N BÈTATECHNIEK OP WEG NAAR 4 OP DE 10 FACTS & FIGURES EEN UITGAVE VAN TECHNIEKPACT EN PLATFORM BÈTA TECHNIEK



Vergelijkbare documenten
Navigatie techniekpact

Infrastructuur landsdeel Noordvleugel. 5 hogescholen met bètatechniek 3 universiteiten Jet-Net: 31 scholen en 15

Infrastructuur landsdeel Zuidoost. 3 hogescholen met bètatechniek 3 universiteiten Jet-Net: 38 scholen en 13

Infrastructuur landsdeel Noord. 4 Centres of expertise (penvoerders)

zuidwest Infrastructuur landsdeel Zuidwest 6 hogescholen met bètatechniek 3 universiteiten Jet-Net: 53 scholen en 17

TECHNIEKPACTMONITOR.NL HIGHLIGHTS 2017

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO

index Technocentrum Kwantitatieve regioanalyse technisch beroepsonderwijs Provincie Noord-Brabant

short-logo NATIONAAL TECHNIEKPACT 2020 SAMENVATTING ÉÉN JAAR NA ONDERTEKENING RAPPORTAGE

ROC Albeda College ten opzichte van sectorgemiddelden

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD PLATFORM BÈTA TECHNIEK

ROC Albeda College ten opzichte van de sector

40% 40% FACTS & FIGURES

Hoe scoren onderwijsinstellingen op Twitter?

FACTS & FIGURES BÈTATECHNIEK EEN UITGAVE VAN TECHNIEKPACT EN PLATFORM BÈTA TECHNIEK

DOELMATIGHEIDS-ATLAS. Doelmatig opleiden in de Motorvoertuigen- en Tweewielerbranche 2015

Leerlingcijfers 2014/2015

Doorlopende leerlijnen; Regionale visie als succesfactor

Onderwijs: kiezen voor en leren in de techniek

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013

Techniek: werken, leren en kiezen. Cijfers onderwijs-arbeidsmarkt 2019

Sector Handel en ondernemerschap

Mijn resultaat medewerkerstevredenheid ten opzichte van sectorgemiddelden

ONDERZOEKSBERICHT. Mbo-studenten in Kenteq-kwalificaties (globale analyse)

MEER MEISJES IN MBO TECHNIEK MONITOR

Facts & Figures Flevoland

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2011: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2012

RECLAME, PRESENTATIE EN COMMUNICATIE. Gediplomeerden 2013/2014. Sector Reclame Presentatie en Communicatie. Datum: maart 2015 Auteur: Savantis

Hoe scoren onderwijsinstellingen op Twitter?

ONDERZOEKSBERICHT. Mbo-studenten in Kenteq-kwalificaties (globale analyse)

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS

Factsheet. Instroom hbo toegenomen, lichte groei aantal inschrijvingen en aantal gediplomeerden neemt gestaag toe.

Facts & Figures Friesland

Ontwikkeling aantal leerlingen Reclame, Presentatie en Communicatie 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1

Doorstroom naar het mbo in de regio Haaglanden

Hoe scoren onderwijsinstellingen op social? Onderzoek naar het gebruik van Twitter onder MBO-, HBO- en WO-instellingen.

1,4% ten opzichte van studiejaar

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juni 2014

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

A fbouw. Ontwikkeling aantal leerlingen Afbouw 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1. Datum: januari 2014 Auteur: Sanne Saalbrink

Middelbaar beroepsonderwijs regio Arnhem

CMHF is een van die Centrales en deze vertegenwoordigt de FvOv-verenigingen in het IGO.

Ontwikkeling aantal leerlingen en gediplomeerden Reclame, Presentatie en Communicatie 2014 RECLAME, PRESENTATIE EN COMMUNICATIE

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Aantal instromende studenten tussen gedaald. Figuur 1: Ontwikkeling instroom lerarenopleidingen

RIF. 7 Zuidwest. 2 Noordvleugel. Regionaal investeringsfonds mbo Factsheet toekenningen Heel Nederland. Noord. Oost.

Voortijdige schoolverlaters MBO

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2015: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. Juni 2016

Facts & Figures Utrecht

Facts & Figures Groningen

Factsheet. Totale hbo-instroom, inschrijvingen en diploma s

Facts & Figures Overijssel

Voortijdige schoolverlaters MBO

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Contextschets Techniek

Facts & Figures Utrecht

Facts & Figures Drenthe

Opleidingen hout en meubel Een selectie van data van DUO

Jaarlijkse urenomvang van het beweeg- en sportaanbod per mbo-instelling

Kiezen voor Technologie

Studenten aan lerarenopleidingen

Quickscan Techniek in. onderwijs en werkgelegenheid

Statistisch jaaroverzicht Schoonmaak en Glazenwassen 2011/2012

SCHOONMAAK EN GLAZENWASSEN. Leerlingcijfers. Sector Schoonmaak en Glazenwassen. Datum: 16 februari 2015 Auteur: Savantis

Versoepelen doorstroom mbo-hbo

Facts & Figures Limburg

Jaarverslag Platform Bèta Techniek 13

Facts & Figures provincie Noord-Brabant

Leerlingcijfers 2014/2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Toon Berkers Maartje Geenen Cécile Stallenberg

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs

Voortijdige schoolverlaters MBO

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2010

Opleidingsniveau stijgt

5. Onderwijs en schoolkleur

Facts & Figures Zeeland

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

Facts & Figures Noord-Holland

Uw brief van. Bijlage(n)

Voortijdige schoolverlaters MBO

Dit jaar moet je een keuze gaan maken voor de vakken, waarin je volgend jaar examen in gaat doen.

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 4 2. KIEZEN 5 3. KIEZEN IN 2 HTL 6 4. SECTOREN VAKKENPAKKET (lessentabel) 8 6. BEROEPENÖRIENTATIE 9

Tweede Kamer der Staten-Generaal

KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS

Voortijdige schoolverlaters MBO

Aantal ingeschreven studenten per universiteit naar onderwijstaal, studiejaar

De arbeidsmarkt voor Ad gediplomeerden: Naar prognoses voor Ad opleidingen?

Leerlingaantallen. Studiejaar

Toptechniek en Techniekpact. Een duurzame route

Duurzaam Middelbaar Beroepsonderwijs. Rob de Vrind Duurzaamheidscoördinator Koning Willem I College en voorzitter van DMBO (

Resultaten steekproef themaonderzoek onderwijstijd 2011 Instelling Opleiding oordeel eindoordeel na verbetering Albeda College ICT medewerker

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TAK Centrum wil innovatieve onderwerpen, vermeld in onze regiovisie, gebruiken om lesmateriaal te ontwikkelen voor het vak Science.

Transcriptie:

N BÈTATECHNIEK FACTS & FIGURES 2015 OP WEG NAAR 4 OP DE EEN UITGAVE VAN TECHNIEKPACT EN PLATFORM BÈTA TECHNIEK

PAGINA 2 MONITOR TECHNIEKPACT 2015

MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 3 COLOFON Ministerie van Economische Zaken Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag - Postbus 20401 2500 EK Den Haag - +31 (0) 70 379 89 info@techniekpact.nl www.techniekpact.nl De monitor Techniekpact is een coproductie van het Ministerie van Economische Zaken en Platform Bèta Techniek. Bron cijfers: CBS, DUO, S-BB, UWV. Te raadplegen via www.kennisbankbetatechniek.nl juni 2015 Ministerie van Economische Zaken en Platform Bèta Techniek Auteursrechten voorbehouden. Gebruik van de inhoud van deze publicatie is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Platform Bèta Techniek Lange Voorhout 20 25 EE Den Haag - Postbus 556 2501 CN Den Haag - +31 (0)70 3 97 info@platformbetatechniek.nl www.platformbetatechniek.nl Grafisch ontwerp: Slem ontwerpstudio

PAGINA 4 MONITOR TECHNIEKPACT 2015

MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 5 INHOUD In deze monitor wordt gestart met de landelijk facts & figures. Deze data zijn gestructureerd aan de hand van de drie Techniekpactactielijnen kiezen, leren en werken. Daaropvolgend wordt ingezoomd op de vijf Techniekpactlandsdelen. In deze kortere landsdeelhoofdstukken wordt steeds dezelfde structuur aangehouden als in het landelijke deel. VOORWOORD 7 DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES 8 Kiezen voor techniek Primair onderwijs Voortgezet onderwijs vmbo Voortgezet onderwijs havo/vwo 20 Docenten 24 Leren in de techniek 28 Middelbaar beroepsonderwijs 30 Hoger onderwijs 38 Werken in de techniek 46 DEEL 2: FACTS & FIGURES IN DE LANDSDELEN 56 Landsdeel Noordvleugel 58 Landsdeel Noord 70 Landsdeel Oost 82 Landsdeel Zuidoost 94 Landsdeel Zuidwest 6 BIJLAGEN De 22 Techniekpactacties 8 Afkortingen 0

