestaande bepalingen over de wedde en de presentiegelden van de lokale mandatarissen in de Nieuwe Gemeentewet. Daar zijn immers geen bepalingen te vinden over welke voordelen in natura, representatiekosten en werkinstrumenten mandatarissen beschikken. Nochtans blijkt dat niet zelden de mandatarissen naast hun presentiegeld of wedde ook een aantal middelen ter beschikking gesteld krijgen van hun lokaal bestuur 6. Met deze ordonnantie poogt men dus de bestaande praktijken te reglementeren. 1 Ordonnantie van 12 januari 2006 betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen, B.S,. 1 februari 2006, Inforum 207069. Omzendbrief van 23 maart 2006 over de ordonnantie van 12 januari 2006 betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen Toepassing in de plaatselijke besturen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, B.S., 20 juni 2006, Inforum 208821. 2 Wet 4 mei 1999 tot beperking van de cumulatie van het mandaat van federaal parlementslid en Europees parlementslid met andere ambten, B.S., 28 juli 1997, Inforum 156002. 3 Voorstel van ordonnantie, Brussels Hoofdstedelijk Parlement, Verslag, A 211/2 2005/2006: "[M]en [moet] dit voorstel niet in een recent mediagebeuren [ ] plaatsen dat gelukkig in ons Gewest geen weerklank gevonden heeft. Het is wel duidelijk dat dit voorstel in dat klimaat past en dat men er dus de kans moet grijpen om bepaalde zaken op constructieve wijze vooruit te helpen." 4 In de Toelichting lezen we ook: "Het is de bedoeling te weten wat er aan wie betaald wordt en hoe dat gebeurt Dat alles moet bovendien door de overheid kunnen worden gecontroleerd." Voorstel van ordonnantie, Brussels Hoofdstedelijk Parlement, Toelichting, A 211/1 2005/2006, p.1. 5 Voorstel van ordonnantie betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen, Verslag, A 211/2 2005/2006, p. 3. 6 Brussels Hoofdstedelijk Parlement, V.& A., nr. 23, Vraag nr. 453, 15 november 2006, p. 24. Deze vraag is bijzonder interessant. De indiener wenste per gemeente te weten wat de aard van de voordelen is die iedere gemeenteraad aan zijn gekozenen heeft toegekend. Hij wenste precies te weten wat het bedrag en de aard van allerhande voordelen, representatiekosten en werkinstrumenten voor de burgemeester, de schepenen en de gemeentelijke gekozenen precies waren. Het is nu immers mogelijk om op grond van deze ordonnantie na te gaan wat de openbare instelling hieromtrent beslist hebben. We leren uit deze vraag dat het presentiegeld voor de gemeenteraadsleden varieert van 50 euro tot 138,01 euro. In sommige gemeenten hebben de uitvoerende mandatarissen geen representatiekosten, in andere zijn ze geplafonneerd. Geen enkele gemeente laat een forfait toe, de mandatarissen moeten steeds hun kosten bewijzen. De werkmiddelen bestaan vaak uit het ter beschikking stellen van een uitgerust kantoor, samen met het nodige kantoormaterieel en een pc. Ook een abonnement op een krant, op de juridische gegevensbank Inforum en op een exemplaar van de Nieuwe Gemeentewet behoren tot de werkinstrumenten. Voor de burgemeester komt daar vaak nog een voltijds equivalent medewerker van niveau A en
Het doel van de ordonnantie is tweeledig: zoveel mogelijk transparantie bij de vaststelling én de toekenning van alles wat mandatarissen door de uitoefening van hun functie ontvangen en een maximale bezoldigingsgrens vastleggen. Door deze ordonnantie weet men voortaan wat er moet worden verstaan onder bezoldiging, voordelen in natura en representatiekosten. Dat is althans de nobele bedoeling van de wetgever. De tekst is echter niet altijd even duidelijk. De indieners van het voorstel waren zich daar blijkbaar ook wel van bewust, wat tevens blijkt uit de discussie tijdens de totstandkoming van de ordonnantie 7. Ze wensten een tekst die een zo groot mogelijke transparantie toelaat, met de bedoeling gegevens te verzamelen en toegankelijk te maken. "Ook de reizen en de overheidsopdrachten komen aan bod in deze tekst, die misschien niet alles op een perfecte manier regelt maar een nieuwe en democratische bekendmaking en transparantie mogelijk maakt 8." Vandaar dat de regering het nuttig achtte er een verduidelijkende omzendbrief aan toe te voegen. Een nieuw begrip: de openbare mandataris De ordonnantie is van toepassing op "alle openbare