TOELICHTING BIJ DE PREMIEAANVRAAG VOOR ZOOGKOEIEN 2014

Vergelijkbare documenten

AANVRAAG VOOR ZOOGKOEIENPREMIE CAMPAGNE 2014

Premie voor zoogkoeien campagne 2011

In deze rubriek vindt u per aanvraagde premie een prognose van het bedrag waarop u recht heeft.

TOELICHTING BIJ DE AFREKENING RECHTSTREEKSE INKOMENSSTEUN campagne 2014

GLB GEKOPPELDE STEUN

Gekoppelde steun 26/02/2015

Erkenningsaanvraag Schoolfruit Schooljaar

TOELICHTING BIJ DE PREMIESIMULATIE AGROMILIEUMAAT- REGELEN EN ANDERE PLATTELANDSMAATREGELEN

Melding van een volledige bedrijfsoverdracht

PERSMEDEDELING Dinsdag 3 februari 2015

Voorlopige resultaten van de perceelsaangiftes

INDIENEN EN WIJZIGEN VAN DE VERZAMELAANVRAAG

Handleiding invoerschermen subsidie Ecologisch en Veilig Transport

Jaarlijkse verklaring van rechtstreekse verkopen van melk en zuivelproducten voor het tijdvak

BEDRIJFSADVISERING IN DE BIOLOGISCHE LANDBOUW : HANDLEIDING VOOR LANDBOUWERS

PRI 3133 Houden van runderen en kalveren (vetmesten) - Traceerbaarheid [3133] v1

Wat met de zoogkoeienpremie na 2013?

Aanvraag van een vergoeding voor belangrijke wildschade of schade door beschermde soorten

Aanvraag van een renovatiepremie voor een woning

E-loket Landbouw en Visserij

HANDLEIDING ZORGBOERDERIJEN E-LOKET VOOR VOORZIENINGEN / CLB S

TOELICHTING BIJ DE PREMIESIMULATIE VAN VERGOEDINGEN VOOR BEHEEROVEREENKOMSTEN - VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ (VLM) - JAAR

DPA 2099 RUNDEREN - IDENTIFICATIE EN REGISTRATIE [2099] v2

E-loket Landbouw en Visserij. Lieve Van Geldre Markt- en Inkomensbeheer dienst Referenties

INTERREGIONALE LANDBOUWERS

E-loket Landbouw en Visserij. Lieve Van Geldre Markt- en Inkomensbeheer dienst Referenties

Starten met Veeportaal voor rundveehouders

Handleiding. Schoolfruit, -groenten en melk

Aanvraag aanpassingspremie voor een woning

Handleiding invoerschermen subsidie Ecologisch en Veilig Transport

HANDLEIDING ZORGBOERDERIJEN E-LOKET VOOR LANDBOUWERS

Aangifte voor de verkeersbelasting

Vereenvoudigde aanvraag hulpmiddelen en aanpassingen

HET NIEUWE GLB BETALINGSRECHTEN EN BETALING VOOR JONGE LANDBOUWERS. Oostmalle 9 september 2014 Tine Van Eylen

Aanvraag van een vergoeding voor belangrijke wildschade of schade door beschermde soorten

Aanvraag van een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning via spoedprocedure

Aanvraag van een erfgoedpremie volgens de standaardprocedure

Gebruikersregistratie

Handleiding aanmaken inscharingscontract

digitale aangifte tweede verblijven

Vereenvoudigde aanvraag hulpmiddelen en aanpassingen

vergadering C154 LAN8 zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector

HANDLEIDING GEBRUIK MESTBANKLOKET

uw kenmerk 1 telefoonnummer 1700

DEMO De registratieprocedure voor nieuwe ONDERNEMINGEN in kader van de digitale steunmaatregelen (kmo-portefeuille, ecologiepremie en groeipremie)

Gebruikershandleiding voorbereidende stappen inclusie-applicatie

1. Inhoud Algemeen Technische benodigdheden wettelijk kader Stappenplan aanvraag KMO-portefeuille...

Aanvraag van een persoonsvolgend budget via spoedprocedure

Bedrijfstoeslag Overzicht maatregelen en sancties

Handleiding. Online subsidie Vlabinvest aanvragen. Greet Matthijs Projectleider ICT. april 2018

Toelichting betaalspecificatie

ZORGBOERDERIJSUBSIDIE. Departement Landbouw en Visserij. Handleiding e-loket voor welzijns- en zorgvoorzieningen

Handel in toeslagrechten en premierechten voor zoogkoeien: campagne 2007

Toegang tot de digitale steunmaatregelen (kmo-portefeuille, ecologiepremie en groeipremie).

HANDLEIDING ONLINE INSCHRIJVINGEN Europese Bedrijfssportspelen Gent 2017

SNEL AAN DE SLAG MET DE VERZAMELAANVRAAG 2017

Handleiding bij de BASsistent Mestproductie

AANVRAAG EFMZV- EN FIVA-TEGEMOETKOMING VOOR EEN COLLECTIEF PROJECT OF PROJECT VAN GEMEENSCHAPPELIJK BELANG

Vereenvoudigde aanvraag van hulpmiddelen en aanpassingen

HANDLEIDING E-LOKET KRATOS

Aanvraag van een subsidie voor de ecologische bosfunctie

DEMO De koppelingsprocedure voor gekende ONDERNEMINGEN in kader van de digitale steunmaatregelen (kmo-portefeuille,, ecologiepremie en groeipremie)

Handleiding gebruik van Mestbankloket

Handleiding e-loket voor zorgboerderij

HANDLEIDING AANMAKEN INSCHARING

Bijlage B1: Runderen Melding in SANITEL van geboorte of vertrek van een rund

Handleiding Mijn Loopbaan voor partners voor registratie van de begeleiding van personen met een arbeidsbeperking

1 E-loket Het starten van een VLIF aanvraag Verschillende maatregelen... 6

Handleiding Online subsidies aanvragen

MEDEDELING ALV/KWA/71

Aangifte voor de verkeersbelasting

Actualiteiten en Ervaringen met. Ninove 10/01/2017

Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :... C NC Punten NA. 1.

Handleiding gebruik van Mestbankloket

HANDLEIDING MY.TENTOO VOOR OPDRACHTGEVERS

Eerste hulp bij vragen over het digitaal loket:

DIRECTE STEUN ALGEMEEN

ZORGBOERDERIJSUBSIDIE. Departement Landbouw en Visserij. Handleiding e-loket voor zorgboerderijen

Aanvraag van een tegemoetkoming in de kosten voor vervoer en verblijf

REG. Hoogrendementsbeglazing. REG-premieaanvraag 2014 (*) Niet-woongebouwen. Een premie aanvragen in 5 stappen. Afhandeling premie.

