EUROTAX EN HET BEHOUD VAN FISCALE SOEVEREINITEIT

Vergelijkbare documenten
EUROTAX: WEL OF GEEN INBREUK OP DE FISCALE SOEVEREINITEIT VAN DE LIDSTATEN

DE EUROPESE IDENTITEIT EN DE FINANCIERING VAN DE EU

EEN NIEUW EIGENMIDDEL VAN DE EU: DE WEDEROPSTANDING VAN DE BTW

Nieuwe eigen middelen voor de Europese Unie. Seigniorage als legitieme mogelijkheid van de status quo

EIGEN EUROPESE BELASTINGEN: TE VROEG EN TE VEEL

EUROTAKS: DE VOORS EN TEGENS. Inleiding

De Toekomst van Europa. Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2008 Nr. 9

SAMENVATTING SYLLABUS

224 der Beilagen XXIII. GP - Staatsvertrag - 14 Eigenmittelbeschluss niederl. (NL) (Normativer Teil) 1 von 5

Begrotingscommissie. aan de Commissie economische en monetaire zaken

Praktische opdracht Economie Euro

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

De monetaire inkomsten van het eurosysteem als eigen middel van de EU

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!

Wie bestuurt de Europese Unie?

Wie bestuurt de Europese Unie?

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Booking.com ontweek 715 miljoen euro aan belasting in de EU.

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2000 Nr. 115

Samenvatting Europees Recht

EUROPESE INTEGRATIE: TUSSEN GEOPOLITIEK VREDESBELEID EN ECONOMISCHE GROEI. Dr Harry Daemen.

Op-/aanmerkingen Evaluatie accijnsverhoging op diesel en LPG en Bijlage, d.d

Kijktip: Nieuwsuur in de Klas

Het belang van kritiek (en reflectie) op Europese waarden. Bart van Horck

Aandelen en andere opties

Wie bestuurt de Europese Unie?

Opbouw van de Europese Monetaire Unie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Advies nr. 7/2014. Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

HET JUSTE RETOUR DENKEN EN EUROPESE BELASTINGEN

Europa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering

16707/14 ADD 13 as 1 DG G 2A

Commissie publiceert Groenboek over aanvullende pensioenen in de interne markt

Twente Wegwijs in Brussel

Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel.

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR

Afschaffing Dividendbelasting

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

DE KLOOF TUSSEN DE TOTALE ONTVANGSTEN EN DE RIJKSMIDDELEN: EEN ANALYSE VAN DE PERIODE

Boekdeel I. Algemeen. Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2017-I

Eerste Kamer der Staten-Generaal

14949/14 adw/zr/dp 1 DG G 2B

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: Waar komt het vandaan?

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

Werkstuk Economie. Landbouw in de EU - De groeiende invloed van bovenaf. Door: Robert Feller

Arbeidsfiscaliteit. Gemengde Parlementaire Commissie belast met de fiscale hervorming. Hoorzitting 21 oktober 2013

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 september 2015 (OR. en)

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

1. Werkzaamheden van het Gerecht Aanhangig gemaakte, afgedane, aanhangige zaken ( ) 1

BESLUITEN. BESLUIT VAN DE RAAD van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie. (2014/335/EU, Euratom)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Fiche 4: Wijziging btw-richtlijn op het gebied van btw-tarieven op boeken, kranten en tijdschriften

Eurogroep. 1. Economische situatie in de eurozone

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie

Titel Proposal for a Council Directive on a Common Consolidated Corporate Tax Base

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

oin&case_law_summary=false&dts_dom=all&excconsleg=true&typeofactstatus=com_join &type=advanced&subdom_init=all_all&dts_subdom=all_all

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 75

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Verkiezingen Tweede Kamer 2012

DE BRIEVEN BRIGADE HET VERHAAL VAN DE EUROPESE UNIE TIJDSLIJN

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

Belangenbehartiging in de Europese Unie

Praktische opdracht Economie Economische Monetaire Unie

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S20/2019. Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0358/1. Amendement. Marco Zanni, Stanisław Żółtek, André Elissen namens de ENF-Fractie

