Volgrecht of Droit de Suite : De Europese richtlijn: 2001/84/EG en de toepassing in België Het doel van deze informatiesectie is u te helpen om accurate en geldende informatie te vinden over het volgrecht. Indien u onvolkomenheden of onwaarheden bemerkt, gelieve deze dan zo spoedig mogelijk te melden zodat wij deze onmiddellijk kunnen verhelpen. Ubema, noch de auteurs, kunnen aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten in de teksten, en of eventuele schade die eruit zou kunnen voortkomen. Actualiteit Het volgrecht wordt wettelijk omschreven als het recht van een auteur van een oorspronkelijk werk van grafische of beeldende kunst om te delen in de opbrengst telkens als dat werk wordt verkocht. Ook de erven van de kunstenaar profiteren van de verkoop van kunstwerken tot 70 jaar na het overlijden van de kunstenaar. Voor alle duidelijkheid: Het volgrecht is pas van toepassing vanaf de tweede (her-)verkoop van een werk, bij doorverkoop dus. Wanneer het werk rechtstreeks uit het atelier van de kunstenaar komt, moet er geen volgrecht betaald worden bij de eerste verkoop. Het volgrecht is niet van toepassing op een doorverkoop waarbij de verkoper het werk minder dan drie jaar voor de doorverkoop rechtstreeks heeft verkregen van de kunstenaar en de doorverkoopprijs maximaal 10.000 euro bedraagt. De bewijslast dat aan deze voorwaarden is voldaan rust op de verkoper. (staatsblad 2007-01-23). Er geldt geen volgrecht voor verkoop tussen particulieren en tussen particulieren en gesubsidieerde instanties (musea.). Alleen wanneer een kunstwerk in het professionele circuit 1 terecht komt, zoals op kunstveilingen, in de kunsthandel of in galeries moet er worden betaald. Volgens de Europese richtlijn moet voortaan 4% op de verkoopprijs van een kunstwerk geheven worden. Europa laat een franchise toe van 3000 waarop geen volgrecht van toepassing is. In het huidige Belgische voorontwerp wordt de franchise bediscussieerd. (1250, hetzelfde bedrag dat reeds aanwezig was in de bestaande regeling voor de veilinghuizen.) Nadelige gevolgen van het volgrecht voor de kunstmarkt in België 1. De invoering van het volgrecht in Europa houdt in dat de verkoop van belangrijke moderne en hedendaagse kunst voortaan buiten de Europese Gemeenschap plaatsvindt. 2. Nederland, Oostenrijk, Ierland en Engeland hebben voor de dode kunstenaars uitstel gekregen tot 2010-2012 en hebben dus concurrentievoordeel 3. In België moet al vanaf 1250 euro volgrecht worden betaald, in verschillende andere Europese landen pas vanaf 3000 euro. 4. Niet geregistreerde handelaren doen transacties als privé-personen en ontwijken zo het volgrecht. 1 Het professionele circuit : actoren uit de professionele kunsthandel die bij de doorverkoop betrokken zijn als verkoper, koper, tussenpersoon, openbare ambtenaar (zie artikel 13 in Staatsblad 2007-01-23). 1
In deze realiteit van globalisering en vrije markt veroorzaken verschilpunten in nationale wetgevingen, zoals bij het volgrecht het geval is, de interne markt. De overheid creëert hiermee een oneerlijke concurrentiestrijd tussen landen met en landen zonder toepassing van het volgrecht. Elke verkoper van een kunstwerk moet rekening houden met deze betalingsplicht en het volgrecht speelt naast een fiscale rol ook een belangrijke rol in de keuze van de verkoopplaats van een kunstwerk. Logischerwijs opteren verkopers om de verkoop te laten doorgaan in een land waar geen of het minste volgrecht betaald moet worden, lees: naar de zeer actieve kunstcentra als de USA en Japan. 