Vergroening ecologisch aandachtsgebied: praktisch op e-loket /

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 30 maart 2011;

Toelichting bij het autonome beheer. Voorwaarden voor landbouwers die geïdentificeerd zijn bij het Agentschap voor Landbouw en Visserij

Register rechtstreekse verkopen van melk en zuivelproducten Tijdvak

Bedrijfstoeslag voor paardenhouderijen

Gebruikershandleiding - website van de CSPI

Controleren I&R registratie schapen voor graasdierpremie

VKI SANITEL: HANDLEIDING

WAT U VOORAF ZEKER MOET WETEN OVER DE VERPLICHTE ADMINISTRATIE VAN VACCINATIES UITGEVOERD OP EEN I2-BESLAG

Aanvraag van een persoonsvolgend budget volgens de uitzonderingsprocedure 7/7

Aangifte van verschillen: Gebruikershandleiding voor Declarant

Reglement tot het toekennen van een gemeentelijke aankoop- en vervolgpremie.

KMO-PORTEFEUILLE. Onze rijschool is erkend als opleidingsverstrekker bij de Vlaamse Overheid.

Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006

PRI 3142 Samenbrengen met het oog op verhandelen : Verzamelcentra en handelaarstal - Traceerbaarheid [3142] v1

Kengetallen. E-13 Voortplanting

Transcriptie:

TOELICHTING BIJ DE PREMIEAANVRAAG VOOR ZOOGKOEIEN 2014 Entiteit: Agentschap voor Landbouw en Visserij Afdeling: Markt- en Inkomensbeheer Datum: 26/05/2014 Lees aandachtig deze toelichting alvorens uw premieaanvraag in te dienen. De bepalingen vervat in deze toelichting, zijn de essentiële voorwaarden voor de toekenning van de zoogkoeienpremie.

INHOUD TOELICHTING BIJ DE PREMIEAANVRAAG VOOR ZOOGKOEIEN 2014FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 1 INLEIDING... 1 2 AANVRAAG VIA HET E-LOKET... 1 3 AANVRAAGPROCEDURE... 2 4 AANDACHTSPUNTEN BIJ HET INVULLEN VAN UW AANVRAAG... 2 4.1 Premierechten voor zoogkoeien voor de campagne 2014... 2 4.2 Melkquotum... 3 4.3 Werkelijk melkrendement... 3 4.4 Minimum aantal aan te houden melkkoeien... 4 4.5 Plaats van aanhouding... 5 4.5.1 Stallen... 5 4.5.2 Weiden... 5 4.6 Datum en handtekening... 6 5 ALGEMENE VOORWAARDEN EN VERBINTENISSEN... 6 5.1 Sanitelverplichtingen... 6 5.2 Verzamelaanvraag en randvoorwaarden... 6 6 PREMIEVOORWAARDEN EN OVERIGE VERPLICHTINGEN... 6 6.1 Definitie zoogkoe, vaars en melkkoe... 6 6.2 Ras... 7 6.3 Aanhoudingsperiode... 7 6.4 Bijkomende voorwaarde voor aangekochte zoogkoeien en vaarzen... 8 6.5 Aanhouden van een zoogkoeienbeslag dat bestemd is voor het opfokken van kalveren.. 8 6.5.1 Productiviteit van de zoogkoeien in het zoogkoeienbestand (minimum aantal kalvingen)... 8 6.5.2 Aanhouding van de kalveren in het zoogkoeienbestand... 8 6.5.3 Voorbeelden... 9 6.5.4 Uitzonderingen... 9 6.6 Randvoorwaarden... 10 7 ONTVANGSTBEWIJS... 10 8 CONTROLES EN GEVOLGEN... 11 8.1 Controles ter plaatse... 11 8.1.1 Controle van de identificatie en registratie van de runderen van het bedrijf... 11 8.1.2 Controle van de naleving van de overige premievoorwaarden en verbintenissen 11 8.2 Gevolgen van onregelmatigheden en niet-nalevingen bij controle... 12 8.2.1 Gevolgen van onregelmatigheden voor runderen die in aanmerking kunnen komen voor de premie... 12 8.2.2 Gevolgen van niet-nalevingen... 12 BIJLAGE... 14

1 INLEIDING De zoogkoeienpremie bestaat sinds 2005 uit de basispremie (200 euro/rund) en de aanvullende nationale premie (50 euro/rund). In totaal bedraagt de premie dus maximaal 250 euro per rund. De Belgische enveloppe voor de zoogkoeienpremie is in 2014 met 11,5168% gedaald. Het maximaal uit te betalen bedrag per rund kan pas op het einde van de campagne exact bepaald worden, maar zal dus maximaal 221 euro per rund bedragen. De premie kan enkel aangevraagd worden via het e-loket Landbouw en Visserij. De aanvraag kan ingediend worden vanaf 13 juni 2014 tot en met 30 september 2014. Opgelet: Het te laat indienen van de premieaanvraag leidt tot een verlaging van de steunbedragen met 1% per werkdag vertraging. Aanvragen die na 25 oktober 2014 worden ingediend, worden niet meer in aanmerking genomen en geven geen recht op de premie. 2 AANVRAAG VIA HET E-LOKET Voor de campagne 2014 kan u uw premieaanvraag enkel indienen via het e-loket. Het e-loket Landbouw en Visserij staat 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 voor u klaar op www.landbouwvlaanderen.be. U heeft volgende zaken nodig om de aanvraag via het e-loket te kunnen indienen: Een computer Een internetverbinding Een kaartlezer Uw elektronische identiteitskaart (eid) met bijhorende pincode U gaat als volgt te werk: Surf naar www.landbouwvlaanderen.be, steek uw elektronische identiteitskaart (eid) in de kaartlezer en voer uw pincode in. U komt terecht op de pagina Overzicht landbouwers. Bovenaan de pagina wordt gevraagd uw e-mailadres door te geven indien u dit nog niet heeft gedaan. U kunt ook uw e- mailadres wijzigen, mocht het weergegeven e-mailadres niet correct zijn. Kies voor een aanvraag invullen om een overzicht van alle aanvragen te krijgen. Klik vervolgens onder Premieaanvraag zoogkoeien campagne 2014 op nieuwe aanvraag maken. U komt op het welkomscherm van de premieaanvraag terecht met nuttig informatie. Om de premieaanvraag in te vullen kiest u links in het menu voor premieaanvraag zoogkoeien. Kies onder acties voor invullen en vul de nodige gegevens in uw aanvraag in: o o de keuze van de verblijfplaats van de dieren tijdens de aanhoudingsperiode. de gegevens over melkproductie en melkrendement (indien voor u van toepassing). Indien u gebruik maakt van het werkelijke melkrendement wordt het minimum aantal melkkoeien automatisch voor u berekend. Klik vervolgens op Opslaan om uw aanvraag te bewaren. Uw aanvraag is momenteel nog niet ingediend. In het menu links kunt u kiezen voor Opmerkingen om een overzicht te krijgen van informatieve, belangrijke of blokkerende opmerkingen over uw aanvraag. Alle blokkerende opmerkingen moeten verdwenen zijn vooraleer u de aanvraag kunt indienen. 1