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR

De evolutie van de partijfinanciering op het niveau van de Europese Unie ( )

Committee / Commission CONT. Meeting of / Réunion des 12 & 13/09/2005 BUDGETARY AMENDMENTS / AMENDEMENTS BUDGÉTAIRES. Rapporteur: Chris HEATON-HARRIS

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

nr. vorig doc.: 14354/04 FIN 502 RESPR 10 CADREFIN 118 Betreft: Discussienota over de eigen middelen van de Europese Gemeenschappen

SLACHTOFFERROL VAN NEDERLAND IN EU

Praktische opdracht Economie Wat voor invloeden heeft de Europese gemeenschap gemaakt op EU.

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

5,2. 1.Het ontstaan van de Europese Unie. 2.Geschiedenis van de EU: Werkstuk door een scholier 1839 woorden 10 oktober keer beoordeeld

De Duurzaamheid van de Euro

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

Boekdeel I. Algemeen. Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/724 VAN DE COMMISSIE

Adenauer ( ) De Gaulle ( )

Fiche 2: Richtlijn betreffende facultatieve verleggingsregeling en het snelle reactie mechanisme tegen btw-fraude

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 3 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2013 ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD


DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Publicatieblad L 52. van de Europese Unie. Wetgeving. Wetgevingshandelingen. 60e jaargang 28 februari Uitgave in de Nederlandse taal.

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

Transcriptie:

Verchenen als: A.R.Leen, 'Eurotax en fiscale soevereiniteit', Openbaar Bestuur, Jaargang 20, nr. 99, september 2010, pp. 22-25 EUROTAX EN HET BEHOUD VAN FISCALE SOEVEREINITEIT A.R. Leen Faculteit Rechtsgeleerdheid Instituut Fiscale en Economische vakken Universiteit Leiden De Europese Commissie heeft in 2007 de gedachtevorming in gang gezet over een hervorming van het budget van de Europese Unie (EU). 1 Of het slechts als een afkoop was bedoeld om aan het gesteggel over de begroting een einde te maken, wie zal het zeggen. Als de huidige begroting, die geldt voor de periode 2007-2013, afloopt, moet het anders met de uitgaven, de inkomsten en de besluitvorming daarover. 2 Dit artikel gaat vanuit het gezichtspunt van de fiscale soevereiniteit in op de voorgestelde veranderingen van inkomsten. Eurotax: een weg uit de status quo ante bellum Het huidige systeem van meerjarenbegrotingen heeft rust in de EU tent gebracht. We zijn af van het jaarlijkse gesteggel en vreemde compromissen in de late uren van de laatste dag bij de vergaderingen van de Europese Raad. Toch wil de Europese Commissie gedeeltelijk weer van de meerjaren begroting af. Het vastleggen van de begroting voor meerdere jaren beperkt de handelingsvrijheid---zoals nu met de kredietcrises. 3 Het probleem bij een kortere geldigheidsperiode is dat het door de Commissie vermaledijde gesteggel van de lidstaten rond de juste retour weer de regel wordt in plaats van de uitzondering blijft. De hervorming van het budget moet er mede voor zorgen dat de huidige situatie geen status quo ante bellum wordt. Dat laatste mede daar voor sommige lidstaten, waaronder Nederland, de kortingsregelingen aflopen op de afdracht aan de EU. Regelingen die waren ingesteld ter correctie van de niet meer te rechtvaardigen, unieke, Britse korting. Een echt eigen middel ter financiering van de uitgaven is onderdeel van de hervorming waarmee Commissie en Europees Parlement (EP) de nodige rust denken te kunnen krijgen. De huidige financiering van de EU bestaat voor het overgrote deel uit een directe afdracht van de lidstaten. De inkomsten zijn voor 70 procent gebaseerd op een percentage van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) van iedere lidstaat. De rest van de inkomsten wordt, bijna gelijkelijk, gevormd door een afdracht die is gebaseerd op een gedeelte van de BTW-inkomsten en heffingen op importen aan de buitengrens van de EU. De op de BTW gebaseerde afdracht heeft weinig meer van doen met de werkelijke BTW inkomsten in de lidstaten. Door aftopping van de consumptie tot 50 procent van het BNI en allerlei kortingen is het, in de woorden van de Commissie, een volkomen onbegrijpelijke statische grootheid geworden. Aan de inkomstenkant is het de grootste doorn in het oog van de Commissie. Directe afdrachten leiden er toe dat landen focussen op wat ze er nationaal voor terug krijgen---het zojuist genoemde juste retour denken. Uitgaven worden niet primair beoordeeld op hun toegevoegde waarde voor de EU als geheel. Een echt nieuw eigen 1

