Imelda Schutte. Mevrouw Buschers. Klas 4T1. Inleverdatum 08-01-2016.
Inhoud. Gedicht 1.... 2... 2 De analyse.... 3 Gedicht 2.... 4 Laatste adem... 4 Gedicht 3.... 4 Liefde duur het langst... 4 Gedicht 4.... 5 Vlinders...jawel vlinders... 5 1
Gedicht 1. Zullen ze stilstaan, de rivieren En de vogels en de dieren Zou het strand de zee verlaten Ze hebben niets meer te bepraten Zou de maan niet langer lichten Geen dichter zou meer dichten Nergens zouden bloemen staan En de aarde zou verkleuren Overal gesloten deuren En de klok zou niet meer slaan Dan was de hele vrijerij bedorven De wereld was gauw uitgestoven Zou de zon niet langer stralen De wind zou niet meer ademhalen Geen appel zou meer rijpen Zoals eens in het paradijs Als wij elkaar niet meer begrijpen Dan is de wereld koud als ijs Ik zou sterven van de kou 2
En m'n adem zou bevriezen Als ik je liefde zou verliezen Er is geen liefde zonder jou Toon Hermans. De analyse. Het onderwerp van het gedicht is liefde. Het gedicht gaat wat er gaat gebeuren wanneer er geen liefde is op de aarde. Het gedicht bestaat uit strofen. De strofen hebben een eindrijm. De rijmschema van de strofen is omarmend. omarmend staat voor dat als het laatste woord van de eerste zin in de strofe rijmt aan de vierde zin in de strofe de twee middelste zinnen rijmen op elkaar. De afkorting voor dat is : abba ook wel onarmend rijm. In het gedicht zit personificatie: Zullen ze stilstaan, de rivieren, Zou het strand de zee verlaten Ze hebben niets meer te bepraten en De wind zou niet meer ademhalen. In het gedicht zit ook een metafoor: zou de zon niet langer stralen. In het gedicht zit ook een vergelijking en dat is:. Het gedicht heeft acht strofen en elke strofe heeft vier regels. De begrippen die ik in het gedicht herken is: het gedicht heeft een eindrijm, dat het gedicht een rijk rijm heeft, dat het gedicht een onarmende rijm volgorde heeft en er zitten verschillende vormen van beeldspraak. Het gedicht maakt me niet blij maar ook weer niet verdrietig. Dat komt omdat het gedicht ook niet bepaald vrolijk is omdat hij er aan denk hoe de wereld zou zijn zonder liefde. En dat hij aan niemand anders kan denken als haar. Dat maakt me ook wel weer vrolijk omdat hij voor niemand anders oog heeft dan de persoon waar hij van houd en als je je dromen niet na jaagt dan kun je nooit blij of vrolijk leven. Ook als is het met of zonder liefde dan zou je nooit helemaal blij zijn dan dat je wel zou zijn met die bepaalde persoon. Het gedicht spreek me wel aan omdat er ook een achterliggende gedachte achter zit wat ik zo net heb verteld en daardoor vind het gedicht heel interessant. 3
Gedicht 2. Laatste adem Het was alsof ik haar met mijn laatste adem liefhad zo intens was het spel der liefde, adembenemend ik hield van haar tot in de poriën van haar ziel niets had ik in de gaten toen ik voor haar viel alsof ze me op wilde eten, de manlijke prooi van haar lust in een eindeloze vrijage daar in het hotel aan de kust we vreeën terwijl tijd ons nauwkeurig in het vizier had en door de liefde streken we de laatste plooien glad alsof er nooit meer een einde aan de nacht zou komen maar toen ik wakker werd wist ik het vrijwel direct zeker ik had slechts over mijn grootste liefde liggen dromen. Hector Havermout. Gedicht 3. Liefde duur het langst De emotie die de oorzaak is geweest van je gebroken hart is dezelfde emotie die je hart ook weer geneest het is de liefde die ons hart breekt en weer opbouwt heb geen angst om te leven pijn gaat voorbij liefde duurt het langs Liesbeth Goderie. 4
Gedicht 4. Vlinders...jawel vlinders Ze zaten in mijn buik, voor dat ik het wist, fladderden van de ene naar de andere kant en ik dacht NEE! Ze nestelden zich vast aan mijn buikwand, voor ik het in de gaten had, stevig vast, nog steeds dacht ik NEE? Ze waren een eenheid met mijn buik geworden en zodra ik je maar zag, maakten ze zich los van de wand, omdat het vrijheid geblazen was en ik twijfelde: Nee? Dacht nog die vlinders, die overleef ik wel, maar dan gaat alles supersnel en denk ik bij de zoveelste vlucht: een sprong in het diepe, nee geen klucht. De vlinders nam ik met me mee, en zo, zijn we nog altijd met zijn twee. Dus geen NEE!? En de vlinders ook vanzelf want die nemen nooit vrijaf! An Terlouw. 5