CULTUURMONITOR HEERLEN 2014

Vergelijkbare documenten
CULTUURMONITOR. Onderzoek naar cultuurparticipatie 2017

CULTUURMONITOR HEERLEN VOLWASSENEN

Hoofdstuk 21. Cultuur

Bijlage B Sport en cultuur. Annet Tiessen-Raaphorst Andries van den Broek

Hoofdstuk 22. Cultuur

Grafiek 23.1a Bezoek aan culturele voorstellingen en voorzieningen de afgelopen 12 maanden, % 26% 26% 26% 19% 17% 12% 10%

VTO-cultuurvragen. Pagina 1 van 12 Cultuurvragen uit VTO SCP/CBS

CULTUURPARTICIPATIE (2015)

GEMEENTE EMMEN CULTUURMONITOR 2014

Hoofdstuk 17 Cultuurparticipatie

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018

Hoofdstuk 37. Cultuurparticipatie

Samenvatting onderzoek cultuurparticipatie 2010

HET BURGERPANEL OVER CULTUUR

Onderzoek Inwonerspanel: Cultuurbeleving

worden gerealiseerd om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabantse Cultuur Monitor november 2007

De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling gemeente. Onderzoek en Statistiek November 2011


CULTUURPARTICIPATIE IN EDE 2006

Stadspanel Enkhuizen. Gemeente Enkhuizen Januari 2012

Onderzoek Cultuurparticipatie

Cultuurparticipatie in Delft Een onderzoek naar deelname van Delftenaren aan cultuur in 2015

De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling 2015

LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling 2007

Cultuurbeoefening, cultuurbezoek en cultuurwaardering

Gemeente Breda. Rapportage Digipanel. SSC Onderzoek en Informatie. "Hoe zit het eigenlijk met de jeugd van tegenwoordig?"

Gultuur voor iedereen?!

LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. Theaterbezoek van Lelystedelingen in 2006

De slag om de vrije tijd

Cultuur in cijfers Leiden 2011

Cultuur- en uitgaansmonitor 2008

Bioscoopbezoek. Algemeen cultuurparticipatiecijfer (samenstelling van meer dan 40 activiteiten concerten, festivals, podium, musea, film)

ONDERZOEKSVERANTWOORDING VRAGENLIJSTFREQUENTIES

Gemeente Lelystad, team Onderzoek 1

Beleidskader Kunst & Cultuur Stadspanel Den Haag, ronde voorjaar 2011

Cultuurparticipatie van Rotterdammers, 2011

Cultuurbereik in Noord-Holland 2009

Cultuurbeleving. Junipeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek

Rapport Beleidskader Kunst & Cultuur

Cultuurparticipatie in Delft Een onderzoek naar deelname van Delftenaren aan cultuur in 2017

Cultuur en uitgaan in Ede 2013

Museumbezoek meest favoriet cultureel uitje Rapport - onderzoek naar cultuurbeleving van Nederland

Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabanders en Cultuur juli 2010

Cultuur Bereik Maastrichtenaren 2005

Sportparticipatie Volwassenen

Stadspanel Enkhuizen. Gemeente Enkhuizen December

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Vrije tijd & Cultuur in Almere De cultuurparticipatie van Almeerders

Gemeente Breda. Bestuursdienst Afdeling Onderzoek en Informatie. Cultuurparticipatie in Breda

Hoofdstuk 18 Regionaal archief en Open monumentdagen

Cultuur in Oost. Cultuuronderzoek in Utrecht Oost. Rapportage: Drs. D.L. van der Veen. Utrecht, maart 2009

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Cultuurparticipatie van Rotterdammers, 2009

Cultuuronderzoek Metropoolregio Amsterdam

Culturele activiteiten in Noord

Praktische opdracht Maatschappijleer Cultuurdeelname

Cultuurparticipatie van Rotterdammers, 2013

Onderzoek naar cultuurbeoefening, cultuurbezoek en cultuurwaardering in Maastricht Stadsdelen

Wie doen er aan sport en cultuur?

BEZOEK CULTURELE ACTIVITEITEN

Tabellen cultuurparticipatie. s-hertogenbosch. 2004, 2006, 2008 en 2010

Definities kernbegrippen sector

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Rapportage cultuuronderzoeken Uitkomsten van het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie en de publieksonderzoeken bij de culturele podia

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

Wie doen er aan sport en cultuur?

Enschede-panel. Cultuur(participatie) en evenementen

ontspanning en iets presteren

Cultuurparticipatie in Deelgemeente Kralingen-Crooswijk

Snapshot Amateurkunsten

BIJLAGEN. De virtuele kunstkar. Cultuurdeelname via oude en nieuwe media. Het culturele draagvlak, deel 11. Nathalie Sonck.

Interactief bestuur. Omnibus 2015

Pilot cultuurparticipatie Delfshaven

Amateurkunst & publiek

Cultuur I.W AT DOET DE N IJMEGENAAR AAN

Stadspanel Enkhuizen. Gemeente Enkhuizen Maart 2014

Onderzoek Marktbeschrijving Podiumkunsten 2006

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. Uitgaan, sport en cultuur 2007

Sociale samenhang in Groningen

Peiling cultuurparticipatie Deventer 2010

Gemeente Houten Cultuur, verkeer en groen. Den Dolder, 19 mei 2008 ir. Martine van Doornmalen ir. Ingmar van den Brink

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

Senioren en cultuur. Interesses, motieven, kansen en beperkingen

Stadspanel-onderzoek naar cultuur in de gemeente Assen

Bekendheid Norm Gezond Bewegen

KOOPZONDAGEN De mening van burgers en ondernemers

VOOR ELKE BEOEFENAAR WAT WILS

Weinig mensen sociaal aan de kant

Cultuurparticipatie in deelgemeente Charlois

Amateurkunst - de feiten. Monitor Amateurkunst in Nederland 2009

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere

Digipanel Theater aan de Parade

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website

Quickscan Rotterdamse jongeren in hun vrije tijd, 2011

Transcriptie:

CULTUURMONITOR HEERLEN 2014 Maart 2015 Bureau Onderzoek & Statistiek Gemeente Heerlen

INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 5 1.1 Algemeen 5 1.2 Doel van het onderzoek 5 1.3 Leeswijzer 6 2. Begrippenlijst 7 3. Samenvatting 9 4. Culturele activiteiten in vrije tijd 11 4.1 Zelf beoefenen van culturele activiteiten 11 4.2 Redenen om niet (meer) deel te nemen aan cultuur 18 4.3 Lidmaatschap 19 4.4 Tijdsbesteding 20 4.5 Steun aan culturele sector 21 5. Erfgoed 23 5.1 Interesse in erfgoed 23 5.2 Erfgoedbeoefening 23 5.3 Bezoek aan cultureel erfgoed en galerieën 24 6. Bezoek aan culturele voorzieningen en activiteiten 29 6.1 Bezoek aan culturele voorstellingen 29 6.2 Beschikking over passen 33 6.3 Gebruik maken van uitleeninstellingen 34 6.4 Bezoek aan (besloten) feesten 36 7. Cultuur in Heerlen 39 7.1 Bezoek aan Heerlense culturele voorzieningen 39 7.2 Bezoek aan festivals en evenementen 42 7.3 Beperkingen 47 7.4 Cultuur in de wijk 47 7.5 Cultuur op straat 48 8. Media 49 8.1 Bekijken en beluisteren van culturele uitvoeringen of vertoningen via media 49 8.2 Boeken 50 8.3 Informatie verkrijgen over culturele activiteiten 50 9. Stellingen over cultuur 53 9.1 Cultuur in het algemeen 53 9.2 Cultureel aanbod in Heerlen 53 10. Achtergrondkenmerken 57

11. Conclusies en aanbevelingen 59 12. Literatuurlijst 63 Bijlage I: Onderzoeksverantwoording I Bijlage II: Cultuur in de Atlas voor gemeenten 2014 V Bijlage III: Natuurgebieden en stadsparken VII

