Nerisona Crème SmPC 1 van 6 Approved by the Dutch MEB on

Vergelijkbare documenten
TRIAMCINOLON TEVA 1 MG/G crème

Na- of onderhoudsbehandeling van dermatosen die tevoren met een sterker product zijn onderdrukt.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

TRIAMCINOLON TEVA 1 MG/G crème. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 14 juli : Productinformatie Bladzijde : 1

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

HYDROCORTISON TEVA 10 MG/G crème. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 9 juni : Productinformatie Bladzijde : 1

Diprolene hydrogel 0,5 mg/g RVG Samenvatting van de productkenmerken Pagina 1/5

Triamcinolon-vaselinecrème DMB 0,1% FNA, crème 1 mg/g

Diprolene 0,5 mg/g zalf, zalf RVG Samenvatting van de productkenmerken Pagina 1/5

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Hierover zijn geen gegevens bekend.

Hydrocortison crème 10 mg/g FNA Fagron bevat per gram crème 10 mg hydrocortisonacetaat. Voor hulpstoffen zie rubriek 6.1

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Eén gram Calmurid HC crème bevat 10 mg hydrocortison en 100 mg ureum.

MODULE HYDROCORTISON-VASELINECRÈME DMB 1% FNA

Hydrocortison-vaselinecrème DMB 1% FNA, crème 10 mg/g

Diprosalic, zalf RVG Samenvatting van de productkenmerken Pagina 1/5

1.3.1 SPC, Labelling and Package Leaflet Triamcinolone acetonide hydrophilic cream, 1 mg/g 1

Occlusie kan noodzakelijk zijn om een beter therapeutisch resultaat te bereiken.

Topicorte bevat als werkzaam bestanddeel 2,5 mg/g desoximetason. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

Triamcinolonacetonide hydrofiele crème Basic Pharma 1 mg/g bevat per gram crème: 1 mg triamcinolonacetonide.

Diprosalic, zalf RVG Samenvatting van de productkenmerken Pagina 1/5

Locoid oleogel, Locoid vetcrème en Locoid crème bevatten 1 mg/g en Locoid scalp lotion bevat 1 mg/ml hydrocortison-17-butyraat.

Locoid Crelo bevat 1 mg hydrocortison-17-butyraat per gram, in een gebufferde olie-in-water emulsie.

Triamcinolonacetonide Ace 1 mg/g, crème bevat per gram crème 1 mg triamcinolonacetonide. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

BETAMETHASON TEVA 1 MG/G lotion, zalf, crème. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 14 juli : Productinformatie Bladzijde : 1

RVG Diprosone. Occlusie kan noodzakelijk zijn om een beter therapeutisch resultaat te bereiken.

Bijsluiter Nerisona Crème 1 van 6 Informatie voor de gebruik(st)er Approved by the Dutch MEB on

Locoid oleogel, Locoid vetcrème en Locoid crème bevatten 1 mg/g en Locoid scalp lotion bevat 1 mg/ml hydrocortison-17-butyraat.

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS. Locacorten-Vioform

Voor inlichtingen: Bayer B.V., Divisie Bayer Schering Pharma, Postbus 80, 3640 AB Mijdrecht, tel.:

Pediatrische patiënten Kinderen en jongeren (2-17 jaar): er zijn geen studies uitgevoerd bij kinderen en jongeren.

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Ibaril, hydrofobe crème, 2,5mg/g desoximetason

MODULE HYDROCORTISON-VASELINECRÈME DMB 1% FNA

Samenvatting van de Productkenmerken SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Pagina 1 van 5

MICONAZOLNITRAAT/HYDROCORTISON 20/10 PCH hydrofiele crème. Miconazolnitraat/Hydrocortison 20/10 PCH, hydrofiele crème 20 mg/g en 10 mg/g.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Hydrocortisonacetaat

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 29 september : Productinformatie Bladzijde : 1

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Calmurid HC. hydrocortison en ureum

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

MICONAZOLNITRAAT/HYDROCORTISON TEVA 20/10 MG/G. hydrofiele crème

Diprolene 0,5 mg/g zalf, zalf RVG Bijsluiter Pagina 1/5

Cremicort 1% crème skp nl 02/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCT KENMERKEN

