Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Vergelijkbare documenten
Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

van Stichting Achmea Algemeen Pensioen Fonds

Verklaring beleggingsbeginselen

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ) Verklaring inzake beleggingsbeginselen

In deze verklaring is rekening gehouden met de wet- en regelgeving.

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ) Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

VERKLARING INZAKE DE BELEGGINGSBEGINSELEN

van Stichting Achmea Algemeen Pensioen Fonds

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van de Kring Pensioenfondsenkring 1

VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN

Verklaring van beleggingsbeginselen

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING CRH PENSIOENFONDS 18 JUNI 2012

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Bijlage C: Verklaring Beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ DECEMBER 2016

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

1. Het pensioenfonds loopt beleggingsrisico. Dat betekent dat in het MVEV een bijdrage van 4% van de technische voorzieningen (TV) is opgenomen.

Bijlage 1 - Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Beleggingsbeginselen van Stichting Voorzieningsfonds Getronics. 10 oktober 2014

Beleggingsbeleid Het fonds maakt onderscheid tussen het strategisch beleggingsbeleid en het jaarlijkse beleggingsplan. Het bestuur stelt beide vast.

Verklaring Beleggingsbeginselen. 1. Inleiding

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf

Pensioen Laboratorium Een interactief onderzoek voor de leergierige Pensioenspecialist

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)

Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland. 1. Inleiding

Verklaring beleggingsbeginselen

1. Organisatie BIJLAGE I: VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA. ABTN 2014 versie Stichting Pensioenfonds Achmea

VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS AVEBE 19 APRIL 2011

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Beleggingsprincipes. Juli 2013

Verklaring beleggingsbeginselen. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf

Onderbouwing Prudent Person regel Bijlage O bij ABTN

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten. Per 1 juli 2015

Brochure. Beleggingsbeleid

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011

Beleggingsbeginselen

BELEGGINGSSTATUUT. Stichting Fonds 1818 tot nut van het algemeen

Verklaring inzake Beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen Pensioenfonds Vervoer versie april Verklaring inzake beleggingsbeginselen

VERKLARING INZAKE DE BELEGGINGSBEGINSELEN. Pensioenfonds Medewerkers Apotheken

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009

Verklaring inzake de Beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds Gasunie

FEB/2011 MAAND. Rapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Concept Verklaring inzake de beleggingsbeginselen Bedrijfspensioenfonds voor de Koopvaardij

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN

Stichting Pensioenfonds Xerox

Verklaring van beleggingsbeginselen

Aanpassing Prospectussen Aegon, AEAM en Aegon Paraplu 1 Funds Per 1 augustus 2016

2. DOELSTELLING BELEGGINGSBELEID

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Benchmark Benchmark matching portefeuille. Benchmark matching portefeuille

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen BPF VLEP

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

Het bestuur onderbouwt dat het strategisch beleggingsbeleid en het beleggingsplan passen binnen de prudent person regel.

Verklaring inzake Beleggingsbeginselen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Stichting Pensioenfonds Xerox

Verklaring Beleggingsbeginselen

Geacht bestuur, Toezicht pensioenfondsen en beleggingsondernemingen. Postbus AB Amsterdam. Datum 29 augustus 2013.

Amsterdam, 9 oktober Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

2. Uitwerking Investment beliefs De investment beliefs zijn onderstaand als volgt uitgewerkt.

Risico pariteit Aandelen Wereldwijd Ontwikkelde Markten - MSCI World Index MSCI Daily Net TR World Euro, Aandelen Wereldwijd

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten. Per 19 juli 2017

BELEGGEN? BEREID U GOED VOOR

IIc. Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. 1. Inleiding

Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf Q Q Q Q Q Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153%

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

Stichting Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

Kwartaalbericht 3e kwartaal 2008

STICHTING PENSIOENFONDS CARIBISCH NEDERLAND. Performancevergelijking PCN - ABP februari 2017

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Levensmiddelenbedrijf

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

2. Spreiding verbetert effectief de verhouding tussen rendement en risico.

Verklaring inzake beleggingsbeginselen. 1 Introductie

Nieuwsbrief. Beleggen. In dit nummer. augustus Inleiding

STRATEGISCH BELEGGINGSPLAN STICHTING PENSIOENFONDS ROCKWOOL

Transcriptie:

Verklaring inzake beleggingsbeginselen 1. Introductie 1.1 Inleiding Deze verklaring inzake beleggingsbeginselen geeft de uitgangspunten weer van het beleggingsbeleid van Stichting Bedrijfspensioenfonds AVH. Deze uitgangspunten worden door het bestuur vastgesteld. De verklaring inzake beleggingsbeginselen wordt minimaal eens in de drie jaar herzien. Indien tussentijds belangrijke wijzigingen optreden in het beleggingsbeleid wordt de verklaring tussentijds herzien. 1.2 Doelstelling beleggingsbeleid Het beleggingsdoel van het pensioenfonds is om met een acceptabel beleggingsrisico een zo hoog mogelijk rendement op het vermogen te behalen om de continuïteit in de uitvoering van de pensioenregeling zo goed als mogelijk te garanderen. 1.3 Waarom beleggen en risico s nemen? Het pensioenfonds heeft twee bronnen van inkomsten: pensioenpremies en beleggingsrendementen. Samen moeten ze ervoor zorgen dat de pensioenen in de toekomst uitbetaald kunnen worden en dat deze pensioenen voor zover mogelijk geïndexeerd worden. Voor de jaarlijkse pensioenopbouw ontvangt het pensioenfonds premie. Om een indexatie te kunnen toekennen in de toekomst, zal het pensioenfonds een bepaalde mate van beleggingsrisico moeten nemen. Risico nemen betekent gelijktijdig een kans op korten. Het bestuur en de sociale partners van de bij het pensioenfonds betrokken sectoren, vinden op de langere termijn een pensioen met een indexatie belangrijk, ook als dat tot een wat grotere kans op korten leidt. Hieraan wordt de voorkeur geven, boven een nominaal gelijkblijvend pensioen met een kleine kans op korten. Om die reden zal het fonds een afgewogen mate van risico nemen in de beleggingen. 1.4 Algemene uitgangspunten en belangrijkste beleggingsbeginselen Het beleggingsbeleid van het pensioenfonds is in overeenstemming met de prudent-person regel en is met name gebaseerd op de volgende uitgangspunten: de activa worden belegd in het belang van de aanspraak- en pensioengerechtigden; de beleggingen worden gewaardeerd op basis van marktwaardering; de beleggingen van het pensioenfonds mogen voor ten hoogste een/twintigste gedeelte bestaan uit beleggingen in een of meer aangesloten onderneming(en). Beleggingen in ondernemingen die tot dezelfde groep als een aangesloten onderneming behoren worden beperkt tot ten hoogste een/tiende deel van de gehele portefeuille. Beleggingen in aangesloten ondernemingen, welke behoren tot een groep van aangesloten ondernemingen, geschieden prudent, waarbij rekening wordt gehouden met de noodzaak van een behoorlijke diversificatie. de activa worden zodanig belegd dat de kwaliteit, veiligheid, liquiditeit en het rendement van de portefeuille als geheel zijn gewaarborgd; de activa worden hoofdzakelijk op gereglementeerde markten belegd. Beleggingen in niet tot de handel op een gereglementeerde financiële markt toegelaten activa worden tot een prudent niveau beperkt. de activa worden naar behoren gediversifieerd; activa die ter dekking van de technische voorzieningen worden aangehouden, worden belegd op een wijze die strookt met de aard en de duur van de verwachte toekomstige pensioenuitkeringen; het pensioenfonds belegt alleen in derivaten voor zover deze bijdragen aan vermindering van het risicoprofiel of een doeltreffend portefeuillebeheer vergemakkelijken.

