Borstvoeding: hoe en waarom?



Vergelijkbare documenten
Borstvoeding. Waarom en hoe?

Borstvoeding. Waarom en hoe?

Borstvoeding en diabetes

Patiënteninformatie. Diabetes en Borstvoeding

PATIËNTEN INFORMATIE. Borstvoeding en diabetes

Signalen dat het kind niet goed is aangelegd Voeden: hoe lang en wanneer

Het is belangrijk dat de baby binnen 1 uur na de geboorte aan de borst wordt gelegd

Praktische informatie bij de start van borstvoeding

Welke voeding gaat u uw baby geven?

Inleiding Tien vuistregels Bijzondere eigenschappen van moedermelk

Borstvoeding geven, gewoon doen?! Annet Mulder Lactatiekundige ZGT / lactatiekundige praktijk

INFORMATIE OVER BORSTVOEDING FRANCISCUS VLIETLAND

Borstvoeding en diabetes

INFORMATIEAVOND BORSTVOEDING

Borstvoeding in het SKB

Borstvoeding. Informatie voor kraamvrouwen. Patiënteninformatie Borstvoeding informatie voor kraamvrouwen

Borstvoeding en diabetes

Borstvoeding bij uw te vroeg geboren baby. Afdeling C3 / D3 IJsselland Ziekenhuis

Borstvoeding voor een prematuur geboren baby

Borstvoeding geven, gewoon doen?!

Borstvoeding. Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Waarom borstvoeding? Wanneer voor het eerst voeden?

Contents Wat je moet weten over het geven van borstvoeding.

Wat je moet weten over borstvoeding

Borstvoeding en diabetes mellitus

Borstvoeding geven aan uw te vroeg geboren baby. Vrouw - Moeder - Kind centrum

Borstvoeding bij te vroeg geboren baby s. Adviezen voor ouders en verzorgers.

Borstvoeding. Informatie voor kraamvrouwen. Patiënteninformatie Borstvoeding informatie voor kraamvrouwen versie 02

Borstvoeding. borstvoeding. Geachte (aanstaande) ouders,

Borstvoeding. Verloskunde en Kindergeneeskunde

Borstvoeding opbouwen, bijvoeding afbouwen

Borstvoeding bij te vroeg geboren baby s

Moeders worden binnen een uur na de geboorte van hun kind geholpen met borstvoeding geven

BORSTVOEDING FRANCISCUS GASTHUIS & VLIETLAND

Afdeling Kind & Jeugd/ verloskunde INFORMATIE OVER BORSTVOEDING DE EERSTE WEKEN

Borstvoeding premature baby

borstvoeding, het gaat lukken Gertie Roberts lactatiekundige IBCLC

Borstvoeding. Folder: 469 Dit is een uitgave van het Flevoziekenhuis Afdeling Verloskunde September

Borstvoeding. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie. Informatie voor aanstaande moeders KRAAMAFDELING TELEFOON KINDERAFDELING

Borstvoeding en diabetes mellitus

Geboortecentrum. Tips bij borstvoeding. Gezien vanuit uw kindje

Borstvoeding. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Verloskunde/Kindergeneeskunde

Afdeling Verloskunde, locatie WKZ. Borstvoeding geven aan een meerling

Borstvoeding Inleiding Voordelen borstvoeding Vraag en aanbod Huid op huid contact Colostrum

Borstvoeding voor een twee- of meerling

Inleiding Voordelen borstvoeding Vraag en aanbod

Borstvoeding geven aan een tweeling

Meerlingen en borstvoeding

Borstvoeding in het TweeSteden ziekenhuis

Yunio Borstvoeding. Verstopt melkkanaal en borstontsteking. Yunio is onderdeel van.

Afkolven van moedermelk

Borstvoeding geven met een tepelhoed

Borstvoeding prematuur

Wat je moet weten over borstvoeding

borst voeding bij te vroeg geboren baby s

Ik wil de eerste dagen 8 tot 12 keer aan de borst

Het afkolven van moedermelk

PATIËNTEN INFORMATIE. Borstvoeding

Borstvoeding aan de rand prematuur

Het gedrag van een pasgeboren baby en borstvoeding

Borstvoeding voor een twee- of meerling

Borstvoeding Inleiding Voordelen borstvoeding Vraag en aanbod

Borstvoeding Borstvoeding

Patiëntenvoorlichting Verloskunde

Borstvoeding voor een couveusebaby

Kolven als uw baby is opgenomen op afdeling neonatologie. Moedermelk is de beste voeding die u aan uw baby kunt geven.

Leefregels en adviezen voor de kraamvrouw

H Kolven

Afkolven van moedermelk

Op zowel de kraamafdeling als de kinderafdeling wordt gewerkt volgens de Tien vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding.