1. INLEIDING 1.1 Algemeen In het beleid van de gemeente Heerlen bestaat veel aandacht voor cultuur. In het coalitieakkoord 2014-2018 is te lezen dat de culturele lente die in het verleden is ingezet in Heerlen een goede keuze is geweest en daarom ook de komende bestuursperiode wordt voortgezet. Met name de volgende prioriteiten en accenten worden gelegd: - het toegankelijker maken van cultuur in de buurten; - de nadruk leggen op ons erfgoed; - urban culture. Om zicht te krijgen op de effecten van lokaal/regionaal kunst- en cultuurbeleid is er in 2012 voor de eerste keer onderzoek gedaan naar cultuurparticipatie van inwoners in de gemeente Heerlen. Dit onderzoek kan als een nulmeting gezien worden. Om de ontwikkelingen te kunnen volgen is het onderzoek naar cultuurparticipatie in 2014 herhaald. 1.2 Doel van het onderzoek Doel van het onderzoek is om de cultuurparticipatie van de inwoners van de gemeente Heerlen, het publieksbereik van cultuur én de beleving van cultuur in beeld te brengen én om het cultuurbeleid van de gemeente Heerlen beter te kunnen monitoren en evalueren. Daarnaast wordt beoogd inzicht te verkrijgen in de wijze waarop de cultuurparticipatiegraad kan worden verhoogd. De vraagstelling luidt dan ook als volgt: In hoeverre maken inwoners van de gemeente Heerlen gebruik van culturele voorzieningen en nemen ze deel aan culturele activiteiten, hoe beoordelen ze cultuur en het cultuuraanbod in Heerlen, op welke wijze kan de cultuurparticipatie worden verhoogd en wat zijn de ontwikkelingen ten opzichte van 2012? Middels dit onderzoek wordt inzichtelijk: - in hoeverre de inwoners van de gemeente Heerlen actief zijn in het zelf uitoefenen van culturele activiteiten in 2012 en 2014; - in hoeverre Heerlenaren culturele voorstellingen in 2012 en 2014 bezoeken; - in hoeverre Heerlenaren erfgoed en galerieën in 2012 en 2014 bezoeken; - in hoeverre inwoners van de gemeente Heerlen gebruik maken van culturele voorzieningen in 2012 en 2014; - in hoeverre Heerlenaren gebruik maken van het lokale cultuuraanbod in 2012 en 2014; - hoe ze cultuur en het cultuuraanbod in Heerlen beoordelen in 2012 en 2014. 5

1.3 Leeswijzer Hieronder worden enkele punten toegelicht die van belang zijn bij het lezen en interpreteren van de onderzoeksuitkomsten die in dit rapport gepresenteerd zijn. Voor onderzoekstechnische achtergrondinformatie wordt verwezen naar de onderzoeksverantwoording die als bijlage I bij dit rapport is opgenomen. Hierin wordt meer informatie gegeven over zaken als onderzoeksmethode, respons, representativiteit, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. Algemeen Het grootste gedeelte van het onderzoek is gebaseerd op enquête-onderzoek. Aan de inwoners van Heerlen is naar hun gedrag en mening met betrekking tot cultuur gevraagd. Het gaat dus om subjectief gerapporteerd gedrag. Uitkomsten kunnen dus afwijken van objectieve cijfers over bijvoorbeeld cultuurdeelname. Een ander aandachtspunt is dat er in de onderzoeksgroep waarschijnlijk sprake is van zelfselectie aangezien bewoners zelf bepalen of ze wel of niet meedoen aan het onderzoek. Mensen die zelf deelnemen aan cultuur, zowel passief als actief, zullen eerder geneigd zijn om het onderzoek in te vullen dan mensen die weinig interesse in cultuur hebben. De cijfers hebben daarom met name meerwaarde wanneer ze vergeleken kunnen worden met cijfers uit eerdere Heerlense cultuuronderzoeken hetgeen nu op dit onderzoek van toepassing is. Er kan nu daadwerkelijk gekeken worden naar ontwikkelingen en verschillen. Om ook een inschatting te maken van de stand van zaken op cultureel gebied op landelijk niveau is in deze rapportage ook gekeken naar uitkomsten van andere cultuuronderzoeken (bijvoorbeeld onderzoek van Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). De vragen in het onderzoek hebben grotendeels betrekking op de periode van 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek. Het onderzoek is in oktober-november 2014 uitgevoerd dus de periode waar de cijfers betrekking op hebben ligt 12 maanden hiervoor. Het onderzoek is uitgevoerd onder inwoners van de gemeente Heerlen vanaf 12 jaar. De uitkomsten worden gepresenteerd in de vorm van figuren, tabellen en aanvullende commentaren. Afhankelijk van de inhoudelijke relevantie worden de uitkomsten al dan niet uitgesplitst naar geslacht, leeftijdsklassen en stadsdelen. Indeling In de volgende hoofdstukken worden de resultaten van het onderzoek beschreven. Na de begrippenlijst volgt de samenvatting, gevolgd door hoofdstuk 4 dat gaat over het zelf beoefenen van culturele activiteiten. Hoofdstuk 5 behandelt over erfgoed, en hoofdstuk 6 gaat over het bezoek aan culturele voorzieningen en activiteiten. Cultuur in Heerlen komt in hoofdstuk 7 aan bod, media en de mening over cultuur in de hoofdstukken 8 en 9. In hoofdstuk 10 worden de achtergrondkenmerken in relatie tot cultuur bekeken en de rapportage wordt afgesloten met conclusies en aanbevelingen en de literatuurlijst. 6

2 BEGRIPPENLIJST Tijdens het onderzoek hebben we gemerkt dat bepaalde begrippen met betrekking tot cultuur niet door iedereen eenduidig worden gebruikt. Om misverstanden te voorkomen geven we hieronder voor een aantal begrippen een korte uitleg. Actieve cultuurparticipatie: alle vormen van het actief beoefenen en artistiek ontwikkelen van, of betrokken zijn bij cultuur in de vrije tijd, dus buiten school en werk 1. Bereik van het cultuuraanbod: het aantal mensen dat een bezoek brengt aan culturele of uitgaansvoorzieningen. Cultuur: In brede zin wordt het gebruikt voor 'alles wat door de samenleving wordt voortgebracht'. 'Cultuur' wordt dan tegenover natuur' gesteld. In engere zin wordt het woord gebruikt voor kunstuitingen of voor kunst en wetenschap, inclusief literatuur, architectuur, en dergelijke. 2 Deze laatste betekenis wordt voor dit onderzoek gehanteerd. Cultureel erfgoed : musea, archieven, archeologische opgravingen, bezienswaardige gebouwen, dorpen en stadsdelen en historische evenementen. Culturele voorzieningen: instellingen/plaatsen waar men voorstellingen, (feesten met) optredens of tentoonstellingen op het gebied van cultuur kan bezoeken zoals schouwburg, poppodia, musea, bibliotheken, muziekscholen. Culturele activiteiten: bezigheden op het gebied van beeldende kunst, muziek, nieuwe media, heemkunde, creatief schrijven, dansen en theater. Media: radio, televisie, internet als bronnen van informatie. Receptieve cultuurparticipatie: het bezoeken, beschouwen van cultuur 3 Uitleeninstellingen: voorzieningen waar men terecht kan voor het lenen van materiaal zoals bibliotheek, fonotheek (muziekuitleen) en artotheek (kunstuitleen). 1 LKCA (2015). Definities kernbegrippen sector. Verkregen op 26 maart 2015 van http://www.lkca.nl/ kennis-a-z/begrippen 2 FOV. (2015). Begrippenlijst sociaal-cultuur volwassenwerk. Verkregen op 26 maart 2015 van http://www.fov.be/img/doc/begrippenlijst.doc 3 LKCA (2015). Definities kernbegrippen sector. Verkregen op 26 maart 2015 van http://www.lkca.nl/ kennis-a-z/begrippen 7

