Preek Gemeente van Jezus Christus, gasten, We bevinden ons nog steeds in Galilea. Je ziet (plaatje) dat Jezus de grenzen van het land Israël verkent. Overal in Israël moet het goede nieuws verkondigd, gehoord en geloofd worden. Het was toen zo, maar ook nu, dat maar twee reacties op dat nieuws mogelijk zijn. Of je gelooft het, of niet. Het thema van geloof en ongeloof loopt als een rode draad door het evangelie van Marcus. Je hebt leerlingen en nietleerlingen. Zelfs binnen de kring van de leerlingen is er sprake van ongeloof. Het verschil is dat de leerlingen open staan voor onderwijs van Jezus. Zij willen luisteren. Ze zijn in gesprek. Bij Jezus. In vers 27 vraagt Jezus zijn leerlingen: wie denk de mensen dat ik ben? Nou, sommigen zeggen: Johannes de doper. Of Elia. Grote profeten, in de aanloop naar de komst van de Messias. Dat lijkt heel wat, maar weet je dat dit eigenlijk een heel ongelovige reactie was? Want Johannes wás al gekomen. Hij was de tweede Elia, die de komst aankondigde van de wegbereider. Dat was dé boodschap van de preken van Johannes en dat had ook Jezus keer op keer duidelijk gemaakt. Maar de mensen gelóven niet. Johannes de doper, Elia. Dat betekent dus niet: de mensen zitten er dichtbij. Maar juist: ze zitten er helemaal naast. Bewust. Ze leggen de boodschap van Johannes en van Jezus naast zich neer. Dat is die rode draad, dat thema van geloof en ongeloof in Marcus. Die twee opties, die tweedeling gaat ook vandaag de wereld door. Wie is Jezus? Een goeroe. Een groot spiritueel voorbeeld. Een rolmodel. Goed dat de kerk bestaat. Zo denken veel mensen erover.
Maar Jezus zegt zelf: ik ben de weg, de waarheid en het leven. als je Mij gezien hebt, heb je God gezien. Als je Jezus ziet als een groot spiritueel voorbeeld, dan ben je er niet bijna. Maar dan mis je het punt juist helemaal. [dia 3] Twee punten vandaag in de preek. We luisteren naar Jezus onderwijs over wie Hij is. En we luisteren naar Jezus onderwijs over wie jij bent, als je Jezus volgt. Wie is Jezus echt? Petrus snapt het. [dia 4 leeg scherm] Vers 29. Hij heeft het door. U bent de Messias. De beloofde koning. Petrus gelooft. Hij gelooft dat Jezus de Messias is. Wat bedoelt Petrus daarmee, en waarom neemt Jezus daar geen genoegen mee? Want let erop dat Jezus Petrus verbiedt om erover te praten. Dat Hij de Messias is. Waarom? Jezus verbiedt dat, omdat ze nog iets moeten leren voordat het nieuws verder mag. De Mensenzoon, zegt Jezus in vers 31 een belangrijk vers de Mensenzoon moet veel lijden. En verworpen worden en gedood. En opstaan. Belangrijke woorden. Onderwijs dat de leerlingen blijkbaar nodig hadden. En wij ook. Het corrigeert een verkeerd beeld dat de leerlingen toen, en wij nu, van Jezus hebben. Laten we eens kijken naar die sleutelwoorden uit vers 31. De Mensenzoon. Wat zegt dat? De Mensenzoon, dat is een ander woord voor Messias. Iemand die zou komen om te regeren over Israël. Zoon van Adam, zoon van David. Niet een koning, maar de koning. Die alles goedmaakt. Voor eeuwig. Daar zaten de joden op te wachten. Op grond van Daniël 12, bijvoorbeeld. De joden verwachtten een machtige figuur, een messiaanse koning, die alles goed zou maken: de oprechten zal laten stralen als de sterren aan de hemel. En slechte mensen straft. Die recht brengt.