middel zou de autonomie van de EU vergroten: de handelingsvrijheid om beleid te voeren dat er in deze tijd toe doet. Dat laatste betekent minder geld voor landbouw en herverdeling en, op grond van schaalvoordelen en externe effecten, meer geld voor milieu, onderzoek en veiligheid. Het andere belangrijke argument voor een echt eigen middel is de opvatting dat de EU is geëvolueerd van een samenwerkingsverband van staten naar een van staten èn burgers. Bij dat laatste hoort een directe fiscale band van de burgers met de EU. De verantwoording van de EU naar haar burgers toe zou daardoor ook toenemen. De wens van Barrosso: een afdracht aan de EU op iedere kassabon Een grote kanshebber, al vanouds, is een directe afdracht van een deel van de door de consument betaalde BTW. De Commissie en vooral haar voorzitter Barroso zijn hier een voorstander van. 4 Maar er zijn nog meer kanshebbers. Zo zijn er de directe afdrachten van personen en bedrijven aan de EU van een deel van de betaalde inkomsten- en vennootschapsbelasting. Beide belastingen vragen een lange voorbereidingstijd; de grondslag van de belasting moet worden geharmoniseerd. Wat als inkomen en winst geldt, is niet in iedere landstaat gelijk. Destijds duurde de noodzakelijke harmonisatie van de BTW grondslag al tien jaar. Op kortere termijn te realiseren belastingen zijn die op vervoer en communicatie. Vaak worden de voorgestelde inkomsten in de loop van de tijd in een modern jasje gestoken. Ging het oorspronkelijk bij een communicatiebelasting om een belasting op vaste telefoonlijnen nu gaat het om een belasting van 1.5 eurocent op ieder sms je dat de grens over gaat. Daar denkt althans, lid van het EP en voorzitter van de begrotingscommissie, Alain Lamassoure aan. 5 Volgens sommigen, overigens, ontstaat er met een Eurotax eerder een afkeer dan de gewenste warme band van de EU met haar burgers. 6 Fiscale soevereiniteit: het hellende vlak van De Gaulle Voor de EU is het denken over eigen middelen niet nieuw. Hoewel het begrip eigen middelen nergens is omschreven, staat er in het verdrag van Rome uit 1957 al dat het de bedoeling is de EU volledig van eigen middelen te voorzien. De gedachte van financiering door eigen middelen is een voortzetting van de situatie zoals die al bestond bij de pionier van de Europese integratie: de Europese Gemeenschap van Kolen en Staat (EGKS). Naast een eigen belastingdienst had de EGKS haar eigen inkomsten: een heffing van maximaal 1 procent op de productie van kolen en staal. Die zelfstandigheid van de EGKS kon ook omdat de uitgaven klein waren. In 1975, toen de uitgaven van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) voor 60 procent door eigen middelen, ongeveer het hoogste punt ooit, konden worden gefinancierd, bedroeg het budget van de EGKS van 350 miljoen euro nog geen 4 procent van dat van de EEG. De eigen middelen waaraan in 1957 werd gedacht, en die nu de traditionele eigen middelen worden genoemd, waren heffingen op landbouwproducten van buiten de EU en belastingen op importen. De keuze destijds voor juist deze eigen middelen lag ook in de rede. Ze hadden een directe band met het EU-beleid om in eigen voedsel te kunnen voorzien en het ontstaan van de EU als vrijhandelszone met een gemeenschappelijke 2