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Pimafucort, gel, 10 mg/g, 10 mg/g, 3,5 mg/g Pimafucort crème, crème 10 mg/g, 10 mg/g, 3,5 mg/g

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Triamcinolonacetonide

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Topicorte, emulsie voor cutaan gebruik 2,5 mg/g desoximetason

GENEESMIDDELENGROEP Ontstekingsremmende geneesmiddelen (corticosteroïden). Raadpleeg ook de rubriek Werking van het geneesmiddel

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Triamcinolon-vaselinecrème DMB 0,1% FNA, crème 1 mg/g. Triamcinolonacetonide 1 mg/g

Gerenvooieerde versie CALCIPOTRIOL 50 MICROGRAM/G ZALF PCH zalf

trianal, 0,50 mg/50 mg zetpillen

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Actief bestanddeel: Mucopolysaccharide-polysulfaat 300 mg per 100 g.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

MODULE ZURE OORDRUPPELS MET TRIAMCINOLONACETONIDE DMB 0,1% FNA

4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Symptomatische behandeling van haemorrhoïden en pruritus ani.

MODULE ZURE OORDRUPPELS MET HYDROCORTISON DMB 1% FNA

AUREOMYCIN oogzalf. AUREOMYCIN Oogzalf (ERFA) XIV B 1 c. Naam van het geneesmiddel: AUREOMYCIN, 1 % oogzalf

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. 1 g crème bevat 1 mg diflucortolonvaleraat en 10 mg isoconazolnitraat.

Locacorten-Vioform, oordruppels

UNGUENTUM TRIAMCINOLONI 1 MG/G PCH zalf. DEEL I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 6 februari 2014 Deel IB2 : Bijsluiter Bladzijde : 1

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

Nerisona vette zalf Wanneer de huid zeer droog is en bij chronische stadia dient een watervrije vette zalfbasis gebruikt te worden.

Diprolene crème: Betamethasondipropionaat 0,64 mg/g (overeenkomend met 0,5 mg betamethason).

BENZOYLPEROXIDE TEVA 50 MG/G BENZOYLPEROXIDE TEVA 100 MG/G hydrogel

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Hydrocortison Teva 10 mg/g, crème hydrocortisonacetaat

Miconazolnitraat/Hydrocortison 20/10 PCH, hydrofiele crème 20 mg/g en 10 mg/g miconazolnitraat en hydrocortison

Miconazolnitraat/Hydrocortison Apotex 20/10 mg/g, hydrofiele crème miconazolnitraat en hydrocortison

MYK-1, hydrofiele crème 10 mg/g bevat 10 mg sulconazolnitraat per gram crème.

Summary of product characteristics

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Diprosalic, zalf RVG Bijsluiter Pagina 1/5

Betamethason Teva 1 mg/g, lotion Betamethason Teva 1 mg/g, zalf Betamethason Teva 1 mg/g, crème

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. FUCIDIN HYDROCORTISONE 20 mg/g + 10 mg/g, crème 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Triamcinolonacetonidecrème FNA Mylan 1 mg/g, o/w crème. Triamcinolonacetonide

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Nerisona 1mg/g crème/zalf/vette zalf Diflucortolonvaleraat

DEEL IB SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. NYSTATINE LABAZ, suspensie voor oraal gebruik

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Locoid scalp lotion, lotion 1 mg/ml Hydrocortison-17-butyraat

Package leaflet

Summary of the Product Characteristics

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten

ACICLOVIR TEVA 30 MG/G oogzalf. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 16 februari : Productinformatie Bladzijde : 1

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

2. Wat moet u weten voordat u Locacorten inneemt/gebruikt? Locacorten crème bevatten 0,2 milligram flumethasonpivalaat per 10 gram crème.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Miconazolnitraat/Hydrocortison Teva 20/10 mg/g, hydrofiele crème miconazolnitraat en hydrocortison

Voorgesteld als symptomatische behandeling bij irritatieve dermatitis, voornamelijk:

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

CREMOR TRIAMCINOLONACETONIDE Mylan 0,1%, CREME 1 MG/G

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Locoid crème, crème 1 mg/g Hydrocortison-17-butyraat

Updated with. NAT/H/xxxx/IB/1119/G-PRAC recommendation-corticosteroids- PSUSA/ /201604

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Betnelan zalf 1 mg/g. betamethason-17-valeraat

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

(MSD Belgium BVBA/SPRL)

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

GYNO-MICONAZOLNITRAAT TEVA 20 MG/G crème voor vaginaal gebruik

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten

Transcriptie:

Nerisona Crème SmPC 1 van 6 Approved by the Dutch MEB on 25-06-2014 SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Nerisona Crème, hydrofiele (o/w) crème 0,1% 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 g Nerisona crème 1 mg (0,1%) diflucortolonvaleraat. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Nerisona Crème is een hydrofiele (o/w) crème. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties Oppervlakkige, niet door micro-organismen veroorzaakte huidaandoeningen, welke gevoelig zijn voor corticosteroïden, maar onvoldoende reageren op zwak werkzame producten zoals: psoriasis vulgaris lichen ruber planus lichen sclerosus et atrophicus granuloma annulare pustulosis palmaris et plantaris (ziekte van Andrews-Barber). Occlusie kan noodzakelijk zijn om een beter therapeutisch resultaat te bereiken. 4.2 Dosering en wijze van toediening Aanvankelijk tweemaal per dag op het aangedane huidgedeelte aanbrengen, na enkele dagen eenmaal per dag. Na verbetering is twee- tot driemaal per week aanbrengen meestal voldoende. Van Nerisona mag in het algemeen niet meer dan 30-60 g per week worden gebruikt. Babies, kinderen en volwassenen moeten niet langer dan drie weken worden behandeld. Nerisona Crème is een waterhoudend, vetarm preparaat. Bij een vochtige huidaandoening verhindert de crème een opeenhoping van secreet en zorgt ervoor, dat de huid snel opdroogt. De crème is ook geschikt voor toepassing op onbedekte lichaamsdelen. Het effect kan door het aanbrengen onder een afsluitend (occlusief) verband worden versterkt ten gevolge van een verhoogde penetratie van het stratum corneum. De kans op bijwerkingen neemt hierdoor echter toe. Het verband dient over het algemeen niet langer dan 24 uur aangebracht te blijven. Bij een langere behandelingsduur wordt aanbevolen het verband om de 12 uur te vervangen. Bij infecties onder het verband dient de behandeling te worden gestaakt.