PAGINA 6 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 VOORWOORD Zorgen voor voldoende gekwalificeerde technici en het aantrekkelijker maken van leren en werken in de techniek. Dat is de ambitie van het in mei 20 afgesloten Nationaal Techniekpact 2020. In het pact slaan onderwijs, bedrijfsleven en overheden middels 22 concrete acties de handen ineen. We zijn nu twee jaar verder. Wat is er tot nu toe bereikt, welke trends zijn zichtbaar en waar liggen nog uitdagingen? De monitor Techniekpact, een coproductie van het Techniekpact en het Platform Bèta Techniek, geeft u hierin inzicht. OPZET EN INDELING Niet alle 22 acties van het Techniekpact zijn cijfermatig in beeld te brengen. De monitor focust zich dan ook op de acties waarbij sprake is van trends en een ontwikkeling in de tijd. Voor de opbouw van de monitor is ervoor gekozen om de drie actielijnen van het Techniekpact te volgen: kiezen voor techniek, leren in de techniek en werken in de techniek. Hierbij wordt allereerst een landelijk beeld gegeven. In aansluiting daarop volgen, gezien het belang van de landsdelen voor het Techniekpact, vijf afzonderlijke landsdeelhoofdstukken. REGIONALE SAMENWERKING Sleutelwoord voor de uitvoering van het Techniekpact is de regionale samenwerking binnen de vijf landsdelen. In de regio vinden bedrijfsleven, onderwijs en overheid elkaar binnen (ver)nieuw(d)e samenwerkingsverbanden en wordt vanuit regionale visies gewerkt aan Techniekpactdoelen. Onder meer werken schoolbestuurders gezamenlijk aan meer aandacht voor wetenschap en technologie op basisscholen en zijn er nieuwe Toptechniek in bedrijf regio s gestart. Laatstgenoemde verbetert de aansluiting vmbo - mbo en maakt, via intensieve samenwerking met het bedrijfsleven, technische vmbo-opleidingen aantrekkelijker.

MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 7 POSITIEVE TREND De afgelopen jaren heeft zich een voorzichtige, positieve trend in de aandacht voor techniek ingezet. Dankzij de extra stimulans vanuit alle partners van het Techniekpact zet deze trend zich door. Maar we zijn er nog niet. Zo zijn er knelpunten rond het aantal docenten bètatechniek en kiezen nog altijd te weinig meisjes en vrouwen voor een technische richting. Bovendien wordt er in bepaalde technische beroepen nog steeds een krapte verwacht. BLIK OP DE TOEKOMST Verduurzaming van alle inspanningen is nodig om ervoor te zorgen dat we de stijgende belangstelling voor techniek bij jongeren kunnen vasthouden én gaan terugzien in de arbeidsmarkt. Het doel blijft om de komende jaren, samen met het onderwijs, bedrijfsleven en de overheid, te komen tot een aandeel bètatechniek van vier op de tien in alle onderwijsniveaus. Hierbij dient de kwalitatieve verbinding gemaakt te worden met de vaardigheden van de toekomst, de Human Capital Agenda s van de Topsectoren en Smart Industry. Met bovenstaande ambities in het achterhoofd, laat deze monitor aan alle stakeholders zien waar in Nederland successen geboekt worden en waar nog kansen liggen. Zo bouwen we gezamenlijk verder aan een optimale bètatechniekbalans. Hans Corstjens Directeur Platform Bèta Techniek Doekle Terpstra Aanjager Nationaal Techniekpact 2020

DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES DEEL 1 LANDELIJKE FACTS & FIGURES

INFRASTRUCTUUR 2015 1 % Onderwijsinstellingen: 6546 basisscholen 665 scholen speciaal (basis)onderwijs 655 voortgezet onderwijs scholen (vmbo-havo-vwo) 45 ROC s, AOC s en vakscholen 21 hogescholen met bètatechniek universiteiten 2 Arbeidsmarkt: 1,55 miljoen technisch opgeleiden waarvan 826.000 in technische beroepen 1,55 miljoen mensen met technisch beroep bouw en metaal grootste van 7 technische sectoren 88% mannen en % vrouwen in technische beroepen 37.260 ontstane vacatures 3 in laatste kwartaal 20 7,3% werkloosheid onder technisch opgeleiden Servicepunten Techniek 28 technische sectorplannen 1 De instellingsaantallen in de infrastructuurbox en monitor betreffen het totale aantal hoofdvestigingen. Wanneer in deze monitor afzonderlijke vestigingen in plaats van hoofdvestigingen geteld zijn, wordt dit vermeld. 2 Exclusief open universiteit en overige publiek gefinancierde universiteiten 3 Het aantal vacatures dat in de loop van het kwartaal is ontstaan.

PAGINA TECHNIEKPACT MONITOR 2015 DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES KIEZEN VOOR TECHNIEK

Kiezen voor techniek begint met een duidelijk beeld van wat technologie en techniek inhouden en wat je ermee kunt doen. Daarom zetten basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs en bedrijven zich in voor uitdagend techniekonderwijs voor alle jongeren van 4 tot 18 jaar. Beoogd wordt dat leerlingen enthousiaster worden voor technologie en techniek en dat het techniekonderwijs hen helpt hun talenten verder te ontplooien. Ook is er aandacht voor de ouders en de docenten. Immers, goed voorbeeld doet goed volgen. MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA

PAGINA MONITOR TECHNIEKPACT 2015 DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES PRIMAIR ONDERWIJS Sinds 2000 wordt ingezet op meer Wetenschap en Technologie (W&T) in het primair onderwijs. Met het Techniekpact worden de ambities versterkt. Doelstelling is dat in 2016 3.000 basisscholen bij het aanbieden van W&T gebruik maken van ondersteuning door het bedrijfsleven en technisch hoger onderwijs en dat in 2020 alle ca. 6.546 basisscholen W&T aanbieden in hun onderwijsprogramma. Voorts is W&T inmiddels opgenomen in de Strategische beleidsagenda van de PO-raad 20-2018. 4 4 PO-raad, Om de leerling. Beleidsagenda 20-2018 (20).

MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA WETENSCHAP EN TECHNOLOGIE Wetenschap en Technologie in het primair onderwijs krijgen sinds 20 een extra impuls via het programma Kiezen voor Technologie van de directies primair en voortgezet onderwijs van het Ministerie van OCW. 5 Hierbinnen zijn 8 regionale W&T-netwerken opgezet die zich inzetten voor de implementatie en verduurzaming van W&T op alle basisscholen. Regionale samenwerking met bedrijven en wetenschapsknooppunten wordt hierbij gestimuleerd. JET-NET JUNIOR: SAMENWERKING BEDRIJFS- LEVEN EN PRIMAIR ONDERWIJS Nederlandse technologische bedrijven en havo/vwo-scholen hebben zich sinds 2002 verenigd in Jet-Net, het Jongeren en Technologie Netwerk Nederland. In 20 is gestart met Jet-Net Junior, dat zich richt op de samenwerking tussen bedrijfsleven en basisonderwijs. Jet-Net Junior draagt bij aan de invulling van W&T door via regionale samenwerkingsverbanden in 6 landelijke gespreide hubs basisschoolleerlingen, leerkrachten en pabostudenten in aanraking te brengen met het bedrijfsleven. Momenteel zijn er 58 bedrijven en partners aan de hubs verbonden en zijn 0 basisscholen met de door de hubs georganiseerde activiteiten in aanraking gekomen. TECHNIEKCOACHES EN TECHNIEKSCAN Vanuit Techniektalent.nu begeleiden techniekcoaches leerkrachten en directies van basisscholen bij het verankeren van techniek in het lesaanbod en het geven van technieklessen. In 20 waren er 75 techniekcoaches die in totaal 200 basisscholen (afzonderlijke vestigingen) hebben begeleid. Hiermee samenhangend werd in 20 931 maal door basisscholen gebruik gemaakt van de Techniekscan. Deze scan geeft inzicht in de mate waarin techniek is ingevoerd en vormt de basis voor een begeleidingsplan dat samen met de techniekcoach wordt opgesteld. 5 Naast actielijnen rondom primair onderwijs, richt Kiezen voor technologie zich ook op het voortgezet onderwijs. De actielijnen vinden hun basis in de Techniekpactdoelstellingen dat 1) alle basisscholen in 2020 aan W&T doen en dat 2) de technische oriëntatie in het voortgezet onderwijs toeneemt. Voor meer informatie, zie: http://www.kiezenvoortechnologie.nl/ kiezen-voor-technologie/over.