Borstvoeding aan de premature baby

Borstvoeding geven aan een randpremature en/of dysmature baby

Andriesje wil 8 tot 12x per dag eten

Kennismaken met uw baby De fysiologische blauwdruk van uw baby

Wat maakt borstvoeding zo bijzonder? Voordelen voor je baby Voordelen voor jezelf Gefeliciteerd met je baby!

Borstvoeding bij de premature pasgeborene

Afkolven van moedermelk

Borstvoedingsbeleid MC Zuiderzee

Patiënteninformatie. Informatie over het geven van flesvoeding

Afkolven van moedermelk

Inhoudsopgave 10 vuistregels Moedermelk 3 Hoe bereid je je voor op borstvoeding Het eerste moment samen Huid-op-huidcontact

Borstvoeding voor een couveusebaby

16. MOGELIJKE BORSTVOEDINGSPROBLEMEN: VOORKOMEN EN BEHANDELEN

Afkolven van moedermelk

Naam baby: Tijdstip geboorte:

Therapeutisch flesvoeden

PATIËNTEN INFORMATIE. Borstvoeding

PATIËNTEN INFORMATIE. Borstvoeding geven. aan uw te vroeg geboren baby

Kunstvoeding geven aan uw baby

Stuwing & mastitis. Folder: 871 Dit is een uitgave van het Flevoziekenhuis Afdeling Verloskunde September

Verloskunde Als uw baby extra zorg nodig heeft.

PATIËNTEN INFORMATIE. Borstvoeding en diabetes

Borstvoeding, de beste start!

Borstvoeding. Wat je moet weten

Lactatiekundige. Hulp bij borstvoeding

Borstvoeding voor te vroeg geboren kinderen

Kolfdagboekje (Aanvulling op folder 'Borstvoeding') Vrouw- Moeder-Kind centrum

Tips en adviezen voor de kraamperiode. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Borstvoeding geven aan een baby met het syndroom van Down

Natuurlijk kunt u altijd bij onze lactatiekundige terecht als u vragen of problemen heeft. De contactgegevens vindt u achter in deze folder.

Transcriptie:

Borstvoeding: hoe en waarom? Inhoud 2 Waarom borstvoeding? 3 Hoe werkt borstvoeding? 4 Hoe pakt u het aan? 9 Wat te doen bij problemen 10 Borstvoeding bij bijzondere omstandigheden 15 Meer weten? In deze brochure kunt u, nu de baby er nog niet is, rustig kennismaken met borstvoeding. Misschien vraagt u zich af hoe u het geven van borstvoeding moet aanpakken. Wellicht twijfelt u eraan of het wel zo zinvol en handig is. Wij geven u hopelijk antwoord op de meeste vragen. Wilt u meer weten, dan kunt u altijd bij ons terecht. U vindt onze contactgegevens achter in deze brochure.

Waarom borstvoeding? Borstvoeding geven heeft voordelen voor moeder en baby. VUmc onderschrijft daarom het advies van de Wereldgezondheidsraad om baby s de eerste zes maanden uitsluitend borstvoeding te geven. Ons beleid is er op gericht u en uw baby tijdens de borstvoedingsperiode zo goed mogelijk te begeleiden. Voordelen voor de baby: de best denkbare voeding Uw lichaam zorgt ervoor dat de samenstelling van uw borstvoeding steeds perfect is aangepast aan de leeftijd en behoeftes van uw baby. Dat is zelfs zo als de baby te vroeg geboren wordt. Ook dan is de moedermelk precies aangepast aan wat uw kind nodig heeft op dat moment. Borstvoeding is zo compleet dat uw baby de eerste zes maanden van zijn leven geen ander voedsel nodig heeft. Bovendien bevat borstvoeding belangrijke stoffen zoals groeifactoren en antistoffen die niet na te maken zijn. Baby s die borstvoeding krijgen zijn daardoor minder vaak ziek en komen minder vaak in het ziekenhuis terecht dan baby s die flesvoeding krijgen. Uw lichaam maakt namelijk antistoffen (immunoglobulines) aan tegen bacteriën in uw omgeving. Deze antistoffen komen via de moedermelk ook bij de baby terecht. Baby s die borstvoeding krijgen hebben daardoor minder last van diarree, luchtweginfecties en middenoorontsteking. Borstvoeding zorgt er ook voor dat uw baby minder kans loopt om allergie te krijgen. Borstvoeding is licht verteerbaar. De eerste moedermelk werkt laxerend, zodat de baby minder last heeft van verstopping. Een ander voordeel is ten slotte dat het drinken aan de borst een goede ontwikkeling van de kaken bevordert. Er zijn aanwijzingen dat baby s die volledig borstvoeding hebben gehad als volwassen minder kans hebben op overgewicht, hoge bloeddruk harten vaatziekten. Voordelen voor de moeder: minder ongemakken en ziektes Moeders die borstvoeding geven zijn na de zwangerschap sneller terug op hun oorspronkelijke gewicht. Zij hebben minder bloedverlies na de bevalling en de menstruatie blijft langer weg. Daarnaast hebben moeders die borstvoeding geven later minder kans op osteoporose (botontkalking), reuma en borstkanker. De kans op borstkanker is kleiner naarmate er langer borstvoeding is gegeven en indien er aan meerdere kinderen borstvoeding is gegeven. 2