8

3. SAMENVATTING Cultuur leeft in Heerlen! Uit het onderzoek blijkt dat een zeer groot gedeelte van de inwoners van de gemeente Heerlen zowel zelf actief bezig is met cultuur als gebruik maakt van het culturele aanbod. Zo heeft 60% van de inwoners zich in de afgelopen 12 maanden in zijn vrije tijd beziggehouden met kunstbeoefening. Met name activiteiten die vallen onder beeldende kunst zijn populair, gevolgd door nieuwe media en muzikale activiteiten. Het overgrote deel (45%) van de kunstbeoefenaars doet dit alleen of in persoonlijke kring, bijna een derde doet dit in verenigingsverband en 7% via een culturele instelling. De meeste inwoners besteden 1 tot 4 uur per week aan deze activiteiten. Bijna de helft van de inwoners (48%) geeft steun aan de culturele sector door actief te zijn als vrijwilliger, lid te zijn van een vereniging of donateur. Van de Heerlenaren die zelf cultureel actief zijn, steunt een groter deel de culturele sector dan van de Heerlenaren die niet zelf amateurkunst beoefenen. Dit geldt ook voor de receptieve cultuurparticipanten; een groter deel van de inwoners die wel voorstellingen bezoeken (in vergelijking met inwoners die geen voorstellingen bezoeken), steunt de culturele sector. De voornaamste redenen om niet actief deel te nemen aan culturele activiteiten liggen in de interessesfeer, het ervaren van tijdgebrek en de eraan verbonden kosten. Het blijkt dat (hoge) kosten niet alleen een barrière zijn die inwoners belemmeren om zelf actief deel te nemen aan activiteiten maar ook om (meer) voorstellingen of culturele voorzieningen te bezoeken. Meer dan de helft van de inwoners geeft aan dat financiën een lichte, matige of ernstige belemmering vormen om deel te nemen aan cultuurbezoek. En het blijkt dat de inwoners van Heerlen graag culturele en/of uitgaansvoorzieningen bezoeken. Bijna negen op de tien inwoners (87%) heeft culturele voorstellingen bezocht. Als hierin filmvoorstellingen niet worden meegerekend, heeft nog steeds 79% van de Heerlenaren de afgelopen 12 maanden een culturele voorstelling bezocht. In vergelijking met 2012 zijn de bezoekerspercentages gelijk of iets lager. De grootste daling is te zien bij de bezoekerspercentages aan films in Heerlen zelf. Van de burgers heeft 85% de afgelopen 12 maanden een lokale Heerlense voorziening bezocht. Het Parkstad Limburg Theater is door het overgrote deel van de inwoners bezocht (53%), gevolgd door de Bioscoop Quatro 4 (35%), Schunck* Cultuur (35%) en Kasteel Hoensbroek (34%). Iedere inwoner kan wel een Heerlens festival of evenement opnoemen en 86% heeft er minstens één bezocht. De carnavalsoptocht in het centrum van Heerlen is het meest bekend onder en bezocht door de Heerlenaren, gevolgd door de kermis in Heerlen, de braderie in Hoensbroek en Cultura Nova. De bekendheid van The Notorious IBE, het Charles Hennen Concours/Orlando Festival en Heerlen Jazzt is duidelijk toegenomen de afgelopen twee jaar. Het bezoek aan de braderie Hoensbroek en de kermis in Heerlen is afgenomen in vergelijking met 2012 en bezoeken aan The Notoriuous IBE zijn toegenomen. Meer dan 60% van de inwoners van Heerlen is in de afgelopen 12 maanden minstens één keer naar een besloten feest geweest. Dit betreft dan met name besloten feesten met livemuziek of met dj/vj. Meer dan driekwart (76%) van de Heerlenaren heeft de afgelopen 12 maanden cultureel erfgoed en galerieën bezocht. Met name bezienswaardige gebouwen, dorpen en stadsdelen en galerieën is door een groot deel van de Heerlenaren bezocht. 9

Iets meer dan 40% van de inwoners maakt gebruik van uitleeninstellingen, waarvan de bibliotheek de meest populaire is. Van de inwoners heeft 80% de afgelopen 12 maanden minstens één boek gelezen. Iets meer dan vier op de tien inwoners weten dat er culturele activiteiten in de wijk worden aangeboden, ongeveer een even groot deel geeft aan niet te weten of dit in hun wijk het geval is (41%). Van de inwoners die bekend zijn met de wijkactiviteiten doet minder dan de helft van de inwoners hier (wel eens) mee. Dit aandeel is in de afgelopen 2 jaar afgenomen. Meer dan 60% van de inwoners heeft korter dan een maand geleden stil gestaan bij een beeld, schilderij of muziek op straat. Via televisie, radio en internet worden door 94% van de inwoners van de gemeente Heerlen culturele voorstellingen of vertoningen bekeken en beluisterd. Deze mediamiddelen worden met name gebruikt om films te bekijken. Veruit de meeste inwoners krijgen hun informatie over voorstellingen via de huisaan-huisbladen. Andere veel voorkomende manieren zijn vrienden, familie, kennissen of collega s, affiches, uithangborden en posters, brochures, folders, flyers, programmaboekjes en lokale/regionale dagbladen. De inwoners geven aan dat de informatie nu nog te verspreid wordt aangeboden en dat dit verbetering behoeft. Er bestaat behoefte aan een duidelijke verzamelplek voor alle informatie over culturele activiteiten. Cultuur vinden veel Heerlenaren (ongeveer 75%) belangrijk voor hun eigen gemeente en voor de Nederlandse samenleving. Het percentage dat cultuur van belang vindt voor de inwoner ligt lager; iets meer dan 60% van de burgers in Heerlen vindt dat belangrijk. Blijkbaar vinden inwoners cultuur belangrijker voor hun gemeente en voor Nederland dan voor henzelf. Meer dan de helft van de inwoners is tevreden over het cultureel aanbod voor wat betreft variatie, aantal en bekendheid. Over de betaalbaarheid zijn een stuk minder inwoners tevreden. Maar 37% vindt dat het cultureel aanbod voldoende betaalbaar is. De verschillen tussen 2012 en 2014 zijn minimaal. Wel valt op dat in vergelijking met 2012 in 2014 de jongeren meer tevreden zijn over de verschillende aspecten van het cultureel aanbod. Ter verbetering worden met name zaken genoemd die betrekking hebben op het aanbod zoals meer voorstellingen, een breder aanbod, meer gericht op kinderen of ouderen, meer aanbod vanuit wijk en straat, multicultureel aanbod, meer historie benadrukken. Ook het kostenaspect wordt genoemd. Zo worden de toegangsprijzen met name voor Cultura Nova en theater als hoog ervaren, vooral voor inwoners met een laag inkomen. Rondom de informatievoorziening kan er volgens de burgers ook nog van alles verbeterd worden. Te denken valt aan meer reclame, meer gebruik van sociale media en een centraal informatiepunt. 10

4. CULTURELE ACTIVITEITEN IN VRIJE TIJD Dit hoofdstuk richt zich op actieve cultuurparticipatie; met andere woorden het zelf beoefenen van of deelnemen aan kunst en cultuur. Allereerst wordt uitgebreid ingegaan op het zelf beoefenen van culturele activiteiten. Vervolgens wordt gekeken naar redenen om niet (meer) deel te nemen aan cultuur. Aansluitend komen lidmaatschap van culturele verenigingen, tijdsbesteding en steun aan de culturele sector aan bod. De antwoorden hebben betrekking op de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek. 4.1 Zelf beoefenen van culturele activiteiten Van de inwoners van Heerlen beoefent in 2014 60% één of meerdere culturele activiteiten in zijn vrije tijd. In 2012 bedroeg dit percentage 58%. De categorieën streekhistorie en heemkunde worden in andere onderzoeken naar cultuur niet als amateurkunst aangemerkt. Als we deze categorieën weglaten, dan daalt het percentage mensen dat deelneemt aan culturele activiteiten in 2014 met 2 procentpunten naar 58%. Figuur 1 geeft per activiteit aan hoeveel procent van de inwoners deze activiteit actief beoefent, zowel in 2014 als in 2012. Figuur 1 : Percentage deelname aan culturele activiteiten Tekenen, schilderen, grafisch werk Fotografie, film, video Zingen Muziekinstrument bespelen Verhalen, gedichten schrijven Streekhistorie Websites ontwerpen Werken met textiel Heemkunde Muziek maken op computer Beeldhouwen, boetseren, etc (Volks)dans, (jazz)ballet Spelen in een band 19% 18% 15% 16% 17% 15% 17% 13% 10% 10% 8% 9% 8% 9% 7% 7% 7% 8% 7% 11% 5% 6% 5% 24% 2014 2012 Hiphop, rap etc. 3% Toneel, mime Cabaret of stand-up comedy Anders 2% 3% 4% 7% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 11

