pir@viii ie /& groningen



Vergelijkbare documenten
Deze nota bevat ook een planning voor de verdere behandeling van dit dossier in de aanloop naar de zitting van de Raad TTE (8-9 juni 2006).

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

1. 1. Het Comité heeft zich herhaaldelijk uitgesproken over de programma's en activiteiten van de Unie op energiegebied:

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2103(INI) Ontwerpadvies Lena Kolarska-Bobińska (PE496.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 november 2010 (16.11) (OR. en) 15697/1/10 REV 1 ENER 301 CONSOM 100

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640

Commissie industrie, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, onderzoek en energie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Commissie interne markt en consumentenbescherming. van de Commissie interne markt en consumentenbescherming

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

4. Het voorzitterschap verzoekt de Raad derhalve de ontwerp-conclusies in bijlage dezes aan te nemen.

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

Tijdens de zitting van 18 mei 2009 heeft de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen de conclusies in bijlage dezes aangenomen.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPADVIES. Commissie begrotingscontrole VOORLOPIGE VERSIE 2004/2209(INI) van de Commissie begrotingscontrole

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0048/40. Amendement. Gérard Deprez namens de ALDE-Fractie

Preview. De vragenlijst kan uitsluitend online worden ingevuld.

( ) (1999/C ) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1,

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen -

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0286/23. Amendement. Julia Reda, Michel Reimon namens de Verts/ALE-Fractie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2117(INI)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Commissie industrie, onderzoek en energie ONTWERPVERSLAG. over het voortgangsverslag hernieuwbare energie (2016/2041(INI))

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

A8-0189/ Voorstel voor een richtlijn (COM(2016)0758 C8-0529/ /0374(CNS)) Door de Commissie voorgestelde tekst

EUROPESE RAAD Brussel, 23 mei 2013 (27.05) (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE

6 Pijler 4: Het energietransportnetwerk gereedmaken

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2153(INI)

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

9073/15 gys/yen/sl 1 DG E2b

Energieagenda, Market Design en Flexibiliteit. Jan Luuk de Ridder, directie Energiemarkt & Innovatie

Brussel, COM(2018) 109 final ANNEX 1 BIJLAGE. bij

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

De ontwikkeling van Smart grids. Our common future. Prof.dr.ir. Han Slootweg. 30 september 2016

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPVERSLAG. Commissie interne markt en consumentenbescherming 2008/2173(INI)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2174(INI)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Commissie economische en monetaire zaken. van de Commissie economische en monetaire zaken. aan de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Publicatieblad van de Europese Unie d.d C 86/36 NL Publicatieblad van de Europese Unie 7.3.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Visie voor 2020 voor de Europese energieconsumenten Gezamenlijke verklaring

ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN. het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

( ) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid artikel 175, lid 1,

Route naar een Duurzame Energievoorziening

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-1803/2016

ONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG

SETIS VOOR EEN KOOLSTOFARME TOEKOMST

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit )

14469/16 nuf/gra/mt 1 DG E 2A

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2151(INI)

Uitdagingen van de energie transitie

10254/16 ons/zr/as 1 DGC 2B

Datum 26 oktober 2012 Betreft Beantwoording vragen Kamerlid Mulder (CDA) over capaciteitsheffing energieleveranciers

15445/17 ver/cle/ia 1 DG G 2B

Slimme energiemeters vanaf ingevoerd

Inbreng VEMW Open consultatie RLi Energieadvies 2050

De slimme meter. Informatie over de nieuwe energiemeter

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 30 augustus 2012 Betreft Geannoteerde agenda Informele Energieraad, september 2012, Nicosia (Cyprus)

Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

10592/19 mic/dep/ev 1 TREE.2.B

De slimme meter. Informatie over de nieuwe energiemeter

ADVIES AR ALGEMENE RAAD COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS. over

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B

Tweede Kamer der Staten-Generaal

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

EUROPEES PARLEMENT. Commissie economische en monetaire zaken. van de Commissie economische en monetaire zaken

De rol van biomassa in de energietransitie.

Energie voor morgen, vandaag bij GTI

Provincie Vlaams Brabant

Commissie industrie, onderzoek en energie ONTWERPVERSLAG

Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso,

Memorandum. Vlaamse verkiezingen 2019

Investeren in klimaatactie, investeren in LIFE

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Lokale Energievoorziening

duurzame energievoorziening voor bedrijventerreinen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

pir@viii ie /& groningen bezoekadres: Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten postadres: algemeen telefoonnr: Postbus 610 9700 AP Groningen 050 316 49 II algemeen faxnr.: 050 316 49 33 'ww.prpvinciegroningen.nl ifo@provinciegroningen.nl Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer E-mail Bijlagen Onderwerp -6 NOV. 2013 2013-47.214/45/A. 13, MB 487358 J. Boshuizen (050)316 4540 j.boshuizen@provinciegroningen.nl 2 Rapporteurschap: De interne energiemarkt doen werken Geachte dames en heren. (/) oe Ul UJ UJ o O Ter kennisneming leggen wij u het advies van het Comité van de Regio's "De interne energiemarkt doen werken" voor. Op 4 december 2012 hebben wij ingestemd met de kandidatuur van Gedeputeerde De Vey Mestdagh voor het rapporteurschap "De interne energiemarkt doen werken" voor het Comité van de Regio's in Brussel. Middels deze brief informeren wij u over dit rapporteurschap en het gepresenteerde advies. Het Comité van de Regio's is een vertegenwoordiging van de regionale overheden die adviezen uitbrengt aan de Europese Commissie en het Europees Parlement, op de onderwerpen waar de regio's een belangrijke rol spelen. Gedeputeerde De Vey Mestdagh is begin 2013 door het CvdR benoemd als rapporteur voor het onderwerp "De interne energiemarkt doen werken". Het advies stelt dat regionale en lokale overheden een belangrijke rol hebben in het realiseren van een grensoverschrijdende energie-infrastructuur. Die infrastructuur is noodzakelijk, samen meteen goedwerkend marktsysteem, om binnen de Europese energiemarkt een gelijk speelveld te maken. De noodzaak daartoe is tweeledig. Ten eerste om eerlijke concurrentieomstandigheden te realiseren, ten tweede is vrije verhandelbaarheid van energie een voorwaarde om de ontwikkeling van hernieuwbare energieproductie door te zetten (vanwege lokale overschotten en tekorten als gevolg van weersomstandigheden). Hierbij wordt onder meer een centrale rol voor de consumenten bepleit, aandacht voor lokale opwekking en smart grids. Het advies is grotendeels overgenomen in een veelomvattende resolutie van het Europees Parlement. De resolutie ligt nu bij de Europese Commissie en de Europese Raad. Het is nu aan deze partijen om te bepalen aan welke oproepen van het parlement zij gehoor geven. In de praktijk bevordert het rapporteurschap de contacten met partners in Brussel, Den Haag en Noordwest Duitsland en heeft het geleid tot nieuwe contacten die de grensoverschrijdende samenwerking op energiegebied en het realiseren van projecten in de Noordzeeregio ten goede komen. 06-HB-SG-001 1 ï Oï*n i^andvest voor ciieostverfeninq. (4n n^ Communicaties -an!<,^ï3inet, f'k'biieksvöoriichfiriq: 060 316418Ö

Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen:, voorzitter. Bijlagen: secretaris. Nr. Titel Bijgevoegd Ter inzage in de Staten kast 1. Advies.van het Comité van de Regio's: De Ja Nee interne energiemarkt doen werken 2. Resolutie van het Europees Parlement van 10 september 2013 over een effectief werkende interne energiemarkt (2013/205(INi) Ja Nee

