Codex 2012. De deontologische regelen en het huishoudelijk reglement van de nederlandse orde van advocaten bij de balie te brussel



Vergelijkbare documenten
INHOUD INLEIDING. DE TAAK VAN DE ADVOCAAT... 1 HOOFDSTUK I. DE TOEGANGSVOORWAARDEN TOT DE STAGE EN HET BEROEP... 3

Wetboek voor de advocaat-stagiair Deel 1 Gerechtelijk recht, deontologie, stage, sociaal statuut, strafrecht. Orde van Vlaamse Balies

BIJLAGE 4. DEONTOLOGISCHE REGELEN EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN BIJ DE BALIE TE BRUSSEL

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK I. DE TOEGANGSVOORWAARDEN TOT DE STAGE EN HET BEROEP... 3

Codex De deontologische regelen en het huishoudelijk reglement van de nederlandse orde van advocaten bij de balie te brussel

Recente ontwikkeling inzake aansprakelijkheidsverzekering en productaansprakelijkheid

Bemiddelingsreglement van de Vlaamse Organisatie voor Bemiddeling en Arbitrage VOBA

Bij zijn verzoek tot inschrijving op de lijst van de stagiairs maakt de kandidaat-stagiair aan het secretariaat van de Orde volgende documenten over:

DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE ADVOCAAT

MODELCONTRACT 1 STAGEOVEREENKOMST

VOORBEELD OVEREENKOMST STAGEMEESTER-STAGIAIR BALIE HASSELT

PROTOCOLAKKOORD. 1. Het Instituut voor bedrijfsjuristen, hier rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Voorzitter, Pierre Schaubroeck,

Ombudsdienst Consumentengeschillen Advocatuur OCA

STAGEREGLEMENT KONINKLIJK BESLUIT VAN 13 MEI 1965 TOT GOEDKEURING VAN HET DOOR DE NATIONALE RAAD VAN DE ORDE DER ARCHITECTEN VASTGESTELD

Orde van Vlaamse Balies

OVEREENKOMST TOT BEMIDDELING

Deel I Verplicht aan de cliënt te verstrekken informatie 1

NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN

REGLEMENT VAN DE BELGISCHE NATIONALE ORDE VAN ADVOCATEN

Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt Provincie Oost-Vlaanderen

BEMIDDELINGSREGLEMENT

Rolnummer Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

MODELCONTRACT 1 STAGEOVEREENKOMST

MODEL STAGEOVEREENKOMST BALIE ANTWERPEN MECHELEN TURNHOUT en LIMBURG

Deontologische Code inzake notariële bemiddeling

Rolnummer Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

INFORMATIE TEN BEHOEVE VAN DE CLIËNTEN. (Mr. Sandrine Doise)

De sancties die door de Federale Bemiddelingscommissie kunnen opgelegd worden, zijn:

Model van een tuchtreglement

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling

GEDRAGSREGELS VAN DE RECHTSBIJSTANDSVERZEKERAAR

Overeenkomst tussen advocaat en cliënt 1

GECOÖRDINEERDE STATUTEN PER 8 JUNI 2018

Protocolakkoord tussen de bij Assuralia aangesloten rechtsbijstandsverzekeraars, de OVB en de OBFG

Overeenkomst tussen advocaat en cliënt 1 - tweedelijnsbijstand

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

MODELCONTRACT 1 STAGEOVEREENKOMST

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

STAGEOVEREENKOMST Vul drie exemplaren van de stageovereenkomst volledig in en onderteken ze allen.

Rolnummer Arrest nr. 43/2014 van 13 maart 2014 A R R E S T

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

OVEREENKOMST ADVOCAAT - PRIVATE CLIËNT

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

1. Algemene voorwaarden Rechtsbijstand L.A.V.A.

WETTELIJKE INFORMATIE


BESLISSING VAN 18 OKTOBER 2007 BETREFFENDE DE GEDRAGSCODE VAN DE ERKENDE BEMIDDELAAR

Cassatieprocedure REGLEMENT VAN 30 JANUARI 2008 BETREFFENDE HET EENSLUIDEND VER-

Werkzaamheden van de Raad en de Stafhouder

Ieder advocaat stelt vrij zijn jaarlijks vormingsprogramma samen. Het volgen van activiteiten van permanente vorming levert punten op.

Wijzigingen: AB 1997 no. 34; AB (inwtr. AB 2013 no. 15) ==================================================================== HOOFDSTUK I

PROTOCOL TUSSEN DE BALIES, AANGESLOTEN BIJ DE VERENIGING VAN VLAAMSE BALIES EN DE RECHTSBIJSTANDSVERZEKERAARS.

Beroepsgeheim, deontologie en antiwitwas

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw )

Deontologische commissie huishoudelijk reglement

Persoonlijke kopie van ()

Stageovereenkomst. Gezien de Raad het modelcontract van het stagetype hierna aanpast met de minimum verplichtingen van de partijen.

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders

Rolnummer Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T

0296/05/N en 0302/05/N Tuchtcommissie van 13 juni 2006 (tussenbeslissing; beroep aangetekend)

inachtneming van het bepaalde in artikel 4 voorlegt aan de geschillencommissie.

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS

OVEREENKOMST TUSSEN ADVOCAAT EN CLIËNT TUSSEN: ... Verder genoemd de advocaat EN: ... Verder genoemd de cliënt WORDT OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:

TC/95/86. Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 april 2007 betreffende de erkenning van bedrijfsrevisoren en het openbaar register;

Koninklijk besluit van 30 april 2007 betreffende de erkenning van bedrijfsrevisoren en het openbaar register

BIJZONDER REGLEMENT RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG

Hof van Cassatie van België

Mr TH.P.M. Moons, kantoorhoudende te Amersfoort, aan de Piet Mondriaanlaan nr. 75. de partners: mevrouw, wonende te. en de heer, wonende te ;

Bijlage 7 Regl. v.orde v.h. College van Beroep voor de Examens

Procedurereglement met betrekking tot de Ombudsdienst van de advocaten van de Orde van Franstalige en Duitstalige balies

Ombudsman voor de Handel Procedurereglement 27/03/2017

Rolnummers 4767 en Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T

VLAAMS PARLEMENT DEONTOLOGISCHE CODE. van de Vlaamse volksvertegenwoordigers inzake dienstverlening aan de bevolking REGLEMENT VAN ORDE