Te zien is dat tekenen, schilderen en grafisch werk de activiteiten zijn die het meest beoefend worden, namelijk door bijna een kwart (24%) van de Heerlenaren. Fotografie/film/video, zingen en een muziekinstrument bespelen zijn vervolgens met 18%, 16%, en 15% de meest ondernomen culturele activiteiten. Iets meer dan één op de tien inwoners (13%) heeft zich de afgelopen 12 maanden bezig gehouden met verhalen en gedichten schrijven. De overige activiteiten zijn door 10% of minder van de inwoners de afgelopen 12 maanden beoefend. In vergelijking met 2012 zijn in 2014 iets meer inwoners (+5 procentpunten) gaan tekenen, schilderen of grafisch werk uitoefenen. Beeldhouwen en boetseren is iets minder populair geworden (-4 procentpunten) de afgelopen twee jaar. Bij de overige activiteiten zijn de verschillen klein (3 procentpunten of minder). De activiteiten kunnen onderverdeeld worden in 7 disciplines: Beeldende kunst: tekenen/schilderen/grafisch werk, beeldhouwen/boetseren/pottenbakken / sieraden maken en werken met textiel; Muziek: zingen, muziekinstrument bespelen en spelen in een band; Theater: toneel, mime en cabaret/stand-up comedy; Dans: (volks)dans/(jazz)ballet en hiphop, rap etc.; Creatief schrijven: verhalen/gedichten schrijven; Nieuwe media: fotografie/film/video, muziek maken op de computer en websites ontwerpen; Heemkunde: heemkunde en streekhistorie. In figuur 2 is te zien welk aandeel van de inwoners actief is in de onderscheiden disciplines. Figuur 2: Culturele activiteiten onderverdeeld in disciplines Beeldende kunst Nieuwe Media Muziek 23% 27% 25% 26% 29% 28% Creatief Schrijven Heemkunde 10% 11% 13% 2014 2012 Dans 8% Theater 3% 5% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% Meer dan een kwart (29%) van de inwoners heeft de afgelopen 12 maanden minstens één activiteit beoefend die onder de discipline beeldende kunst valt. Van de Heerlense bevolking heeft 27% activiteiten op het gebied van Nieuwe media beoefend en één op de vier inwoners is actief geweest op het vlak van muziek. Dansen en toneel zijn disciplines waarin minder Heerlenaren actief zijn. 12

In vergelijking met 2012 wijken de percentages in 2014 niet veel af. Het beoefenen van culturele activiteiten op het gebied van Nieuwe media is met 4 procentpunten toegenomen. Wanneer we kijken naar de disciplines verdeeld naar geslacht en leeftijdsgroep (tabel 1), dan zien we dat heemkunde en nieuwe media disciplines zijn die in meerderheid door mannen uitgeoefend worden. De overige kunstvormen worden meer door vrouwen uitgeoefend, met als uitschieter de discipline dans waar twee derde van de beoefenaars van het vrouwelijke geslacht is. Bij alle disciplines, met uitzondering van heemkunde, neemt het percentage beoefenaars af naarmate de leeftijd toeneemt. Tabel 1: Disciplines uitgesplitst naar geslacht en leeftijdsgroep Man Vrouw 12-26 jaar 27-64 jaar 65 jaar en ouder Heemkunde 62% 38% 7% 10% 18% Nieuwe media 58% 42% 51% 24% 17% Creatief schrijven 44% 56% 23% 12% 5% Muziek 42% 58% 44% 22% 18% Toneel 42% 58% 10% 5% 2% Beeldende kunst 38% 62% 47% 28% 21% Dans 33% 67% 17% 7% 4% Bepaalde activiteiten worden door inwoners frequenter uitgeoefend dan anderen. In onderstaande tabel is weergegeven hoe vaak de inwoners elke activiteit gedurende 12 maanden hebben uitgevoerd. Tabel 2: Aantal keren dat inwoners culturele activiteiten beoefend hebben, in procenten 0 KEER 1-3 KEER 4-11 KEER 12 KEER Tekenen, schilderen, grafisch werk 76% 11% 5% 8% Fotografie/film/video 82% 9% 4% 5% Zingen 84% 5% 3% 9% Muziekinstrument bespelen 85% 5% 2% 8% Verhalen/gedichten schrijven 87% 7% 3% 3% Streekhistorie 90% 6% 2% 2% Websites ontwerpen 91% 5% 1% 2% Werken met textiel, wandkleden maken, weven 91% 7% 1% 1% Beeldhouwen, boetseren, pottenbakken, sieraden maken 93% 5% 1% 1% Muziek maken op de computer 93% 4% 1% 2% Heemkunde 93% 4% 2% 2% Spelen in een band 95% 1% 0% 4% (Volks)dans, (jazz)ballet 95% 2% 1% 3% Toneel, mime 97% 2% 1% 0% Hiphop, rap et cetera 97% 2% 0% 1% Cabaret of stand-up comedy 98% 2% 0% 0% In figuur 1 hebben we gezien dat tekenen, schilderen e.d. en fotografie/film/video de actieve culturele bezigheden zijn die het vaakst genoemd zijn door de inwoners. Als inwoners echter actief zijn met deze bezigheden dan is dit met name 1 tot 4 keer in een jaar (tabel 2). 13

Zingen en een muziekinstrument bespelen zijn activiteiten die vaker minimaal maandelijks (12 keer of meer) uitgeoefend worden. Dit is te verklaren doordat deze activiteiten, in tegenstelling tot de beeldende kunst, vaker in georganiseerd verband beoefend worden zoals een fanfare of een koor en deze waarschijnlijk regelmatig repeteren. Dit is ook in tabel 3 te zien waar het aandeel beoefenaars van activiteiten in georganiseerd verband wordt weergegeven. Tabel 3: Aandeel beoefenaars dat activiteiten (vooral) in georganiseerd verband uitoefent Culturele activiteit Percentage Spelen in een band 64% Toneel, mime 62% (Volks)dans, (jazz)ballet 57% Muziekinstrument bespelen 50% Zingen 45% Heemkunde 45% Muziek maken op de computer 43% Streekhistorie 41% Cabaret of stand-up comedy 39% Verhalen/gedichten schrijven 38% Hiphop, rap et cetera 35% Websites ontwerpen 34% Beeldhouwen, boetseren, pottenbakken, sieraden maken 33% Werken met textiel, wandkleden maken, weven 30% Tekenen, schilderen, grafisch werk 28% Fotografie/film/video 28% Te zien is dat bepaalde activiteiten meer dan andere activiteiten in georganiseerd verband worden uitgevoerd. Met georganiseerd verband worden instellingen voor kunstzinnige vorming bedoeld evenals lidmaatschap van een vereniging, club of gezelschap. Spelen in een band en toneel gebeurt meestal in georganiseerd verband. Dit geldt ook voor activiteiten die met meerdere mensen worden uitgevoerd zoals (volks)dans en (jazz)ballet. Ook een muziekinstrument bespelen en zingen gebeurt voor een groot deel, door bijna de helft van de beoefenaars, in een vereniging, club, gezelschap of instelling. Het betreft dus met name activiteiten in de disciplines muziek, dans en theater. 14