EUROPESE UNIE Comité van de Regio's ENVE-V-033 102* zitting op 3 en 4 juli 2013 ADVIES DE INTERNE ENERGIEMARKT DOEN WERKEN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S - is er vast van overtuigd dat kleinschalige energieproducenten gemakkelijk toegang tot energienetwerken/slimme netwerken moet worden geboden. Voor de toegang van deze nieuwe energieleveranciers tot die netwerken moeten solide regels worden uitgewerkt, die huishoudens en kleinere producenten stimuleren om in kleinschalige energieproductie te investeren; - betwijfelt of de voorgestelde maatregelen van de Commissie wel goed genoeg zijn om consumenten zelf het heft in handen te laten nemen en energiearmoede te bestrijden en pleit ervoor dat consumenten speciaal in bescherming worden genomen. In verband daarmee moet aandacht worden geschonken aan de asymmetrische positie van energieverbruikers tegenover grote ondernemingen; - doet een beroep op de overheden die zich zouden moeten bezinnen op maatregelen om te stimuleren dat naar behoren in de opwekking, transmissie en opslag van energie en voorzieningen voor de balancering van vraag en aanbod wordt geïnvesteerd, en adviseert om, naast bestaande programma's (EEPR, Connecting Europe Facility, cohesiebeleid, TEN-T-programma, Horizon 2020), op zoek te gaan naar nieuwe financieringsinstrumenten voor de totstandbrenging van infi-astructuur; - stemt ermee in dat de bestaande netwerken dringend toe zijn aan modernisering en dat het hoog tijd is voor de verwezenlijking van slimme netwerken, en is voorstander van samenwerking om Europese, nationale en regionale slimme netwerken tot stand te brengen en voor die netwerken Europese normen uit te werken; - benadrukt het belang van transparantie en participatie van burgers en gemeenschappen bij de planning, ontwikkeling en tenuitvoerlegging van netwerken. CDR595-2013_00_00_TRA_PAC en/vds/ft/cb.../., Belliardstraat 101 1040 Brussel BELGIË Tel. +32 22822211 Fax +32 22822325 Internet: http://www.cot.eufopa.eu

Rapporteur: P.G. (Piet) de Vey Mestdagh (NL/ALDE), lid van gedeputeerde staten van de provincie Groningen Referentiedocument Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - De interne energiemarkt doen werken CDR595-2013 00 00 TRA AC en/vds/ft/cb.../...

Advies van het Comit van de Regio's "De interne energiemarkt doen werken" I. BELEroSAANBEVELEVGEN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S A. Openstelling van de markten en totstandbrenging van gelijke concurrentievoorwaarden 1. stelt vast dat regionale en lokale overheden een doorslaggevende rol spelen op de energiemarkt van de EU en benadrukt hun bijdrage aan de verwezenlijking van de interne energiemarkt en de verkleining van de verschillen tussen de lidstaten. Bovendien doen lokale en regionale overheden - die als bestuurlijke overheid het dichtst bij de burgers staan en in die hoedanigheid een breed scala aan communicatiemogelijkheden bieden - regekecht ervaring op met een groot aantal van de problemen inzake concurrentievermogen, transparantie en algemene regelgeving voor de energiesector, waarop nog steeds wordt gestuit op de energiemarkten in de EU. 2. Het CvdR staat zonder meer achter de onverkorte verwezenlijking van een interne energiemarkt waardoor regio's hun eigen troeven kunnen uitspelen. Op die manier kan een op de regio zelf afgestemde, gedecentraliseerde sector voor hernieuwbare energie worden opgebouwd waarvan lokale en regionale kennisinfrastructuur, economie en arbeidsmarkt de voordelen zullen trekken. Het CvdR suggereert om een strategie uit te stippelen ter ondersteuning van de ontwikkeling van regionale clusters (specialisering) en partnerschappen. Ook pleit het voor een grotere rol voor regio's in de voorhoede - ofwel regio's die over kennis beschikken op het gebied van innovatiesystemen, werkende markten voor hernieuwbare energie, slimme distributienetwerken enz. - als het gaat om de invulling van de leemten die er momenteel nog zijn in het Europese energielandschap. 3. Er zouden regionale energieplannen moeten worden opgesteld die projecten behelzen voor opwekking, transport, opslag en distributie van energie en de totstandbrenging van noodzakelijke infrastructuur en regionale systemen voor de verbetering van de energieefficiëntie en -besparing. Hiervoor heeft het CvdR al gepleit in zijn advies over het derde wetgevingspakket voor de Europese elektriciteits- en gasmarkt (CdR 21/2008 fin). Zulke regiospecifieke energieplannen, die kunnen worden opgesteld door de regionale overheid of door meer dan één regio en die ook meerdere regio's in aangrenzende landen kunnen omvatten, moeten zowel op het niveau van de lidstaten als in EU-verband naar behoren worden gecoördineerd en geïntegreerd. 4. Er moet krachtdadiger worden opgetreden voor de handhaving van het derde wetgevingspakket en de opstarting van inbreukprocedures. Ook de naleving van de mededingingsregels moet slagvaardig worden afgedwongen om alle marktspelers, met inbegrip van nieuwkomers, gelijke concurrentievoorwaarden te garanderen. Lidstaten die altijd nog met één leverancier werken, zouden moeten worden gedwongen om een einde te CDR595-2013 00 00 TRA AC en/vds/ft/cb.../...

maken aan belemmeringen voor de toegang tot de markt. Ook zouden die lidstaten moeten worden geholpen om (grensoverschrijdende) infrastructuur te ontwikkelen waardoor consumenten vrij kunnen kiezen voor een leverancier, waar dan ook in de EU. De liberalisering van productie en prijsvorming kunnen bij adequate coördinatie op Europees niveau bevorderlijk zijn voor een evenwichtige verdeling van middelen tussen de regio's in Europa, de stabilisering en verbetering van de randvoorwaarden voor de Europese energiesector en de stimulering van een duurzame energievoorziening en kunnen ervoor zorgen dat de met de energieomschakeling gemoeide kosten binnen de perken blijven. 5. Overeenkomsten inzake de ontkoppeling van transmissienetwerken en productie en levering moeten beslist overal in de EU worden nageleefd, evenals overeenkomsten die gaan over de onafhankelijkheid van energieregulators en de eisen die aan de bescherming van consumenten worden gesteld. De rol van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) moet met voorrang worden ondersteund en verder uitgewerkt, met vooral aandacht voor het vermogen van het ACER om regelgevende besluiten van lidstaten in detail te onderzoeken en geschillen te beslechten. 6. Het CvdR is voorstander van maatregelen om gelijke concurrentievoorwaarden te bewerkstelligen waardoor modellen voor meer decentrale en concurrentiekrachtige markten ontstaan, omdat lokale energieproducenten en energieverwerkende bedrijven door die gelijke concurrentievoorwaarden meer kansen krijgen. Wel wijst het erop dat gelijke concurrentievoorwaarden óók met zich meebrengen dat de nodige netwerkinfrastructuur moeten worden geleverd om perifere regio's, met inbegrip van perifere eilanden, ook van die kansen te laten profiteren. Onontbeerlijk voor de totstandbrenging van de interne energiemarkt is dan ook dat infrastructuur wordt ontwikkeld, zelfs voor de meer geïsoleerde regio's, en dat op regionaal niveau wordt gewerkt aan internationale verbindingen^ verbindingen met eilanden en vervoerscapaciteit. 7. Het CvdR constateert dat inconsistenties in heffingen en belastingen tussen lidstaten de concurrentiekracht van de elektriciteitsmarkt schaden en dat deze daarnaast aanwijsbare negatieve effecten hebben op andere delen van de economie. Dit heeft zowel negatieve gevolgen voor de consument als voor energie-intensieve industrieën, die naar gelang hun Ugging aanzienlijke concurrentievoordelen of -nadelen ondervinden. Voor een gelijk speelveld is het noodzakelijk dat directe en/of verborgen subsidies aan fossiele brandstoffen en nucleaire energie stapsgewijs worden uitgefaseerd. B. Een centrale rol voor consumenten 8. Energiebeleid moet draaien om consumenten (zie ook het al in par. 3 aangehaalde advies CdR 21/2008). Consumenten moeten het voornaamste aandachtspunt zijn en op den duur - als enkeling of als groep, samenwerkingsverbanden of organisatie - rechtstreeks toegang hebben tot de energiemarkt. Dit laatste kan middels uiteenlopende energiebronnen van verschillende producenten of rechtstreeks op de spotmarkt. CDR595-2013 00 00 TRA AC en/vds/ft/cb.../...