De belangrijkste beleggingsbeginselen zijn: 1. Bpf AVH belegt de door deelnemers ingebrachte premies om daarmee de pensioenen (op termijn) te kunnen betalen. 2. Bpf AVH belegt alleen wanneer de risico s helder en duidelijk zijn. Hierbij wordt een afweging gemaakt tussen verwachte opbrengsten en verwachte risico s. 3. Bpf AVH houdt bij de selectie van beleggingen rekening met principes voor verantwoord beleggen voor zover dat mogelijk is. 4. Bij het vaststellen van haar beleggingsbeleid streeft Bpf AVH naar enerzijds het kunnen voldoen aan de nominale pensioenverplichtingen jegens de deelnemers en anderzijds naar het kunnen voldoen aan de wens tot zo veel mogelijk behoud van koopkracht van die pensioenverplichtingen. 5. Bpf AVH bekijkt jaarlijks haar beleggingsbeleid en stelt dit waar nodig bij. Criteria daarvoor zijn bijvoorbeeld een gewijzigd rendement of gewijzigd risicoperspectief van een belegging. 6. Bpf AVH houdt, bij het bepalen van de risico s die Bpf AVH neemt bij haar beleggingen, rekening met de mate van risico die de deelnemers aandurven. 7. Bpf AVH streeft naar zo laag mogelijk kosten voor het beheer van de beleggingen. Hierbij wordt altijd gekeken naar de verhouding tussen de kosten, opbrengsten en de risico s bij een belegging. 8. Bpf AVH beoordeelt de resultaten van een belegging door deze te vergelijken met maatstaven die goed vergelijkbaar zijn met die belegging (benchmarken). 9. Bpf AVH kiest er voor om daar waar mogelijk passief (is het volgen van een maatstaf, in tegenstelling tot actief) te beleggen. Daarbij realiseert Bpf AVH zich ook dat actief beleggen voor bepaalde categorieën de enige mogelijkheid is. Dan kan Bpf AVH van dit uitgangspunt afwijken. 10. Bpf AVH maakt bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van haar beleggingen en haar beleggingsbeleid gebruik van externe deskundigen. 1.5 Wijzigen van de verklaring De verklaring inzake beleggingsbeginselen wordt minimaal eens in de drie jaar herzien. Indien tussentijds belangrijke wijzigingen optreden in het beleggingsbeleid wordt de verklaring tussentijds herzien. 2. Organisatie 2.1 Het pensioenfonds De Stichting Bedrijfspensioenfonds AVH is het pensioenfonds voor de Groothandel in Aardappelen, de Groothandel in Groenten en Fruit, de Particuliere Kaaspakhuisbedrijven en de Groothandel in Eieren. De Stichting Bedrijfspensioenfonds AVH (hierna: het pensioenfonds) beschermt de belangen bij het pensioenfonds van de (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en hun nabestaanden. Het pensioenfonds heeft ten doel het treffen van voorzieningen ten behoeve van de oude dag, arbeidsongeschiktheid en overlijden. Het pensioenfonds belegt en beheert het pensioenvermogen in het belang van de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden van het fonds. 2.2 Het bestuur Het bestuur van het pensioenfonds bestaat uit 10 leden. Het bestuur is eindverantwoordelijk voor alle activiteiten, inclusief het beleggingsbeleid, van het pensioenfonds. Drie bestuursleden treden thans op als portefeuillehouder beleggingsbeleid. Het bestuur van het pensioenfonds laat zich op het gebied van vermogensbeheer en risicomanagement adviseren door een fiduciair adviseur.