OVEREENKOMST TOT BEMIDDELING

2. Soorten en verband

BEMIDDELINGSPROTOCOL. [maatschappelijke benaming en zetel, vertegenwoordiger(s) en ondernemingsnummer voor een rechtspersoon]

REGLEMENT COMMISSIE VAN GESCHILLEN

ETHISCH HANDVEST DER ASSESSOREN RESOLUTIE OVER DE BELANGENCONFLICTEN EN DE BEROEPSETHIEK I. RAPPEL VAN DE TOEPASSELIJKE WETTELIJKE BEPALINGEN

AANVRAAG TOT INSCHRIJVING OP DE LIJST VAN STAGIAIRS - BEROEPSERVARING

Geschillenreglement AgroVision

CONFRATERNITEIT EN LOYALITEIT

PROCEDUREREGLEMENT. Raad van de. Versie

Algemene voorwaarden 1

CONTROLECOMMISSIE VOOR PRESTATIES VAN BODEMVERONTREINIGINGSDESKUNDIGEN EN BODEMSANERINGSAANNEMERS: HUISHOUDELIJK REGLEMENT

CCBE Toelichting bij de kernbeginselen van de Europese advocaat

30 DECEMBER Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek.

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

Hof van Cassatie van België

REGLEMENT COLLEGE VAN BEROEP

STAGEOVEREENKOMST 1 2

REGLEMENT COLLEGE VAN BEROEP EN BEZWAAR

REGLEMENT VAN ORDE VOOR HET... OVERLEGCOMITE ( 1 ) HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN

3. De afhandeling van de klachten worden uitgevoerd door het onafhankelijke instituut KIGID.

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

DE PROCEDURE IN TUCHTZAKEN VAN DE ORDE DER GENEESHEREN

Transcriptie:

Codex 2012 De deontologische regelen en het huishoudelijk reglement van de nederlandse orde van advocaten bij de balie te brussel

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN BIJ DE BALIE TE BRUSSEL GERECHTSGEBOUW - POELAERTPLEIN - 1000 BRUSSEL Verantwoordelijke uitgever: Alex Tallon Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. D/2009/11.009/1 noab

Voorwoord Codex 2012 De Codex 2009 is het resultaat van een grondige voorbereiding door een commissie, voorgezeten door Stafhouder Edgar Boydens, onder het stafhouderschap van Alex Tallon. De laatste jaren heeft de Raad een aantal wijzigingen aan de regels, opgenomen in de Codex, aangebracht. Ook heeft de Raad Resoluties aangenomen en de Orde verschillende protocols getekend. De OVB heeft sedert september 2009 een nieuwe reglement aangenomen en bestaande reglementen gewijzigd. Deze wijzigingen en aanvullingen vindt u opgenomen in deze aangepaste pdf versie van de Codex. Zij is enkel beschikbaar in pdf en niet in boekvorm. Ze kan worden geraadpleegd via de website www.baliebrussel.be, onder de rubriek ik ben NOAB -lid /Reglementen: Codex en resoluties. Een commissie onder leiding van Mr. Joost Everaert werkt aan een commentaar die zal worden toegevoegd aan de bepalingen van de Codex op basis van de jarenlange praktijkervaring die de Raad en de Stafhouder hebben opgebouwd in de toepassing van onze deontologische regels. We hopen dat deze verduidelijkende commentaar de nood om beroep te doen op de Stafhouder en zijn vertegenwoordigers zal verminderen. De oplossing zou kunnen worden gevonden in de Codex. Zij zal opnieuw in boekvorm beschikbaar zijn. Deze nieuwe Codex is nog niet klaar. Het is de taak van de nieuwe Raad en de nieuwe Stafhouder om dit af te werken. Ik dank Mr. Geert Leysen voor de bijwerking van de Codex in deze pdf versie. Dirk Van Gerven, Stafhouder NOAB 2010/2012

inhoudstafel Deel1 Deontologische Beginselen HOOFDSTUK 1 De Onafhankelijkheid van de advocaat Afdeling 1 Onafhankelijkheid van de advocaat en de verdediging van persoonlijke belangen 3 Afdeling 2 Belangenconflicten 4 Afdeling 3 Contacten van de advocaat met getuigen 14 Afdeling 4 Contacten tussen de advocaat en gedetineerden 15 Afdeling 5 De advocaat van een verzekeraar van burgerlijke aansprakelijkheid of rechtsbijstand en de verzekerde 16 Afdeling 6 Het gebruik van door de cliënt op bedrieglijke wijze bekomen documenten 17 Afdeling 7 De tussenkomst van advocaten in reorganisaties en faillissementen 17 Afdeling 8 De advocaat als uitvoerder van uiterste wilsbeschikkingen 18 Afdeling 9 De tussenkomst van een advocaat voor een commissie waarvan hij lid of bijzitter is 18 Afdeling 10 De tussenkomst van een advocaat in een aangelegenheid in een andere hoedanigheid dan als advocaat 19 HOOFDSTUK 2 Het beroepsgeheim Afdeling 1 Principes 19 Afdeling 2 De betrekkingen met een privé-detective 21 Afdeling 3 Het beslag onder derden in handen van een advocaat 22

Afdeling 4 Beroepsgeheim in contacten met de verzekeraar van de beroepsaansprakelijkheid 22 HOOFDSTUK 3 De briefwisseling Afdeling 1 De briefwisseling tussen advocaten 23 Afdeling 2 De briefwisseling tussen advocaten en gerechtelijke mandatarissen-advocaten 25 Afdeling 3 De briefwisseling tussen advocaten en notarissen 25 Afdeling 4 De briefwisseling met syndicale afgevaardigden 25 Afdeling 5 De briefwisseling die door de tegenpartij in persoon tot de advocaat gericht wordt 26 Afdeling 6 De briefwisseling met de Stafhouder 26 Afdeling 7 De mededeling van de briefwisseling tussen de advocaten aan hun cliënten 26 Afdeling 8 De identificatie van de ondertekenaars van de briefwisseling 27 HOOFDSTUK 4 De waardigheid, de kiesheid en de rechtschapenheid Afdeling 1 Financiële verplichtingen 27 Onderafdeling 1 De verplichting om de bijdrage te betalen 27 Onderafdeling 2 De derdenrekening 30 Onderafdeling 3 Het witwassen van gelden 32 Afdeling 2 Financiële aansprakelijkheid t.a.v. niet-cliënten 33 Afdeling 3 De cliënten - de beperking van aansprakelijkheid 34 noab