buitengrens. Zoals de EU ook nu als eis aan nieuwe middelen stelt dat ze bij voorkeur verbonden moeten zijn met het EU beleid. Door nieuwe toetreders, vrijhandelsrondes met landen van buiten de EU, directe inkomenssteun aan boeren en de gegroeide uitgaven vormen de oorspronkelijke eigen middelen nu nog maar 14 procent van de inkomsten. De Franse president De Gaulle zag in de overdracht van de beoogde eigen middelen aan de EEG een inbreuk op de Franse fiscale soevereiniteit. Hij hield de invoering jarenlang tegen. De eerste jaren moest de EEG het met een directe afdracht van de lidstaten doen. Pas na zijn aftreden en bij de top van Den Haag in 1969 zagen de Fransen het grootste belang---en financieel voordeel---bij de financiering van het landbouwbeleid met eigen middelen. Overigens was, in zekere zin, het genoemde juste retour denken bij de start van de EEG geïnstitutionaliseerd. 7 De bijdragen van een land aan de verschillende uitgavencategorieën was gekoppeld aan het belang van de betreffende uitgave voor een land. Een gedeelte van onze fiscale soevereiniteit hebben we dus al niet meer. De grenzen van de fiscale soevereiniteit liggen ook al vast sinds de aanvang van de EEG. Doel was immers om tot een gemeenschappelijke markt te komen. Nationale belastingregels dienen daarmee consistent te zijn. Het vrije verkeer van goederen, diensten en kapitaal mag niet in gevaar komen. Zoals dat laatste het geval is als landen investeerders belastingfaciliteiten aanbieden. Maar zolang de voorkeuren voor het doen van uitgaven verschillen tussen lidstaten, mogen ze natuurlijk ook de bijbehorende belastingen heffen om de gewenste inkomsten te verkrijgen. Het verst gaat de bemoeienis nog met de BTW-tarieven waaraan de EU onder- en bovengrenzen stelt. Lidstaten hebben ook een grote vrijheid als het goederen en diensten betreffen die niet concurreren met andere goederen of als het dagelijks noodzakelijke goederen en geneesmiddelen betreft. Ook economische verschillen kunnen een oorzaak zijn van tariefverschillen; landen met een kleine begroting worden niet gedwongen om met de rest van de lidstaten in de pas te lopen en belastingen te verhogen. Zo biedt Luxemburg met een lage benzineaccijns voordeel voor de toerist op doortocht. Het geschetste fiscale beleid beperkt de speelruimte; het betreft geen directe overdracht van fiscale soevereiniteit aan de EU. Beleid is een compromis, het bevindt zich op het grensvlak tussen de EU-doelstellingen van subsidiariteit, beslissingen op een zo laag mogelijk niveau nemen, en coördinatie van beleid. 8 De ad-hoc keuze van het politiek mogelijke Het is geen eenvoudige zaak om tot nieuwe eigen middelen te komen. Eerst moeten criteria worden opgesteld waaraan ze moeten voldoen. Ook zijn criteria nodig om de voorgestelde middelen vervolgens mee te beoordelen. Waslijsten van criteria zijn al jarenlang in allerlei studies te vinden. Zo is een al genoemde eis waaraan nieuwe inkomsten moeten voldoen dat ze bij voorkeur verbonden zijn met of voortvloeien uit EU beleid. Verdere eisen zijn: het hele EU grondgebied bestrijken; een geharmoniseerde basis hebben en het gelijk blijven van de totale belastinglast van de burgers. Wat betreft de beoordelingscriteria zijn dat: zichtbaarheid; eenvoud; financiële autonomie; efficiënte allocatie van bronnen; voldoende opbrengsten; kosteneffectief; stabiliteit van opbrengsten, billijkheid en toegevoegde waarde voor Europa. Bovendien zal iedere lidstaat bij een verandering in de afdracht de afweging maken: wat gaan we er op voor- dan wel achteruit. 3