Maar wat doet Jezus. Hij doet iets ongehoords, iets unieks. Hij zegt dat de Mensenzoon veel moet lijden. Onbegrijpelijk. Voor ons, maar vooral ook voor de joden. Waarom? Nou, hierom, omdat Jezus hier twee soorten profetieën, die over een messiaanse koningsfiguur en die over iemand die veel moest lijden (2 e deel van Jesaja), bij elkaar brengt. Dat was uniek! De leerlingen hadden extra onderwijs nodig om dit te begrijpen. Maar wij ook, daar kom ik zo op in het tweede deel vd preek. Inderdaad, Petrus. Ik ben een koning. Ik ben dé koning. Maar ik ben een koning, onderweg naar een kruis. Ik moet veel lijden, staat er. En er staat ook, laat dat maar op je inwerken vanochtend, ik moet lijden. Er staat niet, ik ben een koning die nu een keer veel zal moeten lijden. Jezus voorziet geen ongeluk, of een aanslag. Het lijden overkomt Jezus niet per ongeluk. Hij kiest ervoor. Het moet. In deze tijd van verkiezingen moest ik hierbij denken aan Pim Fortuyn. aan dat beeld dat hij in zijn daimler wegreed met een opgestoken vinger uit het rechterachterraam gestoken: Vergis u niet: Ik word de nieuwe ministerpresident van dit land Zoiets moet Petrus in gedachten hebben gehad bij Jezus. Op naar Jeruzalem. Hier is de nieuwe koning. Maar ga n na: hoe zouden mensen in 2002 gereageerd hebben, als ze hadden geweten van de moord op Fortuyn een paar dagen later? Zouden ze hem dan nog gevolgd hebben? Zie je dat Jezus Petrus toekomstbeeld, zijn verwachting, zijn ideaal op een vergelijkbare manier wijzigt? Maar het is eigenlijk nóg schokkender.
Want wat Fortuyn is gebeurd, overkwam hem. Jezus niet. Hij koos ervoor. Hij wist dat het zou gebeuren. En Hij werd geen slachtoffer van een tragisch ongeluk, of zomaar een moordaanslag. Het was ook geen zelfmoord. Nee, hij koos voor het kruis. Jezus zegt dat Hij veel moet lijden, verworpen worden en gedood. Jezus kiest voor ervoor om verworpen te worden, veroordeeld en geëxecuteerd goedgekeurd en uitgevoerd door het bevoegde gezag in die tijd. Aan een kruis. Elke andere manier had iets van waardigheid gehad. Maar het kruis niet. Het was een door God vervloekte straf (Gal. 3:13). Waarom moest dit zo? Ik heb daarover twee dingen gezegd: 1) Jezus combineerde die twee profetieën uit het OT met elkaar en laat zo iets zien van openbaart Gods weg: de messias aan het kruis. En 2) Jezus kiest ervoor om die weg te gaan. Bewust. Wie is Jezus? We missen nog één ding. Belangrijk. Jezus voegt er aan toe: en opstaan. De bewuste weg naar het kruis is er één naar het leven. dat lijkt tegenstrijdig. En dat is het ook. Het is niet de weg van deze wereld. Als wij iets willen bereiken, dan gaan we er rechtstreeks voor. Dan gaan we niet eerst de vernieling in. Waarom Jezus wel? waarom moest dat, eerst lijden en dan sterven? Ik geloof niet dat iemand dit helemaal kan uitleggen zodat het logisch wordt. Het is Gods wijsheid. Een mysterie voor ons, in de kern. Eén voorbeeld, om een tipje van de sluier op te lichten. Stel, ik maar iets kapot dat van jou is. Als ik dat doe, dan heb je twee opties. Of je laat mij betalen (je zet het mij betaald), of jij betaalt. Misschien zeg je: ik vergeef je. Maar dat betekent dus dat jij moet betalen. Anders blijft de schade bestaan als een zichtbaar teken dat er tussen ons iets kapot is. Echte vergeving vereist dus een betaling. Zodat het weer goed is.