Afdeling 4 De Kiesheid, waardigheid en rechtschapenheid ten aanzien van de derden 34 Onderafdeling 1 De verzekeringsmaatschappijen 35 Onderafdeling 2 Magistraten, notarissen en gerechtsdeurwaarders 35 Onderafdeling 3 Gerechtelijke mandatarissen 36 Afdeling 5 De erelonen 36 Onderafdeling 1 Algemene beginselen 36 Onderafdeling 2 Het abonnement 38 Onderafdeling 3 Zaken behandeld voor een confrater 39 Onderafdeling 4 Houding ten aanzien van de tegenpartij: de rechtsplegingsvergoeding 39 Onderafdeling 5 Ereloongeschillen 40 1 Algemene beginselen 2 Niet-jurisdictionele oplossing van geschillen 3 Jurisdictionele berechting van geschillen HOOFDSTUK 5 De Confraterniteit, de loyaliteit en de behoorlijke beroepsuitoefening Afdeling 1 Algemene bepalingen 45 Afdeling 2 Vragen om uitstel 46 Afdeling 3 De behandeling bij verstek 47 Afdeling 4 Mededeling van dossiers 47 A. Jeugdrechtbank B. Grondwettelijk Hof C. Raad van State D. Mededeling van medische documenten of verslagen E. Mededeling van strafdossiers F. Hof van Cassatie: eensluidend verklaren van kopieën Afdeling 5 Mededeling van conclusies 51 Afdeling 6 De mededeling van zittingsnota s, rechtsleer en rechtspraak 52

Afdeling 7 Het gebruik van telefax en e-mail 53 Afdeling 8 De voorrang op de zitting 53 Afdeling 9 De registratie van pleidooien 54 Afdeling 10 De voorafgaande kennisgeving van de betekening, het aanwenden van een rechtsmiddel en de uitvoering van gerechtelijke akten en beslissingen 54 Afdeling 11 De vertrouwelijkheid van besprekingen tussen advocaten 54 Afdeling 12 Het verstrijken van termijnen het vervullen van formaliteiten 55 Afdeling 13 De opvolging 55 Afdeling 14 Het dagvaarden van een confrater 56 Deel2 Het bestuur en de organisatie van de orde HOOFDSTUK 1 Het Bestuur van de Orde Afdeling 1 De Stafhouder 58 Afdeling 2 De Raad van de Orde 58 Onderafdeling 1 Samenstelling en organisatie 58 Onderafdeling 2 Openbaarheid van de beslissingen van de Raad 60 Onderafdeling 3 De Raad zetelend als in tucht 60 Afdeling 3 De secretaris en adjunct-secretaris 63 Afdeling 4 De penningmeester 63 Afdeling 5 De algemene vergadering de verkiezingen 63 noab

Onderafdeling 1 Algemene bepalingen 63 Onderafdeling 2 Kandidaatstelling 64 Onderafdeling 3 De verkiezingen 65 A. Aanstelling en opdracht van de Voorzitter der stemverrichtingen B. De oproepingsbrieven C. De stemming D. De stemopneming bekendmaking van de uitslag E. Tweede stemronde Stafhouder en vice-stafhouder Onderafdeling 4 Overlijden of ontslag van een stafhouder, vice-stafhouder of een raadslid 67 Afdeling 6 Het Bureau voor Juridische Bijstand 68 Afdeling 7 De Stagecommissie 70 Afdeling 8 Vergoeding van mandaten 71 HOOFDSTUK 2 De toegang tot het beroep en de stage Afdeling 1 De onverenigbaarheden 71 Onderafdeling 1 De onverenigbaarheden met een ministerieel ambt of met kabinetswerk 71 Onderafdeling 2 De onverenigbaarheden met een gerechtelijke stage 72 Onderafdeling 3 De onverenigbaarheden bij mandaten in rechtspersonen met winstoogmerk, zonder winstoogmerk of met sociaal oogmerk 73 A. Mandaten in rechtspersonen met winstoogmerk B. Mandaten in rechtspersonen zonder winstoogmerk of met sociaal oogmerk C. Verbod voorlopige maatregelen D. Vertegenwoordiging voor rechtbanken en scheidsgerechten E. Algemene beginselen F. Afwijkingen G. Gerechtelijke mandaten Onderafdeling 4 De politieke en andere mandaten 75 Afdeling 2 De inschrijving op de lijst van de stagiairs 76 Afdeling 3 De stageverplichtingen 77

Onderafdeling 1 De duur en de modaliteiten van de stage 77 Onderafdeling 2 De verplichtingen van de stagiair 80 Onderafdeling 3 De verplichtingen van de stagemeester 81 Onderafdeling 4 De verhouding stagemeester stagiair: de stageovereenkomst 82 Onderafdeling 5 De voorwaarden voor het stagemeesterschap 83 Onderafdeling 6 Het bureau voor Juridische Bijstand 84 Onderafdeling 7 De beroepsopleiding: de stageschool en de Commissie Beroepsopleiding 85 Afdeling 4 De inschrijving en wederinschrijving op het tableau van de advocaten 88 Afdeling 5 De inschrijving op de lijst van de leden van buitenlandse balies 89 Afdeling 6 De lijst van de ereadvocaten 90 Afdeling 7 Het bijhouden van het tableau en de lijsten 91 HOOFDSTUK 3 De organisatie van het beroep Afdeling 1 Het kantoor 91 Onderafdeling 1 Het kantoor en de bijkantoren 91 Onderafdeling 2 De keuze van woonplaats in het kantoor van de advocaat 93 Afdeling 2 Samenwerkingsverbanden tussen advocaten en eenpersoonsvennootschappen 93 Onderafdeling 1 Samenwerkingsverbanden tussen advocaten 93 A. Definities B. Algemene regels Onderafdeling 2 Bijzondere regels met betrekking tot de associatie 97 Onderafdeling 3 Bijzondere regels met betrekking tot de groeperingen 98 Onderafdeling 4 Bijzondere regels met betrekking tot netwerken 99 noab