Minstens zo belangrijk is het voordeel dat het geven van borstvoeding moeders snel vertrouwd maakt met hun baby. Hoe werkt borstvoeding? Tijdens de zwangerschap groeien de borsten onder invloed van hormonen. Er wordt nieuw klierweefsel gevormd en nieuwe melkkanaaltjes. In het klierweefsel wordt in de borstvoedingsperiode melk gemaakt. De tepels en tepelhof worden groter en donkerder. De borsten kunnen gevoelig zijn. Aan het eind van de zwangerschap is het mogelijk dat er al een druppeltje melk uit de tepel komt. Uw lichaam bereidt zich voor op de komst van de baby. U hoeft niets te doen om uw borsten voor te bereiden op borstvoeding geven. De kleine kliertjes op de tepelhof scheiden talg af waardoor tepel en tepelhof niet uitdrogen. De borsten wassen met water is de beste verzorging. Crèmes of lotions zijn niet nodig. Na de bevalling komt de borstvoeding op gang onder invloed van twee hormonen die gemaakt worden door de hypofyse. Prolactine zorgt voor de aanmaak van melk. Elke keer als de baby aan de borst zuigt, wordt het prolactinegehalte in het bloed hoger. Dit stimuleert de aanmaak van melk. Hoe vaker de baby wordt aangelegd, hoe meer melk er wordt geproduceerd. Na een aantal weken reageert het prolactine gehalte veel minder op zuigen van de baby. De melkproductie reageert dan op het leegmaken van de borst. Hoe vaker de borst wordt leeggedronken, hoe sneller er weer melk wordt gemaakt. Als de baby groter wordt en meer melk nodig heeft, zal hij vaker om melk vragen. De melkproductie past zich aan aan de vraag van de baby. Oxytocine zorgt voor de toeschietreflex; de melkkanaaltjes gaan openstaan zodat de melk de borst uit kan stromen. Moeders ervaren dat als een prikkelend, warm gevoel in de borst. Oxytocine zorgt ook voor het samentrekken van de baarmoeder tijdens het voeden. Er treden meerdere toeschietreflexen op tijdens een voeding. Het kan ongeveer twee minuten duren voordat een toeschietreflex optreedt. Warmte (warme doeken, warme douche) en massage (van schouders en borsten) kunnen het krijgen van een toeschietreflex stimuleren. Ook door het zien van de baby of door het horen huilen van de baby, kan een toeschietreflex ontstaan. 3

Colostrum: de eerste moedermelk De eerste moedermelk wordt colostrum genoemd. Er zitten veel voedingsstoffen, mineralen en antistoffen in colostrum. Colostrum is calorierijk; er is daarom weinig van nodig om de baby de eerste dagen te voeden. De kleur van colostrum is meestal geel. Per voeding is er 5 tot 30 ml colostrum beschikbaar. Dat is voldoende voor de eerste (drie) dagen. De maag van de baby is nog erg klein en kan nog geen grote hoeveelheden voeding verwerken. Colostrum is laxerend en stimuleert de darmpjes van de baby. De eerste taaie ontlasting raakt de baby daardoor makkelijker kwijt. Na ongeveer twee weken is de colostrum veranderd in rijpe moedermelk. Rijpe moedermelk is wit van kleur en is iets anders van samenstelling. Het ziet er waterig uit maar bevat voldoende voedingsstoffen. Hoe pakt u het aan? De eerste keer Zodra de baby geboren is, wordt hij direct op uw buik gelegd en warm toegedekt. Dit wordt huid-op-huid contact genoemd. Zo is er gelegenheid voor u en uw baby om elkaar te leren kennen zonder gestoord te worden. Als de baby een beetje is bijgekomen van de geboorte gaat hij op zoek naar uw tepel. Dit kan al na tien minuten zijn, maar ook pas na een uur. De baby gaat op de geur van de tepel af en voelt met zijn handjes waar de tepel zich bevindt. De baby wordt door de verpleegkundige geholpen zijn eerste borstvoeding te drinken. Huid-op-huid contact is belangrijk voor de borstvoeding. Het helpt de borstvoeding op gang te komen en het stimuleert de baby om te gaan drinken. Aanleggen: uw baby aan de borst De verpleegkundige helpt u de eerste keren dat u de baby aan de borst hebt. Dit heet aanleggen van de baby. De meeste moeders moeten leren hoe ze moeten aanleggen. Baby s weten meestal wel wat ze moeten doen. U zit of ligt in een comfortabele houding, eventueel gesteund door kussens. Een stevig borstvoedingskussen kan erg handig zijn. Het hoofd en lichaam van de baby moeten in één lijn liggen (dus niet met zijn nek gedraaid) zodat hij ontspannen kan drinken. De baby s buik ligt tegen uw buik aan, zijn neus ligt ter hoogte van de tepel. U ondersteunt uw borst met een open hand, vingers tegen de ribbenkast en de duim er bovenop, ver achter de tepelhof. Zo zorgt u ervoor dat de borst niet wordt afgekneld. 4