mandatarissen 9 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" 10. Hiermee wordt een nieuw begrip ingevoerd: de openbare mandataris. In de ordonnantie wordt het niet met criteria gedefinieerd, maar er wordt wel bepaald wie onder het toepassingsgebied van de ordonnantie valt: - elk lid van een beheersorgaan of beslissingsorgaan van een publiek of privaatrechtelijke rechtspersoon die direct of zijdelings ressorteert onder het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - de leden van de politieraden en politiecolleges - de burgemeesters en schepenen - de gemeenteraadsleden. We zien dus dat hoewel het eerste deel van artikel 2 het heeft over "alle openbare mandatarissen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest", het in werkelijkheid vooral gaat om de lokale mandatarissen. Wat de leden van politieraad en -college betreft, is het echter de vraag of de ordonnantiegever wel bevoegd is en uit de bespreking van de tekst kan men afleiden dat daaraan ook getwijfeld werd door het gewestelijk parlement 11. In elk geval gelden de regels voor de leden van alle gewestelijke semi-overheidsinstellingen 12, zoals de instellingen van openbaar nut type A en B, de intercommunales, de autonome gemeentebedrijven, de een voltijdse medewerker van niveau B bij. Vaak wordt zowel voor de burgemeester als de schepenen de sjerp ter beschikking gesteld. Vaak kunnen uitvoerende mandatarissen gebruik maken van een dienstvoertuig, al dan niet met chauffeur. Al naar gelang de gemeente wordt er een dienstvoertuig ter beschikking gesteld voor het hele College, dan wel per schepen. 7 Op verschillende plaatsen in de parlementaire stukken wordt er kritiek geleverd op de kwaliteit van de tekst die blijkbaar spoedig moest worden afgehandeld. "Overhaasting is geen synoniem van kwaliteit. Men heeft gezien tot wat zoiets leidt op het ogenblik van de (overhaast) hervorming van de politie [ ]". Brussels Hoofdstedelijk Parlement, Verslag, A 211/2 2005/2006, p. 4, p. 7, p. 8, p. 9, p. 12. 8 Voorstel van ordonnantie betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen, Verslag, A 211/2 2005/2006, p. 4. 9 De tekst is van toepassing op alle mandatarissen die op grond van hun mandaat van gemeenteraadslid in openbare instellingen, inclusief de gemeentelijke vzw's, zetelen. Dat punt brengt verschillende problemen teweeg, zoals we zullen zien. 10 Art. 2 Ordonnantie betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse Openbare mandatarissen (hierna: Ordonnantie). 11 Voorstel van ordonnantie betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen, Verslag, A 211/2 2005/2006, p. 13, p. 16 17. 12 Gewestelijke semi-overheidsinstellingen:
bergen van barmhartigheid, de kerkfabrieken en de instellingen die belast zijn met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten en de gemeentelijke vzw's. De omzendbrief preciseert dat er bij gebrek aan een definitie van een "gemeentelijke vzw" wordt voorgesteld dat alleen de gemeentelijke vzw's die afhangen van de wet op de overheidsopdrachten beschouwd worden als openbare instelling in de zin van artikel 2 van de ordonnantie. Alle voorvermelde plaatselijke besturen worden door de ordonnantiegever als "openbare instelling" genoemd. Uiteindelijk blijft het begrip openbare mandataris onduidelijk in de ordonnantie en daar komt de omzendbrief ons ter hulp. Zo is de persoon die geen lokale verkozene is maar wel in een openbare instelling zetelt die in het toepassingsgebied van de ordonnantie valt, wel degelijk een openbaar mandataris in de zin van artikel 2. A fortiori is ieder mandataris (lokale of andere) die in een openbare instelling zetelt die in het toepassingsgebied van de ordonnantie valt, zeker een openbare mandataris in de zin van artikel 2. Aangezien de ordonnantie de situatie van de lokale verkozene en die van de mandataris in een openbare instelling anders regelt, rijzen er heel wat vragen voor vele lokale verkozenen die hun mandaat van gemeenteraadslid cumuleren met dat van mandataris in de genoemde openbare instellingen. Moesten de aangiftes dan twee keer ingediend worden (volgens de procedure voor de gemeenteraadsleden en vervolgens die voor de mandatarissen van openbare instellingen)? Moest men evenveel aangiftes doen als men mandaten heeft? Gelukkig heeft