Onderafdeling 5 Eenpersoonsvennootschappen van advocaten 99 Onderafdeling 6 Bijzondere regels met betrekking tot ESV en EESV 100 Onderafdeling 7 De gemeenschappelijke inrichting 101 Onderafdeling 8 Bijzondere regels voor de samenwerking met buitenlandse advocaten 101 Afdeling 3 Samenwerking tussen advocaten en niet-advocaten 102 Onderafdeling 1 Toepassingsgebied en definities 102 Onderafdeling 2 Algemene regels inzake multidisciplinaire samenwerking 103 Onderafdeling 3 Verbod van geïntegreerde multidisciplinaire kostengroeperingen 104 Onderafdeling 4 Bijzondere regels voor multidisciplinaire kostengroeperingen 104 Afdeling 4 De medewerkers 105 Afdeling 5 De vereffening van het kantoor van een overleden confrater 106 Afdeling 6 De overdracht van cliënteel 106 Afdeling 7 Informatie over het kantoor Publiciteit Communicatie 106 Afdeling 8 De activiteiten buiten het kantoor 108 Afdeling 9 De permanente vorming 111 Deel 3 Algemene informatie HOOFDSTUK 1 Modellen Stageovereenkomst van de OVB 118

HOOFDSTUK 2 Reglement inzake de voorlopige bewindvoerders bij de NOAB van 11 december 2006 122 HOOFDSTUK 3 Handleiding tuchtprocedure 126 1 Inleiding 126 2 Tuchtonderzoek 126 3 Onderzoek en verslaggeving 129 4 Beoordeling door de stafhouder of de voorzitter van de tuchtraad 129 5 Tuchtprocedure 130 5.1 De dagvaarding 130 5.2 Enkele kenmerken van de zitting 131 5.3 Verloop van de zitting 132 5.4 Beraadslaging 133 5.5 De uitspraak 133 5.6 Kennisgevingen van de beslissing 134 5.7 Verzet 134 6 Hoger beroep en voorziening in cassatie 134 7 Tenuitvoerlegging van straffen 135 8 Bewarende maatregelen 135 9 Varia 136 HOOFDSTUK 4 Orde van Vlaamse Balies 1 Reglement oprichting van de OVB 136 2 Reglementen van de OVB 142 2.1 reglement inzake de advocaat-syndicus van een vereniging van mede-eigenaars 142 2.2 reglement inzake de verhandeling van gelden van cliënten of derden 144 2.3 reglement inzake publiciteit 145 2.4 reglement inzake vestiging meerdere kantoren en vestigingen 147 2.5 reglement inzake de financiële regeling bij de overstap naar een andere balie 149 noab

2.6 reglement inzake advocaat en media 150 2.7 reglement inzake beroepsmatige samenwerking met niet-advocaten 151 2.8 reglement inzake permanente vorming 153 2.9 reglement inzake opvolging 156 2.10 reglement betreffende het statuut van de advocaat 157 2.11 reglement betreffende samenwerkingsverbanden tussen advocaten en betreffende eenpersoonsvennootschappen 158 2.12 reglement tot toepassing van de gedragscode voor Europese advocaten 167 2.13 reglement betreffende de aan procedures verbonden regels van confraterniteit 168 2.14 reglement betreffende het mandaat dat de advocaat niet rechtstreeks van zijn cliënt ontvangt 170 2.15 reglement betreffende de aanvaarding van gerechtelijke mandaten 170 2.16 reglement betreffende de voor de raad van de Orde geldende procedure volgens de tuchtrechtspleging 171 2.17 reglement betreffende het eensluidend verklaren van kopieën van bij een voorziening in cassatie te voegen stukken 173 2.18 reglement betreffende de stage 175 2.19 reglement betreffende de beroepsopleiding 179 2.20 reglement witwas 182 HOOFDSTUK 5 Nationale Orde Afdeling 1 Nog van kracht zijnde reglementen van de vroegere Nationale Orde van Advocaten 189 1 beslag onder derden in handen van een advocaat 189 2 het overleggen van briefwisseling tussen advocaten 189 3 het overleggen van briefwisseling tussen advocaten en gerechtelijke mandatarissen-advocaten 191 4 erkenning van diploma s procedureregels en werkwijze van de examencommissie 191 5 tuchtprocedure eedaflegging door getuigen 192 Afdeling 2 Aanbevelingen 192 Afdeling 3 Besluiten 194

HOOFDSTUK 6 CCBE 195 HOOFDSTUK 7 Internationale Overeenkomsten 213 HOOFDSTUK 8 Lokale akkoorden, overeenkomsten en protocols 213 Conventie van 13 juni 2000 tussen de Nederlandse Orde van Advocaten bij de Balie te Brussel en het nationaal College van Deskundigen Architecten van België 213 Overeenkomst van 16 juni 2004 tussen de Nederlandse Orde van Advocaten bij de Balie te Brussel en het Instituut voor bedrijfsjuristen 217 Protocol Balie Brussel / Hof van Beroep Brussel, ondertekend op 30 juni 2010 220 Protocol Balie Brussel / Instituut voor de Bedrijfsjuristen, ondertekend op 27 september 2010 236 Protocol akkoord overleg Brusselse Ordes, ondertekend op 21 juni 2011 243 Protocol Balie Brussel / Politierechtbank Brussel, ondertekend op 22 december 2011 248 HOOFDSTUK 9 Reglementen van de NOAB en Balie Brussel 256 Reglement van de NOAB op de Ondersteuningsdienst van 12 september 2011 256 Bijzonder reglement dat de voorwaarden bepaalt van deelname van advocaten van de NOAB aan de Dienst voor Bijstand aan Ondernemingen in Moeilijkheden van 4 april 2011 259 Reglement van de Balie Brussel inzake verhuur van toga s van 1 april 2012 262 noab

