Nieuwsbrief van d.d. 11-12-2007 Nummer: 22-2007 1) Btw-plan Bolkestein rond: bedrijfsleven profiteert Ministers van Financiën van de 27 EU-landen zijn het dinsdag eens geworden over een voorstel voor eenvoudige btw-afhandeling. Het betreffende voorstel werd in 2003 ingediend door toenmalig Europees Commissaris voor Belastingen Frits Bolkestein. Het aangenomen voorstel houdt in dat ondernemers vanaf 2010 de btw van facturen uit de hele Europese Unie, in eigen land mogen gaan verrekenen. Tot nu toe moeten ondernemers buitenlandse btw-betalingen terugvragen in het buitenland. Kleine bedrijven laten dat vaak zitten vanwege de rompslomp en lopen zo heel wat btw-aftrek mis. De eenvoudigere btw-afhandeling moet het bedrijven makkelijker maken te exporteren in de Europese Unie. Het moet ook fraude helpen bestrijden, zo redeneerde Frits Bolkestein toen hij in 2003 met het voorstel kwam. Uitzondering Mediabedrijven zijn overigens nog vijf jaar uitgezonderd van de versimpelde regeling voor btwaftrek. Zij betalen tot 2015 nog btw in het land van vestiging. Daarmee moet Luxemburg tevreden worden gesteld, dat claimde 180 miljoen euro te zullen verliezen als grote mediabedrijven als RTL elders btw gaan betalen. 2) Wettelijke regeling zwangerschapsuitkering voor vrouwelijke zelfstandige en partner waarschijnlijk per 1 juli 2008 De ministerraad heeft onlangs ingestemd met het reeds aangekondigde wetsvoorstel betreffende het wettelijke recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor vrouwelijke zelfstandigen. Zij komen dan in aanmerking voor een zwangerschapsuitkering van minimaal zestien weken op grond van de ZEZ-regeling (Zelfstandig en Zwanger-regeling). De hoogte van de uitkering hangt af van de inkomsten van de zelfstandige in het jaar voordat de zwangerschapsuitkering wordt uitgekeerd. De uitkering bedraagt maximaal het wettelijk minimumloon ad 1.317 bruto per maand. De regeling geldt ook voor de meewerkende echtgenoot van de zelfstandige. De beoogde invoeringsdatum van het wetsvoorstel is 1 juli 2008.
3) Provisie tussenpersoon verzekeringen onderhandelbaar. Bij het afsluiten van een levensverzekering slokken verschillende kosten een deel van de premie op. Voorbeeld: Bij Taf kost een overlijdensrisicoverkering ad. 175.000,00 u een premie van 2358,00 per jaar* 30 jaar = 70.740,00 Provisie tussenpersoon over 30 jaar 34.687,00 of 49% van uw premie. Dezelfde verzekering kunt u ook afsluiten tegen betaling van een éénmalige provisie van 795,00. Via de Fiscount adviesgroep is het in ieder geval mogelijk, verzekeringen af te sluiten tegen een éénmalige provisie. Commentaar: Vanaf 2009 worden de provisie van de tussenpersonen pas openbaar. Over de provisie is ook nu al te onderhandelen met uw tussenpersoon, echter heeft u nu geen enkel inzicht in de hoogte ervan. 4) Bedrijfskleding in alle soorten en maten In veel organisaties zijn werknemers verplicht een uniform of bedrijfskleding te dragen. In hoeverre kunt u deze kleding belastingvrij vergoeden of verstrekken? In dit artikel geven we een overzicht. Wat verstaat de Wet loonbelasting onder het begrip werkkleding? Werkkleding is: kleding die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is om tijdens het werk te dragen, zoals uniformen en overalls; kleding die isvoorzien van één of meer duidelijk zichtbare, aan (de bedrijfsorganisatie van) de werkgever gebonden beeldkenmerken (bijvoorbeeld een bedrijfslogo) met een oppervlakte van ten minste 70 cm². Onbelast Vergoedingen voor en verstrekkingen van werkkleding zoals hierboven beschreven, maar ook vergoedingen voor het wassen van die werkkleding zijn onbelast. Bovendien kan ook door u ter beschikking gestelde kleding die niet aan deze voorwaarden voldoet belastingvrij blijven, zolang deze kleding aantoonbaar op de werkplek blijft. We gaan hier verder op in. Logo Als op de bedrijfskleding ten minste 70 cm² in beslag wordt genomen door een logo, kan het kledingstuk belastingvrij worden vergoed of verstrekt. Het hoeft niet te gaan om één logo; de ruimte kan ook worden opgedeeld in verschillende logootjes of beeldmerken. Het is wel van belang dat de oppervlakte-eis per kledingstuk geldt. Dus zowel op de broek als op het colbert moeten de logo s staan. Heeft het kledingstuk geen logo s of bedragen de logo s samen geen 07 cm², kan er toch sprake zijn van werkkleding als de kleding uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is om tijdens de vervulling van de dienstbetrekking te worden gedragen. Volgens de wetsgeschiedenis en de rechtspraak is hiervan sprake bij bijvoorbeeld een uniform.