In figuur 3 wordt het aandeel inwoners van Heerlen dat culturele activiteiten beoefent verder uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en stadsdeel. Figuur 3: Percentage Heerlenaren dat culturele activiteiten beoefent, uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en stadsdeel 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 60% 63% 59% 61% 58% 54% 77% 68% 58% 54% 60% 57% 2014 2012 59% 63% 63% 57% 58% 60% 56% 51% In 2014 beoefenen iets meer vrouwen (63%) dan mannen (59%) culturele activiteiten. Het percentage Heerlenaren dat cultureel actief is, is het hoogst in de leeftijdscategorie 12-26 jaar; meer dan driekwart (77%) van de jongeren is cultureel actief. In de stadsdelen varieert het percentage van 56% op Heerlerbaan tot 63% in Heerlerheide en Heerlen-Stad. In vergelijking met 2012 zijn in 2014 iets meer bewoners cultureel actief. Er is met name een stijging te zien bij de mannen (+ 5 procentpunten), de jongeren (+ 9 procentpunten) en de bewoners van Heerlerheide (+5 procentpunten). Vergelijking met landelijke cijfers Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft in 2012 de Vrijetijdsomnibus (VTO) uitgevoerd waarin mensen naar hun betrokkenheid bij sport en cultuur is gevraagd. Dit onderzoek vervangt het onderzoek naar aanvullende voorzieningengebruik (AVO) en is dusdanig anders van opzet dat de cijfers van het VTO niet vergeleken kunnen worden met de cijfers uit de eerdere AVO s. De onderzoekspopulatie van het VTO is 6 jaar en ouder en verschilt hiermee met de onderzoekspopulatie van het cultuuronderzoek in Heerlen waaraan burgers van 12 jaar en ouder hebben deelgenomen. Daarnaast hebben de cijfers van het VTO betrekking op 2012 en de cijfers van Heerlen op 2014. Hierdoor en doordat er altijd verschillen in onderzoeksmethodiek en gehanteerde definities en categorieën zijn, is enige voorzichtigheid geboden bij het met elkaar vergelijken van de landelijke en de Heerlense cijfers. 15

Toch is het interessant om naar de landelijke gegevens te kijken om zo een idee te krijgen van de situatie in Heerlen ten opzichte van het landelijk beeld (tabel 4). Bij het totaal percentage in Heerlen zijn streekhistorie, heemkunde en anders buiten beschouwing gelaten om zo een vergelijking te kunnen maken met de landelijke cijfers waarin deze categorieën ook niet zijn meegenomen. Tabel 4: Kunstbeoefening Heerlen en landelijk Kunstbeoefening Landelijk SCP ( 6 jaar) 2012 Heerlen ( 12 jaar) 2014 Algemeen 55% 55%* Man 51% 51%* Vrouw 58% 59%* 12-19 jaar 78% 76%* 20-34 jaar 62% 64%* 35-49 jaar 51% 57%* 50-64 jaar 49% 48%* 65 jaar 45% 44%* Zingen 25% 16% Film, videokunst, grafisch ontwerp met de computer of fotografie 23% 18% Tekenen, schilderen, grafisch werk zonder computer 22% 24% Een muziekinstrument bespelen 19% 15% Verhalen/gedichten of weblogs schrijven 13% 13% Beeldhouwen, boetseren, pottenbakken, sieraden maken of textiele 12% 7% werkvormen Volksdans, tango, salsa, stijldans, street- of breakdance 8% ** Toneel spelen 7% 3% Klassiek ballet of moderne dans 3% ** Cabaret/stand up comedy 2% 2% (Volks)dans, (jazz)ballet ** 5% Hiphop, rap etc. ** 3% *percentage zonder categorieën heemkunde, streekhistorie en anders. ** categorieën dans niet vergelijkbaar wegens andere indeling Uit tabel 4 blijkt dat de percentages van actieve cultuurbeoefenaars in Heerlen niet veel afwijken van de landelijke percentages, zowel algemeen, qua geslacht als qua leeftijd. Wanneer we naar de afzonderlijke activiteiten kijken, komen de meeste activiteiten qua percentages ongeveer overeen. Zingen, beeldhouwen, boetseren, pottenbakken, sieraden maken of textiele werkvormen en toneel worden landelijk door een groter aandeel van de bevolking beoefend maar dit percentage is met name zo hoog door de groep 6-11-jarigen. Bij zingen geeft meer dan de helft (53%) aan deze activiteit beoefend te hebben. Ook het percentage deelnemers aan toneel en beeldhouwen e.d. ligt landelijk hoger doordat een derde van de 6-11-jarigen aangeeft hieraan deel te nemen. Deze leeftijdsgroep is in het Heerlens onderzoek niet meegenomen dus daardoor liggen de percentages in Heerlen bij deze drie activiteiten lager dan de landelijke percentages. 16

Naast het SCP zijn er ook andere organisaties die cijfers over cultuur publiceren. Kunstfactor is een landelijk sectorinstituut voor amateurkunst. In 2013 hebben zij een vernieuwde monitor ontwikkeld om de amateurkunstsector cijfermatig in kaart te brengen: de Monitor Amateurkunst (MAK). Het betreft landelijke cijfers van Nederlanders van 6 jaar en ouder. Omdat hier echter ook de onderzoekspopulatie verschilt met het onderzoek van Heerlen en er ook verschillen zullen zijn in methodiek, is één op één vergelijken lastig. In de onderstaande tabel zijn de cijfers uit de MAK en het onderzoek van Heerlen naast elkaar gezet. Tabel 5: Percentages deelname in diverse disciplines uit verschillende onderzoeken Landelijk (MAK) 2013 ( 6 jaar) Heerlen 2014 ( 12 jaar) Totaal 41% 55%* waarvan: Beeldend kunst 20% 29% Muziek 18% 25% (Nieuwe) Media 12% 27% Dans 9% 8% Creatief schrijven 6% 13% Theater 4% 5% Mannen 42% 60% Vrouwen 58% 64% 6-11 jaar 60% / 12-19 jaar 58% 76% 20-34 jaar 44% 64% 35-49 jaar 36% 57% 50-64 jaar 35% 48% 65 jaar en ouder 38% 44% *percentage zonder categorieën heemkunde, streekhistorie en anders. Het landelijk percentage uit de MAK ligt beduidend lager dan het percentage van Heerlen en ook lager dan het landelijke onderzoek van het SCP. Ook bij de diverse disciplines liggen de cijfers in Heerlen (m.u.v. dans) hoger dan de landelijke cijfers. Waarschijnlijk is dit het gevolg van een andere definitiehantering. In het MAK wordt namelijk voor een amateurkunstenaar de grens aangehouden dat hij meer dan 50 minuten per week bezig is met amateurkunst. Zowel landelijk als in Heerlen zijn beeldende kunst en muziek de meest populaire disciplines. In Heerlen geniet (nieuwe) media eveneens een hoge populariteit. Deze discipline is in het onderzoek van Heerlen breder geformuleerd dan in het MAK. In Heerlen valt hier fotografie/film/video, muziek maken op de computer en websites ontwerpen onder en bij het MAK wordt er gesproken over kunstzinnige fotografie, film, video en computerkunst. Uit alle drie de onderzoeken komt naar voren dat meer vrouwen dan mannen culturele activiteiten beoefenen. Ook qua leeftijdsopbouw is te zien dat de actieve participatie afneemt naarmate de leeftijd toeneemt. 17

4.2 Redenen om niet (meer) deel te nemen aan cultuur Aan de inwoners die niet actief deelnemen aan cultuur is gevraagd naar de belangrijkste reden hiervan (figuur 4). Figuur 4: Redenen om niet actief deel te nemen aan cultuur Onvoldoende aanbod Onvoldoende 3% bekendheid 10% Gezondheidsklachten 9% Geen interesse 43% Te duur 15% Geen tijd 20% Als voornaamste reden wordt aangegeven dat men geen interesse hierin heeft (43%). Een vijfde van de inwoners geeft aan dat men geen tijd heeft en 15% vindt het te duur om actief deel te nemen aan culturele activiteiten. Andere redenen die gegeven worden zijn onvoldoende bekendheid over het aanbod (10%), gezondheidsklachten (9%) of onvoldoende aanbod in de buurt (4%). Tabel 6 geeft een vergelijking weer tussen 2012 en 2014 van de redenen om niet actief deel te nemen aan cultuur. In 2014 is er een groter aandeel van de niet-actieven dat als reden aangeeft dat ze geen interesse hebben om deel te nemen aan cultuur (+10 procentpunten). Het aandeel inwoners dat aangeeft geen tijd te hebben is de afgelopen twee jaar licht afgenomen (-6 procentpunten). Tabel 6: Redenen om niet actief deel te nemen aan cultuur, 2014 en 2012 2014 2012 Geen interesse 43% 33% Geen tijd 20% 26% Te duur 15% 18% Onvoldoende aanbod in de buurt 3% 4% Gezondheidsklachten 9% 9% Onvoldoende bekendheid in de buurt 10% 10% 18