U strijkt met uw tepel over de lipjes van de baby. Zo worden de zoeken zuigreflexen van de baby gestimuleerd. De baby doet zijn mond wijd open (als een geeuw) en u brengt hem naar de borst. Tegelijkertijd ondersteunt u de baby met uw hand tegen zijn schouderbladen en nek, uw vingers onder zijn wang. Een baby vindt het niet prettig om geduwd te worden tegen de achterkant van het hoofd. Zijn hoofdje ligt iets achterover gekanteld en zijn kinnetje raakt als eerste de borst. Hij heeft de tepel en een groot deel van de tepelhof in zijn mond. Zijn lipjes zijn naar buiten gekruld en zijn tong ligt onder de tepel. Als het neusje van de baby de borst raakt, kunt u zijn billetjes dichter naar u toe trekken zodat zijn hoofd iets achterover kantelt. De baby maakt eerst korte zuigbewegingen en drinkt daarna met flinke teugen. Hij heeft zijn ogen half open. Af en toe houdt hij even pauze. Als de baby slikt is dat te horen. Borstvoeding hoeft geen pijn te doen. In het begin kunt u wat pijn ervaren als de baby begint te zuigen. Als het zuigen pijnlijk blijft ligt de baby waarschijnlijk niet helemaal goed aan de borst. U verbreekt het vacuüm door uw pink in zijn mondhoek te stoppen. De baby laat de borst dan los en kan opnieuw worden aangelegd. Ook als de baby sabbelt in plaats van te drinken en te slikken is hij waarschijnlijk niet goed aangelegd. Wanneer wil uw baby drinken? Na de bevalling verblijft u met uw baby op één van de afdelingen verloskunde. De baby ligt in een wiegje naast uw bed. U kunt dan goed opletten wanneer uw baby honger heeft en kunt u de baby direct aanleggen. Als de baby wil drinken maakt hij smakkende geluidjes met zijn mond, zoekbewegingen met zijn hoofd of hij sabbelt op zijn knuistje. Dit zijn de eerste voedingssignalen. Huilen is een laat voedingssignaal, dan is de baby al gefrustreerd en overstuur. Het is moeilijk om een ongeduldige, huilende baby aan te leggen. U zult zien dat u de eerste voedingssignalen snel gaat herkennen. Gemiddeld drinkt uw baby 8 tot 12 keer per 24 uur aan uw borst. Zo is er genoeg gelegenheid om te oefenen en komt de borstvoeding goed op gang. De baby heeft ook s nachts voeding nodig. s Nachts vraagt uw baby met grotere tussenpozen zodat u en uw baby vijf à zes uur kunnen slapen. 5

Hoe lang moet uw baby drinken? De baby mag drinken tot hij voldaan is en zelf de borst loslaat. Dit kan 10 tot 20 minuten duren. Het is belangrijk te wachten totdat de baby voldaan is, want de laatste melk in de borst is vetter en levert meer calorieën waardoor de baby goed kan gaan groeien. Als de baby nog wakker is en belangstelling heeft, kan hij na een boertje opnieuw worden aangelegd aan de tweede borst. Hij kan eventueel tussendoor verschoond worden als hij slaperig is. De volgende voeding begint de baby met de tweede borst. Elke voeding wordt afwisselend met borst 1 of borst 2 begonnen. Als de productie goed op gang is kan de baby ook genoeg hebben aan één borst per voeding. Eigen ritme Na verloop van tijd krijgt de baby een eigen ritme. Sommige baby s zijn tevreden met minder vaak voeden. Anderen blijven vasthouden aan zeven of acht voedingen per 24 uur of meer. In de namiddag/avond willen veel baby s vaker een korte voeding. Dit is een normaal verschijnsel en wordt clustervoeden genoemd. Omdat er s avonds vaak minder melk wordt aangemaakt zorgt de baby zo dat hij toch voldoende binnenkrijgt. Baby s veranderen nogal eens van ritme. Dat hoeft niet te betekenen dat de borstvoeding niet goed gaat. Als baby s groeien hebben ze zogeheten regeldagen om te zorgen dat de borstvoeding zich aanpast aan hun groei. De baby vraagt dan vaker om een voeding. Als de baby vaker wordt aangelegd, gaat het lichaam van de moeder meer melk maken. Na een paar dagen is uw melkproductie aangepast aan de groei van uw baby. 6