In het menu links kunt u ook kiezen voor Bijlagen. Via dat scherm kunt u eventuele bijlagen opladen en toevoegen aan uw aanvraag (bvb. MPR-jaaroverzicht voor melkveehouders). Indien u er niet in slaagt om de verplichte bijlage toe te voegen aan de aanvraag, kunt u die ook opsturen (post/e-mail) of faxen naar uw buitendienst. Ook deze campagne kan een premieaanvraag voor zoogkoeien op het e-loket ingediend worden met een memodatum die geldt als indieningsdatum. Concreet betekent dit dat de premieaanvraag vanaf vrijdag 6 juni 2014 volledig ingevuld en ingediend kan worden met een memodatum die u vrij kunt kiezen. U kunt als memodatum een datum opgegeven die valt in de periode van 13 juni 2014 tot en met 30 september 2014. Vanaf de dag volgend op de memodatum start de aanhoudingsperiode van zes maanden. Om uw aanvraag effectief in te dienen klikt u in het menu links op Naar indienen. Het indienen gebeurt in 4 stappen: Wanneer u alle stappen heeft doorlopen krijgt u een bevestiging van indiening op het scherm te zien. Hierbij wordt ook een link aangeboden om rechtstreeks naar de samenvatting van uw aanvraag te gaan. U kunt dit document te allen tijde raadplegen op het e-loket onder ingediende aanvragen. U kunt het document ook afdrukken of opslaan op uw PC. Na indiening ontvangt u bovendien een e-mailbericht ter bevestiging van de indiening van uw premieaanvraag. Alle informatie over het indienen van de premieaanvraag vindt u ook terug op de helppagina s van het e-loket. 3 AANVRAAGPROCEDURE In de premieaanvraag geeft de landbouwer enkel aan dat hij op die dag de zoogkoeienpremie aanvraagt en dat de aanhoudingsperiode vanaf de volgende dag start. Na indiening van de aanvraag zal de landbouwer een ontvangstbewijs ontvangen (per mail of per post). Hiermee worden de start en het einde van de aanhoudingsperiode en eventuele gegevens rond melkproductie bevestigd. Het aanvaarde aantal dieren wordt op het einde van de aanhoudingsperiode van 6 maanden bepaald op basis van het aantal runderen waarvoor aan alle gestelde voorwaarden voor de zoogkoeienpremie is voldaan. Het aantal runderen dat in aanmerking kan komen voor de premie is echter wel beperkt tot het aantal premierechten van de betreffende landbouwer. Het respecteren van de aanhoudingsperiode en de correcte vervanging van zoogkoeien en vaarzen die het bedrijf verlaten, zal op basis van Sanitelgegevens worden gecontroleerd. 4 AANDACHTSPUNTEN BIJ HET INVULLEN VAN UW AANVRAAG Per jaar en per bedrijf mag slechts één enkele aanvraag worden ingediend. Als bedrijf wordt hierbij verstaan het geheel van de door de landbouwer op autonome wijze beheerde exploitaties gelegen in België. Exploitaties met verschillende uitbaters die de rundvleesproductie en de productiemiddelen voor de rundveehouderij niet autonoom beheren, worden beschouwd als één gemeenschappelijk bedrijf. 4.1 Premierechten voor zoogkoeien voor de campagne 2014 Het aantal premierechten dat een landbouwer ter beschikking heeft voor 2014 wordt vermeld in de premieaanvraag. Bij de bepaling van het aantal premierechten werd rekening gehouden met eventuele verliezen ten gevolge van het niet respecteren van de 2

regels betreffende het minimale gebruik gedurende de campagne 2013 en met de definitieve overdrachten en herzieningen van premierechten toegekend met betrekking tot de campagne 2014. 4.2 Melkquotum De referentiehoeveelheid melk die voor de bepaling van het minimum aantal aan te houden melkkoeien wordt gehanteerd, is het melkquotum leveringen en/of rechtstreekse verkopen dat aan de landbouwer is toegekend op 31 maart 2014. Het betreft hier het melkquotum van het melkjaar 2013-2014. Voor landbouwers die met ingang van 1 april 2014 hun melkquotum geheel of gedeeltelijk vrijgeven via het quotumfonds of overdragen aan andere landbouwers, respectievelijk overnemen van het quotumfonds of van andere landbouwers, wordt het nieuwe melkquotum op 1 april 2014 als referentie genomen. Voorbeeld 1: Een landbouwer beschikt voor het melkjaar 2013-2014 over een melkquotum van 40.000 liter en is overlater aan het quotumfonds van 10.000 liter met uitwerking op 01/04/2014. Het melkquotum waarmee rekening wordt gehouden is 30.000 liter. Voorbeeld 2: Een landbouwer beschikt voor het melkjaar 2013-2014 over een melkquotum van 40.000 liter en is overnemer van het quotumfonds met uitwerking op 01/04/2014 voor een hoeveelheid die hem meegedeeld wordt in de loop van de maand april 2014. Het melkquotum waarmee rekening wordt gehouden bedraagt 40.000 liter vermeerderd met de aangekochte hoeveelheid van het quotumfonds. Voorbeeld 3: Een landbouwer beschikt voor het melkjaar 2013-2014 over een melkquotum van 40.000 liter en is overnemer van een hoeveelheid van 10.000 liter met uitwerking op 01/04/2014 in het kader van een overdracht van melkquota tussen landbouwers. Het melkquotum waarmee rekening wordt gehouden bedraagt 50.000 liter. Voorbeeld 4: Een landbouwer beschikt voor het melkjaar 2013-2014 over een melkquotum van 40.000 liter en is overlater van een hoeveelheid van 10.000 liter met uitwerking op 01/04/2014 in het kader van een overdracht van melkquota tussen landbouwers. Het melkquotum waarmee rekening wordt gehouden bedraagt 30.000 liter. Indien u op de indieningdatum van de premieaanvraag niet meer beschikt over een melkveestapel en bijgevolg geen melk meer produceert, moet u in uw premieaanvraag aanduiden dat u gestopt bent met melkproductie. Als er nog melkquotum vermeld staat in uw premieaanvraag, zal hier geen rekening mee gehouden worden. 4.3 Werkelijk melkrendement Het minimum aantal aan te houden melkkoeien vermeld in de premieaanvraag, is berekend op basis van het theoretische melkrendement van 6.920 kg (6.719 liter) melk per koe per jaar. Indien u deelneemt aan de officiële melkcontrole (nu melkproductieregistratie of MPR genoemd) van de Vlaamse Rundveeteelt Vereniging (VRV), kunt u er voor kiezen om deze gegevens in rekening te brengen. U vermeldt in dat geval uw werkelijke melkrendement van 2013 en het aantal koeien onder melkcontrole in uw premieaanvraag. Het werkelijke melkrendement in kg vindt u terug op het MPR JAAROVERZICHT in de bovenste tabel bij Rollend jaargemiddelde, onder de kolom melk. Nadat u deze gegevens heeft ingevuld, 3