de omzendbrief op dat vlak enkele vragen beantwoord. We kunnen de regelgeving dus in 3 mogelijkheden samenvatten: 1. de lokale verkozene oefent geen enkel ander mandaat uit dat in het toepassingsgebied van de ordonnantie valt: dan volgt hij de regels van de ordonnantie met betrekking tot de lokale verkozenen; 2. de lokale verkozene oefent een of meer andere mandaten uit die onder het toepassingsgebied van de ordonnantie vallen: hij dient de regels te volgen van de ordonnantie, zoals de omzendbrief preciseert; 3. personen die geen lokaal verkozene zijn, maar wel een of meer andere mandaten bekleden die onder de ordonnantie vallen: zij dienen de regels van de ordonnantie te volgen die betrekking hebben op de leden van een beheersorgaan of een beslissingsorgaan van een openbare instelling. Voordelen, representatiekosten en werkinstrumenten De beheersorganen van de openbare instellingen moeten binnen de maand na hun installatie een algemene beslissing nemen over een aantal voordelen die de mandatarissen in die functie zullen krijgen 13. Zo moet het volgende worden vastgesteld: - ION type A: Gewestelijk Agentschap voor Netheid, Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest, Fonds voor de Financiering van het Waterbeleid, Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesauriën, Brussels Instituut voor het Milieubeheer, Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel, Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp; - ION type B: Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, Brusselse Huisvestingsmaatschappij, Gewestelijke Vennootschap haven van Brussel; - Andere gewestelijke semi-overheidsinstellingen: Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Brussel; - VZW's van regionaal belang: Brussels Energie Agentschap, Brussels Agentschap voor de Onderneming, Brussels International Tourism & Congress, Waarborgfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Teleport Brussel. 13 Art. 4, 1 Ordonnantie.
- het bedrag van de bezoldigingen, voordelen van alle aard, representatiekosten ten gunste van openbare mandatarissen; - de werkinstrumenten die ter beschikking gesteld worden van de openbare mandatarissen om hun mandaat uit te oefenen. De gemeenteraden 14 en de politieraden 15 zouden dus al een soortgelijke beslissing genomen moeten hebben, die ter goedkeuring aan de toezichthoudende overheid moet worden voorgelegd. De bezoldigingen, de voordelen van alle aard en de representatiekosten moeten in verhouding staan tot de uitoefening van het mandaat 16. Voordelen in natura Deze omschrijving laat nog ruimte voor interpretatie (binnen de grenzen van het feit dat het in verhouding moet staan tot het mandaat), behalve voor sommige voordelen die uitdrukkelijk worden verboden 17. Zo lezen we dat openbare instellingen hun openbare mandatarissen niet mogen geven: - een kredietkaart - groepsverzekeringen - maaltijdcheques - een openbare huurwoning. De ordonnantiegever bedoelt met groepsverzekering de aanvullende pensioenverzekering. Een verzekering voor geneeskundige zorgen of een hospitalisatieverzekering is wel toegelaten, omdat het gaat om een verzekering die een schaderisico dekt en niet bedoeld is om een kapitaal of rente op te bouwen. Ook andere verzekeringen die de openbare instellingen voor hun mandatarissen afsluiten tegen arbeidsongevallen of om de burgerlijke aansprakelijkheid te dekken tijdens de uitoefening van hun mandaat, zijn toegelaten 18. De term groepsverzekering is in die zin misschien wat ongelukkig gekozen. Het is tevens absoluut verboden voor een uitvoerende mandataris om een openbare huurwoning toegewezen te krijgen. Het begrip openbare huurwoning moet in de ruimste betekenis worden verstaan, zoals een woning, zelfs zonder dat het gaat om een sociale woning, verhuurd door een OCMW, een grondregie of de gemeente. Uit de toelichting van de indieners zou de bepaling niet van toepassing zijn op de uitvoerende mandatarissen die vóór de uitoefening van hun functie in een openbare woning woonden 19. Tijdens de discussie bleek deze bepaling het voorwerp van onenigheid 20. Volgens sommige parlementsleden moeten ook huurders van een woning een uitvoerend mandaat kunnen bekleden, terwijl andere parlementsleden dan weer meenden dat het een harde regel is, maar "in een geest die vergelijkbaar is met de regels die van toepassing zijn op de mandatarissen van overheidsopdrachten of op de advocaten 14 Art. 4, 2 Ordonnantie. 