Vaak worden ze samengevat in de groepen: budget, efficiëntie, billijkheids en politieke criteria. Het grote en bijkans onoplosbare probleem is de veelheid van criteria. Het gaat immers ook om een, door Commissie en EP onderscheiden, weging van de criteria. 9 10 Door de veelheid van criteria wordt iedere keuze in feite weer volkomen willekeurig. Het is duidelijk dat we het met de traditionele criteria van eenvoud, neutraliteit en billijkheid niet redden. Dat is ook niet vreemd. Criteria die goed zijn voor een land met een relatief homogene bevolking zijn niet automatisch ook geschikt voor een samenwerkingsverband van landen met een heterogene bevolking. 11 Kortom, zolang er geen overeenstemming is over de criteria is iedere keuze voor een nieuw eigen middel de ad-hoc keuze van het door de betreffende institutie gewenste en naar haar inschatting politiek haalbare. De EU zelf brengt een Eurotax niet als een verlies aan fiscale soevereiniteit. Ze dient ingevoerd te worden met volledig behoud van de fiscale soevereiniteit van de lidstaten, zo heet het. Hoe? De lidstaten staan de EU voor een beperkte periode toe direct te profiteren van een deel van de belastingopbrengsten. 12 Wat deze regel inhoudt blijft onbesproken. Subsidiariteit en proportionaliteit: criteria die bijten Subsidiariteit en proportionaliteit zijn twee criteria die in het verdrag van Lissabon zijn omschreven en maar zelden worden genoemd in de discussie rond de Eurotax. Misschien omdat uit die criteria volgt dat we de exercitie naar nieuwe eigen middelen beter direct kunnen staken. In artikel 5 van het Verdrag van Lissabon staat dat zaken niet op een hoger niveau moeten worden geregeld dan noodzakelijk is. Beleid moet ook niet meer overhoop moet halen dan noodzakelijk is. Het huidige systeem van nationale afdrachten is, op de op de BTW gebaseerde afdracht na, veruit het goedkoopste en eenvoudigste systeem van belastingheffing. Ook laat het landen de vrijheid het benodigde bedrag op eigen wijze op te brengen. Het zijn deze twee criteria, waar we in rede naar kunnen verwijzen, die staan tussen het verlies aan---nog meer---fiscale soevereiniteit met een Eurotax en het behoud daarvan. Op fiscaal gebied, op andere terreinen vaak veel minder, hebben subsidiariteit en proportionaliteit die kenmerken die er voor zorgen dat ze zich ook echt kunnen laten gelden. Regels hebben twee kenmerken: ontwerp en handhaving. 13 Voor fiscale regels die bijten is het nodig dat, wat betreft het ontwerp, ze een brede basis hebben. Vaak betreffen regels maar een klein onderdeel. De wetgever toont zijn fiscaal verantwoorde gedrag op een klein terrein maar ontloopt de werkelijk belangrijke beslissingen. Behalve voor de al genoemde traditionele eigen middelen en belastingen die daarmee in lijn liggen, zijn er, in rede, geen mogelijke andere belastingen te vinden die aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit voldoen. Bij handhaving is het belangrijk of de regel niet alleen intern maar ook extern kan worden afgedwongen. Het stabiliteitspact kon eigenlijk alleen maar intern worden afgedwongen. Zolang het de kleine landen waren die de regels overtraden ging dat goed. Toen Frankrijk en Duitsland dat deden, werden de regels aangepast in plaats van nageleefd. Subsidiariteit en proportionaliteit hebben echter ook sterke externe controlemechanismen, zoals onlangs de uitspraak van het Duitse Constitutionele Hof over het verdrag van Lissabon. 14 4