PAGINA MONITOR TECHNIEKPACT 2015 DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES VOORTGEZET ONDERWIJS VMBO De afgelopen jaren hebben het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en bedrijfsleven extra ingezet op de vergroting van het aantal techniekleerlingen. Het Techniekpact bouwt voort op deze inspanningen. De ambitie is dat in 2015 30% van de leerlingen in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo-bb en -kb) kiest voor techniek en dat 40% 6 van de leerlingen in de gemengde en theoretische leerweg (vmbo-gl en -tl) kiest voor een vakkenpakket met natuur- en scheikunde. Verder zet het Techniekpact in op nieuwe beroepsgerichte examenprogramma s, loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) en het verbeteren van de doorlopende leerlijnen tussen technisch vmbo en mbo. Goedwerkende publiek-private initiatieven als de TechNet-kringen en Vakcolleges worden voorts uitgebreid. 6 De streefwaarde van 40% voor vmbo gl/tl wijkt af van de streefwaarde van 50% die staat in zowel het Bestuursakkoord VO-raad - OCW 20-2015 (p.16) als het Techniekpact (p.4). De streefwaarde van 50% bleek echter gebaseerd op een onjuiste telling. In het rapport Monitor bestuursakkoord 20 (p.9) hebben het ministerie van OCW en de VO-raad de nieuwe streefwaarde van 40% vastgesteld.

MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 15 M-TECH: TECHNIEK OP VMBO-TL Eind 20 lanceerde Platform Bèta Techniek het programma M-Tech. Beoogd wordt dat meer mavoleerlingen kiezen voor wis-, natuur- en scheikunde en aansluitend voor een technische mbo-vervolgopleiding op niveau 4. M-Tech telt momenteel 19 netwerken, 5 deelnemende scholen en ruim 40 regionale netwerkbijeenkomsten. Naast diverse andere thema s richt M-Tech zich op de verbetering van LOB. Uit een onderzoek uit december 20 naar LOB bleek dat er een grote behoefte is aan extra ondersteuning. 7 TECHNET: SAMENWERKING BEDRIJFSLEVEN, BASISSCHOLEN EN (V)MBO-SCHOLEN Op initiatief van TechniekTalent.nu en Platform Bèta Techniek is sinds 20 TechNet actief. TechNet stimuleert de regionale samenwerking tussen bedrijven, basisonderwijs en (v)mboscholen. Doelstellingen zijn een betere technische loopbaanoriëntatie en en technisch onderwijs dat leerlingen aanspreekt. Een TechNetkring bestaat uit minimaal 1 vmbo-school en 8 technische bedrijven. In 20 waren er 9 kringen en circa 1.200 activiteiten. Hierbij waren 395 basisscholen, 267 vmbo-scholen, 65 ROC-locaties en 3.460 bedrijven betrokken. 8 TOPTECHNIEK IN BEDRIJF: DOORLOPENDE LEERLIJNEN In het programma Toptechniek in bedrijf werken onderwijs, (regionaal) bedrijfsleven en overheid samen om de aansluiting tussen vmbo- en mbo-techniek te verbeteren. Dit wordt gedaan met de vakmanschapsroute (doorlopende leerlijn tussen vmbo en mbo-niveau 2 en 3) en de technologieroute (doorlopende leerlijn tussen vmbo en mbo-niveau 4). Toptechniek in bedrijf is in 20 gestart met 17 regio s en is inmiddels uitgebreid naar 20 regio s. Binnen deze regio s werken 187 vmbo-scholen (40% van het totaal) en ruim de helft van alle mbo instellingen (36 instellingen) samen. Zij bereiken hiermee ca. 8 duizend leerlingen aan het vmbo-bb/kb, ca. 9 duizend leerlingen aan vmbo-gl/tl en ca. 28 duizend aan het mbo. 9 EXPERIMENTEN DOORLOPENDE LEERLIJNEN In schooljaar 20/15 zijn, aanvullend op de bestaande vakmanschaps- en technologieroutes, experimenten met nieuwe routes gestart. Ze bieden de mogelijkheid om op onderdelen af te wijken van de regelgeving. Binnen deze experimenten zijn in 20/15 48 technische vakmanschapsroutes en 9 technologieroutes gestart. 7 Onder meer is er bij docenten en scholen behoefte aan ondersteuning bij het concreet beschrijven van de LOB-visie, integratie in de lessen, het voeren van loopbaangesprekken, de effectmeting en de activiteitenregistratie. Zie ook: www.kiezenvoortechnologie.nl/media/files/150225%20onderzoek_infographic_lob_v1_0.pdf. 8 Techniektalent.nu telt alle afzonderlijke vestigingen. 9 Leerlingen bètatechniek in vmbo-bb/kb leerjaar 3, gediplomeerden NaSk vmbo-gl/tl, en instroom bètatechniek mbo aan deelnemende onderwijsinstellingen. Binnen een experiment kan desgewenst per leerling bepaald worden wanneer vmbo-examen wordt gedaan in een specifiek vak. Een deel van deze nieuwe doorlopende leerlijnen is opgezet binnen de bestaande regio s van Toptechniek in bedrijf en 6 routes vallen samen met de Vakroutes techniek aan de Vakcolleges. De verschillende initiatieven versterken elkaar.

PAGINA 16 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES VAKROUTE TECHNIEK AAN DE VAKCOLLEGES VMBO Vmbo-scholen die onderwijs geven volgens de Vakroute heten Vakcolleges. De Vakroute techniek wordt sinds 20 aangeboden en wordt gekenmerkt door nauwe samenwerking met werkgevers en het mbo. De Vakroute techniek is afgestemd op de vmbo-profielen Bouwen, Wonen & Interieur, Produceren, Installeren & Energie en Mobiliteit & Transport en de verwante mbo-opleidingen. In 20/15 zijn er in Nederland 55 Vakroutes techniek. Hieraan wordt deelgenomen door.740 leerlingen. JINC: TECHNISCHE BLIKSEMSTAGES In 20 heeft JINC, een non-profit organisatie die jongeren op weg helpt naar een goede start op de arbeidsmarkt, als onderdeel van het programma Kiezen voor Technologie gerealiseerd dat 2.152 leerlingen van 38 vmbo-scholen in achterstandswijken op Bliksemstage konden bij technische bedrijven. LEERLINGEN BÈTATECHNIEK IN BASIS- EN KADERBEROEPSGERICHTE LEERWEG Binnen het gehele vmbo heeft de afgelopen jaren een verschuiving plaatsgevonden van de beroepsgerichte leerwegen naar de meer theoretische leerwegen. In de bètatechnische richting is het aantal leerlingen in het derde leerjaar in de basisberoepsgerichte leerweg (bb) sterk afgenomen van.367 in 2004/05 naar 6.165 in 20/15. Dit aantal heeft zich de laatste drie jaar gestabiliseerd. 20.000 18.000 16.000.000.000.000 8.000 6.000 4.000 AANTAL LEERLINGEN BÈTATECHNIEK IN HET 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB Jaar 04 05 05 15 bb bètatechniek bb bètatechniek incl. ICT bb/kb bètatechniek kb bètatechniek kb bètatechniek incl. ICT Vanaf 1 augustus 2015 zal de Vakcollege Groep BV verdergaan als onafhankelijke stichting onder de naam Stichting Vakmanschap in het Beroepsonderwijs Bètatechniek is gedefinieerd volgens het Techniekpact en het Bestuursakkoord VO-raad - OCW 20-2015. Bètatechniek incl. ICT laat ook de ICT-richting zien en refereert aan de voorheen gebruikte definitie van Platform Bèta Techniek.