Nerisona Crème SmPC 2 van 6 4.3 Contra-indicaties Huidaandoeningen veroorzaakt door: bacteriële infecties (bijvoorbeeld pyodermieën, luetische en tuberculeuze processen), virusinfecties (bijvoorbeeld varicellae, herpes simplex, herpes zoster, verrucae vulgares, verrucae planae, condylomata, mollusca contagiosa), schimmel- en gistinfecties, parasitaire infecties (bijvoorbeeld scabies). Ulcereuze huidaandoeningen, wonden. Bijwerkingen ten gevolge van corticosteroïden (bijvoorbeeld dermatitis perioralis, striae atrophicae). Ichthyosis, juveniele dermatosis plantaris, acne vulgaris, acne rosacea, fragiliteit van de huidvaten, huidatrofie. Allergische overgevoeligheid voor corticosteroïden of voor componenten van het vehiculum. 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Na zeer langdurige of intensieve toediening op de huid kunnen symptomen zoals het dunner worden van de huid, striae en onderhuidse bloedinkjes voorkomen. De toediening moet dan gestaakt worden. Niet toepassen op de oogleden wegens de mogelijkheid van contaminatie van de conjunctiva met het risico van het ontstaan van glaucoma simplex of subcapsulair cataract. De gezichtshuid, de behaarde huid en de huid van de genitaliën zijn bijzonder gevoelig voor corticosteroïden; daarom is het gewenst aandoeningen van deze gebieden in principe alleen met zwakke corticosteroïden te behandelen. Bij uitgebreide toepassing van corticosteroïden op grote oppervlakken of gedurende langdurige periodes, vooral onder (plastic) occlusie of in de huidplooien, neemt het risico op bijwerkingen significant toe. Men dient bedacht te zijn op een sterk verhoogde absorptie, waardoor de functie van de bijnierschors kan worden geremd. Bij kinderen kan remming van de bijnierschorsfunctie vrij snel optreden. Bovendien kan bij hen de afscheiding van groeihormonen worden onderdrukt. Het verdient daarom aanbeveling om, wanneer langdurige toepassing noodzakelijk is, regelmatig lengte en gewicht te controleren, alsmede de plasmacortisolspiegel te bepalen. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Er zijn geen interacties bekend. 4.6 Zwangerschap en borstvoeding Zwangerschap Corticosteroïden passeren de placenta. Bij de mens zijn er tot nu toe geen duidelijke aanwijzingen voor teratogene effecten, zoals waargenomen in dierstudies (zie rubriek 5.3). Bij systemisch gebruik van corticosteroïden zijn, bij hogere doseringen, effecten op de ongeborene/neonaat (intra-uteriene groeivertraging, remming van de bijnierschorsfunctie) beschreven. Hoewel de gegevens over cutane toepassing tijdens de zwangerschap bij de mens beperkt zijn, kunnen, gezien de geringe systemische absorptie, zwak en vrij sterk werkende (klasse 1 en 2) corticosteroïden kortdurend en op kleine huidoppervlakken worden toegepast. Bij langdurig gebruik of bij toepassing op grote of beschadigde huidoppervlakken en bij cutane toepassing van de sterke en zeer sterk werkende (klasse 3 en 4) corticosteroïden (waaronder

Nerisona Crème SmPC 3 van 6 diflucortolonvaleraat) kunnen de hierboven beschreven effecten niet worden uitgesloten. Deze dienen dan ook slechts op strikte indicatie te worden gebruikt. Borstvoeding Tijdens borstvoeding kunnen zwak en vrij sterk werkende (klasse 1 en 2) corticosteroïden voor gebruik op de huid kortdurend en op een klein huidoppervlak worden toegepast. Tijdens langdurige cutane toepassing op een groot of beschadigd huidoppervlak en gedurende toepassing van sterk of zeer sterk werkende (klasse 3 en 4) corticosteroïden wordt het geven van borstvoeding ontraden. 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Er zijn geen gegevens bekend over de invloed van Nerisona op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Een effect is echter niet waarschijnlijk. 4.8 Bijwerkingen Immuunsysteemaandoeningen Zelden komen voor: contactallergie, overgevoeligheid (door parahydroxybenzoëzuuresters). Huid- en onderhuidaandoeningen Het meest frequent komen voor: huidatrofie, periorale dermatitis, striae atrophicae, teleangiëctasieën, neiging tot bloeden van de huid. Minder frequent komen voor: depigmentatie van de huid, overgaan van psoriasis in psoriasis pustularis. Zelden komen voor: hypertrichosis, comedonale acne, erythrosis interfollicularis colli, contact-allergie, granuloma gluteale infantum. Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Minder frequent komt voor: maskeren van parasitaire, fungus- en bacteriële infecties. Zelden komt voor: verhoogde oculaire druk. De kans op lokale bijwerkingen neemt toe met de sterkte van het product. Applicatie onder occlusie (plastic, huidplooien) verhoogt deze kans. Het gezicht, de behaarde huid en de huid van de genitaliën zijn bijzonder gevoelig voor lokale effecten. Na langdurige behandeling van chronische dermatosen kunnen zich rebound-verschijnselen voordoen. Dit kan leiden tot steroïd-afhankelijkheid.