15 Art. 4, 3 Ordonnantie. 16 Art. 4, 4 Ordonnantie. 17 Art. 6 Ordonnantie. 18 Brussels Hoofdstedelijk Parlement, V. en A., nr. 19, Vraag nr. 438, 2 mei 2006, p. 44. 19 Brussels Hoofdstedelijk Parlement, Voorstel van Ordonnantie betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen, p. 10. 20 De discussie ging over het principe en over het probleem dat zich stelt wanneer iemand mandataris wordt tijdens zijn huurcontract. Moet deze persoon dan onmiddellijk de huurovereenkomst opzeggen en een andere woning zoeken? Kan er een overgangsrecht worden uitgewerkt? Mag de huurder die mandataris geworden is, blijven en hoe zit dat met de kandidaat-huurder die mandataris geworden is en daardoor geen recht meer heeft op een sociale woning? Zie Brussels Hoofdstedelijk Parlement, Voorstel van Ordonnantie betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen, A-211/2, p. 6 7, p.11.
die zitting hebben in een ION" 21. Een verlenging van een huurcontract in een openbare woning staat trouwens gelijk met een toewijzing, zo blijkt uit de discussie 22. Representatiekosten Representatiekosten zijn wel nog toegelaten, maar ze zijn slechts vergoedbaar nadat ze werden gemaakt en bovendien alleen nog maar voor mandatarissen met een uitvoerend mandaat 23. De mandataris die de gemaakte onkosten wenst terugbetaald te hebben, zal die iedere keer moeten aangeven en motiveren. Aan reizen tilde de ordonnantiegever blijkbaar zwaar. Ook reizen worden beperkt en aan de voorwaarden van een beslissing onderworpen 24. Elke openbare instelling die haar leden mandatarissen op reis stuurt, moet daarover een beslissing nemen die aan de regering wordt meegedeeld. Voor de gemeente komt dit neer op een beslissing die onderworpen is aan het algemene toezicht. Voor de reizen is het criterium trouwens niet zozeer wie de mandataris uitnodigt, dan eerder wie de kosten van de reis op zich neemt. Zo kan de mandataris worden uitgenodigd, terwijl zijn gemeente die reis betaalt. In dat geval is de beslissing om de mandataris op reis te laten gaan, onderworpen aan het algemene toezicht. Werkinstrumenten Voor de werkinstrumenten geldt tot slot als criterium de redelijkheid. De werkinstrumenten die het bestuur aan zijn mandatarissen ter beschikking stelt, moeten strikt noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het mandaat. In de omzendbrief worden een paar voorbeelden opgesomd, zoals een quotum postzegels, een mobiele telefoon met abonnement, een computer en zelfs een dienstwagen, in voorkomend geval met chauffeur. De ordonnantiegever benadrukt expressis verbis dat buitensporige middelen die niet in verhouding staan tot het ambt in principe niet mogen worden toegekend. Maximumbedrag Volgens de ordonnantie moet de regering voor de mandatarissen van gemeenten, politiezones en voor ieder type instelling dat zij bepaalt, nog een maximumbedrag vaststellen voor alle bezoldigingen, voordelen in natura en representatiekosten, dat door de openbare instellingen moet worden nageleefd. Er zijn telkens drie maximumbedragen: totaal begrotingskrediet voor de bezoldigingen van de instelling, verdeling van het totale begrotingskrediet en tot slot de maximumbedragen voor de openbare mandatarissen. 25 Om die maxima vast te stellen vond de regering het raadzaam om eerst een na te gaan wat er zoal betaald of ter beschikking gesteld wordt. Voorlopig moeten de instellingen het zonder absoluut maximum stellen 26. 21 Brussels Hoofdstedelijk Parlement, Voorstel van Ordonnantie betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen, p. 5: "Inzake huisvesting, zijn er de woningen in de Grondregie, die allemaal in de grootste transparantie verhuurd worden. Een politiek mandataris mag daar niet meer in wonen. Waarom is hij dat niet waard? Waarom is dat verboden?" 22 Brussels Hoofdstedelijk Parlement, Voorstel van Ordonnantie betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen, Verslag, A-211/2 2005/2006, p. 6, 11 en 26 23 Art. 6 Ordonnantie. 24 Art. 6 Ordonnantie. 25 Art. 5, 1 en 2, en art. 6, 3 e lid Ordonnantie. 26 Brussels Hoofdstedelijk Parlement, V. en A., nr. 23, Vraag nr. 453, 5 juli 2006.