In feite gaat dit ook op tussen God en mensen. Wat er kapot is tussen God en mensen is iets heel groots en waardevols: Gods goede schepping. In alle facetten: de relatie tussen God en mens, tussen mensen onderling en de natuur. Die relatie kan alleen maar hersteld als óf wij betalen óf God. Of wij gaan eraan. Of God vergeeft het ons, maar dat betekent dan dus (goedkope genade bestaat niet) dat God betaalt. Echte vergeving vereist betaling. Nu het tegenstrijdige. Als je naar de wereld om je heen kijkt, lijkt het alsof wij de rekening zullen gaan betalen. Dat wij de wereld eraan gaan. Maar als je naar het kruis kijkt, en gelooft, dat ontdek je dat God betaald heeft. En Hij vraagt geloof in een goede afloop. Kijk maar naar het open graf! Ja, Petrus, ik ben een koning. Ik maak de wereld nieuw. Maar niet op jouw manier. [dia 5] Ik ben een koning op weg naar het kruis. Kan je het je voorstellen? Volg je me nog? [dia 6] Wat heeft dat voor gevolgen? Wie ben jij, als je Jezus volgt? Als je hem wilt volgen, dan volgt je dus een koning die zich opoffert aan een kruis. Heel bewust. Dat betekent, zegt Jezus dat als je hem wilt volgen, dat je je eigen kruis op je moet nemen. [dia 7 leeg scherm] Ieder huis heeft z n kruis. Wie weet wat dat betekent? Het betekent dat ieder huis, elk gezin, ieder huishouden, nu eenmaal leed en lijden kent. Zo is het gewoon. Ik las ook ergens op internet dat dit spreekwoord een typisch christelijk gezegde is. ik ben wel benieuwd wat jullie daarvan vinden. Is dat zo? Of niet.
Ik denk niet. Aan de ene kant, ja. Het is nu eenmaal zo. Tot aan de dag dat Jezus terugkomt. Maar er gaat ook de suggestie vanuit, dat lijden eigenlijk geen plek mag hebben in het leven van een christen. Want dat is wat Petrus eigenlijk zegt. Hij bestraft Jezus. Dat staat er heel sterk. Marcus gebruikt hetzelfde woord als wanneer Jezus demonen en onreine geesten bestraft. In het beeld dat Petrus voor zichzelf ziet, is geen plaats voor lijden. Laat staan voor een kruis. Geloven heeft voor Petrus te maken met succes, niet met afgang. Ik ben een koning op een kruis. Wie mij wil volgen, moet ook op een kruis. Die moet niet streven naar een huis zonder kruis, maar naar een huis met een kruis. Wat voor kruis? Moet je blij zijn met tegenslagen? Dat niet. Let goed op wat Jezus zegt. Hij zegt, vers 34: Wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en zo achter mij aan komen. Wie Jezus wil volgen, die moet zichzelf verloochenen. Dat is je kruis op je nemen. De uitleg staat in vers 35: ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij en het evangelie, zal het behouden. Letterlijk staat er: wie zijn psyche wil redden, zal het verliezen. Je psyche, dat is wie je bent. Je identiteit. Jezus zegt dus eigenlijk: je moet niet langer vasthouden aan die dingen die bepalen wie jij bent. Hoe werkt dat. Laten we het voorbeeld nemen van een kind. Kinderen zijn soms heel onbeschaamd en open over waar ze trots op zijn. Als een kind heeft geleerd zijn eigenwaarde te ontlenen aan spullen (even tussen twee haakjes: dat heeft een kind da geleerd van grote mensen) dan zegt hij/zij dat
heel openlijk: kijk, ik heb een nieuwe Nintendo. Een nieuwe jas. Als een kind alleen dat soort dingen zegt, is dat eigenlijk heel verdrietig. Het zegt eigenlijk: ik ben iemand. Zie je me wel staan? Kijk, ik heb een nieuwe fiets. Grote mensen doen het zelfde maar dan minder openlijk. Wij zeggen niet, als we s ochtends de kerk in komen: ik heb een nieuwe auto / gezien? Nieuwe schoenen, mooi hè? We denken het wel!! Jezus zegt: definieer je psyche, je identiteit niet langer aan de dingen die je hebt. Je opleiding, geld, relatie. Is er tussen al die dingen die je in deze wereld kunt verzamelen, iets dat je God kunt aanbieden in ruil voor je leven? Wat heb je eraan, vraagt Jezus in vers 36 en 37, als je de hele wereld hebt, maar het leven erbij inschiet. Je psyche, je ziel verliest. Ik wil iedereen vanmorgen vragen: wat zijn die dingen, waaraan je zelf afmeet wie je bent? Wat heb jij nodig, om het gevoel te hebben dat je iemand bent? [ ]. Een grote auto? Een bepaalde opleiding? Orthodoxe opvattingen? Jezus zegt: al die dingen moeten aan het kruis. Anders worden het ladders waarmee jij de hemel in probeert te klimmen. Alles moet geheiligd worden door het kruis op Golgotha. Waar Jezus zijn leven vrijwillig uit handen gaf met de woorden van psalm 22: Mijn God, mijn God, waarom heeft U mij verlaten? Dezelfde psalm waarin ook staat: ik ben een worm, geen man. Ik heb geen identiteit. Jezus werd door God verlaten, verloor zijn relatie met God: zijn identiteit, zodat jij kan hebben wat niemand anders jou kan geven: een identiteit. Dat je iemand bent. Hoe wordt je iemand? De boodschap van deze wereld is: je bent iemand, als je iets hebt. De boodschap van Jezus is andersom je bent iemand, als je alles verliest.