HOOFDSTUK 10 Resoluties, aanbevelingen, beginselverklaringen en moties 263 Resolutie van de NOAB inzake beroepsgeheim en gerechtelijke onderzoeken van 15 maart 2010 263 Resolutie in verband met de machtiging tot het voeren van de titel van ere-advocaat van 15 maart 2010 264 Resolutie betreffende samenwerking van advocaten met niet-advocaten binnen een advocatenkantoor van 20 juni 2011 256 Aanbeveling relatie vennoten en medewerkers in advocatenkantoren van 21 juni 2011 266 Beginselverklaring Diversiteit NOAB van 30 mei 2011 269 Beginselverklaring Diversiteit advocatenkantoren van 12 september 2011 270 Motie van de Balie van Brussel over de toekomst van het Gerechtsgebouw van 20 juni 2011 271 HOOFDSTUK11 Gerechtelijk Wetboek (Deel II, Boek III Balie art. 428 tot 508) 272 Trefwoordenregister 324

noab

DEEL 1 Deontologische Beginselen Bibliografie: In de toelichting bij de navolgende voorschriften wordt verwezen naar: LAMBERT, P., Règles et usages de la profession d avocat du barreau de Bruxelles, Brussel, Nemesis-Bruylant, 1994, als Lambert STEVENS, J., Regels en gebruiken van de advocatuur te Antwerpen, Antwerpen, Kluwer rechtswetenschappen, 1997, als Stevens DE PUYDT, R.M., Deontologie van de advocaat, Antwerpen, Intersentia, 2006, als de Puydt MAHIEU M., en BAUDREZ, J., De Belgische advocatuur, Kuurne, Leieland, 1980, als Mahieu

HOOFDSTUK 1 DE onafhankelijkheid van de advocaat > Ieder advocaat dient het beroep in alle vrijheid en onafhankelijkheid uit te oefenen afdeling 1 Onafhankelijkheid van de advocaat en de verdediging van persoonlijke belangen. loyaal onafhankelijk Artikel 1 Een advocaat moet zijn cliënt loyaal en in alle onafhankelijkheid bijstaan. persoonlijke belangen Artikel 2 De advocaat zal er zich van onthouden zijn persoonlijke directe of indirecte belangen zowel in burgerlijke, disciplinaire als in strafzaken te verdedigen voor de rechter. Toelichting: Het behoort tot de vaste gebruiken dat advocaten niet optreden voor zichzelf en familieleden tot in de derde graad. Wat overige familieleden betreft zal de advocaat naar eigen inzicht oordelen of de zaak niet te persoonlijk en eventueel te passioneel geladen is om een objectieve verdediging te kunnen waarnemen en in geval van twijfel is het aangewezen het advies van de Stafhouder in te winnen. Indien de advocaat in een welbepaalde zaak om een reden vervat in artikel 2 niet kan optreden telt dit ook voor zijn stagiairs, medewerkers en vennoten. Commentaar: Algemene toelichting: zie onder meer: Lambert, p. 377 e.v., p. 474, en Stevens, nrs. 459 tot 464, 613 tot 620, 657 en 892 tot 905. A. Nyssens, Inleiding tot het leven bij de balie, 2de uitgave, 1974, nr. 24. Art. 440 Ger.W. behelst een monopolie van het pleidooi voor alle rechtsmachten, ten voordele van de advocaten, behoudens de uitzonderingen die door de wet zijn bepaald. Art. 758 Ger.W. bevat een uitzondering op dit monopolie ten voordele van de partijen die in persoon verschijnen, doch laat aan de rechter de mogelijkheid om hun de uitoefening van dit recht te ontzeggen indien hij oordeelt dat passie of onervarenheid hen zou beletten de zaak met de nodige kiesheid of de noodzakelijke klaarheid te behandelen. Alleen de rechtsmacht die door het geding is gevat, heeft bevoegdheid om de voorwaarden van toepassing van art. 758 van het Gerechtelijk Wetboek te beoordelen. Niettemin, en zulks om reden van de zending die hun is toebedeeld hebben de gezagsorganen van de Orde bevoegdheid om, in de bepalingen van de plichtenleer, de verbintenissen te formuleren die eigen zijn aan de leden van de balie, zelfs zover reikend dat de uitoefening van hun individuele vrijheden wordt beperkt, en als deze beperkingen verantwoord worden door de noodwendigheden van de beroepspraktijk en de correcte uitoefening van deze. (Zie Cyr Cambier, Droit Judiciaire Civil, Deel I, Fonction et Organisation Judiciaire, Ed. Larcier, 1974, p. 735 en 736, noot 40 en Advies, gegeven door de Raad op 8 juni 1978 aan een rechtbank in Brief van de Stafhouder, 1977-78, p. 173 en 1978-79, p. 9). noab 3

Vergelijk: CCBE Art. 2.1.1 Het veelvoud van verplichtingen, dat op de advocaat rust, vereist absolute onafhankelijkheid van de advocaat, vrij van alle druk, in het bijzonder van de druk van eigen belangen of van beïnvloedingen van buitenaf. Deze onafhankelijkheid is even noodzakelijk voor het vertrouwen in de rechtsbedeling als de onpartijdigheid van de rechter. De advocaat moet derhalve elke aantasting van zijn onafhankelijkheid vermijden en er voor waken de beroepsethiek niet te veronachtzamen om zijn cliënt, de rechter of derden welgevallig te zijn. CCBE Art. 2.1.2 Deze onafhankelijkheid is zowel bij adviserende als bij gerechtelijke werkzaamheden noodzakelijk, omdat het door de advocaat gegeven advies geen waarde heeft als de advocaat het geeft om zich bemind te maken, uit eigen belang of onder druk van buitenaf. CCBE Art. 3.2.1 De advocaat behoort in eenzelfde zaak niet de raadsman, de vertegenwoordiger of de verdediger te zijn van meer dan één cliënt, indien er een belangentegenstelling tussen deze cliënten bestaat of er een wezenlijke dreiging bestaat dat een zodanige tegenstelling zal ontstaan. CCBE Art. 3.2.2 De advocaat dient zich ervan te onthouden de zaken van twee of alle betrokken cliënten te behandelen, indien zich tussen deze cliënten een tegenstrijdigheid van belangen voordoet, het beroepsgeheim dreigt geschonden te worden of zijn onafhankelijkheid in gevaar dreigt te komen. CCBE Art. 3.2.3 De advocaat mag geen zaak van een nieuwe cliënt op zich nemen, indien de geheimhouding van de inlichtingen die hij van een vroegere cliënt heeft verkregen, dreigt te worden aangetast of indien de kennis, die hij van de zijde van de vroegere cliënt verkregen had, de nieuwe cliënt ongerechtvaardigd zou bevoordelen. CCBE Art. 3.2.4 Als advocaten het beroep in groepsverband uitoefenen, zijn de artikelen 3.2.1 tot 3.2.3 van toepassing zowel op de groep in zijn geheel als op haar individuele leden. afdeling 2 Belangenconflicten Goedgekeurd door de Raad van de orde in vergadering van 3 februari 2003 en gewijzigd en aangevuld in vergadering van 22 juni 2009. Een belangenconflict ligt voor: - wanneer een advocaat zijn tussenkomst voor een cliënt door de belangen van andere cliënten, van gewezen cliënten of van derden, dan wel door zijn strijdige persoonlijke belangen laat beïnvloeden. belangenconflict andere gewezen cliënten Artikel 3 4 noab