9. Om consumenten in de gelegenheid te stellen om optimale keuzen te maken (waarbij "optimaal" moet worden gelezen in de zin van duurzaamheid, waarde voor je geld en energieefficiëntie) en de meest geschikte leveranciers uit te kiezen, moet beslist voorrang worden gegeven aan voorlichting en transparantie over energievraagstukken en dienen consumenten gemakkelijk informatie te kunnen verkrijgen over de mogelijkheden die de interne energiemarkt en nieuwe technologie bieden voor de verlaging van de energierekening. Ook zouden de consumenten op de hoogte moeten worden gebracht van methoden om de energieconsumptie in de hand te houden en van mogelijkheden om energie te besparen, efficiënter met energie om te gaan en op kleine schaal energie op te wekken (microgeneratie). Daarom adviseert het CvdR de Commissie en de lidstaten om consument en vriendelijke voorlichtingscampagnes te voeren waarin lokale en regionale overheden en andere relevante regionale maatschappelijke organisaties een actieve rol spelen. 10. Naast die voorlichtingscampagnes over energieleveranciers en -prijzen moeten er beslist ook technisch verantwoorde slimme- realtime-metersystemen voor energieproductie- en - verbruik, en meetdistributie-netwerken worden ingevoerd om ervoor te zorgen dat consumenten alle informatie krijgen die zij nodig hebben om een beslissing te nemen. Door die systemen krijgen consumenten meer inzicht in de prijsvorming voor energie, in de energieconsumptie(patronen) en in het verband tussen die twee. Als gevolg daarvan gaan consumenten energie op een beter overdachte manier en duurzamer gebruiken, wat de voorwaarden creëert voor het gebruik van slimme elektrische (huishoud)toestellen en weer leidt tot energiebesparingen. Het CvdR dringt er bij de Commissie op aan om vast te houden aan haar m eerdere Mededelingen uiteengezette beleid om het gebruik van slimme meters te stimuleren. Dit beleid zou moeten bijdragen aan de invoering van slimme distributienetwerken, waarin het beheer van het verbruik en van de fiexibele opslag-, productie- en consumptiecapaciteiten en van de wisselwerking daartussen is verwerkt. Daarbij moet rekening worden gehouden met aspecten als nauwgezetheid, vertrouwelijkheid, bescherming van de persoonlijke levenssfeer en fraude en dienen er normen te worden uitgewerkt. 11. Het CvdR betwijfelt of de voorgestelde maatregelen van de Commissie wel goed genoeg zijn om consumenten zelf het heft in handen te laten nemen en energiearmoede te bestrijden en pleit ervoor dat consumenten speciaal in bescherming worden genomen. In verband daarmee moet aandacht worden geschonken aan de asymmetrische positie van energieverbruikers tegenover grote ondernemingen. Zo niet, dan blijft de markt een nergens op reagerend contactpunt dat een rem zet op terugkoppeling tussen verbruikers en beleidsmakers/regulators. Er zouden over aan consumenten gerelateerde vraagstukken, met hulp van de Raad van Europese energieregulators (CEER), voorbeelden van geslaagde methoden {best practices) moeten worden uitgewisseld. Daarbij wordt gedacht aan vraagstukken als de toegang tot informatie, mogelijkheden om prijzen met elkaar te vergelijken, de overzichtelijkheid van energierekeningen en de speciale positie van kwetsbare consumenten. CDR595-2013_00_00_TRA AC en/vds/ft/cb.../..

5-12. De systemen die er al zijn om tot energie-efficiëntie aan te zetten, moeten verder worden ontwikkeld en zowel klassieke als moderne technologische oplossingen en energiediensten die gericht zijn op energiebesparing moeten worden ondersteund. Om energiearmoede aan te pakken moet gebruik worden gemaakt van systemen waarbij de tarieven voor elektriciteit worden verlaagd of kortingen op de gepubliceerde leveranciersprijzen worden toegekend aan sociaal kwetsbare groepen (sociaal woonhuistarief). Tegelijk moet er op regionaal en lokaal niveau in het bijzonder worden gekeken naar mogelijkheden om de huishoudens van deze groepen op te nemen in specifieke programma's voor energie-efficiëntie. Voor de overige gebruikers moet er één tarief gelden en moeten gedifferentieerde energietarieven worden vermeden. Een maatregel als het toepassen van gedifferentieerde tarieven zet immers vaak een rem op de ontwikkeling van andere positieve acties als bv. het gebruik van een warmtepomp als alternatief verwarmingssysteem. Ten slotte moeten er op regionaal en lokaal niveau voorlichtingscampagnes worden opgezet over de methoden ter verbetering van de energie-efficiëntie en de objectieve en comparatieve voordelen daarvan. Een en ander kan ook worden ondersteund middels programma's voor energie-efficiëntie. C. Het belang van microgeneratie 13. Zowel lidstaten als lokale en regionale overheden hebben er belang bij om lokale energieoplossingen (samenwerkingsverbanden, microgeneratie, de ontwikkeling van slimme netwerken en deelneming aan de vraagzijde e.d.) te vergemakkelijken, omdat dergelijke initiatieven uitgroeien tot een belangrijke pijler van inspanningen om de energiemarkten van de EU te vernieuwen. Het CvdR is voorstander van een integrale benadering, ofwel van een benadering waarin niet alleen consumenten tot bewustere keuzen worden aangezet, maar waarvan ook stimulansen uitgaan voor microgeneratie, slimme netwerken en een sterke vraagrespons in distributienetwerken. 14. Steeds meer consumenten zullen (als "prosument", ofwel als consument van energie die zelf ook - voor eigen gebruik of voor gebruik door buren - energie produceert) liever investeren in eigen productie dan afhankelijk zijn van anderen. Vanuit het oogpunt van de "mondige consument" en duurzaamheid is dit een gunstige ontwikkeling. Kleinschahge productieeenheden en initiatieven (gezinshuishoudingen, lokale leefgemeenschappen, buurtorganisaties, samenwerkingsverbanden) zullen een steeds grotere rol gaan spelen in de lokale/regionale energievoorziening, met alle voordelen van dien voor de lokale/regionale economie en de arbeidsmarkt. Kleinschalige energieproducenten moet daarom gemakkelijk toegang tot energienetwerken/slimme netwerken worden geboden. Voor de toegang van deze nieuwe energieleveranciers tot die netwerken moeten solide regels worden uitgewerkt, die huishoudens en kleinere producenten stimuleren om te investeren in kleinschalige energieproductie. De Commissie zou speciale aandacht moeten schenken aan het groeiende belang van microgeneratie en de daaraan verbonden specifieke vereisten. Ook zou de Commissie de uitwisseling op lokaal en regionaal niveau van voorbeelden van geslaagde methoden moeten stimuleren, teneinde deze ontwikkeling te vergemakkelijken. CDR595-2013 00 00 TRA AC en/vds/ft/cb.../...