Uniform Wanneer spreken we van een uniform? Er is sprake van een uniform als (een bepaalde) categorie werknemers gelijke kleding draagt die ook buiten de werkomgeving door anderen wordt geassocieerd met een bedrijf of beroep. De kleding van bijvoorbeeld postbodes en stewardessen wordt als uniform beschouwd. Een zwarte broek met blauwe blazer van chauffeurs geldt dan weer niet als uniform. Of er sprake is van een uniform en uit welke onderdelen een uniform bestaat, is afhankelijk van de relevante feiten en omstandigheden van het geval. Als is vastgesteld dat een kledingstuk onderdeel is van een uniform dat wordt gebruikt voor de uitoefening van de dienstbetrekking, is dat kledingstuk werkkleding. Het is vervolgens niet relevant of een onderdeel van een uniform afzonderlijk niet als zodanig herkenbaar is of buiten de dienstbetrekking zou kunnen worden gedragen. Uniformen kunnen belastingvrij worden vergoed of verstrekt. Speciale kleding Behalve uniformen kan er ook sprake zijn van speciaal voor de dienstbetrekking geschikte werkkleding. Denk bijvoorbeeld aan overalls van automonteurs, schorten van personeel in een slagerswinkel of overjassen van verpleegsters. Het gaat dan om werkkleding die niet wordt gedragen buiten de dienstbetrekking en ook niet door anderen zal worden gedragen als privékleding. Arboverstrekking Kleding kan ook onbelast worden vergoed of verstrekt als arboverstrekking. Het gaat hierbij dan om kleding met bijzondere eigenschappen, zoals isolerende of beschermende kleding. Deze kleding moet in redelijkheid deel kunnen uitmaken van een arboplan en overwegend tijdens werktijd worden gedragen. In dat geval hangt de verstrekking van de kleding dus samen met verplichtingen die u heeft op grond van de Arbeidsomstandighedenwet. Er moet dan wel worden voldaan aan de volgende voorwaarden: u heeft als werkgever een arboplan; de verstrekking van kleding maakt in redelijkheid deel uit van dat arboplan; de kleding wordt overwegend tijdens werktijd gedragen; de werknemer is geen eigen bijdrage verschuldigd; er is geen sprake van een aanmerkelijke privébesparing voor de werknemer. Kleding op de werkplek Naast kleding waarop een groot logo staat, die een uniforme uitstraling heeft of die als arboverstrekking kan gelden, kunt u ook gewone kleding aan uw werknemers verstrekken. Om belastingvrij te blijven is dan wel vereist dat die kleding alleen tijdens de werktijd wordt gedragen en daarna op de werkplaats blijft buiten de woning van de werknemer. Voldoet u niet aan die voorwaarden, dan moet u de waarde in het economisch verkeer van de verstrekking tot het loon rekenen. Hierbij is het niet van belang of de werknemer al dan niet verplicht is de kleding tijdens zijn werkzaamheden te dragen. Voorbeeld Voor een kerstgala bij een goede zakenrelatie zijn u en drie van uw medewerkers uitgenodigd. De dresscode is black tie. Als u voor uw medewerkers drie smokings huurt moet u de huurprijs (inclusief btw) tot hun loon rekenen.
Product uit eigen bedrijf Als de kleding een zogenoemd product uit eigen bedrijf is, kan de werkgever de kleding onder voorwaarden gedeeltelijk vrij vergoeden of verstrekken. Even in het kort de voorwaarden waaronder een vrije vergoeding of verstrekking van een product uit eigen bedrijf mogelijk is: de korting of vergoeding bedraagt maximaal 20% van de waarde van de producten in het economisch verkeer; de korting of vergoeding bedraagt in totaal niet meer dan 475 per kalenderjaar. Een medewerker koopt bijvoorbeeld voor 1400 kleding en krijgt een korting van 45% (ofwel 630). De werkgever vergoedt daarnaast de resterende kosten met een maximum van 500. De regeling voor producten uit eigen bedrijf is ook van toepassing als de inhoudingsplichtige de verkoopmedewerkers verplicht in de winkel kleding uit eigen bedrijf te dragen. De korting en de vergoeding zijn in dit geval echter niet geheel onbelast. De korting behoort tot het loon voor zover deze hoger is dan 20% of 475. Tot het loon behoort dan 630 (20% van 1400) = 350. Aangezien de korting in dit geval hoger is dan 20%, is ook de aanvullende vergoeding van 500 belast. Advies Door het ter beschikking stellen van bedrijfskleding kunt u uniformiteit bereiken. Bedrijfskleding is er in veel verschillende soorten en maten. In het artikel heeft u de verschillende voorwaarden kunnen lezen waaronder door u verstrekte of vergoede werkkleding belastingvrij kan blijven. Houd daarbij in gedachte dat gewone kleding in principe belastingvrij ter beschikking kan worden gesteld als het op de werkplek moet achterblijven. 