Esters. Versie 1 November 2014

Vergelijkbare documenten
Esters. Versie 1 November 2014

Esters. Versie 1 November 2014

Aspirine Lesbrief 2 : kwaliteit van aspirine Versie 1, september 2005

Opgave 1. Opgave 2. b En bij een verbruik van 10 ml? Dan wordt de procentuele onnauwkeurigheid 2 x zo groot: 0,03 / 20 x 100% = 0,3% Opgave 3

TITRATIES Een korte inleiding en voorbeelden voor het HAVO en VWO

Hoofdstuk 3: Zuren en basen

ßCalciumChloride oplossing

NATIONALE CHEMIE OLYMPIADE Voorronde 1, 2002

1. Beschrijf met behulp van structuurformules het mechanisme voor de vorming van ethaanthiol.

Bepaling van de exacte molariteit van ca. 0,1 M natronloog

Opgaven zuurgraad (ph) berekenen. ph = -log [H + ] poh = -log [OH - ] [H + ] = 10 -ph [OH - ] = 10 -poh. ph = 14 poh poh = 14 ph ph + poh = 14

_ Examen VWO. .c e ~.- (1)'

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 3 Acidimetrie bladzijde 1

::s. .c e en. _ Examen VWO. ~.- Cl)

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO

Bij het opstellen van de Lewisstructuur houd je rekening met de octetregel en het aantal valentie-elektronen.

EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1983 EERSTE TIJDVAK opgaven

EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1980 EERSTE TIJDVAK opgaven

6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14

5 VWO. H8 zuren en basen

Zelfs zuiver water geleidt in zeer kleine mate elektrische stroom en dus wijst dit op de aanwezigheid van geladen deeltjes.

Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties

Deze methylionen hechten zich aan het methoxymethaan, waarbij trimethyloxonium-ionen worden gevormd:

BUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding

EXAMEN VWO SCHEIKUNDE 1980, TWEEDE TIJDVAK, opgaven

ZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het HAVO. versie mei 2013

Scheikunde VWO. Vrijdag 19 mei uur. vragen

INHOUDSTAFEL IN TE VULLEN PRACTICAVERSLAGEN

SCHEIKUNDE. Hoofdstuk 9

OEFENSET 2007_1 OPGAVEN

Een reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn?

Bepaling van het stikstofgehalte van Pokon

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Samenvatting Scheikunde Hoofdstukken 8&9: zuren en basen

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2001-II

H C H. 4-amino-2-pentanon propylmethanoaat 4-hydroxy-2-methyl-2-buteenzuur. 2,3-dihydroxypropanal

Koolstofdioxide1985-II(I)

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Chemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held

vrijdag 15 juni :26:05 Midden-Europese zomertijd H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012

Eindexamen scheikunde vwo II

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

Scheikunde SE2. Hoofdstuk 8

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016

(8) 1 Teken de structuurformules van de volgende stoffen:

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten

Examen VWO. Scheikunde (oude stijl)

Proef Scheikunde Redoxtitratie Bepaling vitamine C in tabletten

Opgave 1. Reacties 16 punten

Oefenopgaven TITRATIES

Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018

Voorbeeldexamen VWO 2016

Hoofdstuk 6. De ph/zuurgraad is een getal waarin de hoeveelheid zuur of base wordt uitgedrukt. Dit getal ligt meestal tussen de 0 en 14.

6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers.

EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK uitwerkingen

Rekenen aan reacties (de mol)

34 ste Vlaamse Chemie Olympiade

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Hoofdstuk 12 Zuren en basen

Weet je het nog? Welke bewerking moet in afbeelding 21.1 langs elke pijl staan?

TF5 Scheikunde 4 VWO H 8 en H 9 16 juni 2011

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.

-Q) e::::s. .c e ~.- Q)

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Chemisch rekenen, zo doe je dat!

OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO

38 e Nationale Scheikundeolympiade

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VWO

27 ste Vlaamse Chemie Olympiade

OPGAVEN EINDRONDE THEORIE, woensdag 16 juni 1982, u

Exo-energetische reactie: Een chemische reactie waarbij energie vrijgegeven wordt.

Organic Chemistry. 5 th Edition Paula Yurkanis Bruice. Chapter 8. Substitution Reactions of Alkyl Halides

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017

Hoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph

2012 Onderwijsinstituut Scheikunde, Universiteit Utrecht, Nederland

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 1

Scheikunde hoofdstuk 8 en 9 VWO 5 SE 2 Hoofdstuk 8

Wet van Behoud van Massa

Verbetering Chemie 1997 juli

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Uitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN , 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 18 Oxidimetrie bladzijde 1

Hoe kan je CO 2 uit eierschalen, mosselschelpen en krijt bekomen? Hypothese onderzoeksvraag: Wat denk je en waarom?

Examen VWO. Scheikunde 1 (nieuwe stijl)

Eindexamen scheikunde havo I

Oefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11. Opgave 1 [HCO ] [H O ] x x. = 4,5 10 [CO ] 1,00 x 10

Chemische reacties. Henk Jonker en Tom Sniekers

Examen VWO. scheikunde 1,2. tijdvak 1 vrijdag 23 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Oplosbaarheid van CO2 in water aantonen bij verschillende temperaturen 10 C 10 C

OEFENSET 2006_1 OPGAVEN

Reactiesnelheid (aanvulling 8.1, 8.2 en 8.3)

Opdracht chemische. eierwekker

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

Hoeveel deeltjes zijn aanwezig in één mol? Wat is de concentratie van een oplossing? molaire concentratie.