Kiezen uit twee kwaden met behoud van subsidiariteit en proportionaliteit Welke mogelijkheden voor een nieuw eigen middel zijn er als we ons niet laten verleiden tot een in feite willekeurige ad-hoc keuze en daarmee, zoals de EU zich het behoud van fiscale soevereiniteit voorstelt, tijdelijk belastingopbrengsten aan de EU afstaan. Als we subsidiariteit en proportionaliteit respecteren zijn er twee opties: een declaratoire belasting en seigniorage. Bij de eerste slaat een lidstaat het afgedragen bedrag duidelijk zichtbaar voor de burgers om in een zelfgekozen belasting, maar is er geen overdracht van soevereiniteit. Bij seigniorage gaat de winst die de ECB verkrijgt met de geldschepping van de euro niet langer naar de nationale centrale banken maar naar de EU. Seigniorage ligt in het logische verlengde van de huidige traditionele middelen die ook uit EU beleid zijn ontstaan; de overdracht van soevereiniteit is niet groter dan hij al is. Een pro forma afdracht---niet helemaal eerlijk Bij een declaratoire belasting betaalt een lidstaat een nationale bijdrage aan de EU maar toont deze bijdrage duidelijk aan haar burgers zoals een percentage van de BTW op de kassabon of als deel van de inkomstenbelasting. 15 Het bedrag wordt pro forma aan een belasting gekoppeld. Harmonisatie tussen landen is niet nodig. Ieder land kan zijn eigen EU belasting kiezen. Daar de voorkeur voor de wijze van belastingheffing tussen de lidstaten verschilt, is dit een voordeel. Een ander voordeel is dat er geen extra inningskosten zijn. Een bijkomend en belangrijk voordeel is dat de kwaliteit van de nationale belastingdiensten er niet toe doet, zoals dat wel zo is met een echte Eurotax. Niet ieder land haalt aan belastinginkomsten binnen wat zou moeten. Zo zouden burgers in verschillende lidstaten dus verschillend door een echte Eurotax worden getroffen. 16 Er zijn ook nadelen. Er is geen horizontale gelijkheid tussen de burgers. Zo richten landen bijvoorbeeld de progressie in de inkomstenbelasting anders in; burgers in de verschillende landen betalen verschillende bedragen aan Eurotax. Bovendien is het hek van de dam: voor andere bestemmingen kunnen ook specifieke bijdragen worden gevraagd. De beschikkingsvrijheid van de overheid over algemene belastinginkomsten wordt beknot. Maar het belangrijkste argument tegen is dat de burger zand in de ogen wordt gestrooid. De afdracht komt nog steeds van het land zelf en de autonomie van de EU lijkt groter dan zij is. De geldscheppingswinst behaalt met de Euro---schept geen band Seigniorage is de geldscheppingswinst die wordt behaald met de euro. Het kost gewoon veel minder om een eurobiljet te maken dan de waarde die erop staat en waarvoor het in omloop wordt gebracht. Ook moeten banken een renteloos tegoed bij de centrale banken aanhouden ter grootte van de hoeveelheid bankbiljetten in omloop. De beleggingenresultaten die daarmee worden behaald minus de kosten om het biljet te maken en om het in omloop te houden, vormen de seigniorage. Het gaat globaal, alleen al in het euro gebied, om de opbrengsten van 700 miljard euro. De ECB doet geen uitspraken over de hoogte van deze winst. De Canadese centrale bank doet dat wel. Om een idee te krijgen, zo geldt voor het meest gebruikte Canadese 20 dollar biljet dat minus alle kosten een biljet per jaar ongeveer 95 cent oplevert. Seigniorage is de enige echt 5