2.3 Deskundigheid bestuursleden Het pensioenfonds zorgt ervoor dat zij in alle fasen van het beleggingsproces beschikt over de juiste deskundigheid die vereist is voor: - een optimaal beleggingsresultaat; - een correct beheer van de beleggingen; - een goede beheersing van de aan de beleggingen verbonden risico s. 2.4 Scheiding van belangen Het pensioenfonds zorgt ervoor dat bij de personen die belast zijn met (de uitvoering van) het beleggingsbeleid geen sprake is van belangenverstrengeling of tegenstrijdige belangen. De personen die belast zijn met (de uitvoering van) het beleggingsbeleid zijn gebonden aan de door het pensioenfonds opgestelde gedragscode. Deze gedragscode voldoet aan de eisen die De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten hieraan stelt. 3. Uitvoering 3.1 Uitbesteding Het pensioenfonds besteedt de beleggingen uit aan daartoe gecontracteerde derde partijen. De selectie van deze derde partijen vindt plaats op basis van objectieve criteria en wordt uitgevoerd door de portefeuillehouders beleggingsbeleid. 3.2 Strategisch beleggingsbeleid Als uitgangspunt van het strategisch beleggingsbeleid geldt de relatie tussen de bezittingen en de verplichtingen van het pensioenfonds. Het bevat de belangrijkste beleggingskeuzes die gemaakt moeten worden: De gewenste vermogenssamenstelling naar beleggingscategorieën. Het risicoprofiel van deze vermogenssamenstelling wordt geanalyseerd in het licht van alle rechten en verplichtingen van het pensioenfonds, zowel op korte als op lange termijn; De rendementsdoelstelling per beleggingscategorie, tot uitdrukking gebracht in een of meer vergelijkingsmaatstaven; In hoeverre het pensioenfonds bereid is de feitelijke beleggingsportefeuille (tijdelijk) te laten afwijken van de strategisch gewenste portefeuille; Het valutabeleid; Het beleid inzake risicobeheersing (valuta, rente etc.). In de onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van het strategische beleggingsbeleid c.q. de normportefeuille met ingang van 2 februari 2015: Strategisch beleggingsbeleid / normportefeuille per 2 februari 2015 Strategische weging Tactische bandbreedte Vastrentende waarden 67,5% 57,5% 77,5% Aandelen 20,0% 10,0% 30,0% Vastgoed 7,5% 0,0% 15,0% Specialties 2,5% 0,0% 5,0% Liquiditeiten 2,5% 0,0% 5,0%

Hieronder is aangeven hoe de beleggingen binnen de aangegeven beleggingscategorieën zijn verdeeld en welke benchmark wordt gehanteerd voor de evaluatie van het behaalde beleggingsresultaat. Onderverdeling beleggingen in normportefeuille Strategische weging Tactische bandbreedte Benchmark Vastrentende waarden Staatsobligaties (50% Duitsland + 31,0% 27,0% 57,0% 50% MLEUGVDE / 50% 50% Nederlandse Nederland) particuliere hypotheken 10,0% 0,0% 20,0% MLEUGVDU index Ondernemingsobligaties 40,0% 30,0% 50,0% Barclays Capital Global aggr. Credit Onderhandse leningen 0,0% 0,0% 2,0% index N.v.t. (Eur hedged) Inlation linked obligaties (Duitsland) 10,0% 0,0% 30,0% Barclays Germany Govt. EMU Global High Yield (euro hedged) 4,5% 0,0% 7,0% HCIP-linked Barclays US all HY maturities + Pan euro HY 2,5 EMD local currency 4,5% 0,0% 7,0% issuer JPM GBI-EM cap (EUR), Global ex Diversified financials Aandelen Europa 30,0% 30,0% 50,0% MSCI Europe Net Noord Amerika 43,0% 33,0% 53,0% MSCI North America Net Pacific 12,0% 2,0% 22,0% MSCI Pacific Net EM Global 15,0% 0,0% 30,0% MSCI EM Global Vastgoed Woningen 35,0% 17,5% 67,5% ROZ-IPD Woningen -/- 60 bps Winkels 55,0% 17,5% 67,5% ROZ-IPD Winkels -/- 60 bps Bedrijfsruimte 10,0% 0,0% 20,0% ROZ-IPD Bedrijfsruimte -/- 60 bps Specialties Private Equity 100,0% 0,0% - 100,0% Feitelijk PE-rendement van de PE-portefeuille van Bpf AVH 3.3 Grenzen aan beleggingsbeslissingen Het pensioenfonds onthoudt zich, of werkt niet mee aan een beleggingstransactie die: verboden is, bijvoorbeeld op grond van het internationale recht; in onmiddellijk verband staat met een schending van mensenrechten en/of de fundamentele vrijheden. 3.4 Risicobeheersing Het beleggingsbeleid wordt driejaarlijks, met een jaarlijkse tussentijdse beoordeling, geanalyseerd. Belangrijk analyse instrument hierbij is het Asset Liability Management, waarbij ontwikkelingen in de beleggingen en verplichtingen in hun onderlinge samenhang worden beoordeeld. Ook de afdekking van risico s komt in een ALM-studie aan de orde. Voor wat betreft de afdekking van het rente risico en het valutarisico hanteert het pensioenfonds het volgende beleid. Afdekking renterisico Het rente risico is een van de grootste risico s voor het pensioenfonds. Ter beheersing van dit risico hanteert Bpf AVH het volgende beleid: De omvang van het renterisico wordt vastgesteld uitgaande van de zogenoemde zuivere rentetermijnstructuur, die wordt geconstrueerd op basis van de zero coupon swapcurve. Daarbij wordt de methodiek gevolgd die is gepubliceerd door DNB op 10 maart 2005; Bij de afdekking van renterisico wordt rekening gehouden met de looptijdverdeling van de pensioenverplichtingen. Het pensioenfonds heeft daartoe 12 zogenoemde looptijdbuckets vastgesteld