Vergelijking met landelijke cijfers In het MAK is gevraagd naar redenen waarom burgers gestopt zijn met hun creatieve of kunstzinnige hobby. Deze redenen zijn in tabel 7 te zien. Deze percentages zijn niet te vergelijken met de resultaten uit het Heerlense onderzoek omdat het in het MAK gaat om burgers die eerst wel cultureel actief zijn geweest en dus betreft het een andere doelgroep. Tabel 7: Redenen om te stoppen met creatieve of kunstzinnige hobby Geen tijd, andere activiteiten gingen meer tijd kosten 29% Moeilijk te combineren met gezin en/of werk 20% De activiteit (project of cursus) was afgelopen 16% Ben iets anders gaan doen in vrije tijd 15% Financiële redenen 12% Lessen zijn gestopt 12% Vond het niet leuk meer 9% Gezondheidsredenen 6% Genoeg geleerd, kan het nu zelf 3% De groep waarin ik zat is uit elkaar gevallen 3% Er was geen geschikte ruimte of accommodatie meer in de buurt 3% Uit deze tabel blijkt dat gebrek aan tijd de belangrijkste reden voor mensen om te stoppen met kunstbeoefening. 4.3 Lidmaatschap Aan de inwoners van Heerlen is gevraagd of ze voor één of meer activiteiten ingeschreven waren bij een instelling voor kunstzinnige vorming (muziekschool, creativiteitscentrum, etc.) of lid waren van een vereniging, club of gezelschap. In figuur 5 worden de uitkomsten weergegeven. Figuur 5: Lidmaatschap van inwoners die culturele activiteiten ontplooien Bij een instelling voor kunstzinnige vorming ; 9% Met anderen in persoonlijke kring; 20% Alleen; 31% Lid van een vereniging, club, gezelschap; 29% 19

Van de inwoners van Heerlen die een culturele activiteit beoefenen, doet het merendeel dit alleen (31%) of als lid van een vereniging, club, gezelschap (29%). Eén op de vijf (20%) inwoners ontplooien culturele activiteiten met anderen in persoonlijke kring. Minder dan 10% is aangesloten bij een instelling voor kunstzinnige vorming. Wanneer we het lidmaatschap onderverdelen naar disciplines levert dit de volgende tabel op: Tabel 8: Lidmaatschap amateurkunstenaars onderverdeeld naar disciplines Alleen In persoonlijke kring Instelling voor kunstzinnige Lid van vereniging, club, gezelschap vorming Beeldende Kunst 41% 26% 12% 21% Creatief schrijven 38% 30% 15% 28% Nieuwe Media 34% 23% 12% 25% Muziek 27% 23% 14% 41% Heemkunde 26% 31% 9% 37% Dans 17% 16% 16% 41% Toneel 13% 21% 29% 39% De verenigingsdeelname is het hoogst bij de disciplines dans en muziek. Toneel en Heemkunde wordt ook door meer dan een derde uitgevoerd in verenigings- en clubverband. De meeste mensen die hun hobby alleen uitoefenen zijn te vinden in de disciplines beeldende kunst, gevolgd door creatief schrijven en nieuwe media. 4.4 Tijdsbesteding Gevraagd is aan de inwoners hoeveel tijd ze wekelijks gemiddeld besteden aan het beoefenen van de culturele activiteiten. De uitkomsten worden in de onderstaande figuur gepresenteerd. Figuur 6: Tijdbesteding 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 40% 23% 18% 10% 9% < 1 uur per week 1-3 uur per week 4-6 uur per week 7-10 uur per week > 10 uur per week Bijna 60% van de actieve inwoners besteedt tot 4 uur per week aan culturele activiteiten. Het grootste gedeelte hiervan besteedt tussen de één en drie uur hieraan. 20

Wanneer we de tijdsbesteding per week naar discipline uitsplitsen, is in tabel 9 te zien dat in bijna alle disciplines de meeste actieve amateurkunstenaars tussen de 1 tot 3 uur tijd eraan besteden. De inwoners die in hun vrije tijd actief zijn met creatief schrijven, besteden meer tijd aan hun hobby dan de inwoners die andere disciplines actief zijn. Hier is de groep die meer dan 7 uur per week tijd steekt in de kunstvorm het grootst. (27%). Tabel 9: Tijdsbesteding per week naar discipline < 1 uur 1-3 uur 4-6 uur 7-10 uur >10 uur Beeldende Kunst 20% 36% 23% 13% 8% Creatief schrijven 10% 38% 25% 18% 9% Nieuwe Media 12% 38% 26% 13% 10% Muziek 12% 44% 24% 9% 11% Heemkunde 15% 37% 28% 13% 8% Dans 10% 64% 13% 9% 3% Toneel 13% 52% 24% 6% 5% Landelijke cijfers In het MAK is aan de amateurkunstenaars gevraagd hoeveel uur per week ze besteed hebben aan hun hobby in de peilmaand april 2013 (tabel 10). Om in deze peilmaand meegerekend te worden moest men gemiddeld minimaal 50 minuten per week actief zijn. Dat is de reden dat het percentage < 1 uur in dit onderzoek duidelijk lager ligt dan in het onderzoek van Heerlen. Tabel 10: Landelijke cijfers tijdsbesteding per week < 1 uur 5% 1-5 uur 72% 6-10 uur 14% >10 uur 9% Bijna drie kwart van de amateurkunstenaars besteedt tussen de 1 en 5 uur per week aan amateurkunst. 4.5 Steun aan de culturele sector Aan de inwoners van de gemeente Heerlen is gevraagd of ze de afgelopen 12 maanden een cultureel evenement, een culturele organisatie of vereniging hebben gesteund. Dit kan zijn als vrijwilliger, als lid of als donateur van een vereniging. De resultaten, zowel van Heerlen als landelijk, zijn terug te vinden in onderstaande tabel. Tabel 11: Steun aan de culturele sector Heerlen (2014) Landelijk (SCP, 2012) Vrijwilliger 19% 10% Lid vereniging 22% 9% Donateur 26% 21% Eén van deze vormen van steun 48% 33% 21

In Heerlen is bijna een vijfde van de inwoners actief geweest als vrijwilliger in de culturele sector. Iets meer dan een vijfde is lid van een vereniging en een kwart heeft een cultureel evenement, organisatie of vereniging financieel gesteund. Bijna de helft van de Heerlenaren heeft één van de drie bovengenoemde vormen van steun gegeven de afgelopen 12 maanden. Landelijk liggen de cijfers lager en heeft een derde van de burgers de culturele sector ondersteund. In 2012 is er aan de inwoner gevraagd of deze in de afgelopen 12 maanden onbetaald werk verricht had voor een culturele organisatie. Destijds gaf 15% aan dat ze als vrijwilliger actief waren geweest. Indien we een onderscheid maken naar actieve en niet-actieve beoefenaars in Heerlen (tabel 12) dan zien we dat een groter aandeel van de actieve beoefenaars van cultuur de culturele sector steunt. Burgers die zelf cultureel actief zijn, steunen dus eerder de culturele sector. Dit verschil is significant. Tabel 12: Steun aan de culturele sector, gesplitst naar actieve en niet-actieve kunstbeoefenaars Actieve kunstbeoefenaars Niet-actief kunstbeoefenaars Vrijwilliger 26% 8% Lid vereniging 30% 8% Donateur 27% 23% Eén van deze vormen van steun 57%* 34%* *=statistisch significant (kans op geen samenhang < 5%) Hoe zit dit met burgers die voorstellingen bezoeken? Steunt een groter deel van hen de culturele sector in vergelijking met inwoners die geen voorstellingen de afgelopen 12 maanden bezocht hebben? Tabel 13 geeft hier inzicht in. Tabel 13: Steun aan de culturele sector, gesplitst naar bezoekers en niet-bezoekers Bezoekers Niet-bezoekers Vrijwilliger 20% 9% Lid vereniging 24% 10% Donateur 27% 13% Eén van deze vormen van steun 51%* 27%* *=statistisch significant (kans op geen samenhang < 5%) Inderdaad steunt een groter deel van de bezoekers de culture sector (51%) in vergelijking met nietbezoekers (27%). Dit verschil is ook significant. 22