- wanneer een beïnvloeding zoals in het vorige lid omschreven op objectief aantoonbare wijze waarschijnlijk is. Een belangenconflict belet, behoudens andersluidende bepalingen in deze afdeling, een advocaat in een aangel genheid op te treden, dan wel verder op te treden. Toelichting.: Artikel 3 bevat een algemeen verbod tot raadgeving of pleidooi voor een partij indien de advocaat in dezelfde aangelegenheid of een aangelegenheid die daarmee nauw verband houdt al voor een andere partij met een tegenstrijdig belang optreedt, de advocaat al eerder in dezelfde aangelegenheid of een die daarmee nauw verband houdt voor een andere partij met een tegenstrijdig belang is opgetreden of nog indien de advocaat uit een eerdere tussenkomst als raadsman van de tegenpartij of als arbiter of bemiddelaar of als bestuurder van de tegenpartij over precieze gegevens beschikt omtrent die tegenpartij die in een aangelegenheid waarin hij wordt gevraagd op te treden, tegen die tegenpartij zouden kunnen worden gebruikt. Uitzonderingen op de regel vervat in artikel 3 bestaan in specifieke gevallen. Zo kan de advocaat van een verzekeraar in aansprakelijkheid zaken adviseren en pleiten tegen dezelfde verzekeraar. De advocaat kan optreden voor een persoon die tegenpartij is van zijn cliënt in een andere aangelegenheid op voorwaarde van toestemming van de cliënt. Commentaar: Er is sprake van een belangenconflict n.a.v. de bijstand van een cliënt in een geschil indien de andere belangen dan die van de cliënt ertoe bijdragen of er zouden kunnen toe bijdragen dat de advocaat een andere verdediging (strategie, middelen, finaliteit) ontwikkelt dan wanneer dergelijke belangen niet aanwezig zouden zijn. Er is sprake van een belangenconflict n.a.v. het adviseren van een cliënt indien de andere belan gen dan die van de cliënt ertoe bijdragen of er zouden kunnen toe bijdragen dat de advocaat een andere analyse maakt, andere middelen aanwendt of andere doelstellingen voorstelt dan wan neer dergelijke belangen niet aanwezig zouden zijn. tegenstrijdig belang Artikel 4 1 Onverminderd de toepassing van artikel 8 van deze afdeling, kan een advocaat in dezelfde aangelegenheid of in een aangelegenheid die daarmee nauw verband houdt, verschillende partijen enkel bijstaan indien tussen die partijen geen tegenstrijdig belang bestaat. 2 Onverminderd de toepassing van artikel 8 van deze afdeling, kan een advocaat een partij of verschillende partijen enkel bijstaan indien tussen die partij(en) en de partij(en) die hij in dezelfde aangelegenheid of in een aangelegenheid die daarmee nauw verband houdt eerder heeft bijgestaan, geen tegenstrijdig belang bestaat. Toelichting: het voorstel tot schrappen van lid c) is ingegeven door de idee dat dit lid niet de uit drukking is van de notie belangenconflicten, doch een probleem van kiesheid, loyauteit, onaf hankelijkheid en/of beroepsgeheim betreft. De regel die door artikel 3 c) oud werd uitgedrukt, werd in een nieuwe afdeling opgenomen. 5

gewezen cliënt afsluiten de associatie of groepering niet langer voor die partij op te treden tegen een gewezen cliënt geen nauw verband geen bezwaar andere advocaat occasioneel meedelen kan tegen een bestaande cliënt andere advocaat occasioneel geen bezwaar Artikel 5 1 In de zin van dit artikel wordt een partij als een gewezen cliënt beschouwd indien een advocaat eerder als advocaat voor die partij is opgetreden en dit optreden heeft gestaakt: - ingevolge het afsluiten van de aangelegenheid die hij voor die partij heeft behandeld, - ingevolge zijn beslissing de associatie of groepering van waaruit die partij werd bijge staan te verlaten en die partij besloot een andere advocaat, al dan niet werkzaam in die associatie of groepering aan te stellen, - ingevolge zijn beslissing niet langer voor die partij op te treden, dan wel ingevolge de beslissing van die partij niet langer beroep te doen op de desbetreffende advocaat. 2 Een advocaat kan enkel tegen een gewezen cliënt optreden indien: - die gewezen cliënt in een nieuwe aangelegenheid een andere raadsman heeft aangewe zen of verklaart zulks te zullen doen en die aangelegenheid geen nauw verband houdt met de eerdere aangelegenheid waarin de advocaat is tussengekomen, - die gewezen cliënt in een nieuwe aangelegenheid een andere raadsman heeft aangewe zen of verklaart zulks te zullen doen en uitdrukkelijk geen bezwaar tegen de tussenkomst van de advocaat laat gelden, ook al betreft het een aangelegenheid die nauw verband houdt met de eerdere aangelegenheid waarin de advocaat is tussengekomen, - het algemeen bekend is dat die gewezen cliënt systematisch beroep doet op verschil lende advocaten en in een nieuwe aangelegenheid een andere advocaat heeft aangewezen of zulks duidelijk zal doen, - een advocaat voor die gewezen cliënt slechts occasioneel is opgetreden, - die gewezen cliënt uitdrukkelijk heeft meegedeeld geen bezwaar tegen de tussenkomst van de advocaat te hebben. De advocaat moet de tweede cliënt meedelen dat hij in andere aangelegenheden voor de eerste cliënt optrad. 3 Een advocaat kan tegen een bestaande cliënt optreden indien: - het algemeen bekend is dat die cliënt systematisch beroep doet op verschillende advocaten en in een nieuwe aangelegenheid een andere advocaat neemt of zulks duidelijk zal doen, - een advocaat voor die cliënt slechts occasioneel optreedt of is opgetreden, - die cliënt uitdrukkelijk heeft meegedeeld geen bezwaar tegen de tussenkomst van de advocaat te hebben. De advocaat moet de tweede cliënt meedelen dat hij in andere aangelegenheden voor de eerste cliënt optreedt. Toelichting: Voor advocaten werkzaam binnen een associatie of een groepering, zie artikel 12. In de hypothese beschreven onder 2 (a) kan de advocaat zonder het akkoord van zijn gewezen cliënt tussenkomen indien de aangelegenheid geen nauw verband houdt met de eerdere aangelegenheid waarin de advocaat is 6 noab