2 De manifeste achteruitgang van de positie van de Belgische veilinghuizen is te verklaren door het ongunstige klimaat dat de wetgeving in België voor de kunstmarkt heeft geschapen. De combinatie van de zeer hoge BTW voet, met 21% de hoogste van Europa, én het volgrecht maken dat België te lijden heeft onder concurrentievervalsing. Harmonisering, exact dezelfde regels en cijfers laten gelden voor de ganse Europese Unie, zou een oplossing kunnen bieden. 3 Jammer genoeg is dit niet het geval: de lidstaten zijn vrij een eigen nationale regeling te voorzien inzake uitoefening van het volgrecht en in het bijzonder het beheer ervan, en de regeling in verband met de inning en de verdeling. De Richtlijn Volgrecht laat de keuze aan de lidstaten betreffende de drempel die niet hoger mag liggen dan 3000. Indirect gelieerd aan de problematiek van het volgrecht is het Auteursrecht : En in deze is voor de directe praktijk van belang te weten dat: in het wetsontwerp houdende de omzetting in Belgisch recht van de Europese Richtlijn in artikel 4g (ter aanpassing van het artikel 22, 12 van de Auteurswet) een uitzondering op het betalen van reproductierechten wordt voorzien voor de reproductie en de mededeling aan het publiek voor reclamedoeleinden, voor openbare tentoonstellingen of openbare verkopen van artistieke werken, voor zover het noodzakelijk is voor de promotie van die gebeurtenissen. Dus catalogi mogen vrijelijk gemaakt worden en ook mogen reproducties van werken voor promotiedoeleinden op websites worden geplaatst. Implementatie van de Europese richtlijn in België In België is het volgrecht of Droit de Suite al een hele tijd in de wetgeving ingebed. - Wet van 25 juni 1921 - Koninklijk Besluit van 23 september 1921 - Regulering van 1 oktober 1921 - Regulering van 5 september 1923 - Wet van 1994: auteursrecht en de naburige rechten. 2 Kunstwerken van Belgische kunstenaars met internationale faam worden nog wel in de Belgische veilingzalen verkocht, maar men stelt vast dat de kwaliteit inferieur is ten opzichte van doeken van dezelfde kunstenaars geveild in het buitenland. Grote internationale veilinghuizen kunnen zich een grotere selectiviteit veroorloven en de Belgische veilinghuizen moeten als het ware tevreden zijn met wat er nog rest. 3 The goal of the European Directive was to redress the balance in the economic situation between visual artists and other creative. Other Goals include harmonization of the art markets of the member nation and the creation of balanced market conditions in furtherance of producing a common market. It was the European Union s belief that member nations not imposing a resale royalty particularly the United Kingdom have a competitive advantage over those nations with droit de suite legislation abd the Directive was aimed at equalizing the art market s playing field. LERNER R.E. & BRESLER. J., Art law, the guide for collectors, investors, dealers and artists, Third edition, volume 2, Practicing law institute New York City, 2005, p. 1336. 2
- 4 december 2006: Wet houdende de omzetting in Belgisch recht van de richtlijn 2001/84/EG van het Europees Parlement en de raad van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk (1). Publicatie Belgisch Staatsblad 2007-01-23. Het Volgrecht, de vergoeding waarop de auteur van een origineel kunstwerk aanspraak maakt bij doorverkoop van zijn werk, en dit tot 70 jaar na zijn dood, wordt geregeld door de wet over de auteursrechten en de naburige rechten. Theoretisch gezien is het volgrecht een goede zaak voor de kunstenaars, in theorie zijn er weinig levende kunstenaars die er effectief veel bij winnen en lijkt het eerder een goede zaak voor de inningsmaatschappijen als Sabam. Het slechte nieuws: Ondanks grote inspanningen geleverd door beroepsverenigingen verspreid over heel Europa, is er aan de uitbreiding van het Volgrecht geen ontkomen aan. Specifiek voor België werd tijdens de tweede helft van april 2006, de richtlijn voorgelegd aan het Parlement en zal deze richtlijn definitief deel gaan uitmaken van de wetgevingen voor de Belgische kunsthandel. Hoewel de wet gestemd werd op 4 december 2006 is er nog steeds niets doorgegeven over de praktische organisatie, de datum van in werkingstelling of andere relevante informatie. 