Nerisona Crème SmPC 4 van 6 Systemische effecten Systemische bijwerkingen ten gevolge van lokale toepassing van corticosteroïdpreparaten komen bij volwassenen zelden voor, maar kunnen ernstig zijn. Remming van de bijnierschors kan vooral van betekenis zijn bij langdurig gebruik van een product. De kans op systemische effecten is het grootst bij: toepassing onder occlusie (plastic, huidplooien), toepassing op grote huidoppervlakken, toepassing bij kinderen (de dunne huid en het relatief grote huidoppervlak maken kinderen zeer gevoelig). De meest geschikte MedDRA term (MedDRA-versie 11.0) is gebruikt om een bepaalde reactie en synoniemen of gerelateerde aandoeningen te beschrijven. 4.9 Overdosering Op grond van de resultaten van acute toxiciteitsstudies met diflucortolonvaleraat is na het eenmalig aanbrengen van een overdosis (applicatie op een grote oppervlakte onder gunstige omstandigheden wat betreft absorptie) een acuut risico op intoxicatie niet te verwachten. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Farmacotherapeutische categorie: Corticosteroïden. ATC-code: D07AC06 Diflucortolonvaleraat is een corticosteroïd. Corticosteroïden hebben een anti-inflammatoire en vasoconstrictieve werking. Zij onderdrukken de onstekingsreactie en de symptomen van verschillende, vaak met jeuk gepaard gaande aandoeningen, echter zonder de eraan ten grondslag liggende aandoeningen te genezen. Diflucortolonvaleraat is een sterk werkzaam corticosteroïd (klasse III). Het effect kan door het aanbrengen onder een afsluitend (occlusief) verband worden versterkt ten gevolge van een verhoogde penetratie (met een factor ca. 10) van het stratum corneum. De kans op bijwerkingen neemt hierdoor echter toe. 5.2 Farmacokinetische eigenschappen Na applicatie van de crème op de huid, penetreert een gedeelte van het diflucortolonvaleraat snel in de huid. Slechts een klein deel komt terecht in de systemische circulatie. De mate van absorptie hangt af van het behandelde huidoppervlak en de conditie van de huid. In de huid vindt langzame metabolisatie plaats, waarbij diflucortolonvaleraat gedeeltelijk wordt gehydrolyseerd tot diflucortolon en valeriaanzuur. Systemisch vindt deze omzetting echter zeer snel en volledig plaats. Verdere omzetting leidt tot de vorming van 11-ketodiflucortolon en twee niet nader geïdentificeerde metabolieten en geglucuronideerde en gesulfateerde metabolieten. De eliminatiehalfwaardetijd van diflucortolon is ca. 4-5 uur, die van de metabolieten ca. 9 uur. Ongeveer 75% van een i.v. dosis wordt uitgescheiden via de urine en ca. 25% met de faeces. 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek In dierproeven met corticosteroïden werd reproductietoxiciteit aangetoond (gespleten verhemelte, skeletmisvormingen). In reproductietoxiciteitsstudies bij ratten, waarbij corticosteroïden langdurig en oraal werden toegediend, werd een verlengde dracht en een verlengde en moeilijke bevalling gezien. Daarnaast werd een verminderde overleving, een verlaagd gewicht en verminderde gewichtstoename

Nerisona Crème SmPC 5 van 6 waargenomen. Er zijn geen effecten op de fertiliteit gezien. Of deze bevindingen relevant zijn voor de mens is niet bekend. Verder geen bijzonderheden. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen witte zachte paraffine (E905) vloeibare paraffine (E905) stearylalcohol polyoxyl 40 stearaat (E431) carbomeer 980 natriumhydroxide dinatriumedetaat dihydraat methylparahydroxybenzoaat (E218) propylparahydroxybenzoaat (E216) gezuiverd water 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Geen 6.3 Houdbaarheid 5 jaar Houdbaarheid na eerste opening: 3 maanden. 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Bewaren beneden 25 C. Niet in de vriezer bewaren. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Primair verpakkingsmateriaal Tube: aluminium met interne epoxide coating, membraansluiting en schroefdop Handelsvorm Tubes met 50 g 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen Geen bijzonderheden 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Bayer B.V. Energieweg 1 3641 RT Mijdrecht Tel.: 0297 280 666

Nerisona Crème SmPC 6 van 6 8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Nerisona crème is in het register van geneesmiddelen ingeschreven onder RVG 08206. 9. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING 20 januari 1977 10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST Laatste gedeeltelijke herziening betreft rubriek 6.3: 25 juni 2014.