5. ERFGOED In deze cultuurmonitor is voor de eerste keer gevraagd naar de interesses van burgers in erfgoed en de actieve uitoefening van erfgoed als hobby. Ook naar het bezoek aan erfgoed is gevraagd. In de volgende paragrafen worden deze resultaten besproken. Aangezien de eerste twee onderwerpen nieuw in de monitor zijn toegevoegd is geen vergelijking mogelijk met eerdere resultaten. Wel kan er gekeken worden naar beschikbare landelijke cijfers. 5.1 Interesse in erfgoed Aan de inwoners van Heerlen is gevraagd in hoeverre zij geïnteresseerd zijn in diverse erfgoedaspecten. Slechts 17% geeft aan in geen enkele vorm van erfgoed geïnteresseerd te zijn. Dit betekent dat meer dan 80% van de inwoners aangeeft interesse te hebben in een vorm van erfgoed. Tabel 14 geeft inzicht in welke mate de inwoners geïnteresseerd zijn. Tabel 14: Interesse in erfgoed Niet of nauwelijks geïnteresseerd Best wel geïnteresseerd Heel erg geïnteresseerd Familiegeschiedenis, regionale of lokale geschiedenis 40% 46% 14% Geschiedenis in het algemeen 38% 46% 16% Historische steden, dorpen of gebouwen 31% 52% 18% Historische voorwerpen 49% 42% 9% Oude gebruiken, tradities en ambachten 37% 52% 11% Voor alle vormen geldt dat meer dan de helft van de inwoners aangeeft er best wel of heel erg in geïnteresseerd te zijn. Inwoners interesseren zich het sterkst voor historische steden, dorpen of gebouwen (70%). Historische voorwerpen scoort het laagst, maar toch nog altijd net iets meer dan de helft (51%) van de inwoners geeft aan dat zij er best wel of heel erg in geïnteresseerd zijn. 5.2 Erfgoedbeoefening Hoe groot is nu het aandeel inwoners dat zich ook daadwerkelijk bezig houdt met erfgoedbeoefening? Het blijkt dat 39% van de inwoners op de een of andere manier actief met erfgoed is geweest de afgelopen 12 maanden. Landelijk ligt dit percentage op 26%. Figuur 7 laat de onderverdeling zien naar de activiteiten van erfgoedbeoefening. 23

Figuur 7: Bereik van erfgoedbeoefening Onderzoek naar historische gebeurtenissen of personen gedaan Onderzoek naar lokale of regionale geschiedenis gedaan Stamboomonderzoek gedaan Een oud ambacht uitgeoefend of gedemonstreerd of historische gebeurtenissen nagespeeld Historische documenten of voorwerpen verzameld 5% 11% 14% 22% 25% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% Een kwart van de inwoners geeft aan dat hij de afgelopen 12 maanden onderzoek naar historische gebeurtenissen of personen gedaan heeft. Een vijfde van de inwoners (22%) geeft aan onderzoek naar lokale of regionale geschiedenis te hebben gedaan. Stamboomonderzoek is met 14% ook nog een vorm van erfgoed dat door een aanzienlijk deel van de inwoners uitgevoerd is. In tabel 15 is te zien hoe de cijfers van Heerlen en de landelijke cijfers zich tot elkaar verhouden. De landelijke cijfers zijn gebaseerd op het minstens 12 keer per jaar het uitoefenen van erfgoed, de Heerlense cijfers zijn hier ook op herberekend. Tabel 15: Erfgoedbeoefening, minstens 12 keer per jaar Heerlen 2014 Landelijk 2012 Algemeen 6% 8% Stamboomonderzoek gedaan 2% 6% Onderzoek naar lokale of regionale geschiedenis gedaan 2% 11% Onderzoek naar historische gebeurtenissen of personen gedaan 3% 15% Historische documenten of voorwerpen verzameld 1% 5% Een oud ambacht uitgeoefend of gedemonstreerd of historische gebeurtenissen nagespeeld 2% 3% Landelijk heeft 8% van de inwoners minstens 12 keer of meer per jaar zich met erfgoed bezig gehouden. In Heerlen ligt dit percentage op 6%. Dit percentage ligt duidelijk lager dan het percentage inwoners dat aangegeven heeft zich minstens 1 keer per jaar actief met erfgoed bezig te hebben gehouden. De Heerlense cijfers liggen zowel algemeen als bij de diverse activiteiten lager dan de landelijke cijfers. 5.3 Bezoek aan cultureel erfgoed en galerieën Aan de inwoners is gevraagd hoe vaak ze een museum, galerie/atelier, archief, archeologische opgraving, bezienswaardig gebouw/dorp/stadsdeel en/of historisch evenement bezocht hebben. Musea, archieven, opgravingen en historische bezienswaardigheden en evenementen kunnen onder de 24

term cultureel erfgoed geschaard worden. Galerieën/ateliers vallen hier ietwat buiten de boot vandaar dat gekozen is voor de term cultureel erfgoed én galerieën. Uit het onderzoek blijkt dat 76% van de inwoners uit Heerlen in de afgelopen 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek minstens één van de bovengenoemde instellingen/plaatsen bezocht heeft. Wanneer we het bezoek van cultureel erfgoed zonder galerieën in kaart brengen blijkt overigens dat nog steeds 74% van de inwoners een museum, archief, opgraving, bezienswaardigheid of historisch evenement bezocht heeft. Blijkbaar is er dus maar een hele kleine groep die alleen een galerie bezoekt maar niet één van de andere vijf plaatsen/instellingen. Figuur 8 laat de bezoekerspercentages per instelling/plaats zien. Figuur 8: Bezoek aan cultureel erfgoed en galerieën/ateliers 80% 70% 67% Totaal Heerlen 60% 50% 53% 40% 35% 34% 30% 20% 10% 24% 19% 21% 11% 19% 9% 9% 6% 0% Bezienswaardige gebouwen Museum Galerie, atelier Historisch evenement Archeologische opgraving Archief Twee derde van de inwoners (67%) heeft bezienswaardige gebouwen, dorpen of stadsdelen bezocht, iets meer dan de helft bezocht een museum (53%) en een derde een galerie of atelier (34%). Een vijfde heeft een archeologisch opgraving bezocht (21%) en eveneens een vijfde (19%) een historisch evenement. Slechts één op de tien inwoners (9%) heeft de afgelopen 12 maanden een archief bezocht. Van de Heerlenaren heeft de helft (50%) minstens één instelling of plaats in Heerlen bezocht. Een derde van de inwoners (35%) is naar bezienswaardige gebouwen, dorpen of stadsdelen in de eigen gemeente geweest. Ongeveer een kwart (24%) is de afgelopen 12 maanden minstens één keer naar een museum in Heerlen geweest. Voor het bezoek aan een galerie/atelier is dit een vijfde (19%). Voor een historisch evenement, opgraving of Heerlens archief liggen deze percentage op respectievelijk 11%, 9% en 6%. Wanneer we de gegevens verder uitsplitsen zien we dat het bezoek aan musea, galerieën/ateliers, archieven, opgravingen en historische evenementen toeneemt naarmate men ouder wordt. Bezienswaardige gebouwen, dorpen of stadsdelen worden door een groter aandeel jongeren bezocht in vergelijking met 27-plussers. 25