4 Het goede nieuws: Een Europese richtlijn is nu eenmaal verplicht en de Koninklijke Kamer van de Antiquairs van België, Ubema en haar leden, houden vol om de politici te overtuigen om voor het mindere kwaad te kiezen, de drempel op te trekken naar 3000, en een recuperatiesysteem in de wet in te bouwen bij snel opeenvolgende doorverkoop van een werk tussen professionelen. Ubema en de Koninklijke Kamer van de Antiquairs, gecoördineerd door de voorzitter Jan De Maere en Adriaan Raemdonck, de voorzitter van BUP, en Mon Bernaerts, de voorzitter van de Kamer van Veilingmeesters, hebben zich zeer strijdbaar getoond en zij hebben stelselmatig politici gecontacteerd en een uniform standpunt geformuleerd naar de overheid toe, en regelmatig het nijpende dossier in de pers gebracht. 5 Los van de kleine verschillen tussen de handelaars en de veilinghuizen, is het belangrijk om de krachten te bundelen wil de kunstmarkt concrete verbeteringen in de administratie, fiscaliteit en wetgeving bereiken. De goede intenties van individuen, vaak met onvoldoende dossierkennis, werkt voornamelijk verwarrend en in het nadeel van de kunstmarkt. Het is essentieel één uniform standpunt te vertolken. Stand van zaken: Het Belgische voorontwerp van wet tot omzetting van de richtlijn 2001/84/EG werd tijdens de tweede helft van april 2006 in het Parlement ingediend. Het is de Parlementaire Commissie voor het Bedrijfsleven die hiervoor bevoegd is. Zodra het parlement het wetsontwerp zal goedgekeurd hebben, moeten er nog een aantal uitvoeringsbesluiten worden genomen, die voornamelijk praktische zaken zullen regelen in verband met de aangifte van de doorverkopen door de kunstgalerijen, alvorens het volgrecht voor de professionele kunsthandelaars, andere dan veilingzalen, effectief realiteit zal zijn in 4 Laatste informatie beschikbaar op http://www.dekamer.be/doc/ccri/pdf/51/ic1208.pdf 5 Voorbeelden zijn legio: de persconferentie van Art Brussels in april 2001, interview in De Tijd februari 2006, COUCKE, J. Bemerkingen voor de omzetting van de richtlijn 2001/84/EG betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk (7 juni 2004), gesprekken met Minister Verwilghen en talloze brieven, 3
België. Ook op de uitwerking van deze praktische uitvoeringsbesluiten zal Ubema het niet nalaten advies te geven om een zo optimaal mogelijk resultaat te bereiken. Zeer belangrijk voor de kunstmarkt is het bekomen van een maatregel zoals deze bestaat bij de terugtrekking van BTW tussen BTW-plichtigen: het cumulatieve karakter van het volgrecht maakt dat de intraprofessionele handel bijzonder duur wordt. Opgelet: De Europese deadline was vastgesteld op 1 januari 2006. Ook al is de kans reëel dat het volgrecht pas effectief geheven zal worden vanaf het einde van dit jaar, dit zal gebeuren met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006. Ook op de werken uit de stock, aangekocht voor het volgrecht in voege kwam, en doorverkocht na 1 januari 2006, moet er volgrecht betaald worden. De inspanningen van Ubema, van de Koninklijke Kamer van de Antiquairs van België, van de Kamer van Veilingzalen en