wordt het aantal melkkoeien herberekend in uw premieaanvraag. U moet het MPR- JAAROVERZICHT van 2013 digitaal aan uw premieaanvraag toevoegen of opsturen/faxen naar de buitendienst van uw provincie. Uitzondering : Indien u pas tijdens het laatste jaar bent gestart met melkcontrole en dus nog niet over een volledige jaaruitslag beschikt, of indien u zeer recent een belangrijke hoeveelheid melkquotum heeft bijgekocht, dan kan een gedeeltelijke of meer recente uitslag van de melkcontrole worden aanvaard, op voorwaarde dat die uitslag minimaal 6 controles of een periode van 6 maanden omvat. In dit geval moeten alle MPRuitslagen van de laatste 6 controles of laatste 6 maanden als bijlage aan uw aanvraag worden toegevoegd. Het Rollend Jaargemiddelde (per koe) van uw meest recente MPR-uitslag kan dan als werkelijk melkrendement worden aanvaard. 4.4 Minimum aantal aan te houden melkkoeien Indien u niet deelneemt aan de VRV-melkcontrole, wordt dit aantal berekend aan de hand van het theoretische rendement: (quotum leveringen + quotum rechtstreekse verkoop ) / 6.719 liter. Indien u wel deelneemt aan de VRV-melkcontrole, wordt dit aantal berekend aan de hand van het werkelijke rendement: (quotum leveringen + quotum rechtstreekse verkoop ) / 0,971 / werkelijk rendement (in kg). Indien het berekende aantal melkkoeien groter is dan het aantal melkkoeien onderworpen aan de melkcontrole, wordt het minimum aantal aan te houden melkkoeien berekend zoals in voorbeeld 3. Voorbeeld 1: Een landbouwer beschikt over een melkquotum van 100.000 liter en neemt niet deel aan de officiële melkcontrole. In dat geval is het theoretische melkrendement van 6.719 liter per koe van toepassing. Het aantal melkkoeien nodig voor zijn melkquotum is 100.000/6.719 = 14,9 ---> 15 (afronding). (Algemene regel: vanaf 5 na de komma, afronden naar boven; kleiner dan 5 na de komma, afronden naar beneden) Voorbeeld 2: Een landbouwer beschikt over een melkquotum van 100.000 liter en zijn werkelijk melkrendement bedraagt 7.220 kg volgens het MPR jaaroverzicht van de VRV van 2011; het aantal koeien onderworpen aan de melkcontrole bedraagt 16. - melkrendement: 7.220 kg - berekening van het aantal melkkoeien: 100.000/0,971 = 102.987 kg/7.220 = 14,3 ---> 14 (afronding). Het aantal melkkoeien nodig voor zijn melkquotum is 14. Voorbeeld 3: Een landbouwer beschikt over een melkquotum van 100.000 liter en zijn werkelijk melkrendement bedraagt 7.220 kg volgens het MPR jaaroverzicht van de VRV van 2011; het aantal koeien onderworpen aan de melkcontrole bedraagt 10. 4

- melkrendement: 7.220 kg - berekening van het aantal melkkoeien: 100.000/0,971 = 102.987 kg/7.220 = 14,3 ---> 14 (afronding) Aangezien het berekende aantal melkkoeien (14) groter is dan het aantal melkkoeien onderworpen aan de melkcontrole (10), wordt de volgende berekening toegepast: - berekening van de melkproductie: 10 x 7.220 = 72.200 kg - verschil tussen deze melkproductie en het melkquotum: 102.987 72.200 = 30.787 kg - aantal melkkoeien nodig voor dit verschil: 30.787/6.920 = 4,4 ---> 4 (afronding) Het aantal melkkoeien nodig voor zijn melkquotum is: 10 + 4 = 14 4.5 Plaats van aanhouding 4.5.1 Stallen Uw dieren mogen enkel worden gehouden in stallen die behoren tot een exploitatie die u zelf autonoom uitbaat. Indien u runderen houdt in meerdere stallen (exploitaties) die gelegen zijn op een verschillend adres en met een verschillend veebeslagnummer, dan mogen de dieren enkel van het ene adres naar het andere adres worden overgebracht indien de verplichte aankooponderzoeken worden uitgevoerd. Indien u runderen houdt in meerdere stallen (exploitaties) die gelegen zijn op een verschillend adres maar met eenzelfde veebeslagnummer met een hoofd- en nevenlocatie, dan mogen de dieren van het ene adres naar het andere adres worden overgebracht zonder dat de verplichte aankooponderzoeken worden uitgevoerd ( stallen op afstand ). Landbouwers van wie de exploitaties op dezelfde locatie gelegen zijn en die eenzelfde veebeslag delen, zijn verplicht om voor ieder rund in het gemeenschappelijke veebeslag aan Sanitel mee te delen op welke exploitatie het wordt gehouden. Dit verband tussen rund en exploitatie moet op een permanente basis worden geactualiseerd. De landbouwers in een dergelijke situatie hebben hieromtrent de nodige instructies gekregen. 4.5.2 Weiden Hier bent u verplicht om het passende vakje aan te kruisen. Al uw weiden waarop dieren zullen worden gehouden, moeten samen met de andere landbouwgronden die u gebruikt, verplicht worden aangegeven in uw verzamelaanvraag van 2014. Indien u bepaalde weiden pas na het indienen van de verzamelaanvraag in gebruik genomen heeft of nog in gebruik gaat nemen, moet u die zo snel mogelijk en in elk geval voor controle (of aankondiging ervan) melden aan de buitendienst van het Agentschap voor Landbouw en Visserij, afdeling Markt- en Inkomensbeheer. Indien u weiden gebruikt die u niet in uw verzamelaanvraag mag aangeven (bv. weiden waarvoor u een inscharingscontract heeft), dan dient u het vakje neen aan te vinken en dient u deze weiden bijkomend op te geven in de premieaanvraag voor zoogkoeien. 5