Eindexamen vwo scheikunde pilot I

ANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

Transcriptie:

Esters Versie 1 November 2014 Gepubliceerd en gedistribueerd door Universiteit Utrecht Departement Scheikunde Onderwijsinstituut Scheikunde Padualaan 8 3584 CH Utrecht Nederland Ontwikkelaar: Anneke Drost, vwo docent bij de sectie Organic Chemistry and Catalysis Begeleider: Prof. Dr. L.W. (Leo) Jenneskens, Organic Chemistry and Catalysis Deze opdracht is ontwikkeld in het project VWO docent bij een Scheikundesectie van de UU. Het departement Scheikunde van de Universiteit Utrecht heeft middelen uit het sectorplan Scheikunde ingezet voor dit project. Omslag: Jenny Smit 2014 Onderwijsinstituut Scheikunde, Universiteit Utrecht, Nederland Mits deze bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van bovenstaande uitgever deze uitgave binnen de lessituatie geheel of gedeeltelijk te kopiëren dan wel op andere wijze te verveelvoudigen. De ontwikkelaar stelt het op prijs geïnformeerd te worden over het gebruik van deze uitgave en de ervaringen die ermee zijn opgedaan: A.Drost@uu.nl of i.k.caris@uu.nl. 2

Lesbrief reactiemechanisme en katalyse Inleiding De snelheid waarmee een reactie verloopt hangt van een aantal factoren af. opdracht 1 Welke factoren bepalen de snelheid van een chemische reactie? Reacties kun je weergeven met een reactievergelijking. In de organische chemie gebruiken we daarbij vaak structuurformules. Een chemische reactie verloopt vaak in meerdere stappen. In een reactiemechanisme wordt beschreven welke stappen dat zijn. We nemen als voorbeeld de reactie tussen 2-broom-2-methylpropaan en het acetaation. Hierbij ontstaan twee deeltjes: het bromide-ion en de ester van 2-methylpropaan-2-ol en ethaanzuur. opdracht 2: Geef de reactievergelijking in structuurformules van de bovenstaande reactie. Je zou verwachten dat de snelheid van deze reactie afhangt van de concentraties van beide beginstoffen. Dat blijkt niet zo te zijn: de concentratie van het acetaation heeft geen invloed op de snelheid van de reactie. Om dit te kunnen verklaren moeten we kijken naar het reactiemechanisme. De reactie verloopt in twee stappen. In de eerste stap valt 2-broom-2-methylpropaan uiteen in 2 deeltjes: een bromide-ion en een positief ion. In de tweede stap reageert het positieve ion met het acetaation tot het product. opdracht 3: Geef het hierboven beschreven reactiemechanisme. Gebruik structuurformules. De deelreacties van het reactiemechanisme verlopen niet allemaal even snel. De deelreactie die het langzaamst verloopt, heet de snelheidsbepalende stap. opdracht 4: Leg uit welke stap van het reactiemechanisme van opdracht 3 snelheidsbepalend moet zijn. opdracht 5: Leg uit of het acetaation een elektrofiel of een nucleofiel is. 3

Reactiemechanisme van de vorming van een ester Een ester kan gemaakt worden uit een alcohol en een organisch zuur. Het reactiemechanisme bestaat uit een groot aantal stappen. In de eerste stap reageert de carbonylgroep van het organisch zuur met een H + -ion. opdracht 6: Geef de eerste stap van het reactiemechanisme. Neem voor het organisch zuur de formule RCOOH en gebruik Lewisstructuurformules. Hint: is H + een nucleofiel of een elektrofiel? Waar zal hij aanvallen? Door deze stap wordt het carbonylkoolstofatoom meer elektrofiel. opdracht 7: Leg dit uit door mesomere grensstructuren te tekenen. In de volgende stap reageert de alcohol. opdracht 8: Geef deze stap van het reactiemechanisme. Hint: het carbonylkoolstofatoom vormt een binding. Met welk atoom van de alcohol zou die binding gevormd worden? In de volgende stappen van het reactiemechanisme splitsen H + ester gevormd. en water af en wordt de opdracht 9: Wat zou de rol van H + bij deze reactie kunnen zijn? opdracht 10: Welke stap van het reactiemechanisme zou dan snelheidsbepalend kunnen zijn? 4

Practicum: de invloed van [H + ] op de snelheid van de estervorming Maak met microschaalglaswerk een opstelling met korthalskolf, koeler en septum met naald. Breng in de opstelling 0,60 ml ethanol en 0,60 ml azijnzuur. Voeg een paar kooksteentjes toe. Overleg met je docent wat je als katalysator gebruikt: bijv 1 druppel geconcentreerd zwavelzuur, 1 druppel geconcentreerd zoutzuur, 1 druppel HCl 1,0 M, 1 druppel HCl 0,10 M of geen katalysator. Laat het mengsel 20 minuten refluxen. Laat daarna het mengsel afkoelen en breng het over in een maatkolf van 100 ml. Spoel het kolfje een aantal keer met water en doe dat in de maatkolf, probeer ervoor te zorgen dat de kooksteentjes in het kolfje achterblijven. Vul de maatkolf aan tot 100 ml en schud de oplossing. Pipetteer 10,00 ml van de oplossing in een erlenmeyer en voeg een paar druppels fenolftaleïen toe. Titreer vervolgens met 0,1 M NaOH. Herhaal de titratie. Vragen bij het practicum: 1 Bereken hoeveel mol ethanol en hoeveel mol azijnzuur je in de kolf gedaan hebt. 2 Bereken hoeveel mol NaOH je (gemiddeld) hebt gebruikt bij de titratie. Gebruik hierbij de precieze molariteit van de NaOH. 3 Bereken welk percentage azijnzuur er omgezet is in de 20 minuten reflux. 4 Vergelijk je antwoord op vraag 3 met de antwoorden van klasgenoten. Is er een verband tussen [H + ] en de hoeveelheid azijnzuur die er heeft gereageerd? Verklaar dit. 5