Bovenop de maximumbedragen voor elk type instelling wordt er in de ordonnantie nog een ander maximumbedrag vastgelegd dat van toepassing is op de mandataris zelf met betrekking tot al zijn mandaten: het bedrag van de som van alle bezoldigingen en voordelen van alle aard die verkregen worden door de uitoefening van alle openbare mandaten, functies, afgeleide mandaten of opdrachten van politieke aard, mag immers niet hoger zijn dan 150 % van het bedrag van de parlementaire vergoeding van de leden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers 27. Onder afgeleid mandaat moet worden verstaan elk mandaat dat wordt uitgeoefend op grond van het feit dat een persoon gemeenteraadslid is. Het gaat om mandaten zowel in privaatrechtelijke rechtspersonen als om publiekrechtelijke rechtspersonen. Een mandaat in een gemeentelijke vzw behoort eveneens daartoe, ook al is de notie gemeentelijke vzw niet wettelijk gedefinieerd. De mandaten worden zeer ruim gedefinieerd. Een cumul is niet verboden, maar wel geplafonneerd. Concreet betekent dit dat gemeentelijke mandatarissen met een Europees parlementair mandaat de grenzen van de toegelaten bezoldiging overschrijden 28. De omzendbrief preciseert dat de helft van de parlementaire jaarbezoldiging 50.899,57 euro bedraagt voor 2006. In de omzendbrief wordt dat bedrag met drie vermenigvuldigd, waardoor 152.698,71 euro verkregen wordt, zijnde het maximumbedrag van de bezoldigingen in het kader van de ordonnantie (voor het jaar 2006). Met betrekking tot de voordelen van alle aard is er het probleem van de raming van de waarde. Uit de voorbereidende werkzaamheden blijkt dat onder voordelen van alle aard hetzelfde moet worden verstaan als "voordelen die krachtens het Wetboek van Inkomstenbelastingen belastbaar zijn". In de omzendbrief wordt het privé-gebruik van een auto die door de instelling ter beschikking wordt gesteld als voordeel van alle aard in de zin van de ordonnantie. Steeds wanneer een voordeel van alle aard moet worden aangegeven aan de personenbelasting geldt het voor de berekening van het toegelaten bedrag van de mandataris. Een mandataris mag naast zijn politieke activiteiten ook nog steeds beroepsactiviteiten uitoefenen. De inkomsten die hij daaruit verwerft, komen niet in aanmerking voor het cumulbedrag 29. Alle andere bedragen moeten worden opgeteld en wanneer de mandataris het maximum van 150 % overschrijdt, moeten de bezoldigingen en de voordelen in natura die verbonden zijn aan de uitoefening van een openbaar mandaat, tot het maximumbedrag worden verminderd, te beginnen met de hoogste bezoldiging of het grootste voordeel in natura. De ordonnantie en de omzendbrief zwijgen in alle talen over de praktische manier om de vermindering tot het plafond van de bezoldigingen toe te passen. Er wordt alleen gepreciseerd 30 dat de toezichthoudende overheid [aan wie een verminderingsplan meegedeeld werd] van de openbare instellingen en de gemeenten ervoor zal zorgen dat de vermindering ten belope van de overschrijding doorgevoerd wordt in de vormen en binnen de termijnen die de Regering vaststelt. 27 Art. 3 Ordonnantie. Zie Brussels Hoofdstedelijk Parlement, V. en A., nr. 26, vraag nr. 540, 28 december 2006, p. 54. Op de vraag of het eindejaarsgeld en het vakantiegeld meegerekend moet worden voor de berekening van het maximumbedrag antwoordt de Minister dat alle bezoldigingen en voordelen van alle aard moeten worden samengeteld. We kunnen hieruit afleiden dat onder het in aanmerking te nemen loon ook de eindejaarspremie en het vakantiegeld moet worden meegerekend. 28 Het Europees parlementaire mandaat wordt zodanig betaald dat de grens opgelegd in artikel 3 van de ordonnantie wordt overschreden. Brussels Hoofdstedelijk Parlement, V. en A., nr. 26, vraag nr. 537, 18 december 2006, p. 51. 29 "Er wordt gepreciseerd dat het gaat over openbare politieke mandaten, functies, afgeleide mandaten of ambten om te voorkomen dat de vergoedingen voor een beroepsactiviteit die als hoofdberoep wordt uitgeoefend meegeteld worden voor de berekening van het maximum." Toelichting, A 211/1 2005/2006, p. 5. 30 Art. 8, 1, 4 e lid, en 2, 4 e lid Ordonnantie.