Vind uw ideale houding Er zijn verschillende houdingen om een baby te voeden. Het is goed als u er een paar uitprobeert. Zo kunt u uitvinden welke houding het meest comfortabel is voor u en uw baby. Als u verschillende houdingen afwisselt worden de borsten aan alle kanten goed geleegd en wordt een verstopt melkkanaal voorkomen. Madonnahouding De madonnahouding is de bekendste borstvoedingshouding. Het hoofdje van de baby ligt in de elleboogholte van de moeder. Rugbyhouding Bij de rugbyhouding ligt het lichaam van de baby onder de arm van de moeder tegen haar lichaam aan. Zij ondersteunt zijn hoofd met haar hand en arm. Deze houding is ook geschikt voor te vroeg geboren baby s (prematuren). Doorgeschoven houding De doorgeschoven houding is geschikt om te leren borstvoeding te geven. De moeder kan haar borst en het hoofdje van de baby sturen. Liggende houding De liggende houding is een prettige houding voor s nachts en om bij uit te rusten. 7

Is het voldoende? In principe heeft de baby genoeg aan borstvoeding. In sommige situaties is bijvoeding nodig. Als de baby te veel afvalt, onvoldoende groeit of als de moedermelkproductie laat op gang komt, kan de kraamverpleegkundige of de lactatiekundige (borstvoedingsdeskundige) uitzoeken hoe de borstvoeding gaat. Misschien moet de baby vaker of anders worden aangelegd. Er kan ook een medische reden zijn voor het geven van bijvoeding. De kinderarts of verloskundige bepaalt of er bijgevoed moet worden. Bijvoeden met afgekolfde moedermelk van de baby s eigen moeder heeft de voorkeur. Als dat niet voorradig is, wordt er bijgevoed met kunstmatige zuigelingenvoeding. De baby wordt met een speciaal cupje bijgevoed. Dit om te voorkomen dat de baby niet goed meer weet hoe hij aan de borst moeten drinken als hij in de kraamperiode is bijgevoed met de fles. Als de baby bijgevoed wordt, begint de moeder met kolven. De opslagcapaciteit van de borst De voorraad melk die in de borst opgeslagen wordt kan per moeder verschillen. Moeders die minder opslagcapaciteit hebben, zullen vaker voeden dan moeders met een grote opslagcapaciteit. Dit zegt niets over de aanmaak van moedermelk. Die is bij de meeste moeders hetzelfde. Wanneer gaat het goed? De borstvoeding verloopt goed als de baby: niet meer afvalt na de eerste week de eerste maanden tussen de 100 en 200 gram aankomt per week in de eerste week de zwarte, taaie ontlasting is veranderd in gele, brijachtige ontlasting de eerste paar weken meerdere keren per dag ontlasting heeft (vanaf 4-6 weken hebben sommige baby s minder poepluiers. Zolang de baby goed groeit is dat geen probleem.) na de eerste dagen minstens 6 natte luiers per etmaal heeft. Als u twijfelt of de borstvoeding goed gaat, kunt u het consultatiebureau of ouder-kindcentrum om een extra controle vragen. Veel ouder en kind centra hebben lactatiekundigen in dienst. Ook kunt u contact zoeken met één van de borstvoedingsverenigingen die achter in deze folder staan. 8

Wat te doen bij problemen Stuwing Als de melkproductie op gang komt, ongeveer de derde dag na de bevalling, kan er stuwing ontstaan. Er is een toename van de bloedvoorziening en vocht naar de borsten. Dit is een normaal verschijnsel en een teken dat de melkproductie op gang komt. Bij stuwing zijn de borsten gezwollen en pijnlijk. Er kan ook lichte verhoging optreden. U kunt stuwing voorkomen door de baby regelmatig aan te leggen en de borsten goed leeg te laten drinken, ook in de nacht. Als de stuwing ernstig is, kan het voor de baby lastig zijn om de borst te pakken. Het helpt om van te voren uw borsten voorzichtig te masseren en te verwarmen met warme doeken. De borst in een kom warm water dompelen helpt ook goed. U kunt ook een beetje melk kolven met de hand of met een apparaat zodat de tepel minder gezwollen is. Na de voeding kan een koud kompres op de borsten verlichting geven. Als de stuwing ernstig is, kunt u proberen de borsten een keer helemaal leeg te kolven met een kolfapparaat. Om de stuwing niet erger te maken moet de zuigkracht zo laag mogelijk ingesteld staan. Bij pijn kunt u paracetamol voor pijnstilling nemen. Een stevige BH (zonder beugel) kan de borsten goed ondersteunen en is comfortabel. Verstopt melkkanaaltje Als u een pijnlijke, harde plek in de borst heeft, heeft u waarschijnlijk een verstopt melkkanaaltje. Een verstopt melkkanaaltje ontstaat als de borst niet goed geleegd is. De achtergebleven melk lekt weg in de weefsels en veroorzaakt een ontstekingsreactie of dikt in. Als de verstopping niet opgelost wordt, kan er een borstontsteking ontstaan. U kunt de verstopping verhelpen door voor het kolven de borsten te warmen door een warme doek of een kruik op de borst te leggen of door de borst in een kom warm water te weken. Ook helpt het als u tijdens het voeden met de hele hand de harde plek masseert, naar de tepel toe. Na het voeden kunt u een koud kompres op de borst leggen om de zwelling en pijn te verminderen. U kunt ook tijdens douchen of baden de harde plek masseren. 9