-6-15. Het streven naar mondige consumenten en het groeiende belang van microgeneratie impliceren niet alleen dat de totstandbrenging van slimme-metersystemen moet worden gestimuleerd, maar ook dat de betekenis die de EU aan het begrip "slimme netwerken" geeft, moet worden herzien. De Commissie stelt weliswaar dat een "vlot werkend en slim netwerk" zal bijdragen aan de concurrentie op de interne energiemarkt, maar verzuimt daarbij te wijzen op het groeiende belang van microgeneratie en de potentiële rol van consumenten als energieproducenten en facilitatoren van kleinschalige energieopslag. Daarom is het CvdR ervan overtuigd dat de zienswijze van de EU op slimme netwerken moet worden bijgesteld. Ook is de uitwisseling van alle beschikbare kennis en innovaties geboden om de weg vrij te maken voor daadwerkelijke ondersteuning van microgeneratie. D. Concurrerende groothandelsmarkten en markttransparantie 16. Markten voor groothandel in energie geven prijssignalen af die van invloed zijn op de keuzen van producenten en consumenten en besluiten om al dan niet in productie-installaties en transmissie-infrastructuur te investeren. Deze prijssignalen moeten een weergave zijn van de reële energiemarktvoorwaarden van vraag en aanbod. Meer transparantie op de groothandelsmarkten verkleint het risico op marktmanipulatie en scheeftrekking van prijssignalen. Daarom is toepassing van de Verordening betreffende de integriteit en transparantie van de energiemarkt (REMIT) een probaat middel om de tekortkomingen van de energiemarkt ter verhelpen binnen een kader dat de hele EU bestrijkt. 17. De Europese interne markt kan alleen echt van de grond komen als er netwerkcodes worden uitgewerkt, als nog hangende regelgevingvraagstukken m.b.t. de netwerkcode voor Europese balanceringsmarkten worden behandeld en als een initiatief wordt genomen om de behandeling van opkomende regelgevende en technische vraagstukken te coördineren. Het CvdR steunt deze maatregelen, omdat het daarin een middel ziet om in Europa een flexibele en veilige energiemarkt tot stand te brengen. De toepassing van Europese netwerkcodes zou, met inachtneming van de verschillen in ontwikkeling tussen regio's, voortdurend onder toezicht van de Commissie moeten worden gehouden. Daarbij moet de Commissie niet alleen toezien op een snelle en doeltreffende toepassing van die netwerkcodes, maar ook op hun doelmatigheid en effectieve marktwerking. 18. Het CvdR vindt net als de Commissie dat een overal in Europa geharmoniseerd systeem mogelijkheden in zich bergt. Bij de uitwerking van de netwerkcode is duidelijk geworden dat er een sterker verband moet worden aangebracht tussen gelijk opgaande regelingen in EU-verband en in de lidstaten. Het ACER stelt dan ook terecht dat netwerkcodes vooral gericht moeten blijven op betere onderlinge verbindingen tussen nationale energienetwerken. CDR595-2013 00 00 TRA AC en/vds/ft/cb.../...

19. Het CvdR heeft oog voor de mogelijkheden van gas, vooral vanwege het balanceringseffect ervan en als back-upcapaciteit, maar maakt zich net als de Commissie zorgen over de verschillen tussen Europa's regio's qua beschikbaarheid van aardgasinfrastructuur. De interne energiemarkt zou baat hebben bij de spreiding van infrastructuur voor transport en opslag van (vloeibaar) gas naar alle regio's van Europa en de integratie van gas- en stroomnetten. De Commissie en ACER stellen dan ook terecht dat Regionale Initiatieven moeten helpen om aanvullende regionale gashubs en elektriciteitsbeurzen op te zetten, waarvan het uiteindelijke doel volledige EU-wijde marktkoppeling voor elektriciteit is. Daartoe is het noodzakelijk dat ook de perifere regio's en eilandgebieden op de gas- en elektriciteitsverbindingen worden aangesloten. Er zouden lokale en regionale proefprojecten voor "stroom naar gas"- en "gas naar stroom"-concepten moeten worden opgestart en aan de bevindingen daaruit moet bekendheid worden gegeven. E. Hernieuwbare energie 20. Door de verwezenlijking van doelstellingen inzake hernieuwbare energie wordt bijgedragen aan de totstandbrenging van de interne elektriciteitsmarkt. Liberalisering op basis van prijs alleen zal evenwel niet noodzakelijkerwijs leiden tot een koolstofvrij Europees energiesysteem. Niettemin leidt een geïntegreerde interne elektriciteitsmarkt tot minder prijsvolatiliteit op specifieke regionale markten waardoor hernieuwbare energie doeltreffender kan worden ingezet en in de netwerken kan worden geïntegreerd. Investeringen in de energiesector zouden idealiter voorrang moeten geven aan hernieuwbare energiebronnen. De besluiten die de lidstaten over hernieuwbare energie nemen, zijn echter vooralsnog onsamenhangend. Daarom dringt het CvdR aan op een gemeenschappelijke strategie voor de ontwikkeling van zowel marktgebaseerde als regelgevende systemen (zie het advies van het CvdR over hernieuwbare energie, CdR 2182/2012 fm). 21. Er zou een helder regelgevend kader moeten worden uitgewerkt waarin is vastgelegd wie wat doet en op grond waarvan kan worden gezocht naar marktgebaseerde oplossingen die de juiste prijssignalen opleveren op de energiemarkt. Op die manier kan het steeds groter wordende aandeel van wind- en zonne-energie gemakkelijker worden opgenomen en kan worden gezorgd voor een stabiel evenwicht tussen vraag en aanbod. Aan de vraagzijde zullen duidelijke prijssignalen resulteren in energiebesparingen. Aan de aanbodzijde zorgen duidelijke prijssignalen voor de noodzakelijke flexibiliteit. Daartoe behoort een goed werkend systeem voor de handel in emissierechten waarvan adequate prikkels uitgaan voor investeringen in hernieuwbare energie en flexibiliteit. Om er zeker van te zijn dat dit emissiehandelssysteem voldoende stimulansen geeft voor investeringen in koolstofarme technologie roept het CvdR op tot een structurele oplossing voor het dringende probleem van het overaanbod aan emissierechten. CDR595-2013 00 00 TRA AC en/vds/ft/cb.../...