A2-A Jaar 35% 30% 25% 20% 04 05 05 AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN TOTAAL AANTAL LEERLINGEN IN HET 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB bb bètatechniek bb bètatechniek incl. ICT bb/kb bètatechniek kb bètatechniek kb bètatechniek incl. ICT 04/05 / /15 15 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 17 Ook het aandeel bètatechniekstudenten is binnen vmbo-bb afgenomen. Waar in 2004/05 32% van de leerlingen koos voor een bètatechnische richting, was dat in 20/15 (stabiel sinds 20/) 27%. De kaderberoepsgerichte leerweg (kb) telt, met 8.180 leerlingen bètatechniek in 20/15, inmiddels meer leerlingen bètatechniek dan vmbo-bb. Door een stijgende instroom na 20/ is dit aantal in vmbo-kb vrijwel gelijk aan 20/. Het aandeel bètatechniekstudenten in vmbo-kb is sinds 20/ licht gestegen tot 27% in 20/15. Hoewel het aandeel stijgt, lijken zowel vmbo-bb als -kb vooralsnog achter te blijven bij het Techniekpact-streefdoel dat 30% van de leerlingen kiest voor techniek in 2015/16. De bètatechnische meisjes verdienen bovendien bijzondere aandacht. Het aandeel meisjes binnen de bètatechnische richtingen is weliswaar licht gegroeid, maar blijft met 7% in vmbo-bb en % in vmbo-kb in 20/15 zeer klein. Vmbo-bb 3% 7% 7% Vmbo-kb 4% % % Totaal 4% 9% % AANDEEL MEISJES BINNEN LEERLINGEN 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB BÈTATECHNIEK

PAGINA 18 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES DOORSTROOM LEERLINGEN BEROEPS- EN KADERGERICHTE LEERWEG NAAR BÈTATECHNISCH MBO Van de leerlingen in vmbo-bb/kb die in 20/ een diploma hebben gehaald in een bètatechnische richting en daarna direct doorstromen naar het mbo kiest 81% voor een bètatechnische vervolgopleiding, in 2004/05 was dit 86%. 40% 39% 38% 37% 36% 35% Jaar 04 05 05 vmbo-tl AANDEEL GEDIPLOMEERDEN MET NASK binnen totaal aantal gediplomeerden vmbo-gl/tl totaal vmbo-gl/tl 15 Vmbo-gl kent ten opzichte van vmbo-tl een klein studentenaantal; in het derde leerjaar waren 20/15 6.2 leerlingen in totaal aan vmbo-gl ingeschreven en 44.591 aan vmbo-tl.

MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 19 GEDIPLOMEERDEN BÈTATECHNIEK GEMENGDE EN THEORETISCHE LEERWEG In de gemengde leerweg (gl) is het aantal gediplomeerden dat kiest voor een vakkenpakket met natuur- en scheikunde (NaSk) tussen 2004/05 en 20/ constant gebleven tot 2.245 gediplomeerden in 20/. In de theoretische leerweg (vmbo-tl) is het aantal gediplomeerden met NaSk, mede door de verschuiving van de beroepsgerichte naar de theoretische leerwegen, de laatste twee jaar gestegen van.235 naar 17.004. In de jaren tot 20/ is er voor vmbo-tl sprake van een dalend aandeel gediplomeerden met NaSk. Na 20/ lijkt met deze trend gebroken te worden. Vmbo-gl laat een wisselend beeld zien, met name door de kleine aantallen. In zowel vmbo-gl als vmbo-tl stijgt het aandeel, in vmbo-gl van 34% in 20/ naar 36% in 20/, in vmbo-tl van 36% naar 38% in dezelfde periode. In beide leerwegen wordt de 4 op de -doelstelling sterk benaderd. Het aandeel gediplomeerde meisjes binnen de gediplomeerden met NaSk blijft nog achter. Het aandeel is in vmbo-gl tussen 2004/05 en 20/ constant gebleven op 27% en bij vmbo-tl licht gegroeid van 28% naar 31%. 04/05 / /15 Vmbo-gl 27% 29% 27% Vmbo-tl 28% 30% 31% Totaal 28% 30% 31% AANDEEL MEISJES BINNEN GEDIPLOMEERDEN VMBO-GL/TL MET NASK

PAGINA 20 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES VOORTGEZET ONDERWIJS: HAVO/VWO In het Bestuursakkoord VO-Raad - OCW 20-2015 uit december 20 en in het Techniekpact is de ambitie vastgelegd dat het aandeel leerlingen in havo en vwo dat kiest voor de profielen Natuur en Gezondheid en/of Natuur en Techniek (N-profielen) toeneemt van 45% naar 55% in 2015. Scholen en bedrijven werken hiertoe samen aan het aantrekkelijker maken van het N-profiel. Verschillende goedwerkende publieke en private initiatieven in het voortgezet onderwijs dragen hieraan bij.

MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 21 JET-NET: SAMENWERKING BEDRIJFSLEVEN EN HAVO/VWO-SCHOLEN Het doel van Jet-Net, het Jongeren en Technologie Netwerk Nederland, is om havo/vwo-leerlingen, door middel van gastlessen, workshops en bedrijfsbezoeken een reëel beeld te geven van bèta en technologie en hen te interesseren voor een bètatechnische vervolgopleiding. Er participeren momenteel 168 havo/ vwo-scholen, 45 partners en 85 bedrijven (4 locaties) in Jet-Net. Er staan 0 scholen op de wachtlijst. Uit een evaluatie van Jet-Net waaraan 9 scholen meededen, kwam naar voren dat er in 20 in totaal 528 Jet-Net activiteiten plaats hebben gevonden, waarvan 246 voor de onder- en 282 voor de bovenbouw. VHTO: MEISJES EN TECHNIEK Binnen het programma Kiezen voor technologie werkt VHTO tot en met 2015 op 75 vmbo-scholen en 0 havo/vwo-scholen aan de vergroting van de participatie van meisjes in de bètawetenschappen, techniek en ICT. Middels activiteiten als meeloopdagen, gastlessen, speeddates en trainingen bereikte VHTO in 20 ruim 18.000 meisjes. In 20 namen hierbij aan het jaarlijkse evenement Girlsday 8.441 meisjes, 305 bedrijven, 97 basisscholen, 9 havo/vwo-scholen en 54 vmbo-scholen deel. TECHNASIA De afgelopen jaren zijn 83 havo/vwo-scholen een Technasium geworden. Bij deze scholen staan de bètavakken centraal via het vak Onderzoeken en Ontwerpen (O&O). De Technasia werken hierbij met praktijkgerichte opdrachten die zijn geformuleerd vanuit de beroepspraktijk en het hoger onderwijs.

PAGINA 22 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 VO-HO NETWERKEN EN BREDE REGIONALE BÈTASTEUNPUNTEN AANDEEL LEERLINGEN MET N-PROFIEL binnen totaal aantal leerlingen in het 4e leerjaar havo/vwo DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES Zowel in de VO-HO netwerken als de Brede regionale bètasteunpunten zijn wo-, hbo- en havo/vwo-instellingen verenigd. De VO-HO netwerken focussen zich op leerlingen vanuit de thema s excellentiebevordering en/of bèta & techniek. De Bètasteunpunten richten zich op hun beurt op docentprofessionalisering en hebben een cruciale rol bij vakvernieuwingen in het voortgezet onderwijs. Een landelijke dekking nastrevend, bestaan er momenteel 7 gecombineerde netwerken (VO-HO netwerken plus Bètasteunpunten), 2 losse VO-HO netwerken en 3 losse Bètasteunpunten. In de VO-HO netwerken waren in 20 223 havo/vwo-scholen, hogescholen en universiteiten verenigd. Bij de Bètasteunpunten waren dit in 20 227 havo/vwo-scholen, 18 hogescholen en universiteiten. 15 80% 60% 40% 20% 0% Jaar 04 05 05 Havo Vwo Totaal havo/vwo 15 15 De betrokken havo/vwo-scholen, hogescholen en universiteiten overlappen bij de VO-HO netwerken en BRSP s voor een groot deel. In 2015 en 2016 wordt onder andere gewerkt aan de verdere koppeling tussen de VO-HO netwerken en Bètasteunpunten.

MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 23 AANDEEL HAVO/VWO- LEERLINGEN MET N-PROFIEL In zowel havo als vwo is het aandeel leerlingen dat kiest voor de de profielen Natuur en Gezondheid en/of Natuur en Techniek (N-profielen) met name sinds 20/ sterk gestegen. Op de havo was dit aandeel in 2004/05 30% en in 20/15 43%. Het aandeel N-profielen ligt in het vwo significant hoger. Waar dit in 2004/05 52% was, is dit in 20/15 62%. Het aandeel meisjes dat op de havo koos voor een N-profiel is in 20/15 met één procentpunt gestegen naar 45% en op het vwo gelijk gebleven op 49%. DOORSTROOM HAVO/VWO-LEERLINGEN MET N-PROFIEL NAAR BÈTATECHNISCHE VERVOLGOPLEIDING Gedurende de laatste twee jaar zijn de percentages havo- en vwo-leerlingen die doorstroomden naar een bètatechnische vervolgopleiding gestegen. Van de in 20/ gediplomeerde havisten met een N-profiel die direct doorstroomden naar het hoger onderwijs in 20/, koos 51% voor een bètatechnische vervolgopleiding. Een jaar later was dat 56%. Bij de vwo ers steeg de doorstroom in dezelfde periode van 60% naar 65%. 04/05 / /15 Havo 35% 44% 45% Vwo 47% 49% 49% N AANDEEL MEISJES BINNEN TOTAAL AANTAL LEERLINGEN IN 4E LEERJAAR HAVO/VWO MET EEN N-PROFIEL

PAGINA 24 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES DOCENTEN Het Techniekpact bevat verschillende acties die zich expliciet richten op docenten. Onder meer wordt beoogd dat basisschoolleraren zich de competenties eigen maken die nodig zijn voor het verzorgen van onderwijs in Wetenschap en Techniek (W&T). Hiertoe organiseert het Platform Bèta Techniek in alle landsdelen W&T-academies. Tevens zet het Techniekpact in op het opleiden van meer universitair opgeleide leraren in de (bèta)tekortvakken en het betrekken van het bedrijfsleven bij het opleiden en bijscholen van leraren. De programma s Eerst De Klas, het OnderwijsTraineeship en STEM Teacher Academy dragen aan deze doelen bij.

MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 25 EERST DE KLAS EN ONDERWIJSTRAINEESHIP Sinds 20 kunnen excellent afgestudeerden uit het hoger onderwijs middels het traineeship Eerst De Klas in twee jaar hun eerstegraads docentbevoegdheid behalen voor het voortgezet onderwijs. Tevens volgen trainees een mede door het bedrijfsleven vormgegeven leiderschapsprogramma. In de eerste helft van 2015 zijn 94 trainees actief in het programma, waarvan 49 in de bètavakken. In 20 is het OnderwijsTraineeship van start gegaan. Hierbij worden afgestudeerden uit het hoger onderwijs middels een tweejarig leerwerktraject opgeleid tot eerstegraads docent in het voortgezet onderwijs. Sinds 20 zijn 66 trainees actief. STEM TEACHER ACADEMY In 20 is de STEM 16 Teacher Academy gelanceerd. Hierbij wordt, in samenwerking met het bedrijfsleven, gewerkt aan de professionele ontwikkeling van reeds werkzame bètadocenten in het voortgezet onderwijs. Programmaonderdelen zijn onder meer bedrijfsstages voor docenten, de cursus Bètaberoepen in de les en de ontwikkeling van gastlessen in BedrijfsDOT s (docentontwikkelteams). Bij de STEM Teacher Academy zijn momenteel ca. 200 docenten van 0 voortgezet onderwijsscholen betrokken, evenals 60 topsectorbedrijven. 16 Science, Technology, Engineering and Mathematics.

PAGINA 26 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES INSTROOM IN DE EXACTE LERARENOPLEIDINGEN De instroom in exacte lerarenopleidingen (wis-, natuur-, scheikunde, biologie en overige exacte vakken) in de tweede graad stijgt licht. Het gaat evenwel om een stabiel blijvend en relatief klein aantal. Ook bij de exacte lerarenopleidingen in de eerste graad gaat het om een klein aantal nieuwe studenten dat aan de universiteit sinds 20/ afneemt. In totaal stromen bij de exacte vakken in de eerste graad net 200 studenten in aan het hbo en 184 aan de universiteit. Gezien het groeiende aantal jongeren dat voor een N-profiel kiest op havo/vwo is het aantal leraren exacte vakken in opleiding zorgelijk. Ook voor vmbo is het aantal instromende leraren beroepsgericht al jaren laag. 17 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 0 Jaar INSTROOM LERARENOPLEIDINGEN 17 15 leraar vo (2e graads) exact leraar vo (1e graads, hbo) exact leraar vo (2e graads) beroepsgericht leraar vo (1e graads, ulo) exact 17 Bron: CAOP; Stamos.nl

A9 AANDEEL EXACT/BEROEPSGERICHT BINNEN TOTALE INSTROOM LERARENOPLEIDINGEN LERAAR VO (2E GRAADS) EXACT MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 27 2004 / 2005 20 / 20 20 / 2015 15% 16% 17% LERAAR VO (2E GRAADS) BEROEPSGERICHT 8% 4% 4% LERAAR VO (1E GRAADS, HBO) EXACT 8% % % LERAAR VO (1E GRAADS, ULO) EXACT 28% 19% 22%

PAGINA 28 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES

MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 29 LEREN IN DE TECHNIEK Het technisch beroepsonderwijs, leren in de techniek, heeft een belangrijke plaats in het Techniekpact. Immers, zonder uitstekend beroepsonderwijs geen vakbekwame technici. Samen met het technische bedrijfsleven zetten vmbo-scholen, mbo- en hbo-instellingen en overheden zich in voor meer goed opgeleide vakkrachten. Daarnaast is ook excellent universitair talent onontbeerlijk.

PAGINA 30 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS In samenwerking met het vmbo en bedrijfsleven, zet het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) de laatste jaren in op een toename van het aantal techniekleerlingen. 18 Het Techniekpact versterkt deze inspanningen. Onder meer zet het bedrijfsleven zich in voor voldoende technische stage- of leerwerkplaatsen, heeft de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (S-BB) een voorlichtende studiebijsluiter ontwikkeld en wordt, via het Regionaal investeringsfonds mbo (RIF), geïnvesteerd in de Centra voor innovatief vakmanschap (Civ s) en andere vormen van publiek-private samenwerking. Verder bevat het Techniekpact de doelstelling dat in 2016 30% 19 van de mbo-studenten kiest voor een technische opleiding en dat dit aandeel tot 2020 indien nodig oploopt. 18 Door de overgang naar kwalificatiedossiers is de verdeling van studies veranderd. Voor bètatechniek is gekeken naar de domeinen Afbouw, hout en onderhoud, Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek, Bouw en infra, Informatie en communicatietechnologie, Media en vormgeving, Mobiliteit en voertuigen, Techniek en procesindustrie, Transport, scheepvaart en logistiek. 19 Door gebruik van de acht domeinen (zie voetnoot hierboven) liggen het aantal nieuwe studenten en ook het aandeel bètatechniek enkele procenten hoger vergeleken met de basering van dit doel.

MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 31 PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING IN HET MBO In 20 startte in het middelbaar beroepsonderwijs een pilot met 4 Centra voor innovatief vakmanschap (Civ s). Hiermee wordt concreet vormgegeven aan een intensieve publiek-private samenwerking. Eind 20 en in 20 kwamen hier respectievelijk en 2 nieuwe Civ s bij. In het voorjaar van 20 werd het Regionaal investeringsfonds mbo beschikbaar gesteld. Hiermee investeert het ministerie van OCW tussen 20 en 2017 0 miljoen euro in publiek-private samenwerkingsverbanden in het beroepsonderwijs. De cofinanciering vanuit de regio bedraagt hierbij ten minste 200 miljoen euro. In de eerste aanvraagronde van het RIF werd aan 18 aanvragen ondersteuning toegekend. AANTAL LEERBEDRIJVEN EN STAGELOPENDE STUDENTEN IN DE BÈTATECHNIEK In het Techniekpact is opgenomen dat het bedrijfsleven iedere bètatechnische mbo-student een stage- of leerwerkplek wil kunnen bieden. Voor techniekstudenten die moeite hebben deze stage- of leerwerkplek te vinden is het digitaal loket techniekonderwijs.nl ingericht. Het totaal aantal leerbedrijven in de bètatechnische mbo-domeinen 21 is licht gegroeid van 3.499 in 20, naar 4.325 in 20 en 5.878 in 2015. Alleen in het domein Bouw en infra is er in deze periode sprake van een daling van het aantal leerbedrijven. Het totaal aantal mbo-studenten dat stage liep bij een leerbedrijf is gedaald van 1.7 in 20/ naar 1.950 in 20/. 22 COMMITMENT CIV S 20 Financiering Rijksoverheid 44.000.000,- 9 Betrokken bedrijven Cofinanciering bedrijven 53.000.000,- Cofinanciering overig 23 84.000.000,- 20 De genoemde aantallen zijn de optelsom van de Civ s die zijn opgericht in 20, eind 20, 20 en tijdens de eerste aanvraagronde van het RIF. De cijfers zijn gebaseerd op business plannen, door de Centra opgestelde monitor-/voortgangsrapportages, een belronde langs de Centra en informatie van DUO. 21 Zie voetnoot 18 voor de bètatechnische mbo-domeinen. 22 Bron: Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (S-BB). 23 Deze post is samengesteld uit gecommitteerde bijdragen van provincies, gemeenten en onderwijsinstellingen.