Voor de afdekking van het renterisico wordt in principe gebruik gemaakt van staatsobligaties, bedrijfsobligaties, inflation linked bonds en interest rate swaps. In bijzondere situaties kan ook gebruik gemaakt worden van interest swaptions. De renteafdekking wordt aangeven met de rentehedgeratio die, uitgaande van de 12 looptijdbuckets, wordt berekend als 100% maal het quotiënt van: o De waardeverandering van de beleggingen bij een rentedaling met 1 basispunt over de gehele rentetermijnstructuur, en o De waardeverandering van de pensioenverplichtingen bij een rentedaling met 1 basispunt over de gehele rentetermijnstructuur. Bij de vaststelling van de rentehedgeratio wordt voor wat betreft de rentegevoeligheid van de beleggingen, staatsobligaties voor 100% meegenomen, bedrijfsobligaties voor 50% en inflation linked bonds ook voor 50%. Eventuele beleggingen in Onderhandese Leningen, High Yield Bonds en EMD tellen niet mee voor de vaststelling van de rentehedgeratio. De mate van de strategische renteafdekking is gekoppeld aan een maatstaf, te weten de 20-jaars euro swaprente. Deze maatstaf dient als leidraad. Het pensioenfonds hanteert als leidraad het volgende schema, gebaseerd op een 100% renteafdekking bij een genormaliseerd niveau van de rente, dat thans is ingevuld als een 20-jaars euro swaprente van 3,6% (geschatte reële GDP groei eurozone + inflatiedoelstelling ECB): Niveau 20-jaars euro swaprente ( triggerpoint ) Renteafdekking (rentehedgeratio) Bandbreedte > 3,60% 100% 95% 105% 3,20% 90% 85% 95% 2,80% 80% 75% 85% 2,40% 70% 65% 75% 2,00% 60% 55% 65% 1,60% 50% 45% - 55% Wanneer het niveau van de 20-jaars euro swaprente een ander triggerpoint bereikt, dan zal het bestuur overleggen of het niveau van de renteafdekking wordt aangepast. Indien het bestuur besluit om het niveau van de renteafdekking niet aan te passen, zal het bestuur vastleggen op grond van welke overwegingen de leidraad niet wordt gevolgd. Afdekking valutarisico Het valutarisico dat het pensioenfonds loopt wordt beperkt omdat het merendeel van de beleggingen in euro s genoteerd is. Daarnaast heeft Bpf AVH het valutarisico beperkt door voor de aandelenbeleggingen de US Dollar strategisch voor 50% af te dekken en de Britse Pond en de Japanse Yen beide strategisch voor 100% af te dekken. Tegenpartijrisico bij rentederivaten en valutatermijncontracten Bij het afdekken van het renterisico wordt gebruik gemaakt van rentederivaten en bij het afdekken van het valutarisico wordt gebruik gemaakt van valutatermijncontracten. Hierbij ontstaan kredietrisico s op de tegenpartijen wanneer de rentederivaten respectievelijk de valutatermijncontracten een positieve marktwaarde hebben. De kredietrisico s worden beheerst door een frequente uitwisseling van onderpand.