5) Inkomensafhankelijke bijdrage ZVW voor de DGA De Belastingdienst heeft in het zogenoemde Beconoverleg bekendgemaakt dat slechts de DGA die niet verzekerd is voor de werknemersverzekeringen in 2008 de lage inkomensafhankelijke bijdrage (5,1%) betaalt en de BV deze niet hoeft te vergoeden. De DGA die wel verzekerd is, betaalt de hoge inkomensafhankelijke bijdrage (7,2%) en ontvangt een belaste vergoeding van de BV. Hoe dit wetstechnisch wordt geregeld is ons nog niet bekend, wel dat het verschil maximaal ca. euro 1.300 kan bedragen. 6) Kabinet maakt het oudere arbeidsongeschikten aantrekkelijker om weer aan de slag te gaan Arbeidsongeschikten worden, als ze werk hebben gevonden, binnen een periode van zes maanden tot maximaal drie jaar herbeoordeeld. Deze herbeoordeling is voor veel arbeidsongeschikten een drempel om weer aan het werk te gaan. Het kabinet heeft nu aangekondigd dat degenen die op 1 juli 2004 45 jaar of ouder waren, pas vijf jaar nadat zij werk hebben gevonden, weer herbeoordeeld hoeven te worden. Het verlengen van de herbeoordelingsperiode maakt het voor deze groep uitkeringsgerechtigden aantrekkelijker om aan de slag te gaan. Minister Donner gaat de WAO en de WAZ hierop aanpassen. De maatregel komt naast de al bestaande regelingen om uitkeringsgerechtigden en arbeidsongeschikten in dienst te nemen of te houden.
7) Fiscus in de fout bij teruggave zorgpremie Door een computerfout hebben duizenden werknemers onterecht een bericht gehad dat ze te veel betaalde zorgpremie over 2006 terug krijgen van de Belastingdienst. Het gaat om de werknemers van ongeveer duizend werkgevers. Door een automatiseringsfout leek het alsof de werknemers een deel voor de bijdrage aan de Zorgverzekeringswet (zvw) dubbel hadden betaald, en daardoor recht hadden op een belastingteruggave. Dat klopt echter niet. Excuus De fiscus constateerde de vergissing eind vorige week en stelt nu alles in het werk om de fout te herstellen. Het geld wordt tegengehouden en de betrokken werknemers krijgt een excuusbrief waarin de kwestie wordt uitgelegd, zegt een woordvoerder van het ministerie van Financiën. Hij onderstreept dat de medewerkers zelf niets hoeven te doen. De nieuwe fout is de zoveelste in de operatie Walvis. Doordat de bestanden van UWV en Belastingdienst niet goed op elkaar aansloten, moesten ruim 100.000 werkgevers opnieuw de loongegevens over 2006 aanleveren bij de fiscus 8) Sancties als u geen, te laat of onjuist eerstedagsmelding doet Per 1 januari 2008 zal de belastingdienst fictief een naheffingsaanslag loonheffing aan u sturen alsof het dienstverband met deze werknemer al ten minste 6 maanden heeft geduurd. Hierbij zal de belastingdienst tevens een boete en rente opleggen. commentaar Zorg ervoor dat u uw eerstedagsmelding verzendt voordat het dienstverband wordt aangegaan. 9) Vergoeding voor uitgaven voor ziekte, invaliditeit en bevalling vanaf 2009 belast als loon. Vanaf 01-01-2009 kunnen buitengewone uitgaven voor ziekte, invaliditeit en bevalling niet meer afgetrokken worden in de aangifte inkomstenbelasting. Daarom mag u als werkgever per die datum deze kosten ook niet meer vrijgesteld vergoeden aan uw werknemers. 10) Ontbinding arbeidsovereenkomst in de proeftijd. Tijdens de proeftijd kan de w.g. de arbeidsovereenkomst opzeggen zonder dat opzegverboden gelden. Let op: Wel is de w.g. verplicht om op verzoek van de w.n. de beëindiging tijdens de proeftijd schriftelijk te motiveren. Er mag n.l. geen sprake zijn van opzegging in overtreding van een discriminatieverbod, zoals zwangerschap van de w.n., handicap van de w.n. etc. Commentaar
Als w.g. moet u dus opletten met de omschrijving van uw motivering. 11) Opgeruimd staat weer netjes. De administratie van het jaar 2000 en eerder mogen worden weggedaan. Hoogachtend, R.A.M. van der Velden Hoewel aan de inhoud van deze nieuwsbrief de uiterste zorg wordt besteed, kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor onverhoopte onjuistheden. Aanmelden nieuwsbrief, c.q. afmelden en e-mailadres wijzigen: info@rvdvelden.nl