PAGINA 32 TECHNIEKPACT MONITOR 2015 INSTROOM MBO-LEERLINGEN BÈTATECHNIEK PER NIVEAU DEEL 1: 1: LANDELIJKE FACTS & & FIGURES Het aantal deelnemers aan het totale mbo loopt de afgelopen jaren terug, zo ook in de bètatechnische richtingen. Deze afname in het aantal leerlingen vindt vooral plaats op niveau 2. Ook neemt het aantal leerlingen dat direct instroomt vanaf het vmbo af, alsmede het aantal leerlingen ouder dan 23 jaar. 24 Met name in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) daalde het aantal nieuwe studenten op niveau 2 sterk: van 15.986 in 20/ naar 5.657 in 20/15. Ook bij de andere niveaus daalde het aantal nieuwe studenten in de BBL. Zo waren er in 20/ 24.344 nieuwe studenten bètatechniek in de BBL, wat is afgenomen tot.651 in 20/15. In de beroepsopleidende leerweg (BOL) daarentegen is een stijgende instroom te zien. In 20/ waren er 25.315 bètatechnische instromers en in 20/15 32.030. Doordat de instroom in de BBL sneller afneemt dan de instroom in de BOL toeneemt, daalt de totale instroom. Het aandeel meisjes binnen de bètatechnische instroom stijgt, voornamelijk op niveau 4, maar blijft laag. 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000.000 0 Jaar 05 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Eindtotaal Niveau 1 incl. entreeopleidingen AANTAL INSTROMENDE MBO-LEERLINGEN BÈTATECHNIEK PER NIVEAU Eindtotaal incl. entreeopleidingen 15 24 Sinds 20/25 kunnen de entree-opleidingen ook naar techniek ingedeeld worden, weergegeven door de stippellijn. Deze opleidingen zijn een herlabeling van opleidingen die eerder onder de sector combinatie vielen. Dit is geen daadwerkelijke stijging van het aantal studenten.

TECHNIEKPACT MONITOR 2015 PAGINA 33 AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN INSTROOM MBO PER NIVEAU 05/ / /15 Niveau 1 38% 45% 37%(40%) 25 Niveau 2 36% 34% 34% Niveau 3 21% 18% 23% Niveau 4 29% 30% 31% Totaal 30% 31% 30%(31%) 25 AANDEEL MEISJES BINNEN INSTROOM BÈTATECHNIEK MBO PER NIVEAU 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000.000 0 AANTAL INSTROMENDE MBO-LEERLINGEN BÈTATECHNIEK PER LEERWEG 26 05/ / /15 Jaar 05 15 Niveau 1 5% % 5%(34%) 25 Niveau 2 5% 7% 5% Niveau 3 4% 8% 7% 26 BBL bètatechniek BOL vt bètatechniek Totaal BBL/BOL BBL bètatechniek incl. entreeopleidingen BOL vt bètatechniek incl. entreeopleidingen Totaal BBL/BOL incl. entreeopleidingen Niveau 4 18% 22% 23% Totaal 9% % 15% (17%) 25 25 Inclusief entreeopleidingen 26 Het mbo bestaat uit BOL, BOL voltijd en BOL deeltijd. Het aantal nieuwe deelnemers in de BOL deeltijd is tussen 20/ en 20/15 afgenomen van 4.000 naar 0 en daarom niet apart weergegeven in deze grafiek. In het totaal zijn deze nieuwe studenten wel meegerekend.

PAGINA 34 TECHNIEKPACT MONITOR 2015 DEEL 1: 1: LANDELIJKE FACTS & & FIGURES AANTAL GEDIPLOMEERDEN BÈTATECHNIEK IN HET MBO Sinds 20/ neemt het aantal diploma s na een eerdere stijging en in lijn met de dalende instroom af, in het bijzonder op niveau 2 en in de BBL, tot 49.761 in 20/. Ook het aantal examendeelnemers neemt sinds 20/ af. Op niveau 4 neemt het aantal diploma s licht toe, evenals in de BOL. Ook hier geldt dat het aandeel meisjes wel langzaam stijgt maar laag blijft met % in 20/. Vergeleken met de Europese Unie ligt het aandeel aan technologische en exacte opleidingen binnen de afgestudeerden aan het mbo in Nederland lager dan het gemiddelde aandeel in de Europese landen. 27 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000.000 0 Jaar 05 AANTAL GEDIPLOMEERDEN BÈTATECHNIEK MBO PER NIVEAU 15 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Eindtotaal 27 Cedefop (2015). On the way to 2020: data for vocational education and training policies: country statistical overviews. Luxembourg: Publications Office of the European Union. Cedefop research paper; No 45.

TECHNIEKPACT MONITOR 2015 PAGINA 35 AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN GEDIPLOMEERDEN MBO PER NIVEAU Kwalificatieniveau 2005/ 20/ 20/ Niveau 1 32% 33% 41% Niveau 2 38% 37% 35% Niveau 3 31% 27% 27% Niveau 4 27% 26% 26% Eindtotaal 32% 30% 30% AANDEEL MEISJES BINNEN GEDIPLOMEERDEN BÈTATECHNIEK MBO PER NIVEAU Kwalificatieniveau 2005/ 20/ 20/ Niveau 1 5% % 20% Niveau 2 4% 6% 5% Niveau 3 3% 5% 5% Niveau 4 16% 20% 21% Eindtotaal 8% % %

PAGINA 36 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES INSTROOM BÈTATECHNIEK (EXCLUSIEF ENTREEOPLEIDINGEN) AAN MBO-INSTELLINGEN 28 Groei b/t /15 t.o.v. / Groei b/t /15 t.o.v. 0/ Instelling / / / / /15 Alfa-college 944 999 838 7 760-9% 5% Berechja College 19 19 21 48 51 3% 42% Cibap 337 367 348 451 342-2% 4% Deltion College 1820 1779 1602 26 1561-3% 2% Grafisch Lyceum R dam 925 955 86 936 991-9% -2% Grafisch Lyceum Utrecht 475 550 465 5 498 7% 5% Hoornbeeck College 216 177 265 3 373 41% 43% Hout en Meubileringscollege 483 460 540 553 501-7% 16% ID College 447 499 434 4 428-1% 8% Koning Willem I College 54 68 22 68 70-4% 1% Landstede 418 352 363 363 500 38% 8% Leidse instr.makers School 58 45 45 66 73 62% 4% MBO Amersfoort 542 423 % MBO Utrecht 242 2 -% Mediacollege Amsterdam 650 6 5 531 634 24% 16% Nimeto Utrecht 353 397 404 4 382-5% -% Noorderpoort 1501 17 998 948-22% -5% Regio College 781 973 580 553 488-16% -32% Rijn IJssel 802 8 821 932 773-6% -3% ROC A 653 683 522 402 487-7% 3% ROC Albeda College 76 968 9 892-8% -4% ROC Amarantis7 42 74 52 ROC Arcus College 8 882 825 661 529-36% -23% ROC Aventus 33 981 869 868 -% 4% ROC Da Vinci College 979 97 873 877 852-2% 4%

MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 37 ROC de Leijgraaf 918 944 959 42 593-38% -% ROC Drenthe College 777 758 6 6 520-15% -2% ROC Friese Poort 48 76 18 85 5% % ROC Friesland College 836 799 726 734 666-8% 0% ROC Gilde Opleidingen 981 939 732 942 803 % -18% ROC Graafschap College 637 759 677 742 7 5% -7% ROC Horizon College 39 83 971 828 8-17% 4% ROC Kop v Noord-Holland 202 2 302 277 302 0% 3% ROC Leeuwenborgh 684 748 600 603 627 5% 19% ROC Leiden 46 74 47 10-4% 0% ROC Midden Nederland 2372 26 1846 1729 1705-8% 1% ROC Mondriaan 15 927 751 837 -% 28% ROC Nijmegen eo 36 992 816 797 618-24% 7% ROC Nova College 45 50 70 977-26% 0% ROC Rivor 269 251 197 2 2 7% % ROC Ter AA 439 602 725 538 405-44% -35% ROC Tilburg 27 19 1599 936 969-39% -% ROC van Amsterdam 2059 2177 1924 2042 2160 % 6% ROC van Flevoland 586 619 625 357 4-35% 4% ROC van Twente 1994 2457 3978 20 1572-60% -% ROC West-Brabant 23 2716 3995 33 58-64% -19% Scalda 34 23 796 798 727-9% 7% SG De Rooi Pannen 1 2 2 165 152 15% 3% Sintlucas 692 733 740 684 7-4% -2% SOMA College 259 251 255 252 217-15% -20% STC 75 18 41 1696 50% 5% Stichting ROC TOP 61 9-74% Summa College 1724 1943 37 17 76-63% 1% Zadkine 2227 1955 1700 65 05-17% -4% Totaal NL 48425 501 50249 43266 39575-21% -1% 28 Instellingen met ontbrekende en kleine waardes zijn achterwege gelaten in het overzicht, maar meegeteld in het totaal.