Door de baby regelmatig de borsten leeg te laten drinken en geen voedingen over te slaan kunt u verstopping voorkomen. Een knellende BH, strak zittende kleding of het dragen van een schoudertas kunnen ook een verstopt melkkanaal veroorzaken. Borstontsteking Als u een harde pijnlijke en/of rode plek heeft in de borst en u voelt zich daarbij grieperig (hoofdpijn, rillerig, pijnlijke spieren), dan bestaat de kans dat u een borstontsteking heeft. Bij een bacteriële ontsteking heeft u ook koorts. Een borstontsteking kan worden veroorzaakt door een verstopt melkkanaal maar ook door een bacterie. Ook beschadiging (en vervolgens infectie) van de tepel kan leiden tot borstontsteking. Het is belangrijk om bij een borstontsteking te blijven voeden. De doorstroming van melk draagt bij aan de genezing. Verder kunt u dezelfde maatregelen nemen als bij een verstopt melkkanaal. Als u een borstontsteking heeft, moet u (bed)rust houden. Door rust kan het lichaam de infectie bestrijden. De koorts mag echter niet langer duren dan 24 uur. In dat geval moet u naar de huisarts, die u waarschijnlijk antibiotica voorschrijft. De huisarts houdt er bij de keuze van het antibioticum rekening mee dat u borstvoeding geeft. Er zijn antibiotica die niet schadelijk zijn voor de baby. Het is mogelijk dat de baby de melk van de borst met ontsteking niet zo lekker vindt en niet aan die borst wil drinken. Dan is het verstandig om aan die kant de voeding af te kolven tot de baby daar weer wil drinken. Intussen laat u uw baby aan de niet ontstoken borst drinken. Borstvoeding bij bijzondere omstandigheden Soms zijn er bijzondere omstandigheden die invloed kunnen hebben op het verloop van de borstvoeding. Bijzondere omstandigheden zijn bijvoorbeeld: een keizersnede, vroeggeboorte, diabetes. Gelukkig is het bijna altijd mogelijk om borstvoeding te geven ongeacht de omstandigheden. Het team van verloskunde en neonatologie probeert moeders hierin zo goed mogelijk te begeleiden. Keizersnede Als de baby na een keizersnede geboren wordt en hij is in goede conditie, dan wordt hij door de verpleegkundige van de afdeling verloskunde naar de uitslaapkamer gebracht zodra de moeder daar arriveert. De partner van de moeder is er bij. De baby wordt met alleen een luier aan bij de 10

moeder op haar blote huid gelegd. Hij wordt toegedekt met warme moltons. Zo kunnen ouders en baby met elkaar kennis maken. Als de baby op zoek gaat naar de borst wordt zowel de baby als de moeder geholpen met aanleggen. Eenmaal terug op de afdeling verloskunde wordt de baby aangelegd zodra hij daarom vraagt. Voorwaarde is wel dat de moeder in goede conditie is. Het kan na een keizersnede in het begin wat lastig zijn voor de moeder om een comfortabele houding te vinden voor het geven van borstvoeding. Er zijn verschillende mogelijkheden. Met behulp van kussens wordt samen met de verpleegkundige een ontspannen houding gezocht. De moeder krijgt goede pijnbestrijding voor de pijn aan de wond. Soms komt de melkproductie wat later op gang na een keizersnede. Het is mogelijk dat de baby kortdurend bijvoeding nodig heeft en dat de moeder extra kolft om de melkproductie te stimuleren. Vroeggeboorte Als een baby te vroeg wordt geboren, wordt hij opgenomen op de afdeling neonatologie. Daar wordt hij verpleegd in de couveuse tot hij groot en sterk genoeg is om te worden overgeplaatst naar de afdeling neonatologie van een niet-academisch ziekenhuis. Bij een vroeggeboorte is het extra belangrijk dat de baby moedermelk kan drinken, omdat de melk bij een vroeggeboorte extra veel antistoffen tegen ziektekiemen bevat. De baby loopt daardoor minder kans op een infectie. Bovendien is de lichtverteerbaarheid van moedermelk prettig voor het onrijpe maagdarmkanaal van de te vroeg geboren baby. De moedermelk bevat meer eiwitten en mineralen; dat is belangrijk voor de groei en de opbouw van botten en spieren. Verder blijkt dat het veel moeders voldoening en zelfvertrouwen geeft als hun baby het goed doet op de moedermelk. Juist in die omstandigheden, bij een vroeggeboorte, kan dat heel belangrijk zijn. De afdelingen neonatologie geven daarom de voorkeur aan voeding met gekolfde moedermelk. Omdat de baby nog te klein is om zelf te drinken, krijgt hij voeding via een maagsonde. Een maagsonde is een slangetje dat via de neus in de maag uitkomt. In het begin krijgt de baby heel weinig voeding omdat zijn maag nog niet zoveel voeding kan verdragen. Elke dag wordt door de arts afgesproken hoeveel voeding de baby krijgt. Te vroeg geboren baby s moeten flink groeien en hebben daarom veel calorieën nodig. Daarom wordt er een zakje met extra voedingsstoffen in 11