4.6 Datum en handtekening De premieaanvraag die ingediend is via het e-loket is enkel geldig als die on-line gedateerd en ondertekend is. Bij de aanvraag via het e-loket is de datum waarop u de elektronische aanvraag heeft ingediend of de memodatum die u heeft ingevuld, de officiële indieningdatum van de premieaanvraag. 5 ALGEMENE VOORWAARDEN EN VERBINTENISSEN 5.1 Sanitelverplichtingen De sleutelvoorwaarde voor het slagen van de automatische selectieprocedure en het automatisch bepalen van het aantal aanvaarde dieren, is de informatie van de runderen in Sanitel. Het is dan ook van cruciaal belang dat de premieaanvragers hun Sanitelverplichtingen strikt naleven, in het bijzonder het CORRECT en TIJDIG melden van alle wijzigingen binnen de veestapel (geboortes, aankopen, verkopen, sterfte, ). Ook de runderkenmerken, zoals geslacht, haarkleur en rastype moeten correct gemeld zijn, zodat de geregistreerde Sanitelgegevens op elk moment overeenstemmen met de werkelijkheid. Indien een melding niet tijdig binnen de 7 dagen is gebeurd, kan dit als gevolg hebben dat één of meerdere dieren als niet premiewaardig worden beschouwd. Dit heeft tot gevolg dat niet alle premies zullen uitbetaald worden en kan eventueel ook leiden tot geheel of gedeeltelijk verlies van premierechten voor zoogkoeien. 5.2 Verzamelaanvraag en randvoorwaarden Elke landbouwer die rechtstreekse steun aanvraagt, zoals de zoogkoeienpremie, is verplicht om alle landbouwgronden die hij gebruikt, aan te geven via de verzamelaanvraag. Indien hij dat niet doet, kan dat aanleiding geven tot kortingen op alle rechtstreekse betalingen. Om premies te ontvangen moet de landbouwer ook aan de randvoorwaarden voldoen. Onder hoofdstuk 6 punt 6 wordt verder op deze randvoorwaarden ingegaan. 6 PREMIEVOORWAARDEN EN OVERIGE VERPLICHTINGEN Alle premiegerechtigde dieren moeten voldoen aan de volgende voorwaarden: 6.1 Definitie zoogkoe, vaars en melkkoe Zoogkoe: een vrouwelijk rund van een vleesras of geboren uit de kruising met een vleesras, dat behoort tot een veebeslag bestemd voor de opfok van kalveren voor de vleesproductie en dat minstens één kalf heeft voortgebracht dat geoormerkt en geregistreerd werd in Sanitel. Vaars: een vrouwelijk rund van minstens 8 maanden oud, van een vleesras of geboren uit de kruising met een vleesras, dat behoort tot een veebeslag bestemd voor de opfok van kalveren voor de vleesproductie en dat nog geen enkel kalf heeft voortgebracht dat geregistreerd is in Sanitel. 6

Melkkoe: een vrouwelijk rund dat wordt gebruikt voor de melkproductie en dat minstens één kalf heeft voortgebracht dat geoormerkt en geregistreerd werd in Sanitel. OPGELET: Indien een doodgeboren kalf van een vaars niet wordt geoormerkt en geregistreerd in Sanitel, dan blijft de moeder van het kalf als vaars aanzien en kan ze niet meegeteld worden als zoog- of melkkoe. Om als koe in aanmerking te komen moet het doodgeboren kalf eerst geoormerkt worden en moet de geboorte van het kalf in Sanitel geregistreerd worden. Nadien moet dan ook de sterfte van het kalf gemeld worden. Ook een te vroege geboorte of een laattijdige abortus die nog aanleiding geven tot een begin van melkproductie kunnen onder dezelfde voorwaarden in rekening worden gebracht. Door de productie van een embryo dat wordt gedragen door een andere koe kan het rund niet in aanmerking komen als zoogkoe. In dit geval is het enkel de draagster van het embryo die het kalf ter wereld brengt, die in aanmerking kan genomen worden als zoogkoe. 6.2 Ras Zoogkoeien en vaarzen die voor de premie in aanmerking komen, mogen niet behoren tot de volgende rassen. Runderen voortgekomen uit een kruising met deze rassen zijn evenmin toegelaten. Zwart-bont, Holstein, Angler Rotvieh - Rød dansk mælkerace, Ayershire, Armoricaine, Bretonne pie-noire, Groninger Blaarkop, Guernsey, Jersey, Malkekorthorn, Reggiana, Valdostana, Nera, Itäsuomenkarja, Länsissuomenkarja, Pohjoissuomenkarja. Koeien en vaarzen van één van de hogergenoemde rassen die gedekt of geïnsemineerd werden door een stier van een vleesras komen evenmin in aanmerking voor de premie. Enkel zoogkoeien en vaarzen die met rastype 2 (vleesras) of rastype 3 (gemengd ras) in Sanitel geregistreerd zijn, komen voor de premie in aanmerking. Vrouwelijke runderen die behoren tot de bovengenoemde rassen moeten in Sanitel steeds geregistreerd worden met rastype 1 (melkras). Deze runderen worden uitgesloten van de zoogkoeienpremie. 6.3 Aanhoudingsperiode De landbouwer moet minstens het aantal zoogkoeien en vaarzen waarvoor hij premie wenst te ontvangen op zijn bedrijf aanwezig hebben op de datum van indiening van de aanvraag en aanhouden op zijn bedrijf gedurende een periode van minstens 6 maanden vanaf de dag volgend op de dag van de indiening van de aanvraag. Het percentage aan te houden zoogkoeien dient steeds ten minste 60% te bedragen van het totaal aantal runderen. Er kunnen dus maximum 40% vaarzen voor de premie in aanmerking komen. Tijdens de aanhoudingsperiode is het toegestaan om zoogkoeien en vaarzen die het bedrijf verlaten, te vervangen. De landbouwers dienen er bij deze vervangingen op toe te zien dat 7

