BUITENSHUIS ETEN - VAN EETKETELTJE TOT TUPPERWARE
De verschillende soorten eetketeltjes uit de collecties herinneren aan de arbeiderstraditie: het middageten wordt uit het vuistje verorberd, vaak onder collega s, op de binnenkoer van de fabriek of in een rustzaal die als eetzaal of kleedkamer dienst doet. De arbeiders van de textielfabrieken gebruiken voor hun middageten dezelfde term als de mijnwerkers: briquet (pakje boterhammen). Nu zegt het eetketeltje veel over de gebruiker, maar in de tweede helft van de 19e eeuw wordt het beschouwd als een eenvoudig nutsvoorwerp dat arbeiders nodig hebben omdat ze s middags niet naar huis kunnen. De echtgenote maakt de inhoud van het keteltje klaar en brengt het soms zelfs naar de werkplek. Het is de concrete weerspiegeling van de lange werkdagen en de almaar grotere afstand tussen fabriek en huis. Ook in de 20e eeuw is het eetketeltje nog in gebruik, met name voor de nachtarbeiders: Sommige mensen brachten hun eten mee naar de werkplek. Bijvoorbeeld de mensen die s nachts werkten en niet aten voor ze naar hun werk vertrokken, omdat ze werkten van 9 uur s avonds tot 5 uur s ochtends. Zij brachten hun boterhammen mee, hun gamelle zoals ze zelf zeiden. Bouzid, 57 jaar, voormalig arbeider van La Tossée, textielfabriek die in 2004 de deuren sloot en gevestigd was in de Union-wijk van Tourcoing. Aan de sociale contacten tijdens de middagpauzes op de werkplek zijn maar weinig studies gewijd. Met wie eten ze en waar? Verkiezen ze het gezelschap van een collega die op dezelfde werkplek werkt, of zoeken ze kameraden op van eenzelfde gemeenschap of van eenzelfde politieke strekking of vakbond?
De getuigenis van een arbeider van een textielfabriek in het Franse Nord benadrukt het multiculturele karakter en de gezelligheid van de lunchpauzes onder collega s van de onderhoudsdienst van de onderneming: De plek waar we s middags samenkwamen, werd le petit bedon (de kleine pens) genoemd. Het was een echt gezellige ruimte, met een ketelverwarmer. Een vriend van mij, Joseph K., was erbij; hij was uit de Elzas geëmigreerd. En Michel, Ali, de hele ploeg met andere woorden. Het was wel grappig, want iedereen had altijd typische gerechten uit zijn land bij zich. Als ik met hen at, regelden we het zo dat we minstens één keer per week eens een andere keuken proefden. Om maar te zeggen: in de fabriek waren er maar liefst zeventien verschillende nationaliteiten. Er heerste een gevoel van broederschap, solidariteit en er werden gerechten uitgewisseld van het Middellandse Zeegebied, België, Afrika. Bouzid, 57 jaar, voormalig arbeider van La Tossée, textielfabriek die in 2004 de deuren sloot en gevestigd was in de Union-wijk van Tourcoing. Deze lunchpauzes zijn eerst geïmproviseerd, maar worden stilaan een ritueel en getuigen van een zoeken naar sociale contacten, die aan de controle van de hiërarchie ontsnappen. Ze worden georganiseerd parallel met of als reactie op de collectieve maaltijden die de directie in de refters en kantines laat serveren.
Le témoignage d un ouvrier d une usine textile du Nord, où a existé un réfectoire, montre de la même façon la mise en place d une sociabilité volontaire, échappant au contrôle de la hiérarchie : «C était un endroit où on se retrouvait à midi, on l appelait le «petit bedon». C était un petit endroit franchement sympa avec un chauffe gamelle. Il y avait un copain à moi qui s appelait Joseph K., qui a émigré d Alsace. Et il y avait Michel, Ali, toute l équipe quoi. C était marrant parce que chacun rapportait des plats traditionnels de son pays. Quand je mangeais avec eux, on s arrangeait pour goûter une fois par semaine une cuisine différente. Alors pour vous dire, dans cette entreprise il n y avait pas moins de 17 nationalités différentes. Il y avait une fraternité, une solidarité, des échanges de plats de la Méditerranée, de la Belgique, de l Afrique.» Bouzid, 57 ans, ancien ouvrier de La Tossée, usine textile fermée en 2004 et implantée dans le quartier de l Union à Tourcoing. Généralisation du casse croûte chez les salariés Aujourd hui «l époque est à la multiplication des habitudes alimentaires au travail. [ ] la diversification des pauses reflète l autonomie croissante du travailleur».[4] L apparition de l établissement industriel, la tertiarisation de plus en plus grande de la société, n ont effectivement pas fait disparaitre loin de là, «le nomadisme alimentaire» : notre époque se caractérise par de multiples formes de pratiques alimentaires qui se déclinent de façon différenciée selon le lieu et le temps de travail, les comportements alimentaires individuels, l offre de restauration qui s est considérablement étoffée. Seuls 50 % des travailleurs, en province, déjeunent aujourd hui sur place dans leur restaurant d entreprise.[5] [4] MONJARET Anne, 2013. [5] MILLOT Ondine, 2003.