22. Gebrek aan coördinatie in EU-verband en het feit dat de hdstaten verschillende en vaak onverenigbare subsidiëringsregelingen en systemen hanteren om opwekkingscapaciteiten te belonen, leiden er jammer genoeg toe dat besluiten om in Europa in stroomvoorziening te investeren, steeds vaker worden voorafgegaan door een zoektocht naar de lidstaat met de gunstigste regelgeving. De ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen kan niet los van de rest worden gezien en mag niet ten koste gaan van de \yerking van de energiemarkt. Als lidstaten staatssteun verlenen, dan moet die steun doelgericht en voorspelbaar zijn, een toepassingsgebied hebben dat niet verder gaat dan de nagestreefde doelstellingen, evenredig zijn en bepalingen omvatten voor de geleidelijke opheffing ervan (waardoor kan worden ingespeeld op veranderingen in de economische levensvatbaarheid van het soort productie dat wordt gesteund). Steunmaatregelen moeten altijd in overeenstemming zijn met de EUregelgeving betreffende interne markt en staatssteun. Voordat overheden, vooral in grensgebieden, besluiten om nieuwe stimulerende maatregelen te nemen, moeten zij altijd eerst nagaan wat de gevolgen daarvan zullen zijn voor de stroomvoorziening in naburige regio's/landen. Het CvdR staat achter het voornemen van de Commissie om richtsnoeren uit te vaardigen voor de beste regelingen om de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen te steunen. 23. Er zijn momenteel in Europa grote verschillen in lokale en nationale energiebelastingen. Daarom staat het CvdR achter de iniüatieven van de Commissie om overal in Europa uniforme en slimmere energiebelastingen te promoten. Verdergaande harmonisering van het belastingkader, ofwel de objectivering van belastingen op hernieuwbare en fossiele energie waarbij voor ieder product energie-inhoud en CO2-emissies in aanmerking worden genomen, zou bijdragen aan de verwezenlijking van de 20/20/20-doelstellingen, de terugdringing van de uitstoot van CO2 en de verwezenlijking van de doelstellingen van Stappenplan 2050. In deze kaders moet er ook een billijke methodologie worden overeengekomen voor de toekenning van C02-uitstootrechten voor transregionale en transnationale energie-opwekking en - verbruik in een geliberaliseerd pan-europees transmissie- en distributiesysteem. 24. Behalve het gebruik van hernieuwbare energie is ook van belang dat energie efficiënt wordt gebruikt en dat zuinig wordt omgegaan met energie. Lokale en regionale overheden die beleid voeren op het gebied van urbanisme en ruimtelijke ordening, maatregelen nemen ter bevordering van energie-efficiëntie en stimulansen geven voor energie-efficiënte woningen en gebouwen, helpen mee om energie te besparen en lokale energieoplossingen te promoten waaronder warmtekrachtkoppeling. Het CvdR pleit ervoor dat dergelijk beleid op de voet wordt gevolgd en suggereert dat methoden die op lokaal en regionaal niveau succesvol zijn gebleken, worden toegepast om het EU beleid en het beleid van de lidstaten op dit gebied kracht bij te zetten. CDR595-2013 00 00 TRA AC en/vds/ft/cb.../...

F. Capaciteitsmechanismen, vraagrespons en energievoorzieningszekerheid 25. Te vroeg ingevoerde en slecht opgezette capaciteitsmechanismen kunnen leiden tot de versnippering van de interne markt en een rem zetten op investeringen. Het CvdR plaatst vraagtekens bij de capaciteitsmechanismen van veel lidstaten, die tot doel hebben om stroomproducenten hun opwekkingscapaciteit beschikbaar te helpen houden, zodat er altijd voldoende vermogen is, óók als verscheidene energiebronnen (bv. zonne- of windenergie) verstek laten gaan. /^dersom zouden energieoverschotten (bv. vanwege windenergie) niet moeten worden omgesluisd via netwerken van buurlanden zonder voorafgaande coördinatie van zulke maatregelen, omdat de energiemarkt van die landen anders kan worden verstoord (loop-flows). In andere gevallen kan een overschot in één gebied juist helpen om het tekort in een ander gebied op te heffen. Het is een goede zaak dat de Commissie een lans breekt voor grensoverschrijdende oplossingen. Voordat regionale of nationale maatregelen worden genomen, moet een behoorlijke analyse uitwijzen of wel echt sprake is van een capaciteitsprobleem en of er geen alternatieve oplossingen zijn. Ook moet steeds eerst worden nagegaan of bij de voorgestelde maatregelen rekening is gehouden met mogelijke grensoverschrijdende effecten. Voorzieningszekerheid vraagt hoe dan ook om een gecoördineerde benadering. 26. De Europese energiemarkt van de toekomst mag niet langer alleen afhangen van het aanbod: beheersing van de vraag, vooral bij consumptiepieken, moet net zo bepalend*worden. Er moet worden gestreefd naar een vermindering van het stroomverbruik van bedrijven en gezinshuishoudingen en passende voorwaarden moeten worden gecreëerd om profijt te trekken van de vernieuwende werking van slimme netwerken en meters. Het CvdR pleit daarom voor de ontwikkeling van gecoördineerde capaciteitsmechanismen in EU-verband waardoor energieverbruikspieken kunnen worden afgetopt. Daarmee kan de werking van Europese elektriciteitssystemen worden gegarandeerd (vooral tijdens verbruikspieken) en kan de aanzet worden gegeven tot minder stroomverbruik. 27. In het licht van de vormgeving aan de globale Europese visie op infrastructuur moet evenveel belang worden gehecht aan de ontwikkeling van infrastructuur voor distributiesysteembeheerders (DSB) als aan de ontwikkeling van infrastructuur voor transmissiesysteembeheerders (TSB). De opbouw van distributie-infrastructuur is een conditio sine qua non voor de verwezenlijking van de 2020-doelstellingen. Slimme distributie-infrastructuur is hoognodig om hernieuwbare energie op de netwerken aan te sluiten en gedecentraliseerde energieproducten in het systeem te verwerken. Dit streven is tot mislukken gedoemd als de planning van infrastructuur ophoudt bij transmissie. CDR595-2013 00 00 TRA AC en/vds/ft/cb.../...

10- G. Infrastructuurnetwerken 28. De energiemarkt wordt steeds intemationaler. Daarom zijn onderlinge verbindingen en back-up-, opslag- en infrastructuurvoorzieningen onontbeerlijk voor de totstandbrenging van de interne energiemarkt. Het CvdR is dan ook ingenomen met de op 27 november 2012 gesloten overeenkomst over het Europese infrastructuurpakket, maar dringt er op aan dat er, naast alle grootschalige (internationale) investeringen, ook in regionale of zelfs lokale netwerken, onderlinge verbindingen met (gedeeltelijk) geïsoleerde eilandsystemen, wordt geïnvesteerd. Immers, de opwekking van energie is steeds meer een lokale/regionale aangelegenheid aan het worden. 29. Overheden zouden zich moeten bezinnen op maatregelen om te stimuleren dat naar behoren in de opwekking, transmissie en opslag van energie en voorzieningen voor de balancering van vraag en aanbod wordt geïnvesteerd. Het CvdR adviseert om, naast bestaande programma's (EEPR, Cormecting Europe Facility, cohesiebeleid, TEN-T-programma, Horizon 2020), op zoek te gaan naar nieuwe financieringsinstrumenten voor de totstandbrenging van infrastructuur. Zo zijn er tal van andere mogelijkheden om daar extra middelen voor vrij te maken, zoals publiek-private partnerschappen, de mobilisering van particuliere middelen, innoverende financieringsovereenkomsten of belastingmaatregelen. Voorwaarde voor de toestroom van particuliere investeringen is dat meer zekerheid wordt geboden over het soort investeringen dat op de lange termijn winst oplevert. Daarom is volgens het CvdR een Europese investeringsagenda (voor de lange termijn) zo belangrijk. Lokale/regionale overheden moeten vereenvoudigde toegang tot de Europese Investeringsbank (EIB) voor de financiering van duurzame-energieprojecten blijven genieten. Daarenboven moeten energieregulators verbeteringen van de infrastructuur en de totstandbrenging van back-up- en opslagvoorzieningen in de energietarieven kunnen verwerken. 30. De ontwikkeling van infrastructuumetwerken en het losmaken van investeringen is vast ook gebaat bij stroomlijning van de procedures die in de EU voor de afgifte van vergunningen moeten worden gevolgd en verbetering van de kostentoerekening bij grensoverschrijdende projecten. Een en ander kan ook gunstig uitwerken voor de voorzieningszekerheid in Europa en de integratie van hernieuwbare energie, omdat de mogelijkheden voor het vervoer van energie worden verbeterd. Lokale en regionale overheden zouden daarin een belangrijke rol moeten spelen, en wel door planningprocedures te vereenvoudigen en energie-infrastructuur in hun lokale en regionale planningschema's op te nemen. CDR595-2013 00 00 TRA AC en/vds/ft/cb.../...