ze steeds aan het minimum percentage van 60% zoogkoeien blijven voldoen. Iedere vervanging dient binnen de 20 dagen volgend op het vertrek te worden uitgevoerd en vóór het einde van de aanhoudingsperiode. Tijdens de volledige aanhoudingsperiode van 6 maanden moeten ook steeds voldoende melkkoeien worden gehouden. Indien het aantal aanwezige melkkoeien kleiner is dan het aantal nodig voor de melkproductie, zal het aantal premiewaardige zoogkoeien verminderd worden met het aantal ontbrekende melkkoeien! 6.4 Bijkomende voorwaarde voor aangekochte zoogkoeien en vaarzen Aangekochte runderen komen slechts voor de premie in aanmerking indien ze minimum één voor de vleesproductie bestemd kalf op het bedrijf van de premieaanvrager voortbrengen. 6.5 Aanhouden van een zoogkoeienbeslag dat bestemd is voor het opfokken van kalveren De landbouwers die de zoogkoeienpremie willen bekomen, moeten een zoogkoeienbestand aanhouden waarin aan bepaalde criteria over het aantal kalvingen en de aanhouding van kalveren is voldaan. Deze criteria zullen bij administratieve controles op basis van de Sanitelgegevens worden geverifieerd. 6.5.1 Productiviteit van de zoogkoeien in het zoogkoeienbestand (minimum aantal kalvingen) Algemene regel : Tussen 1 oktober 2013 en 30 september 2014moet het aantal geboren en in Sanitel geregistreerde kalveren (vleesras of gemengd ras) op het bedrijf van de premieaanvrager ten minste 70 % bedragen van het minimum aantal zoogkoeien, na het in rekening brengen van het aantal nodige kalveren voor de melkproductie. Let op: het in rekening brengen van kalveren voor melkproductie geldt enkel voor bedrijven met melkquotum en runderen van het gemengd ras. Hierdoor komen mogelijk minder kalveren van het gemengde ras of vleesras in aanmerking voor bovenstaande regel. Zie voorbeeld 3 op volgende pagina. Uitzonderingen : Voor landbouwers met minder dan 14 en meer dan 7 runderen (= zoogkoeien + vaarzen) bedraagt het verplichte percentage 60 % Voor landbouwers met ten hoogste 7 runderen bedraagt het verplichte percentage 50 % 6.5.2 Aanhouding van de kalveren in het zoogkoeienbestand Algemene regel : Ten minste 50 % van het aantal onder punt 6.5.1 berekende kalveren moet gedurende een minimumperiode van 3 maanden op het bedrijf worden aangehouden. 8

6.5.3 Voorbeelden Voorbeeld 1 Stel : Zoogkoeienquotum van 49,1 rechten. Het aantal weerhouden dieren bedraagt 50. Het minimum aantal zoogkoeien voor 50 dieren bedraagt 30 (60% van 50). - Voorwaarde productiviteit : 30 x 70 % = 21 - Voorwaarde aanhouding kalveren : 21 x 50 % = 10,5 10 Dus: Er moeten op het bedrijf ten minste 21 kalveren (vleesrastype of gemengd rastype) worden geboren en er moeten ten minste 10 kalveren (vleesrastype of gemengd rastype) gedurende een minimumperiode van 3 maanden worden aangehouden. Voorbeeld 2 Stel : Zoogkoeienquotum van 49,1 rechten. Het aantal weerhouden dieren bedraagt 42. Het minimum aantal zoogkoeien voor 42 dieren is 25 (60% van 42). - Voorwaarde productiviteit : 70 % van 25 = 17,5 17 - Voorwaarde aanhouding kalveren : 50 % van 17 = 8,5 8 Dus: Er moeten op het bedrijf ten minste 17 kalveren (vleesrastype of gemengd rastype) worden geboren en er moeten ten minste 8 kalveren (vleesrastype of gemengd rastype) gedurende een minimumperiode van 3 maanden worden aangehouden. Voorbeeld 3 voor bedrijven met melkquotum en runderen van het gemengde rastype Stel : Zoogkoeienquotum van 49,1 rechten en melkquotum van 100.000 liter. Er wordt geen melkcontrole uitgevoerd, waardoor het aantal nodige melkkoeien 15 bedraagt. Het aantal weerhouden dieren voor de zoogkoeienpremie bedraagt 42. Het minimum aantal zoogkoeien voor 42 dieren is 25 (60% van 42). - Kalveren nodig voor melkproductie: 70% van 15 = 10,5 10 - Voorwaarde productiviteit : 70 % van 25 = 17,5 17 - Voorwaarde aanhouding kalveren : 50 % van 17 = 8,5 8 Dus: Er moeten op het bedrijf ten minste 10 kalveren worden geboren voor de melkproductie. Er moeten op het bedrijf ten minste 17 kalveren (vleesrastype of gemengd rastype) worden geboren en er moeten ten minste 8 kalveren (vleesrastype of gemengd rastype) gedurende een minimumperiode van 3 maanden worden aangehouden. 6.5.4 Uitzonderingen Landbouwers die de minimumnormen over het aantal kalvingen en de aanhouding van kalveren als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden niet halen, moeten dit schriftelijk melden aan de buitendienst van het Agentschap voor Landbouw en Visserij en naar behoren motiveren. 9

6.6 Randvoorwaarden De premievoorwaarden werden conform de gewijzigde Europese regelgeving vanaf 1 januari 2005 uitgebreid met een aantal randvoorwaarden. Deze randvoorwaarden bestaan uit : De beheerseisen die voortvloeien uit 17 Europese richtlijnen en verordeningen die betrekking hebben op volksgezondheid, diergezondheid, gezondheid van planten, milieu en dierenwelzijn; De normen over de goede landbouw- en milieucondities voor landbouwgrond met betrekking tot de bodemerosie, de organische stof in de bodem, de bodemstructuur, het minimale onderhoud en de waterbescherming en het waterbeheer; De voorwaarde dat de totale oppervlakte blijvend grasland in Vlaanderen moet behouden blijven. Aanvragers van rechtstreekse EU-steun (waaronder ook de zoogkoeienpremie) moeten al deze beheerseisen en normen naleven. Indien bij een controle wordt vastgesteld dat de landbouwer één of meerdere randvoorwaarden niet naleeft, zal er afhankelijk van de ernst van de niet-naleving een verlaging van zijn totale rechtstreekse inkomenssteun (= bedrijfstoeslag + gekoppelde premies, waaronder ook de zoogkoeienpremie) worden toegepast. Meer gedetailleerde informatie over de randvoorwaarden is vermeld in de brochure De randvoorwaarden in het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Deze brochure werd het laatst aangepast in 2014 en is terug te vinden op het internet (www.vlaanderen.be/landbouw/randvoorwaarden). 7 ONTVANGSTBEWIJS Kort na de indiening van de aanvraag zal de landbouwer een ontvangstbewijs krijgen met daarop de aanhoudingsperiode vermeld en eventueel het aantal koeien noodzakelijk voor de productie van het melkquotum. De landbouwer kan op ieder moment zijn aanvraag intrekken voor zover hij nog niet in kennis werd gesteld van bepaalde onregelmatigheden of voor zover nog geen bedrijfscontrole werd aangekondigd. BELANGRIJK: De landbouwer dient er op toe te zien dat: hij op de datum van de indiening van de premieaanvraag en gedurende de volledige aanhoudingsperiode een aantal premiewaardige runderen aanhoudt dat ten minste even groot is als het aantal waarvoor hij de premie wil bekomen; hij gedurende de volledige aanhoudingsperiode de verhouding zoogkoeien/vaarzen respecteert en op ieder moment binnen de wettelijk bepaalde grenzen blijft; aangekochte runderen minimum één voor de vleesproductie bestemd kalf op zijn bedrijf voortbrengen alvorens het bedrijf te verlaten. 10