tussengekomen, terwijl onder 2 (b) de advocaat kan tussenkomen indien de cliënt heeft besloten iemand anders aan te stellen en geen bezwaar te hebben tegen de tussenkomst van de eerdere advocaat. Dit neemt niet weg dat de advocaat zijn beroepsgeheim zal moeten eerbiedigen. In beide gevallen moet de advocaat de nieuwe cliënt meedelen dat de huidige tegenpartij van zijn cliënt eerder door hem is bijgestaan geweest. Commentaar: Het kan als duidelijk worden beschouwd dat een cliënt een andere advocaat zal raadplegen wanneer de advocaat bv. alleen zaken ontvangt van een ander departement van de cliënt dan het departement dat betrokken is bij de zaak die hem wordt voorgelegd. In dezelfde gedachte zal een advocaat die voor een verzekeraar aansprakelijkheidsdossiers behandelt, in andere aansprakelijkheidsgeschillen, tegen die cliënt kunnen optreden. Een voorbeeld van occasioneel optreden doet zich voor wanneer de gebruikelijke advocaat in een belangenconflict verkeert. De bedoeling van deze nuancering van de regel van belangencon flicten is onder meer de advocaat te beschermen tegen door een cliënt georganiseerde belangenconflicten, bijv. door meerdere kantoren met slechts één zaak te belasten. Het spreekt voor zich dat van deze twee uitzonderingen op de regel zeer voorzichtig gebruik moet worden gemaakt, en dat de interpretatie van de uitzondering restrictief moet zijn. nieuwe aangelegenheid toestemming geen nauw verband Artikel 6 1 Een advocaat mag in een nieuwe aangelegenheid optreden voor een partij die in een eerdere aangelegenheid die door die advocaat werd aangevat de tegenpartij van zijn cliënt is of is geweest, op voorwaarde dat hij daartoe de uitdrukkelijke toestemming van zijn cli ënt in de eerdere aangelegenheid ontving. 2 Een advocaat mag in een nieuwe aangelegenheid optreden voor een partij die in een afgesloten aangelegenheid die door de advocaat werd behandeld de tegenpartij van zijn cli ënt was, op voorwaarde dat de nieuwe aangelegenheid geen nauw verband houdt met de eerdere aangelegenheid waarin de advocaat is tussengekomen. Toelichting: De eerste paragraaf van artikel 6 doelt op de situatie waarbij de advocaat parallel twee dossiers behandelt, één voor een cliënt, een tweede voor een tegenpartij van die cliënt. Hij kan dit slechts doen indien de eerste cliënt hiermee akkoord gaat. In paragraaf 2 wordt bepaald dat de eerste cliënt geen toestemming dient te geven indien het dossier van die eerste cliënt reeds is afgesloten en de nieuwe zaak met dat dos sier geen nauw verband vertoont. In de mate het eerste dossier is afgesloten en toch een nauw verband met het nieuwe dossier vertoont, vindt 1 toepassing en kan de advocaat enkel optre den indien de eerste cliënt dit toelaat. Indien het eerste dossier met het tweede een nauw verband bestaat en het eerste dossier nog niet werd afgesloten, kan de advocaat niet voor de tweede cliënt optreden. Deze bepaling impliceert evenzeer dat wanneer tijdens de behandeling van het tweede dossier of nadat ook dat dossier is afgesloten tussen beide cliënten een geschil ontstaat, de advo caat voor geen van beide partijen kan optreden. 7

twijfel of schijn loyaal optreden verwarring vermijden Artikel 7 1 Indien in een aangelegenheid de tegenpartij van een cliënt of andere betrokken par tijen geen advocaat hebben aangesteld, is de advocaat van die cliënt verplicht die partijen er nadrukkelijk op te wijzen dat hij alleen als de raadsman van zijn eigen cliënt optreedt en moet hij elke twijfel of schijn m.b.t. een ruimere tussenkomst vermijden. 2 De advocaat moet in dgl. contacten loyaal optreden, doch levert geen juridische bij stand aan die andere partij(en) en is derhalve ten aanzien van die partijen niet tot een voor lichtings- of adviestaak gehouden. Die contacten beletten geenszins dat de advocaat ten aanzien van die partijen in rechte kan optreden en tussengekomen rechterlijke beslissingen kan laten uitvoeren. 3 Indien de advocaat die in die omstandigheden optreedt, tijdens de afwikkeling van deze aangelegenheid ook nog voor andere partijen zou tussenkomen, moet hij elke verwar ring omtrent zijn nieuwe hoedanigheid vermijden of wegnemen en deze wijziging schrifte lijk aan alle partijen meedelen. twee of meer partijen minnelijke oplossing gelijkheid schriftelijk afzien van de verdediging nauw verband Artikel 8 1 Een advocaat kan in een aangelegenheid terzelfder tijd de belangen behartigen van twee of meer partijen die tot een minnelijke oplossing wensen te komen op voorwaarde: - dat de belangen niet absoluut onverzoenbaar blijken te zijn, - en dat tussen de partijen geen enkele rechtspleging hangende is die verband houdt met de aan de advocaat opgedragen taak, tenzij die rechtspleging niet door die advocaat wordt benaarstigd, met uitzondering evenwel van de rechtspleging tot vaststelling van het bereikte akkoord. 2 De advocaat moet de partijen in die aangelegenheid op voet van volstrekte gelijkheid behandelen en op de hoogte brengen van alle gevolgen die, zowel in feite als in rechte, aan de voorgestelde oplossingen verbonden zijn. 3 De advocaat moet schriftelijk bevestigen dat hij in die aangelegenheid aanvaardt als gemeenschappelijk raadsman op te treden en de partijen duidelijk uiteenzetten op welke wijze zijn ereloon tussen hen zal worden verdeeld. 4 De advocaat kan echter de rol van gemeenschappelijk raadsman niet verder vervullen en moet afzien van de verdediging van al de hem toevertrouwde belangen in die aangelegen heid indien de verzoeningspoging niet slaagt of indien één van de partijen de aangegane verbintenissen niet naleeft. 5 De advocaat mag tegen één van de cliënten voor wie hij in die aangelegenheid is tussen gekomen, niet optreden indien dat optreden in nauw verband staat met zijn optreden als gemeenschappelijk raadsman van die cliënt en van diens tegenpartij. Toelichting: Het gemeenschappelijk verzoekschrift tot echtscheiding door onderlinge 8 noab