Waarom alles verliezen? Om het meest waardevolle dat er bestaat terug te krijgen: dat het goed is, tussen God en jou. Je moet jezelf verliezen om gered te worden. Dat is weer die vreemde weg van het evangelie. Jezelf kwijt raken om jezelf weer te vinden. Je moet de boodschap van Jezus niet verwarren met allerlei oosterse vormen van mystiek. Die sporen mensen aan om geleidelijk aan ongevoelig te worden voor lijden. Om het over je heen te laten komen. En om zo, werkelijk, jezelf te verliezen. Je individualiteit. Maar Jezus komt met een andere boodschap. Verlies jezelf, hou op jezelf op te pimpen om iemand te zjin. Met de bedoeling, denk even terug aan dat open graf, om jezelf als individu, als persoon, terug te vinden. [dia 8] een geliefd kind van God. De weg die Jezus ging, was er een door het kruis. En die weg bleek uiteindelijk de enige weg te zijn naar het leven. het is de enige denkbare weg naar het leven. Daarom is de boodschap van het kruis in de ogen van mensen weliswaar belachelijk, maar wel krachtig. Het is de enige denkbare naar het leven. Dat is de uitnodiging van het evangelie. Geloof het maar. Alle andere wegen lopen dood. Dat is de waarschuwing. Als je je leven bewust verliest, om Jezus wil, dan heb je eeuwig leven. Er is geen dood. Zo moeten we ook het laatste vers dat we hebben gelezen begrijpen. Hoofdstuk 9 vers 1: sommigen die hier aanwezig zijn zullen niet sterven voordat ze de komst van het koninkrijk van God in al zijn kracht hebben meegemaakt. Een vreemd vers. Wat bedoelde Jezus?
Sommige uitleggers kiezen hiervoor: er zijn mensen die de opstanding hebben meegemaakt. En Pinksteren. Dat kan. Maar ik denk ook nog iets anders. Iets veel fundamenteler. Er staat eigenlijk in 9:1 totdat ze de komst van Dat betekent: voor diegenen die geloven is de dood geen realiteit meer. Alleen een doorgang. Je bent een kruisdrager met eeuwig leven. Niet op weg naar Maar met eeuwig leven! Voor anderen, zegt Jezus tegen de mensen die om Hem heen staan, geldt dat niet. Als je Jezus kruis links laat liggen, eindigt je leven bij een graf. [dia 9 leeg scherm] Je hebt gezien / gehoord wie Jezus is. De vraag is: volg je hem? Ik zeg het ook tegen de cat. en gasten. Wat is jouw reactie op het kruis? Wat denk je met uitstel nog te bereiken? Denk je dat je te jong bent? Nog niet heilig genoeg? Waar gaat het eigenlijk om? En gemeente: waaraan moeten mensen voldoen als zij willen toetreden tot de gemeente? Welke boodschap geven wij af? Kijk niet naar jezelf. Of naar iemand anders. De boodschap van het evangelie is niet: wachten tot jij (of iemand anders) goed genoeg is. Kijk naar Jezus Christus. En zijn offer op Golgotha. Naar zijn dood. En zie dan het open graf. [amen]