Wanneer we de percentages van 2014 totaal en Heerlen vergelijken met 2012 (tabel 16) is te zien dat de verschillen tussen 2012 en 2014 variëren van 0 tot 7 procentpunten. De grootste daling in 2014 is te zien bij het bezoeken van bezienswaardige gebouwen, dorpen of stadsdelen, zowel totaal als in Heerlen. Tabel 16: Bezoek aan cultureel erfgoed en galerieën/ateliers, totaal en Heerlen, 2012-2014 Totaal 2014 Totaal 2012 Heerlen 2014 Heerlen 2012 Museum 53% 52% 24% 24% Galerie/atelier 34% 36% 19% 22% Archief 9% 10% 6% 6% Archeologische opgraving 19% / 9% / Bezienswaardige gebouwen 67% 73% 35% 42% Historisch evenement 21% / 11% / In figuur 9 zijn de bezoeken aan cultureel erfgoed en galerieën gesplitst naar achtergrondkenmerken en kan een vergelijking gemaakt worden tussen 2012 en 2014. Figuur 9: Bezoek aan erfgoed en galerie/atelier, totaal uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en stadsdeel 100 2014 90 7678 78 80 82 77 79 81 81 77 77 78 8182 76 76 80 73 71 68 72 2012* 70 60 50 40 30 20 10 0 *2012 is zonder archeologische opgraving en historisch evenement In vergelijking met 2012 is het bezoek aan erfgoed en galerieën in 2014 licht afgenomen (-2 procentpunten), ondanks dat er twee extra categorieën zijn toegevoegd (archeologische opgraving en historisch evenement). In 2014 is het percentage mannen en vrouwen dat erfgoed en/of galerie/atelier bezocht heeft ongeveer gelijk. Bij mannen is het bezoek t.o.v. twee jaar geleden licht gestegen en bij vrouwen licht gedaald. Het bezoekpercentage ligt bij de jongeren duidelijk hoger dan bij de overige leeftijdsgroepen. Met name bezienswaardige gebouwen, dorpen of stadsdelen wordt door een groter aandeel jongeren (77%) bezocht en dit is ook de afgelopen 2 jaar toegenomen. Hierdoor is het bezoekerspercentage aan erfgoed en galerieën bij jongeren de afgelopen twee jaar toegenomen (+9 procentpunten), bij de andere twee leeftijdsgroepen is het aandeel licht gedaald. In 2014 is in het stadsdeel Heerlerheide het bezoekpercentage het laagst (71%) en in Heerlen-Stad het hoogst (81%). 26

Vergelijking met landelijke cijfers Het SCP heeft het bereik van de erfgoedinstellingen en plaatsen niet uitgesplitst zodat er geen landelijke vergelijking mogelijk is. Wel kunnen we het museumbezoek vergelijken. Landelijk heeft 49% van de inwoners van 6 jaar en ouder in 2012 minstens 1 bezoek gebracht aan een museum. Dit wijkt niet veel af van het cijfer van Heerlen dat op 53% uitkomt. 27

28

6. BEZOEK AAN CULTURELE VOORZIENINGEN EN ACTIVITEITEN In het hoofdstuk 4 is gesproken over actieve cultuurparticipatie, dus het zelf beoefenen van culturele activiteiten. In dit hoofdstuk betreft het vormen van cultuur waarbij het gaat om het bezoeken, bekijken, beluisteren van cultuuruitingen van anderen oftewel receptieve cultuurparticipatie. Het aantal bezoeken aan culturele voorstellingen, activiteiten en instellingen zowel buiten als binnen de gemeente Heerlen wordt in kaart gebracht. De antwoorden hebben betrekking op de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek. In de eerste paragraaf komt het bezoek aan culturele voorstellingen aan de orde. Vervolgens wordt het bezoek aan uitleenvoorzieningen bekeken en het hoofdstuk eindigt met het bezoek aan (besloten) feesten. 6.1 Bezoek aan culturele voorstellingen Van de inwoners uit de gemeente Heerlen heeft 87% minstens één culturele voorstelling bezocht in de afgelopen 12 maanden voor het onderzoek. Dit kunnen zowel voorstellingen binnen als buiten de gemeente Heerlen zijn. Als hierin filmvoorstellingen niet worden meegerekend, heeft nog steeds 79% van de Heerlenaren de afgelopen 12 maanden een culturele voorstelling bezocht. Figuur 10 geeft een overzicht van de diverse voorstellingen die bezocht zijn, zowel totaal (binnen als buiten de gemeente) als alleen voor Heerlen. Figuur 10: Bezoeken van voorstellingen, totaal en in Heerlen, 2014 Film in bioscoop of filmhuis Concert overige muziek Toneelvoorstelling Cabaret of kleinkunst Concent harmonie, fanfare, brassband Musical Muziekcafe Uitvoering van een koor Concert klassieke muziek Jazz/bluesconcert Ballet-/dansvoorstelling Dance/houseparty Literaire bijeenkomst Lezing over kunst/kunstgeschiedenis Opera of operette 15% 10% 15% 9% 10% 7% 9% 6% 7% 4% 26% 31% 22% 26% 18% 25% 17% 24% 12% 22% 14% 21% 15% 19% 12% 15% 9% 41% 48% 65% Totaal Heerlen 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 29

Te zien is dat ongeveer twee derde van de Heerlenaren (65%) de afgelopen 12 maanden een film in de bioscoop of het filmhuis heeft gezien. Een muziekconcert van de genres pop, hardrock, hiphop etc. is door meer dan 40% van de Heerlenaren bezocht. Bijna een derde (31%) van de inwoners heeft een toneelvoorstelling bezocht. Ongeveer een kwart van de Heerlenaren is naar een cabaret- of andere kleinkunstvoorstelling geweest. Dit geldt ook voor een concert van harmonie, fanfare of brassband en het bezoek aan een musical. De percentages van de andere voorstellingen liggen onder de 24%. Drie kwart (75%) van de inwoners uit Heerlen hebben de afgelopen 12 maanden een voorstelling binnen de gemeente Heerlen bezocht. Blijkbaar is het cultureel aanbod in Heerlen voor inwoners gevarieerd genoeg om vooral binnen de eigen gemeenten voorstellingen te bezoeken. Bijna de helft van de Heerlenaren (48%) heeft in Heerlen een film in de bioscoop of in het filmhuis gezien. Concerten popmuziek e.d., cabaret/kleinkunst, toneelvoorstelling en concerten van muzikale verenigingen zijn de andere voorstellingen die door Heerlenaren het meest bezocht worden in Heerlen. Uit dit onderzoek blijkt overigens dat mensen die zelf actief zijn op het vlak van cultuurbeoefening ook meer culturele voorstellingen bezoeken. Dit percentage is 94% terwijl het percentage mensen dat een voorstelling bezocht heeft en geen kunstbeoefenaar is op 76% ligt. In figuur 11 wordt het totaal bezoek aan voorstellingen van 2012 en 2014 weergegeven. Figuur 11: Bezoekers van voorstellingen totaal in 2012 en 2014 Film in bioscoop of filmhuis Concert overige muziek Toneelvoorstelling Cabaret of kleinkunst Concert harmonie, fanfare, brassband 31% 26% 32% 25% 41% 42% 65% 69% Musical Muziekcafe Uitvoering van een koor Concert klassieke muziek Jazz/bluesconcert Ballet-/dansvoorstelling Dance/houseparty Literaire bijeenkomst Lezing over kunst/kunstgeschiedenis Opera of operette 24% 26% 22% 21% 22% 19% 22% 15% 14% 15% 16% 15% 14% 10% 9% 7% 11% Voorstellingen totaal 2014 Voorstellingen totaal 2012 0% 20% 40% 60% 80% 30

Te zien is dat de bezoekerspercentages van de verschillende voorstellingen de afgelopen twee jaar licht gedaald zijn of vrijwel onveranderd zijn gebleven. Deze daling is het grootst bij cabaret/ kleinkunst (-6 procentpunten), filmbezoek (-4 procentpunten) en opera/operette (-4 procentpunten). Wanneer we kijken naar de bezoekerspercentages van voorstellingen in Heerlen (figuur 12) zien we dezelfde trend als bij voorstellingen totaal namelijk een lichte daling of onveranderde percentages. Uitzondering hierop is het aandeel inwoners dat in Heerlen naar de film gaat. Dit is duidelijk gedaald (-9 procentpunten). Waarschijnlijk hebben de sluiting van de Royal in 2014 en de opening van de grote megabioscoop in Kerkrade in 2013 hier aan bijgedragen. Figuur 12: Bezoekers van voorstellingen Heerlen in 2012 en 2014 Film in bioscoop of filmhuis 48% 57% Concert overige muziek 26% 29% Toneelvoorstelling Cabaret of kleinkunst Concent harmonie, fanfare, brassband 18% 17% 17% 22% 22% 23% Musical 12% 17% Muziekcafe Uitvoering van een koor Concert klassieke muziek Jazz/bluesconcert Ballet-/dansvoorstelling Dance/houseparty Literaire bijeenkomst Lezing over kunst/kunstgeschiedenis Opera of operette 14% 16% 15% 16% 12% 15% 9% 10% 10% 11% 9% 9% 7% 6% 6% 5% 4% 7% Voorstellingen Heerlen 2014 Voorstellingen Heerlen 2012 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 31