de afgekolfde moedermelk gedaan. Zodra de baby alle voedingen aan de borst kan drinken, heeft hij geen extra calorieën meer nodig. De moeder kolft elke dag melk af, met behulp van een kolfapparaat. Er zijn twee kolfapparaten op de neonatologieafdeling van VUmc. De afgekolfde moedermelk wordt op de afdeling neonatologie bewaard. Als de moeder thuis door moet gaan met kolven, krijgt zij via onze afdelingen verloskunde en neonatologie informatie over huur en aankoop van kolfapparaten. Ook op onze website is informatie te vinden. Het adres staat achter in deze brochure. De link naar het kolfboekje is te vinden via de site van de afdeling neonatologie. Kan de baby eenmaal zelf gaan drinken, dan is huid-op-huidcontact erg belangrijk voor het slagen van de borstvoeding. Huid-op-huidcontact stimuleert de aanmaak van moedermelk. Tijdens huid-op-huidcontact wordt de baby bij de tepel gelegd zodat hij kan kennismaken met de borst. Soms kan hij een druppeltje melk oplikken of zelfs een beetje sabbelen. Op de afdeling neonatologie wordt gewerkt met het prematurenstappenplan borstvoeding. Via dit stappenplan wordt bijgehouden hoever de baby is in zijn ontwikkeling wat betreft het zelf drinken aan de borst. De ouders kunnen op het stappenplan zien met welke stap hun baby bezig is en welke stappen nog volgen. Het hangt van de ontwikkeling, groei en conditie van de baby af wanneer de baby zelf mag drinken. Diabetes Borstvoeding is ook als u diabetes heeft heel goed mogelijk. Het heeft een aantal extra voordelen voor moeder en kind, maar er zijn ook aandachtspunten. Extra voordelen voor de baby De baby heeft stabielere glucosewaarden en minder kans op lage bloedsuikers na de geboorte. Er is minder kans dat de baby later als volwassene zelf diabetes ontwikkelt. Ook als er verhoogd risico bestaat op diabetes type 2. Kinderen van moeders met diabetes type 2 hebben meer kans op overgewicht tijdens de kinder- en tienerleeftijd. Borstvoeding lijkt dit risico te beperken. Het effect is groter naar mate de borstvoeding langer duurt. 12

Extra voordelen voor de moeder Borstvoeding helpt het extra gewicht van de zwangerschap kwijt te raken. De moeder is sneller terug op haar gewicht van voor de zwangerschap. De moeder heeft minder insuline nodig tijdens de borstvoedingsperiode. Moeders voelen zich vaak fit tijdens de borstvoedingsperiode. Aandachtspunten bij de baby Het gewicht van de baby en zijn bloedsuikerwaarden zijn extra aandachtspunten. Daarom worden alle baby s van moeders met diabetes na de geboorte onderzocht door de kinderarts. De baby van een moeder met diabetes kan zwaarder zijn. Door het hogere gewicht en doordat de baby gewend is aan hogere bloedsuikerwaarden in de baarmoeder, heeft hij meer kans op lage bloedsuikerwaarden na de geboorte. Daarom worden de bloedsuikerwaarden bij de baby vlak na de geboorte een paar keer gecontroleerd. Als een moeder geen insuline heeft gebruikt tijdens de zwangerschap en de baby heeft een normaal geboortegewicht, dan zijn bloedsuikercontroles niet nodig. Huid-op-huid contact en aanleggen direct na de geboorte heeft een goede invloed op de bloedsuikerwaarden van de baby. Als de baby regelmatig wordt aangelegd komt de borstvoeding sneller op gang en heeft de baby minder kans op lage bloedsuikerwaarden. Als de bloedsuikerwaarden te laag zijn (hypoglycaemie), spreekt de kinderarts bijvoeding af. Een baby met lage bloedsuikerwaarden kan sloom worden en daardoor niet goed drinken. Als de baby bijvoeding nodig heeft wordt de moeder geadviseerd te beginnen met kolven. Het liefst wordt de baby bijgevoed met moedermelk. Sommige baby s hebben een infuus met glucose nodig en worden opgenomen op de neonatologieafdeling. Moeders kunnen op de neonatologieafdeling borstvoeding geven. Aandachtspunten bij de moeder In het begin van de borstvoedingsperiode kan het lastig zijn om de bloedsuikerwaarden goed onder controle te houden. Door de hormonen die vrijkomen tijdens borstvoeding geven is de moeder gevoeliger voor insuline. Dat betekent dat de werking van insuline sterker is. Borstvoeding kost energie en het lichaam verbruikt daardoor meer 13