8 CONTROLES EN GEVOLGEN 8.1 Controles ter plaatse De landbouwer is verplicht om controles ter plaatse toe te laten en alle gevraagde medewerking te verlenen. Hij kan hierbij worden gevraagd om, indien noodzakelijk, zijn runderen te verzamelen op een plaats waar een controle van de oormerken op een efficiënte wijze kan worden uitgevoerd. Indien de landbouwer of zijn vertegenwoordiger de uitvoering van een controle ter plaatse verhindert of tegenwerkt, worden alle betrokken steunaanvragen afgewezen. Een controle ter plaatse in het kader van de rundveepremies betreft alle runderen van het bedrijf. Een dergelijke controle bestaat uit twee delen: 8.1.1 Controle van de identificatie en registratie van de runderen van het bedrijf Tijdens dit gedeelte van de controle wordt nagegaan of alle runderen van het bedrijf correct zijn geïdentificeerd en geregistreerd. Elk rund van het bedrijf moet : - tijdig en correct geregistreerd zijn in Sanitel; - tijdig en correct ingeschreven zijn in het register dat op het bedrijf aanwezig is; - beschikken over een geldig paspoort dat op het bedrijf aanwezig is; - de voorgeschreven dubbele oormerken dragen; - aanwezig zijn op het bedrijf. Opmerking : alle registers van de laatste vijf jaar dienen op het bedrijf te worden bewaard. Ook alle documenten die bewijzen dat de gegevens die de landbouwer in zijn register noteert en aan Sanitel meldt correct zijn (= bewijsstukken), moeten op het bedrijf bewaard worden. Die bewijsstukken zijn in principe externe documenten (= documenten van derden), zoals aankoopfacturen, verkoopfacturen, slachtverklaringen, veterinaire certificaten (attesten van de veearts, gezondheidscertificaten,...), aanvoerlijsten (van kalveren) en bewijzen van het vilbeluik. Het is aan te raden om op elk bewijsstuk de identificatienummers van de betrokken runderen te noteren. 8.1.2 Controle van de naleving van de overige premievoorwaarden en verbintenissen Tijdens dit gedeelte van de controle wordt nagegaan of alle runderen die voor de premie in aanmerking kunnen komen voldoen aan alle overige premievoorwaarden en verbintenissen. Zo kunnen voor de potentieel premiewaardige zoogkoeien en vaarzen onder andere de volgende onregelmatigheden worden vastgesteld: - rund van een niet toegelaten ras; - vaars aangegeven als zoogkoe met een fictieve kalfdatum; - rund dat niet wordt aangehouden op de aangegeven plaats; - rund dat in werkelijkheid mannelijk is; - rund dat het bedrijf heeft verlaten vóór de indiening van de aanvraag. Er kan ook een controle ter plaatse op het naleven van de randvoorwaarden uitgevoerd worden (zie ook hoofdstuk 6 punt 6 van deze toelichting). 11

8.2 Gevolgen van onregelmatigheden en niet-nalevingen bij controle 8.2.1 Gevolgen van onregelmatigheden voor runderen die in aanmerking kunnen komen voor de premie De gevolgen van onregelmatigheden op de zoogkoeienpremie hangen af van het totale aantal vastgestelde onregelmatigheden (zowel bij administratieve controle als bij controle ter plaatse). Elke vastgestelde onregelmatigheid voor een potentieel premiewaardige zoogkoe of vaars kan een vermindering tot gevolg hebben van de zoogkoeienpremie voor de betrokken premieperiode. De overheid mag geen premie uitbetalen voor runderen waarvoor onregelmatigheden worden vastgesteld (= niet geconstateerde runderen): dat zijn runderen die niet correct zijn geïdentificeerd of geregistreerd of die niet voldoen aan de overige premievoorwaarden. Bovendien moet ze dan ook een verlaging toepassen op de resterende zoogkoeienpremie. De volgende verlagingen en uitsluitingen worden toegepast (verordening nr. 1122/2009, artikel 65): 1. Als voor niet meer dan drie dieren uit de premieaanvraag voor zoogkoeien onregelmatigheden worden vastgesteld (maximum 3 niet geconstateerde runderen), wordt het totale bedrag van de zoogkoeienpremie voor de betrokken premieperiode verlaagd met het volgende percentage: Het aantal premiewaardige runderen waarvoor onregelmatigheden zijn vastgesteld (= niet geconstateerde runderen), gedeeld door het aantal premiewaardige runderen zonder vaststellingen (= geconstateerde runderen). 2. Als voor meer dan drie dieren onregelmatigheden worden vastgesteld, wordt het totale bedrag van de zoogkoeienpremie voor de betrokken premieperiode verlaagd met: a) het in punt 1 vermelde percentage als dat niet hoger is dan 10 % b) tweemaal het in punt 1 vermelde percentage als dat hoger is dan 10 % maar niet hoger dan 20 %. Is het in punt 1 vermelde percentage hoger dan 20 %, dan wordt voor de betrokken premieperiode de zoogkoeienpremie geweigerd. Is het in punt 1 vermelde percentage hoger dan 50 %, dan wordt de landbouwer bovendien nogmaals van steun uitgesloten voor het bedrag dat overeenstemt met de niet geconstateerde runderen. 3. Als opzettelijke onregelmatigheden worden vastgesteld, dan wordt voor de betrokken premieperiode de zoogkoeienpremie geweigerd. Is het in punt 1 vermelde percentage hoger dan 20 % (voor opzettelijke onregelmatigheden), dan wordt de landbouwer bovendien nogmaals van steun uitgesloten voor het bedrag dat overeenstemt met de niet geconstateerde runderen. 8.2.2 Gevolgen van niet-nalevingen Als bij een controle ter plaatse blijkt dat een landbouwer de voorwaarden voor de identificatie en registratie van runderen niet heeft nageleefd, vormt dat een niet-naleving van de randvoorwaarden en heeft dat dus gevolgen voor alle rechtstreekse betalingen (bedrijfstoeslag en gekoppelde premies). 12