11 31. Het CvdR is van mening dat de kosten voor het energienetwerk en de uitbreiding ervan, die in het belang van zowel het milieu als de consument in de gehele EU worden gemaakt, op een solidaire manier moeten worden gedeeld en niet eenzijdig voor rekening mogen komen van het land waar het net wordt uitgebreid. Het CvdR ondersteunt daarom de verdere ontwikkeling en implementatie van robuuste 'kostenallocatiemechanismes' in de Verordening betreffende het energie-infrastructuurpakket, en de werkzaamheden die op dit moment door de toezichthouders ACER en ENTSOG worden verricht om dit beleid verder vorm te geven. H. Slimme netwerken 32. Het staat als een paal boven water dat de bestaande netwerken dringend toe zijn aan modernisering en dat het hoog tijd is voor de verwezenlijking van slimme netwerken. Het CvdR is voorstander van samenwerking om Europese, nationale en regionale slimme netwerken tot stand te brengen en voor die netwerken Europese normen uit te werken. De bestaande plarmen moeten noodzakelijkerwijs worden aangevuld met nationale en regionale plannen om netwerken te moderniseren. Het bedrijfsleven zou in dit opzicht moeten worden geholpen door O&O-programma's (kaderprogramma. Intelligent Energy Europe). Zo zou met name aan de hand van lokale en/of regionale proefprojecten duidelijk kunnen worden gemaakt welke mogelijkheden er zijn voor slimme netwerken. Dergelijke projecten kunnen ook helpen om overal in Europa netwerken tot stand te brengen. Het CvdR dringt er dan ook bij de Commissie op aan om samen met lokale en regionale overheden actieplannen voor de totstandbrenging van slimme netwerken uit te werken. 33. Bovenop de investeringen in nieuwe infrastructuur vergt deze overschakeling van het netwerk op slimme netwerken nog andere financieringsmiddelen. Onderzocht dient te worden of energieregulators marktspelers de mogelijkheid zouden moeten bieden om die financiële opgave m hun tariefstructuur te verwerken, wat nu niet geoorloofd is. Ook zouden de energieregulators methoden moeten vastleggen voor de benchmarking van tarieven en de met de netwerktoegang gemoeide kosten aan de aanbodzijde. Zo kunnen niet alleen kwantitatieve aspecten (kosten), maar ook kwalitatieve aspecten (zoals betrouwbaarheidscriteria voor de kwaliteit van netwerken) worden meegenomen en kan ervoor worden gezorgd dat de huidige netwerkkwaliteit overeind blijft. 34. Voor een snelle modernisering en "verslimming" van netwerken is het volstrekt noodzakelijk dat het regelgevingskader investeringen aanmoedigt doordat uitzicht wordt geboden op een billijke tegenprestatie. Ook moet dit regelgevingskader onverwijld duidelijkheid scheppen over wie wat doet en wie waar verantwoordelijk voor is. Er is behoefte aan een langetermijnvisie, omdat netwerkondernemingen een regelgevtngskader nodig hebben dat voorspelbaar is en voor de lange termijn ondersteuning biedt en dat stimulansen geeft voor de noodzakelijk innovaties en die innovaties vergemakkelijkt. CDR595-2013 00 00 TRA AC en/vds/ft/cb.../...

12-35. Transparantie en participatie van burgers en gemeenschappen bij de planning, ontwikkeling en tenuitvoerlegging van netwerken zijn cruciale voorwaarden voor publieke aanvaarding. Het proces van netwerkplanning moet opnieuw worden bekeken zodat het doeltreffend wordt afgestemd op dit nieuwe tijdperk van energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en beheer van de vraag, en om maximale flexibiliteit en veerkracht binnen het systeem te waarborgen. Het proces van netwerkplanning moet inclusief, transparant en democratisch zijn. Brussel, 4 juli 2013. De voorzitter Van het Comité van de Regio's Ramón Luis Valcarcel Siso De secretaris-generaal Van het Comité van de Regio's Gerhard Stahl CDR595-2013 00 00 TRA AC en/vds/ft/cb.../...

13 II. PROCEDURE Titel Referentie Rechtsgrondslag Procedurele grondslag Brief van de Commissie Brief van het Europees Parlement De interne energiemarkt doen werken COM(2012) 663 fmal Facultatieve raadpleging 16 november 2012 22 november 2012 Besluit van het bureau/de voorzitter 16 november 2012 Verantwoordelijke commissie Commissie Milieu, Klimaatverandering en Energie (ENVE) Goedkeuring door de commissie 24 april 2013 Uitslag van de stemming in de commissie Goedkeuring met algemene stemmen Goedkeuring door de voltallige vergadering Tijdens de zitting van 3 en 4 juh 2013 Eerdere adviezen van het CvdR Datum voor raadpleging in het kader van Niet van toepassing subsidiariteitstoezicht CDR595-2013 00 00 TRA AC en/vds/ft/cb

Resolutie van het Europees Parlement van 10 september 2013 over een effectief werkende interne energiemarkt (2013/2005(INI)) Hel Europees Parlement. - gezien de mededeling van de Commissie getiteld De interne energiemarkt doen werken", en de bijbehorende werkdocumenten (COIVI(2012)0663), - gezien zijn standpunt van 12 maart 2013 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende richtsnoeren voor de trans-europese energie-infrastructuur en houdende intrekking van Beschikking nr.l364/2006/eg<", - gezien Verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van Richtlijn 2004/67/EG van de Raad'-', - gezien Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie''', - gezien Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas'"", - gezien Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG''', - gezien Verordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit en tot intrekking van Verordening (EG)nr. 1228/2003, - gezien Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Pariement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005, - gezien Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie""', - gezien Richtlijn 2009/7l/Euratom van de Raad van 25 juni 2009 tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van keminstallaties'", - gezien de mededeling van de Commissie van 3 maart 201 ü over Europa 2020 - Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei" (COlVl(2010)2020), - gezien Besluit nr. 994/2012/EU van het Europees Pariement en de Raad van 25 oktober 2012 tot instelling van een mechanisme voor infonnatie-uitwisseling met betrekking tot intergou vemementele overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen op energiegebied (voor de EER relevante tekst)'"', - gezien de mededeling van de Commissie van 15 december 2011 getiteld Stappenplan Energie 2050" (COM(2011)0885), - gezien de mededeling van de Commissie van 3 oktober 2012 getiteld Akte voor de interne markt 11 - Samen voor nieuwe groei" (COM(2012)0573), - gezien de mededeling van de Commissie van 6 juni 2012 getiteld Hernieuwbare energie: een belangrijke speler op de Europese energiemarkt" (COlVl(2012)0271), - gezien zijn resolutie van 25 november 2010 over een nieuwe energiestrategie voor Europa 2011-2020"', - gezien zijn resolutie van 12 juni 2012 over samenwerking op gebied van energiebeleid buiten onze grenzen: een strategische benadering van gegarandeerde, duurzame en concurrerende energievoorziening"'", - gezien zijn resolutie van 13 december 2012 over de staalindustrie in de Europese Unie"", - gezien de aanbevelingen van de rondetafelbijeenkomst op hoog niveau over de toekomst van de staalindustrie van 12