PAGINA 38 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES HOGER ONDERWIJS Door het voeren van gericht beleid is het hoger onderwijs de afgelopen jaren succesvol geweest in het aantrekken van meer studenten in de bètatechnische opleidingen. 29 Het Techniekpact zet hierbij onder meer in op het verder investeren in publiek-private samenwerking in de vorm van Centres of expertise (Coe s) en op het verstrekken van topsectorbeurzen door bedrijven. Ook onderstreept het Techniekpact het belang van een transparant opleidingenaanbod. Zo worden de bestaande 65 technische hbobacheloropleidingen per 2015/16 teruggebracht tot 35 brede bachelors. 29 Cluster 1 en 2 gedefinieerd door Commissie Nulmeting, Van Natuur en Techniek naar Science & Technology.

MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 39 CENTRES OF EXPERTISE In 20 startte in het hoger beroepsonderwijs (hbo) een pilot met 3 Centres of expertise (Coe s). Middels deze Centres wordt concreet vormgegeven aan een intensieve publiek-private samenwerking. In 20 gingen 17 nieuwe Coe s van start en in 20 en 20 kwamen hier nog 5 Coe s in de groene sector bij. Dit brengt het totaal op 25 Coe s. In 20/ is een midterm review uitgevoerd op de ontwikkeling van de 3 pilot-centra en in de tweede helft van 20 ook op de 17 nieuwe Coe s. Van de 20 geëvalueerde Coe s lagen er 19 goed op koers. TOPSECTORBEURZEN Bedrijven uit de topsectoren hebben zichzelf ten doel gesteld om per 2016/17 jaarlijks 1.000 topsectorbeurzen beschikbaar te stellen voor excellente bèta- en technologiestudenten. Momenteel zijn er beurzenprogramma s uitgerold over 6 van de 9 topsectoren; gezamenlijk zijn er in 20/15 492 topsectorbeurzen uitgereikt. De cumulatieve private investering is hierbij in 20/15 in-cash 1.353.000 en in-kind 41.000 uur. 900 Betrokken bedrijven Financiering Rijksoverheid 2.000.000,- Cofinanciering overig 30 COMMITMENT COE S Cofinanciering bedrijven 53.000.000,- 30 De genoemde aantallen zijn de optelsom van de Coe s die zijn opgericht in 20, 20 en 20. De cijfers zijn gebaseerd op business plannen, door de Centra opgestelde monitor-/voortgangsrapportages en een belronde langs de Coe s. 71.000.000,-

PAGINA 40 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 INSTROOM STUDENTEN BÈTATECHNIEK IN HET HOGER ONDERWIJS DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES Hoewel het absolute aantal instromende studenten bètatechniek nog steeds het grootst is op het hbo, is op het wo reeds langer een groei zichtbaar. Het aantal instromende studenten bètatechniek op het wo stijgt gedurende de gehele weergegeven periode van 2004/05 tot 20/15. Op het hbo wordt de daling van de instroom van studenten bètatechniek vanaf 20/ omgezet in een stijging. Waar in het wo in 2004/05.576 bètatechniekstudenten instroomden, stroomden in 20/15 19.3 studenten bètatechniek in. In het hbo was deze instroom 16.8 in 2004/05 en 21.5 in 20/15. Het aandeel instromende studenten bètatechniek steeg in het wo van 26% in 2004/05 naar 35% in 20/15. In het hbo liggen deze percentages met 18% in 2004/05 en 22% in 20/15 lager. Hoewel met name het wo groei doormaakt, moeten in het hoger onderwijs nog flinke stappen gezet worden om de doelstelling te verwezenlijken dat 4 op de studenten voor bètatechniek kiezen. Ook internationaal gezien is het aandeel studenten dat voor bètatechniek kiest in Nederland laag. 31 Het hbo laat de laatste twee jaar een stijging in het aandeel vrouwelijke studenten in de instroom bètatechniek zien van 21% in 20/ naar 24% in 20/15; in het wo was deze stijging in dezelfde periode van 38% naar 39%. 45.000 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000.000 5.000 0 Jaar 04 05 05 hbo wo Totaal hbo/wo AANTAL INSTROMENDE STUDENTEN BÈTATECHNIEK HOGER ONDERWIJS 15 31 Eurostat.

A7 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 41 AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN TOTALE INSTROOM HOGER ONDERWIJS 2004/05 20/ 20/15 hbo 18% 20% 22% wo 26% 34% 35% AANDEEL VROUWELIJKE STUDENTEN BINNEN INSTROOM BÈTATECHNIEK HOGER ONDERWIJS 2004/05 20/ 20/15 hbo 16% 23% 24% wo 31% 39% 39%

PAGINA 42 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES DIPLOMA S BÈTATECHNIEK IN HOGER ONDERWIJS Aan de universiteiten steeg het aantal bètatechnische master- en doctoraaldiploma s tussen 2004/05 en 20/15 van 6.315 naar 8.776. Het aandeel bètatechniek binnen het totaal aantal diploma s is in diezelfde periode in het wo echter nauwelijks gestegen. In 2004/05 was dit 24% en in 20/15 25%. Op het hbo is het aantal bètatechnische diploma s tussen 2004/05 en 20/15 gedaald van.761 naar.305. Ook het aandeel bètatechnische diploma s daalde. In 2004/05 was dit in het hbo 19% en in 20/15 17%. In zowel het wo als vooral ook het hbo verdient de uitstroom daarom bijzondere aandacht. 25.000 20.000 15.000.000 500 0 DIPLOMA S BÈTATECHNIEK HOGER ONDERWIJS 32 Jaar 32 03 04 04 05 05 hbo bachelor/ad wo master/ongedeeld totaal hbo/wo 32 Bij zowel hbo als wo vormde 20/ een piekjaar; mogelijk speelde hierbij de aankondiging (en afschaffing) van de langstudeerboete een rol.

MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 43 AANDEEL BÈTATECHNISCHE STUDENTEN BINNEN GEDIPLOMEERDEN HOGER ONDERWIJS 2003/04 20/ 20/ Hbo ad/ba 20% 18% 18% Wo ba 27% 27% Wo ma/ongedeeld 25% 22% 23% AANDEEL VROUWELIJKE STUDENTEN BINNEN GEDIPLOMEERDEN BÈTATECHNIEK HOGER ONDERWIJS 2003/04 20/ 20/ Hbo ad/ba 18% 21% 22% Wo ba 39% 39% Wo Ma/ongedeeld 32% 35% 36%

DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES PAGINA 44 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 INSTROOM BÈTATECHNIEK AAN VERSCHILLENDE HOGESCHOLEN inclusief groei en aandeel bètatechniek Instelling 04/05 / / / / /15 /15 t.o.v. 04/05 Groei b/t /15 t.o.v. / Aandeel b/t 04/05 /15 >2000 studenten Avans Hogeschool 03 69 1561 1605 18 1879 27% 17% 30% 27% Fontys Hogescholen 52 73 68 1774 1800 2244 45% 26% 15% 23% Hogeschool Rotterdam 76 51 44 45 1599 1865 23% 29% 25% 25% Hogeschool Utrecht 1601 1743 1730 64 1534 8% -% 18% 22% Hogeschool van Amsterdam 1864 1890 27 2184 2444 2561 27% 17% 24% 25% Hs van Arnhem en Nijmegen 95 43 82 86 67 1587 32% 23% 18% 21% 2000-00 studenten Chr. Hogeschool Windesheim 497 537 622 7 677 853 51% 20% % 19% De Haagse Hogeschool 04 93 998 58 95 27% 15% 26% 25% Hanzehogeschool Groningen 889 849 959 19 15 78 18% -3% 17% 18% Hogeschool INHOLLAND 50 884 855 937 799 999-5% 7% % 18% Saxion Hogeschool 15 81 49 02 1559 47 22% % 23% 26% < 00 studenten Hogeschool Leiden 230 285 293 371 448 552 64% 49% 15% 23% Hs vd Kunsten Utrecht 154 7 154 2 96 92-51% -35% 22% % HZ 368 334 284 334 374 457 24% 37% 32% 38% NHL 563 530 548 533 620 702 23% 32% 27% 30% NHTV Breda 3 2 193 340 400 318 66% -6% 7% 19% Stenden Hogeschool 82 92 71 66 68 6 28% 76% 4% 4% Zuyd Hogeschool 683 642 752 649 626 628-8% -3% 19% 19% Groene Hogescholen HAS Hogeschool 231 178 281 422 441 544 62% 29% 54% 68% Hogeschool Van Hall Larenstein 488 433 4 460 449 524 7% % 48% 56% Vilentum Hogeschool 80 82 59 71 0 2 44% 86% % 18% Totaal NL 168 15980 176 18681 19315 215 26% 15% 18% 22%

MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 45 INSTROOM BÈTATECHNIEK AAN VERSCHILLENDE UNIVERSITEITEN inclusief groei en aandeel bètatechniek Groei b/t Aandeel b/t Instelling 2004/05 20/ 20/ 20/ 20/ 20/15 /15 t.o.v. 04/05 /15 t.o.v. / 2004/05 20/15 Erasmus Universiteit Rotterdam 6 3 182 5 189 336 64% 9% 4% 6% Radboud Universiteit Nijmegen 474 529 569 646 630 748 35% 16% % 20% Rijksuniversiteit Groningen 847 947 72 87 57 35% 22% 18% 22% Tilburg University 0 94 4 234 266 195 41% -17% 4% 7% Universiteit Leiden 363 440 444 643 49 78% 5% % 29% Universiteit Maastricht 3 152 156 442 557 540 74% 22% 4% % Universiteit Utrecht 1585 1664 1744 1782 20 2031 22% % 28% 35% Universiteit van Amsterdam 6 769 841 48 22 1633 63% 31% % 25% Vrije Universiteit Amsterdam 639 874 93 84 94 1519 56% % 20% 33% Groene Universiteit Wageningen University 897 857 53 56 87 1684 47% 16% 75% 75% Technische Universiteiten Techn. Universiteit Eindhoven 25 69 98 1684 1886 2361 45% 40% 0% 0% Technische Universiteit Delft 2474 2720 3452 3503 3464 4043 42% 15% 0% 0% Universiteit Twente 921 924 936 884 996 25% 37% 64% 62% Totaal NL 576 472 174 15155 16599 1939 46% 26% 26% 35%

PAGINA 46 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES WERKEN IN DE TECHNIEK

Ten tijde van de ondertekening van het Techniekpact op mei 20 wezen de cijfers op een gespannen technische arbeidsmarkt. Door de langdurige crisis kwamen echter meer mensen thuis te zitten en liep het aantal vacatures terug. Ook de verhoogde pensioenleeftijd had (en heeft) invloed op de vraag naar arbeid. Twee jaar later heeft de technische arbeidsmarkt, met ICT voorop, de weg omhoog weer gevonden. Vanaf het eerste kwartaal in 20 neemt de werkloosheid langzaam af en het aantal vacatures toe. Hoewel voor de techniek als geheel sprake is van een ruim arbeidsaanbod, zijn er nog steeds spanningen waarneembaar op onderdelen van de technische arbeidsmarkt. Om een beeld te krijgen hoe de technische arbeidsmarkt opgebouwd is, laat deze monitor een aantal feiten en landelijke ontwikkelingen zien. De cijfers lopen tot en met eind 20. MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 47

PAGINA 48 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 OPGELEID IN DE TECHNIEK NIET OPGELEID IN DE TECHNIEK TECHNISCH OPGELEIDEN IN DE BEROEPSBEVOLKING EN DOORSTROOM NAAR TECHNISCHE BEROEPEN DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES WERKLOOS (7%) 3 1.545 826 OPLEIDING BEROEPSBEVOLKING 586 641 6.302 4.999 595 WERKLOOS (9%) Techniek is belangrijk om de economie van nu draaiend te houden en die van morgen vorm te geven. Dat maakt werken in de techniek dynamisch: technologische ontwikkelingen gaan snel en de kennis van gisteren en vandaag is niet altijd die van morgen en overmorgen. De technische sector is ook in omvang belangrijk: in 20 is één op de vijf personen binnen de beroepsbevolking technisch opgeleid. Daarvan werkt 53% in een technisch en 38% in een niet-technisch beroep. 7,3% is werkloos. De vraag naar technische arbeid wordt niet alleen ingevuld door mensen met technische opleidingen. Bij- en omscholing en zij-instroom spelen ook een rol. 44% van de mensen werkzaam in een technisch beroep is niet-technisch opgeleid. 1.554 WERKZAAM IN DE TECHNIEK BEROEP BEROEPSBEVOLKING 5.585 NIET WERKZAAM IN DE TECHNIEK Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), arbeidsdeelname van technici 20-20. Toelichting: Cijfers zijn bewerkingen van CBS: arbeidsdeelname van technici 20-20. Cijfers over niet-technische deel van arbeidsmarkt zijn verkregen door het technische deel in mindering te brengen op totaalcijfers voor Nederland. Alle cijfers zijn gebaseerd op de nationale definitie van beroepsbevolking en werkloosheid. Bronmateriaal van het CBS bevat ook een groep waarvan beroep of opleiding onbekend zijn. De groep onbekend is niet opgenomen in het stroomschema. Consequentie hiervan is dat de cijfers niet volledig optellen tot de genoemde eindtotalen. (GETALLEN X00)

MONITOR TECHNIEKPACT 2015 PAGINA 49 KENMERKEN VAN MENSEN WERKEND IN DE TECHNIEK Hoog 28% Opleidingsniveau Laag 25% 33 Vrouw Oud 34 % 15% Geslacht 15 Leeftijd Jong 32% Middelbaar 46%»» 33 Man»» 34 88% Middelbaar 53% De vraag naar technische arbeid op laag niveau wordt beperkt ingevuld door technisch opgeleiden. Het gaat om circa 4 op de beroepen, terwijl dit bij middelbaar- en hoogopgeleide beroepen om bijna 6 op de gaat. Relatief weinig vrouwen met een technische opleiding werken in een technisch beroep: 23% ten opzichte van 57% van de mannen. 33 Opleidingsniveau laag: basisonderwijs, vmbo, eerste 3 leerjaren havo/vwo of assistentenopleiding (mbo-1); Opleidingsniveau middelbaar: bovenbouw havo/vwo, basisberoepsopleiding (mbo-2), vakopleiding (mbo-3) of middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4); Opleidingsniveau hoog: hbo of wo. 34 Jong is <35 jaar, middelbaar 35-55 jaar en oud >55 jaar.

PAGINA 50 MONITOR TECHNIEKPACT 2015 DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES De meest voorkomende beroepen binnen de techniek 35 verschillen per opleidingsniveau en zijn:»» Voor hoger opgeleiden: Software en applicatieontwikkelaars, software-analisten en ingenieurs (m.u.v. electrotechnisch ingenieurs) (samen 44%; 189.000).»» Voor middelbaar en lager opgeleiden: Bouwarbeiders ruwbouw en machinemonteurs (montage en reparatie) (samen 21%; 233.000). Mensen met technische opleidingen hebben relatief goede arbeidsmarktperspectieven. Ze zijn minder vaak werkloos en hebben ook kansen op niet-technische beroepen. Het werkloosheidspercentage neemt af naarmate het opleidingsniveau hoger wordt: % voor laag-, 8% voor middelbaar- en 5% voor hoog opgeleiden. Werkloosheid onder zowel jongere (<35 jaar) als oudere technici (>55 jaar) is met ca. 9% hoger dan de 6% werkloosheid onder technici tussen de 35 en 55 jaar. TECHNISCH OPGELEIDEN WERKZAAM BUITEN DE TECHNIEK Een substantieel deel van de mensen die een technische opleiding hebben genoten, komt terecht in een niet-technisch beroep:»» De kans daarop neemt toe met de leeftijd. Bij technisch opgeleiden jonger dan 35 jaar gaat het om 31% en bij 55-plussers om 49%.»» Van de vrouwen met een technische opleiding werkt 70% in niet-technische beroepen, dat is tweemaal zoveel als de mannen met technische opleiding. Afhankelijk van opleidingsniveau komen technisch opgeleiden terecht in verschillende niet technische beroepen:»» Hoger opgeleide technici met een niet-technisch beroep, komen relatief vaak in specialistische of leidinggevende beroepen terecht.»» Een kwart van de lager opgeleide technici met een niet-technisch beroep werkt als chauffeur of in ongeschoolde, niet-technische arbeid. 35 Binnen het internationale classificatiesysteem voor beroepen zijn voor deze monitor 44 beroepsgroepen als technisch geclassificeerd.