van de BUP zijn in ieder geval niet tevergeefs geweest: zo is er duidelijk in het voorontwerp opgenomen dat de promotieverkoop vrijgesteld is van volgrecht. Mon Bernaerts (Voorzitter Kamer van Veilingmeesters), Adriaan Raemdonck (Voorzitter BUP) en Jan De Maere (Voorzitter Ubema, Voorzitter Koninklijke Kamer van de Antiquairs van België) zijn gehoord door de parlementaire commissie. De wetgeving Het volgrecht is geen nieuw gegeven in de Belgische wetgeving: sinds de wet van 25 juni 1921 is er een volgrecht verschuldigd bij elke doorverkoop van een werk van beeldende kunst via een openbare veiling, vanaf een verkoopprijs van 25 euro. Het volgrecht werd toen vastgesteld op 2% van de verkoopprijs voor de laatste schijf, en op 6% voor de hoogste schijf (vanaf 1250 euro). De auteurswet van 30 juni 1994 6 vormt nog steeds de huidige regelgeving. In deze wet werd de regeling in verband met het volgrecht op verschillende vlakken gewijzigd hoewel de basisprincipes behouden bleven: een volgrecht is verschuldigd wanneer een werk van beeldende kunst openbaar geveild wordt, de tarieven en drempel worden voortaan vastgesteld op een lineair tarief van 4% van de verkoopprijs, vanaf een doorverkoopprijs van 1250 euro. 7 De toepassingstermijn werd opgetrokken van 50 naar 70 jaar tot na de dood van de kunstenaar. Het zijn de artikelen 11 en 13 van de Auteurswet die moeten aangepast worden om de Europese richtlijn om te zetten, en de omzetting zelf, is voor België een verplichting. In tegenstelling tot landen waar geen volgrecht in de huidige wetgeving was opgenomen, kan België geen uitstel bekomen voor de implementatie en evenmin een verschil maken tussen de dode en de levende kunstenaars. 8 Artikel 11 & artikel 13 6 Tekst Auteurswet 30 juni 1994 : http://home.tiscali.be/registryoffice/site/aw.htm. 7 Artikel 12: Het volgrecht wordt berekend op de verkoopprijs, op voorwaarde dat die minimum 50 000 frank bedraagt. Het wordt bepaald op 4 %. 8 De lengte van de overgangsperiode waarvan deze lidstaten gebruik kunnen maken om het volgrecht toe te passen op de rechtsopvolgers van overleden kunstenaars is opvallend. Daardoor kan en zal naar alle waarschijnlijkheid voor deze bevoorrechte lidstaten de nagestreefde harmonisering met 10 jaar worden uitgesteld. 4
Artikel 11. De verkoper is aan de auteur een onvervreemdbaar volgrecht verschuldigd dat wordt geïnd op het bedrag van de verkoop bij toewijzing van de werken van beeldende kunst die openbaar geveild worden. De desbetreffende werken moeten een oorspronkelijke schepping zijn van de auteur of de exemplaren die volgens de beroepsgebruiken als dusdanig worden beschouwd. Datzelfde recht komt toe aan de erfgenamen en andere rechtverkrijgenden van de auteurs overeenkomstig de artikelen 2 en 7 van deze wet. De buitenlandse auteurs kunnen slechts aanspraak maken op het volgrecht voor zover in hun land het wederkerigheidsbeginsel wordt toegepast op de Belgische auteurs. Artikel 13. De openbare ambtenaar, de organisator van de verkoop of de verantwoordelijke voor de verkoop en de verkoper zijn hoofdelijk verplicht de auteur of de vennootschap belast met het beheer van zijn rechten binnen drie maanden na de verkoop in kennis te stellen van die verkoop, en de verschuldigde rechten binnen dezelfde periode te betalen. Bij het verstrijken van die termijn worden de bedragen die niet konden worden uitgekeerd, betaald aan de door de Koning aangewezen beheersvennootschappen die de rechten zullen verdelen op de door de Koning bepaalde wijze. De vordering van de auteur verjaart door verloop van drie jaren te rekenen van de kennisgeving bedoeld in het eerste lid. 5