februari 2013, - gezien zijn resolutie van 15 maart 2012 over een routekaart naar een concurrerende koolstofanne economie in 2050"^', - gezien zijn resolutie van 14 maart 2013 over het Stappenplan Energie 2050 - een toekomst met energie"", - gezien zijn resolutie over industriële, energetische en andere aspecten van schaliegas en -olie''"" en zijn resolutie over de gevolgen voor het milieu van de winning van schaliegas en schalieolie"", die op 21 november 2012 zijn aangenomen, - gezien artikel 48 van het Reglement, - gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en het advies van de Commissie interne markt en consumenten beschenning(a7-0262/2013), A. overwegende dat de lidstaten duidelijk gesteld hebben dat de interne energiemarkt uiterlijk in 2014 moet zijn voltooid en dat de energie-eilanden" in de EU uiteriijk in 2015 moeten zijn weggewerkt; B. overwegende dat een voltooide interne energiemarkt onmisbaar is voor de algehele continuïteit en duurzaamheid van de energievoorziening in de Unie en van cruciale waarde is voor het mondiale concun-entievermogen, de economische groei en het creëren van nieuwe banen in de Unie, zoals wordt onderkend in de Akte voor de interne niarkt II en de Europa 2020- strategie; C. overwegende dat de strategie Energie 2020 van de Commissie gebaseerd is op ramingen dat er in de energiesector tegen 2020 1 biljoen EUR aan investeringsbehoeften nodig is, waarvan 540 miljard EUR bestemd is voor elektriciteitsproductie en 210 miljard EUR voor elektriciteits- en gasnetwerken van Europees belang; D. overwegende dat in het Stappenplan Energie 2050 wordt benadrukt dat volledige integratie van de Europese energienetwerken en verdere opening van markten cruciaal zijn voor de instandhouding van het evenwicht tussen continue energievoorziening, concun-entie, kostenefficiëntie, een duurzame economie en consumentenbelangen; overwegende dat in het Stappenplan Energie 2050 wordt vastgesteld dat energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en energie-infrastructuur de no-regrets"-opties zijn; E. overwegende dat het aandeel van hemieuwbare energiebronnen in de Europese energiemi.x op de korte, middellange en lange tennijn stijgt; ovei-wegende dat brede integratie van hernieuwbare energiebronnen een aanpassing van het netwerk en meer flexibiliteit veronderstelt; F. overwegende dat een interne energiemarkt de Unie in staat stelt om in haar betrekkingen met e.xteme partners namens alle lidstaten te spreken en gelijke mededingingsvoorwaarden voor alle bedrijven uit de EU en uit derde landen te waarborgen, waarbij ook sociale nonnen en milieunonnen worden gewaarborgd en waarbij ten aanzien van derde landen wordt geopereerd uit oogpunt van reciprociteit; G. overwegende dat er een systeem moet worden ingevoerd waardoor lidstaten informatie kunnen uitwisselen over energievoorzieningsovereenkomsten met derde landen; H. overwegende dat de interne Europese energiemarkt en de respectieve nationale energiemarkten concuiterend moeten zijn en echte keuzevrijheid en transparante informatie moeten bieden aan alle consumenten, die een centrale rol spelen in de energiemarkt; overwegende dat de voltooiing van de interne energiemarkt van essentieel belang is om de energiekosten en - prijzen weer terug te brengen naar een betaalbaar en concuirerend niveau, zowel op korte, middellange als lange termijn; ovei-wegende dat consumenten vaak niet profiteren van prijsverlagingen op de energiemarkt; I. overwegende dat een Europese energiegemeenschap, die de communautaire methode toepast, gestoeld moet zijn op een sterke gemeenschappelijke energiemarkt, coördinatie van de aankoop van energie buiten de EU en gemeenschappelijke Europese financiering van nieuwe, emissiearme energietechnologieën, met name op het gebied van onderzoek en innovatie;.1. overwegende dat een zekere vooruitgang is geboekt bij de uitbreiding van grensoverschrijdende samenwerking, de gedeeltelijke uitbanning van energie-eilanden en het voorkomen van tekorten in de energievoorziening; I. is ingenomen met de kern van de mededeling en van het bijbehorende actieplan, waarin de vooruitgang tot dusver en de nieuwe uitdagingen bij de voltooiing van de interne energiemarkt worden samengevat;

2. onderkent dat de trend van stijgende energieprijzen waarschijnlijk zal doorzetten, aangezien de energie 3rijzen momenteel gekoppeld zijn - in het geval van aardgas - aan de olieprijs per vat en - in het geval van elektriciteit - aan schonimelende brandstofprijzen, en verder worden beïnvloed door de Europese afhankelijkheid van de invoer van olie en aardgas, door de impact van interventiemaatregelen, door ontoereikende maatregelen om energie-efficiëntie te bevorderen, en door het gebrek aan de investeringen die gedaan moeten worden om de energiesystemen in stand te houden en te moderniseren (o.a. bidirectionele stromen en interconnectoren) om hoge niveaus van leveringszekerheid te waarborgen en de integratie van hernieuwbare energiebronnen te vergemakkelijken; bepleit derhalve dat het gasprijsmechanisme wordt losgekoppeld van de olie-indexering en dat er flexibelere altematieven worden gezocht, met inachtneming van de vrijheid van commerciële transactie; 3. benadrukt dat de ontwikkeling van nationale bronnen leidt tot de opkomst van nieuwe trading hubs in de EU en nieuwe spotmarkten voor gas en elektriciteit, en bijgevolg de EU en de lidstaten een reële mogelijkheid biedt om, onder andere op regionaal en lokaal niveau, hun eigen energieprijzen vast te stellen; 4. onderkent dat een betere, op solidariteit gerichte coördinatie van het energiebeleid van de lidstaten en samenwerking op Europees niveau meerwaarde heeft, evenals het creëren van efficiënte en veilige gi'ensoverschrijdende energiesystemen, waarbij synergieën tot stand worden gebracht door beter beheer van het aanbod van en de vraag naar energie, wat wordt vergemakkelijkt door slimme technologieën op het niveau van distributiesystemen; 5. wijst op het belang van de regionale markten en van samenwerking tussen de lidstaten bij het wegnemen van belemmeringen, het versnellen van het integi-atieproces en de verbetering van de netwerkefficiëntie; 6. herinnert aan zijn steui"i voor het opzetten van een Europese energiegemeenschap die de EU-lidstaten bindt en vraagt de Commissie en de Europese Raad verslag uit te brengen over de vorderingen bij het opzetten hiervan; Een consumentgerichte markt I. onderstreept dat de eindgebruikers van energie, zowel personen, MKB-bedrijven als de industrie, de kern vormen van de gebruiksvriendelijke en transparante interne energiemarkt; merkt op dat zij daarom goede bescherming nodig hebben, zorgvuldig moeten worden voorzien van toegankelijke informatie, zodat zij in staat zijn hun rechten volledig te doen gelden, en dat zij daarbij aangemoedigd moeten worden een actievere rol te spelen bij het stimuleren van concurrentie op de markt en zich te ontwikkelen van passieve ontvangers van diensten tot actieve, geïnformeerde consumenten en producent-consumenten ( prosumenten"); 8. benadmkt hoe belangrijk de waarborging van een concurrerende, gemakkelijk te beheren en transparante energiemarkt is die alle energieconsumenten in de EU voorziet van continue, duurzame, betaalbare en betrouwbare manieren van energieopwekking waarbij rekening wordt gehouden met de belangen van toekomstige generaties; 9. is van mening dat een grotere deelname van consumenten wordt bevorderd door lokale coöperaties voor hemieuwbare energie, collectieve overstapinitiatieven en aggregators of andere instrumenten, zoals gedecentraliseerde opslag en slimme apparaten; is van mening dat consumenten door dergelijke instmmenten meer inzicht kunnen krijgen in hun energieverbruik, en daardoor flexibeler en ontvankelijker worden (zowel aan de vraag- als de aanbodzijde), en dat zij het draagvlak voor hemieuwbare energie kunnen vergroten en voor de nodige investeringen kunnen zorgen; 10. vestigt de aandacht op de praktische voordelen van variabele facturering van het netwerkgebruik om de verbruikers met het oog op het bevorderen van een duurzaam energiegebruik aan te sporen buiten de piekperiodes te consumeren; II. is van mening dat slimme technologieën consumenten nauwkeurige, begrijpelijke en gebruikersvriendelijke informatie moeten verschaffen en hen in staat moeten stellen hun energieverbmik en -productie te beheersen; is derhalve van mening dat slimme technologieën aangevuld moeten worden met dynamisch online beheer van transmissie- en distributienetten, dat diensten omvat op het gebied van netwerkondersteuning, vrijwillige vraagrespons, energie-efficiëntiediensten, microopwekkings- en opslagoplossingen, en lokale of op huishoudens georiënteerde makelaardij; wijst er echter op dat goed moet worden onderzocht bij welk energieverbruiksniveau slimme meters economische voordelen opleveren en dat consumenten die onder die verbruiksniveaus blijven niet worden verplicht erin te investeren; 12. spreekt zijn bezorgdheid uit over de ontwikkelingen waarbij telecombedrijven worden aangemoedigd de gegevens van distributienetwerken te beheren, aangezien dit belangrijke vragen oproept met betrekking tot de gegevensbescherming en het risico met zich meebrengt dat beheerders de technische gegevens die zij nodig hebben om hun eigen taken als distributienetwerkbeheerder te vervullen, moeten kopen; 13. erkent dat energiearmoede de lidstaten voor een aanzienlijke uitdaging stelt; wijst er in dit verband op dat de vaststelling van een standaardaanpak geen rekening houdt met de uiteenlopende realiteit in de verschillende lid.staten; meent, derhalve.