Zicht op de textielfabriek François Masurel Frères in Tourcoing, 1916-1918, foto, Fonds Masurel, coll. C.H.L. De fabriek Masurel, Rue de Paris, wordt tijdens de Eerste Wereldoorlog gevorderd voor de vervaardiging van artilleriestukken. De arbeiders die de fabriek binnengaan, hebben verschillende soorten eetketeltjes bij zich. In veel beroepen wordt dit praktische voorwerp tijdens de eetpauzes gebruikt. Eetketeltjes, begin 20e eeuw, aluminium en hout, coll. C.H.L. Vroeger waren deze eetketeltjes van hout of geglazuurd aardewerk, later van emailleerplaat en vanaf het einde van de 19e eeuw zijn ze van aluminium. Deze keteltjes hebben een hoge rand, zijn voor individueel gebruik bedoeld en bestaan uit drie of vier delen die in elkaar passen. In het onderste bakje zit meestal soep, in de andere het hoofdgerecht en garnituur.
Veldfles, begin 20e eeuw, aluminium en ijzer, coll. C.H.L. Deze aluminium veldfles wordt door de arbeiders van de textielfabrieken en de mijnen een boutelot (fles van aardewerk, met oor) genoemd. Ze wordt doorgaans gevuld met lichte koffie en gaat samen met het eetketeltje in de heuptas van de arbeider. Met het kleine oortje kan de fles ook aan de ceintuur worden gehangen.
BARTHES Roland, «Pour une psycho-sociologie de l alimentation contemporaine», HEMARDINQUER Jean-Jacques (dir.), Pour une histoire de l alimentation, Paris, A. Colin, 1970, p.309, 3b. BRUEGEL Martin, «Le Repas à l usine : industrialisation, nutrition et alimentation populaire», Revue d histoire moderne et contemporaine, 2004/3, n 51-3, p. 183-198. Ressource accessible en ligne: http://www.cairn.info/revue-d-histoire-moderne-et-contemporaine-2004-3-p-183.htm FAURE Sonya, «Le retour de la gamelle», Libération, 13 octobre 2013. Ressource en ligne: http://www.liberation.fr/economie/2003/10/13/le-retour-de-la-gamelle_447829 HATZFELD Nicolas, «La pause casse-croûte,», Terrain, n 39, 2002, p. 33-48. Ressource en ligne: http://terrain.revues.org/1415 HECART Gabriel-Antoine-Joseph, Dictionnaire rouchi-français, 3ème édition, Valenciennes, 1834. LHUISSIER Anne et GRIGNON Claude, Alimentation populaire et réforme sociale : les consommations ouvrières dans le second XIXème siècle, Paris, Edition de la Maison des sciences de l homme, 2007. MILLOT Ondine, «La cuisine spectacle», Libération, 13 octobre 2003. Ressource accessible en ligne: http://www.liberation.fr/economie/2003/10/13/la-cuisine-spectacle_447832 MONJARET Anne, L alimentation au travail, Paris, L Harmattan, 2002. PIERNAS Agnès Gersende, «Se nourrir au travail aux XIXème et XXème siècles, d'après les fonds conservés aux Archives nationales du monde du travail à Roubaix», Communication présentée au congrès Se nourrir. Pratiques et stratégies alimentaires le 25/04/2013, Archives départementales d'ille-et-vilaine de Beauregard, Rennes. POPELIER Jean-Pierre, L'immigration oubliée : l'histoire des Belges en France, Lille, La Voix du Nord, 2003.