logische mogelijkheid van een nieuw eigen middel die de motivatie achter de huidige traditionele eigen middelen voortzet. De totale opbrengst van seigniorage wordt op 0.4 procent van het BNI geschat. Zij voldoet daarmee aan het EU streven om de huidige onbegrijpelijke op de BTW gebaseerde afdracht van 0.15 procent van het BNI te vervangen. De totale eigen middelen bedragen dan, zoals door de EU wordt gewenst, ongeveer de helft van het EU-budget. Ook hier zijn nadelen. Allereerst moet er een oplossing worden gezocht voor landen die de euro nog niet hebben ingevoerd. 17 Voor Nederland is de achteruitgang zo n 10% ten opzichte van een proportionele BNI afdracht. 18 Helaas, en dat zal voor de EU het zwaarste wegen, schept het laten vloeien van de geldscheppingswinst naar de EU geen band tussen burgers en EU en is de seigniorage voor de burger bijna even onbegrijpelijk als de huidige BTW afdracht. Conclusie: twee manieren om fiscale soevereiniteit te behouden Wat betreft het verlies aan fiscale soevereiniteit is het voor de lidstaten nooit meer zover gekomen als bij het begin van de Europese integratie: de EGKS. Die had een eigen fiscale soevereiniteit: de eerste Eurotax en een eigen belastingdienst. Niet dat een ieder daar altijd even enthousiast over was. Volgens sommigen had de EGKS een macht gelijk aan die van een absoluut vorst van weleer. 19 Ook werd betwijfeld of het beleid wel met de vrije markt van doen had; het was eerder een gelegaliseerde voortzetting van het bestaande staalkartel van voor de oorlog. 20 Maar onze volle fiscale soevereiniteit hebben we ook al lang niet meer. Dan hadden we in 1957 bij het verdrag van Rome onze vinger maar op moeten steken met het in principe invoeren van de traditionele eigen middelen of het stokje van De Gaulle in 1969 moeten overnemen met het in de praktijk daarvan tegenhouden. We staan voor de keuze om onze fiscale soevereiniteit te behouden met een regel die niet bijt, waaraan de EU denkt, of met een regel die bijt, zoals het verdrag van Lissabon ons dat geeft. Als we voor het eerste kiezen zijn alle door de EU bedachte vormen van Eurotax mogelijk. Als we voor het tweede kiezen zijn het er slechts twee: een declaratoire belasting en seigniorage. Willen we bij de invoering van nieuwe eigen middelen niet vervallen in de fout van regels zonder echte inhoud en handhaving, dan hebben we de principes van subsidiariteit en proportionaliteit om naar te verwijzen. Voor een directe band met de burger en een nieuw eigen middel is een verder verlies aan fiscale soevereiniteit onnodig. 1 Europese Commissie, Contributions tot the debate: http://ec.europa.eu/budget/reform/issues/read_en.htm, 2008. 2 Europese Commissie, Reforming the Budget, Changing Europe, A Public Consultation Paper in View of the 2008/2009 Budget Review, 1188 final, 2007. 3 Europese Commissie, A Reform agenda for a global Europe (Reforming the budget, changing Europe), Brussel, draft 06-10-2009. 4 Jose Manuel Barroso: plan for EU tax to appear on all receipts, Telegraph.co.uk, 7 september, 2009. 6

5 French MEP suggests EU tax on SMS and emails, euobserver.com, 9 mei, 2006. 6 L. Mutén, The Case for an EU Tax Is Not Convincing, Intereconomics, 2001. 7 A.J. Menéndez, Taxing Europe: Two Cases for a European Power to Tax, The Columbia Journal of European Law, Vol. 10, no. 4, 2004. 8 G.D. Myles, Tax Policy and European Union Governance, Milan Political Economy Workshop, 2005. 9 Europees Parlement, Die Eigenmittel der Europäischen Union: Analysen und Entwicklungsmöglichkeiten, 1997. 10 P. Cattoir, Tax-based EU own resources: An assessment, European Commission, Working Paper no.1, 2004. 11 P. Krüger, Das unberechenbare Europa, Epochen des Integrationsprozesses vom späten 18. Jahrhundert bis zur Europäischen Union, Stuttgart: Kohlhammer, 2006. 12 Europees Parlement, Working Document no. 5, On the future of the European Union s resources, Towards the review. Committee on Budgets, Rapporteur: Alain Lamassoure, 31.11. 2006. 13 D.M. Primo, Making budges rules bite, Mercatus on Policy no. 72, March, 2010. 14 Bundesverfassungsgericht, BverfG, 2 BvE 2/08, Absatz-Nr. (1-421), vom 30.6.2009. 15 R. Caesar, An EU Tax? Not a Good Idea, Intereconomics, September/October, 2001. 16 F. Schneider, Shadow Economies and Corruption All over the World: New Estimates for 145 Countries, Economics, E-Journal, No. 2007-09, 2007. 17 F. Heinemann, P. Mohl, en S. Osterloh, Reform Options for the EU Own Resource Stystem, Heidelberg: Physica-Verlag, 2008. 18 Op. Cit. 19 R. Regul en W. Renner, Finanzen und Steuern in der europäischen Integration, Amsterdam: Internationales Steuerdokumentationsbüro, 1966. 20 J. Gillingham, Coal, Steel and the Rebirth of Europe, 1945-1955: The German and French from Ruhr Conflict to Economic Community, Cambridge: Cambridge University Press, 1991. 7