dat kwetsbare consumenten bijzondere en effectieve bescherming nodig hebben en dat het daartoe noodzakelijk is passende mechanismen te ontwikkelen, waarbij marktverstoring wordt vermeden; benadrukt dat reeds voorzien is in specifieke maatregelen, conform het derde energiepakket; 14. merkt op dat door de schaliegasrevolutie in de VS de C02-uitstoot is verminderd en tegelijkertijd een aanmerkelijk concurrerend voordeel voor de Amerikaanse industrie tot stand is gebracht; Uitdagingen bij de voltooiing van de interne energiemarkt 15. benadrukt dat de interne energiemarkt nog niet voltooid is en dat de nationale energiemarkten niet voldoen aan de behoeften en verwachtingen van consumenten, aangezien zij nog altijd te maken hebben met: hoge prijzen, een teperkte keuze aan leveranciers en tarieven, een algehele lage kwaliteit van dienstveriening, veelal te zwakke consumentenbeschenning, en problemen bij het wisselen van leverancier; benadrukt daarom dat een consumentvriendelijker markt tot stand moet komen waar consumenten een actieve rol kunnen spelen en prosumenten kunnen worden in een brede EU-markt waarin zij worden voorgelicht over de voorwaarden van afzonderlijke leveranciers zodat zij die eenvoudig met elkaar kunnen vergelijken; wijst in dit opzicht op de rol van collectief overstappen bij het mondiger maken van consumenten en het vaststellen van lagere energierekeningen; 16. meent dat de onvolledige tenuitvoerlegging van wetgeving inzake de interne energiemarkt een van de grootste obstakels blijft voor de voltooiing van deze markt; meent dat voor de benodigde versterking van de inteme markt onder andere onze infrastructuur moet worden uitgebreid, terwijl ook de intememarktwetgeving ten uitvoer wordt gelegd en de mededingingsregels worden gehandhaafd; 17. benadrukt dat modernisering van de bestaande infrastructuur en het bouwen van nieuwe, intelligente en flexibele infrastructuur voor opwekking, transmissie (met name grensoverschrijdende interconnectoren voor gas en elektriciteit), distributie en opslag van energie zeer belangrijk is voor een goed geïntegi-eerde en onderling goed verbonden energiemarkt, waarop negatieve effecten, zoals ongeplande elektriciteitsstromen, worden venneden, aanvoer tegen redelijke en concun-erende prijzen zeker is, volledig gebruik wordt gemaakt van alle hemieuwbare energiebronnen, en van microopwekking, wanntekrachtkoppeling, efficiëntie, vraagzijdebeheer, opslag, en waarop tegen 2015 geen enkele lidstaat geïsoleerd blijft van de Europese gas- en elektriciteitsnetten, o.a. door gelijktijdige integratie van geïsoleerde elektriciteitsopwekkingssystemen in de Europese continentale netwerken; benadrukt dat er grote investeringen moeten worden gedaan naast investeringen in regionale of zelfs lokale netwerken, aangezien de opwekking van energie steeds vaker regionaal/lokaal plaatsvindt; 18. stelt in dit opzicht vast dat er dankzij de gedecentraliseerde aanvoer van hernieuwbare energie minder nieuwe transmissielijnen hoeven te worden gebouwd, met navenant lagere kosten, aangezien gedecentraliseerde technologieën, die rechtstreeks geïntegreerd kunnen worden in woningen, steden en afgelegen gebieden, veel dichter bij de eindgebruiker liggen; 19. onderkent dat wanneer wordt toegestaan dat de productie van hernieuwbare elektriciteit toeneemt zonder dat de benodigde infrastructuur wordt ontwikkeld, dit kan leiden tot ongecoördineerde, grensoverschrijdende ongeplande elektriciteitsstromen ( loop flows") en dus tot suboptinude energieprijzen; 20. herinnert eraan dat het streefdoel van de lidstaten om een elektriciteits- en gasinterconnectieniveau te behalen van ten minste 10% van hun geïnstalleerde productiecapaciteit zoals in 2002 en 2007 overeengekomen door de Europese Raad, nog niet is bereikt; 21. is er verheugd over dat de Commissie benadrukt dat de toekomstige energiesystemen van Europa worden gekenmerkt door flexibiliteit; stelt vast dat, in alle tijdsbestekken, goed functionerende grensoverschrijdende groothandelsmarkten eenvoudig toegankelijke mogelijkheden voor flexibiliteit zijn; dringt aan op verdere inspanningen om de toekomstige aanwending van technologieën voor de opslag van energie en beheersing van de vraagzijde te stimuleren, waardoor de flexibiliteit verder kan toenemen; 22. meent dat energie-efficiëntie een van de duurzaamste en meest kosteneffectieve manieren is om energierekeningen te verlagen, de voorzieningszekerheid te vergroten, de behoefte aan invoer van fossiele brandstoffen te verminderen en koolstofemissies te vermijden; onderkent dat elke maatregel ter bevordering van energie-efficiëntie bij de behoeften van consumenten moet passen, kosteneffectief moet zijn en moet worden gesteund door de juiste stimuleringsmaatregelen; 23. onderstreept dat volgens de bevindingen van het Internationaal Energieagentschap door krachtigere maatregelen op het gebied van energie-efficiëntie de invoer van gas in 2035 met een derde kan worden teruggebracht, wat overeenkomt met 100 miljard m3 gas;