We kunnen ons nochtans gemakkelijk problemen voorstellen en het geheel lijkt ons momenteel totaal onpraktisch. Jaarverslag 31 Alle openbare instellingen, gemeenten en politiezones moeten een jaarlijks verslag opstellen waarin ze een omstandig overzicht geven van de bedragen van alle bezoldigingen, voordelen in natura en representatiekosten die ze betalen aan hun mandatarissen 32. Ook de reizen die de instelling organiseert en waaraan de mandataris in die hoedanigheid heeft deelgenomen moeten erin worden vermeld. Controle en sancties Zowel de leden van een beheersorgaan of beslissingsorgaan van een openbare instelling als de burgemeesters, schepenen en gemeenteraadsleden moeten aangifte doen van alle openbare mandaten, functies, afgeleide mandaten of opdrachten van politieke aard die zij uitoefenen. Ook moeten ze onverwijld elke wijziging in hun toestand meedelen 33. - Voor de gemeenteraadsleden alsook de schepenen en burgemeesters) moet die aangifte bij de gemeentesecretaris 34 (deze laatste moet de aangiften naar de toezichthoudende overheid zenden). De lokale verkozenen die een mandaat uitoefenen in een andere instelling die onder de ordonnantie valt (politieraad, openbare instelling) dienen dus slechts één aangifte in bij hun gemeentesecretaris. - Voor de overige openbare mandatarissen, d.w.z. degene die in een openbare instelling zetelen zonder tegelijk lokale verkozene te zijn, moeten die aangifte rechtstreeks doen bij een daartoe door de regering opgericht controleorgaan. Het controleorgaan moet nog door de regering gecreëerd worden, maar de omzendbrief preciseert dat de aangiftes in de tussentijd naar het ministerie van het Gewest gezonden moeten worden. Het is de bedoeling om op termijn een vaste controlecel op te richten, de "cel transparantie van de bezoldigingen", die zal moeten instaan voor het toezicht op de uitvoering van de ordonnantie. Als toezichthoudende overheid zal deze nog op te richten permanente dienst een jaarverslag opstellen over de uitvoering van de ordonnantie 35. De mandatarissen die zich niet houden aan de regels riskeren strengen straffen, gaande van een gevangenisstraf van één maand tot drie jaar en een boete tot de onverkiesbaarverklaring voor de eerstvolgende gemeente- en OCMW-raadsverkiezingen 36. Ze kunnen evenmin niet meer worden voorgedragen voor om het even welke functie binnen de openbare instellingen die rechtstreeks of onrechtstreeks afhangen van de gemeente. Langs de andere kant kan de onverkiesbaarheid niet worden opgelegd als sanctie aan gewestelijke of federale parlementsleden, aangezien dit niet tot de bevoegdheid van de ordonnantiegever behoort. Zij kunnen enkel onverkiesbaar worden verklaard voor het lokale niveau. 31 De ordonnantie en de omzendbrief vermelden ook in het hoofdstuk van het jaarverslag dat de lijst van alle toegewezen overheidsopdrachten, de bedragen en de begunstigde van die opdrachten bekendgemaakt moet worden, steeds met de bedoeling om zoveel mogelijk transparantie na te leven en mogelijke belangenconflicten uit te sluiten. 32 Art. 7 Ordonnantie. 33 Binnen de termijn van 1 maand. Art. 8 1 Ordonnantie. 34 Art. 8, 2 Ordonnantie. 35 De regering wenst hiervoor vier voltijdse personeelsleden aan te werven. Brussels Hoofdstedelijk Parlement, V. en A., nr. 29, Vraag nr. 595, 17 februari 2007, p. 26. 36 Art. 8, 3 Ordonnantie.