De toe te passen verlagingen en uitsluitingen zijn terug te vinden in de brochure De randvoorwaarden in het gemeenschappelijk landbouwbeleid en in verordening nr. 1122/2009, artikel 71 en 72. De beschreven gevolgen sluiten andere bijkomende sancties of juridische vervolging niet uit. 13

BIJLAGE Tabel met de minimale en maximale aantallen zoogkoeien en vaarzen die in aanmerking kunnen komen voor de premie (zoogkoeien + vaarzen) aantal weerhouden runderen koeien vaarzen aantal weerhouden koeien vaarzen aantal weerhouden koeien vaarzen min Max min max runderen min max min max runderen min max min max 1 1 1 0 0 26 16 26 0 10 51 31 51 0 20 2 1 2 0 1 27 16 27 0 11 52 31 52 0 21 3 2 3 0 1 28 17 28 0 11 53 32 53 0 21 4 2 4 0 2 29 17 29 0 12 54 32 54 0 22 5 3 5 0 2 30 18 30 0 12 55 33 55 0 22 6 4 6 0 2 31 19 31 0 12 56 34 56 0 22 7 4 7 0 3 32 19 32 0 13 57 34 57 0 23 8 5 8 0 3 33 20 33 0 13 58 35 58 0 23 9 5 9 0 4 34 20 34 0 14 59 35 59 0 24 10 6 10 0 4 35 21 35 0 14 60 36 60 0 24 11 7 11 0 4 36 22 36 0 14 61 37 61 0 24 12 7 12 0 5 37 22 37 0 15 62 37 62 0 25 13 8 13 0 5 38 23 38 0 15 63 38 63 0 25 14 8 14 0 6 39 23 39 0 16 64 38 64 0 26 15 9 15 0 6 40 24 40 0 16 65 39 65 0 26 16 10 16 0 6 41 25 41 0 16 66 40 66 0 26 17 10 17 0 7 42 25 42 0 17 67 40 67 0 27 18 11 18 0 7 43 26 43 0 17 68 41 68 0 27 19 11 19 0 8 44 26 44 0 18 69 41 69 0 28 20 12 20 0 8 45 27 45 0 18 70 42 70 0 28 21 13 21 0 8 46 28 46 0 18 71 43 71 0 28 22 13 22 0 9 47 28 47 0 19 72 43 72 0 29 23 14 23 0 9 48 29 48 0 19 73 44 73 0 29 24 14 24 0 10 49 29 49 0 20 74 44 74 0 30 25 15 25 0 10 50 30 50 0 20 75 45 75 0 30 14

aantal weerhouden runderen koeien vaarzen aantal weerhouden koeien vaarzen aantal weerhouden koeien vaarzen min Max min max runderen min max min max runderen min max min max 76 46 76 0 30 106 64 106 0 42 136 82 136 0 54 77 46 77 0 31 107 64 107 0 43 137 82 137 0 55 78 47 78 0 31 108 65 108 0 43 138 83 138 0 55 79 47 79 0 32 109 65 109 0 44 139 83 139 0 56 80 48 80 0 32 110 66 110 0 44 140 84 140 0 56 81 49 81 0 32 111 67 111 0 44 141 85 141 0 56 82 49 82 0 33 112 67 112 0 45 142 85 142 0 57 83 50 83 0 33 113 68 113 0 45 143 86 143 0 57 84 50 84 0 34 114 68 114 0 46 144 86 144 0 58 85 51 85 0 34 115 69 115 0 46 145 87 145 0 58 86 52 86 0 34 116 70 116 0 46 146 88 146 0 58 87 52 87 0 35 117 70 117 0 47 147 88 147 0 59 88 53 88 0 35 118 71 118 0 47 148 89 148 0 59 89 53 89 0 36 119 71 119 0 48 149 89 149 0 60 90 54 90 0 36 120 72 120 0 48 150 90 150 0 60 91 55 91 0 36 121 73 121 0 48 151 91 151 0 60 92 55 92 0 37 122 73 122 0 49 152 91 152 0 61 93 56 93 0 37 123 74 123 0 49 153 92 153 0 61 94 56 94 0 38 124 74 124 0 50 154 92 154 0 62 95 57 95 0 38 125 75 125 0 50 155 93 155 0 62 96 58 96 0 38 126 76 126 0 50 156 94 156 0 62 97 58 97 0 39 127 76 127 0 51 157 94 157 0 63 98 59 98 0 39 128 77 128 0 51 158 95 158 0 63 99 59 99 0 40 129 77 129 0 52 159 95 159 0 64 100 60 100 0 40 130 78 130 0 52 160 96 160 0 64 101 61 101 0 40 131 79 131 0 52 161 97 161 0 64 102 61 102 0 41 132 79 132 0 53 162 97 162 0 65 103 62 103 0 41 133 80 133 0 53 163 98 163 0 65 104 62 104 0 42 134 80 134 0 54 164 98 164 0 66 105 63 105 0 42 135 81 135 0 54 165 99 165 0 66 15

BUITENDIENSTEN VAN HET AGENTSCHAP VOOR LANDBOUW EN VISSERIJ, AFDELING MARKT- EN INKOMENSBEHEER Markt- en Inkomensbeheer Antwerpen VAC, Lange Kievitstraat 111-113, bus 72 2018 ANTWERPEN Tel.: 03/224.92.00 - Fax: 03/224.92.01 E-mail: mib.antwerpen@lv.vlaanderen.be Markt- en Inkomensbeheer Vlaams-Brabant VAC, Diestsepoort 6, bus 102 3000 LEUVEN Tel.: 016/66.61.40 Fax: 016/66.61.41 E-mail: mib.vlaamsbrabant@lv.vlaanderen.be Markt- en Inkomensbeheer Limburg VAC (Blok A, niveau 2), Koningin Astridlaan 50, bus 6 3500 HASSELT Tel.: 011/74.26.50 - Fax: 011/74.26.69 E-mail: mib.limburg@lv.vlaanderen.be Markt- en Inkomensbeheer Oost-Vlaanderen VAC, Virginie Lovelinggebouw, 19 de verdieping Koningin Maria Hendrikaplein 7, bus 102 9000 GENT Tel.: 09/276.29.00 - Fax: 09/276.29.05 E-mail: mib.oostvlaanderen@lv.vlaanderen.be Markt- en Inkomensbeheer West-Vlaanderen Koning Albert I-laan 1/2, bus 102 8200 BRUGGE Tel. 050 24 76 20 - Fax 050 24 76 01 E-mail: mib.westvlaanderen@lv.vlaanderen.be 16