calorieën. Hierdoor is de kans op een hypoglykemie groter. Dit is een reëel risico waar moeders goed op voorbereid moeten zijn en in begeleid moeten worden. Vrouwen met diabetes zijn tijdens de zwangerschap erg gewend geraakt aan lage bloedsuikerwaarden en voelen hun hypoglykemieën nauwelijks meer. In het kraambed moeten ze leren de streefwaarden wat hoger te stellen, bijvoorbeeld tussen de zes en tien mmol/l. Moeders moeten vooral hypoglykemieën zien te vermijden, deze kunnen gevaarlijk zijn als de moeder met haar baby bezig is. Om inzicht te krijgen in de bloedsuikerwaarden tijdens de borstvoedingsperiode, is het nodig om het bloedsuiker voor en na de borstvoeding te meten. In overleg met de diabetesverpleegkundige kan de hoeveelheid insuline worden bepaald. Als het nodig is kan de moeder ook voedingsadviezen krijgen. Bij moeders met diabetes verloopt het ontzwangeren geleidelijker. Minder hormoonschommelingen lijkt gepaard te gaan met minder bloedsuikerschommelingen. Dit kan een bijkomend voordeel zijn voor moeders met diabetes die borstvoeding geven. Insuline komt niet in de borstvoeding terecht en eventuele hoge bloedsuikerwaarden bij de moeder ook niet. Diabetespatiënten zijn gevoeliger voor het krijgen van wondjes en wondjes genezen minder snel. Daarom is een goede verzorging en observatie van de tepels nodig. De tepels mogen alleen met water worden gereinigd. Na de voeding moeten ze goed worden afgedroogd. Het is niet nodig en zelfs ongewenst crèmes of lotions te gebruiken omdat dat de natuurlijke bescherming van de huid verstoort. De moeder moet regelmatig haar zoogkompressen verwisselen zodat de huid niet gaat smetten. Tweeling Ook tweelingen profiteren van de voordelen van borstvoeding. Tweelingen hebben een grotere kans om te vroeg geboren te worden. Ze verblijven dan op de neonatologieafdeling (zie de paragraaf over vroeggeboorte). In het begin is het goed om de baby s één voor één te voeden. De moeder leert de drinkgewoontes van beide kinderen goed kennen en kan zo observeren of de voeding goed gaat. Als de moeder wat meer ervaren is met voeden, kan ze de baby s tegelijkertijd voeden. Dat bespaart tijd. 14

Er zijn verschillende houdingen voor het tegelijk voeden van twee baby s. Het is een kwestie van uitproberen wat het prettigst is voor moeder en de baby s. Een borstvoedingskussen kan helpen de baby s te ondersteunen, wat het voeden vergemakkelijkt. Het is goed om de baby s elke voeding of elke dag te laten wisselen van borst. Elke baby heeft zijn eigen drinktechniek en de borsten worden dan afwisselend gestimuleerd en geleegd. In het begin kunt u overweldigd worden door het zorgen voor twee pasgeboren baby s. Vooral de eerste weken bent u veel bezig met borstvoeding geven. U kunt praktische hulp van familie of vrienden goed gebruiken! Met praktische hulp wordt bedoeld: boodschappen, schoonmaken, voor een ouder broertje of zusje zorgen, koken, enzovoorts. Meer weten over borstvoeding? Op de volgende websites kunt u meer informatie vinden over borstvoeding: www.borstvoedingnatuurlijk.nl www.lalecheleague.nl www.borstvoeding.com www.borstvoedingsforum.nl www.nvlborstvoeding.nl www.vumc.nlafdelingen/algemene-info/patienten: onder de link informatiefolders vindt u onder meer een folder over kolven. VUmc organiseert regelmatig borstvoedingscursussen. Ze worden gegeven door medewerkers van de vereniging Borstvoeding Natuurlijk. Tijdens de cursus wordt ingegaan op alle aspecten van borstvoeding geven. Bij de verenigingen Borstvoeding Natuurlijk en La Leche League werken vrijwilligers. Dit zijn moeders met ervaring in borstvoeding geven. Zij geven telefonisch advies en informatie over borstvoeding bij vragen en problemen. Deze hulp is gratis. Contactgegevens VUmc Afdeling neonatologie (020) 444 3021 Afdeling verloskunde (020) 444 2180 15

306201 VU medisch centrum juni 2013 www.vumc.nl 16