toestem ming is een voorbeeld van de rechtspleging tot vaststelling van het akkoord zoals bedoeld in lid 1, 2. Het hoeft geen betoog dat er een onkiese toestand ontstaat wanneer een advocaat die gewoonlijk als raadsman van een der partijen optreedt, aanvaardt in een bepaalde zaak consult te geven aan die cliënt en aan een derde. Vaak is het in dergelijk geval aangewezen niet op te tre den. verder optreden Artikel 9 1 Indien een gebruikelijke cliënt zijn advocaat in een nieuwe aangelegenheid verzoekt ook voor een partij met gelijklopende belangen op te treden en die partij aanvaardt de advocaat ook te mandateren, kan bij het aanvatten van de werkzaamheden worden afge sproken dat indien de nieuwe cliënt tijdens de afwikkeling van de aangelegenheid besluit een nieuwe raadsman aan te stellen, of indien tussen de twee cliënten een meningsverschil ontstaat, zulks niet kan beletten dat de advocaat verder voor zijn gebruikelijke cliënt blijft optreden en namens zijn gebruikelijke cliënt eventueel vorderingen tegen de gewezen tweede cliënt kan instellen. 2 Bij ontstentenis van dergelijke afspraak zal de betrokken advocaat zich van elke verdere tussenkomst onthouden indien bij het voortzetten van die tussenkomst een belangencon flict zoals bedoeld in deze titel zou voorliggen. Toelichting: Dit neemt niet weg dat de advocaat zijn beroepsgeheim zal moeten eerbiedigen. collectieve vordering lijst vrijstellingen schriftelijk toestemming Stafhouder Artikel 10 1 De Stafhouder houdt samen met de Raad van de Orde een lijst bij van advocaten die wensen op te treden als advocaat voor slachtoffers namens wie zij een collectieve vordering wensen te voeren. Advocaten worden op hun verzoek ingeschreven op deze lijst, waardoor zij geaccrediteerd worden voor collectieve vorderingen. Zij dienen ingeschreven te zijn op het Tableau of op de lijst van stagiairs van de Nederlandse Orde van Advocaten bij de balie te Brussel. 2 De Raad van de Orde mag gemotiveerd weigeren een advocaat in te schrijven op deze lijst. De beslissing van de Raad van de Orde wordt gewezen zoals in tucht. 3 De advocaat die geaccrediteerd is door opname op de lijst, mag daarvan melding maken in het kader van toegelaten publiciteit. 4 De advocaat die een collectieve vordering wenst in te stellen en die wenst te genieten van de vrijstellingen in 7 hierna dient: - ingeschreven te zijn op de lijst vermeld in 1; en - de Stafhouder hiervan voorafgaandelijk schriftelijk in kennis te stellen; en - hiervoor de toestemming van de Stafhouder te krijgen, die zich zal laten leiden door de informatie vermeld in 5 9

5 De advocaat die een collectieve vordering wenst in te stellen en die wenst te genieten van de vrijstellingen in 7 hierna verzoekt schriftelijk om de toestemming van de Stafhouder en verstrekt de stafhouder informatie omtrent (i) de haalbaarheid van de beoogde collectieve vordering, (ii) de erelonen die de advocaat wenst aan te rekenen en op welke wijze waarop hij de transparantie daarvan voor zijn cliënten zal bewerkstelligen, (iii) de beschikbaarheid van afdoende organisatorische middelen om de verschillende aspecten van de beoogde collectieve vordering te behandelen, (iv) de mogelijke publiciteit die de advocaat wenst te voeren en (v) de onafhankelijkheid waarvan de advocaat dient blijk te kunnen geven bij de verdediging van de belangen van zijn cliënten. Elk van deze punten dient getoetst te worden aan de belangen van de cliënten. 6 Na ontvangst van bovenvermelde door de advocaat overgemaakte informatie, beslist de Stafhouder op basis daarvan of de advocaat al dan niet van de vrijstellingen in 7 hierna mag genieten. Hiertoe mag de Stafhouder de advocaat uitnodigen om toelichting te verstrekken omtrent de beoogde vordering. 7 Het is aan advocaten die de toestemming van de Stafhouder zoals vermeld onder 4 tot 6 genieten, toegelaten om: - een aanzienlijk deel van hun erelonen van de uitkomst van de zaak te laten afhangen en slechts een beperkt deel van hun erelonen te doen betalen indien de uitkomst van de zaak niet succesvol is, op voorwaarde dat de advocaat kan aantonen dat hij financieel in staat is om de kosten die het voeren van de collectieve vordering redelijkerwijze met zich mee zullen brengen, op afdoende wijze te dragen; en - in afwijking van artikel 382, 2 Codex aan de hand van een gepersonaliseerd dienstenaanbod publiciteit te voeren om aan potentiële cliënten informatie te verstrekken voor een specifieke collectieve vordering, op voorwaarde dat hij de voorafgaande goedkeuring van de Stafhouder bekomen heeft voor de publiciteit die de advocaat wenst te voeren, en waarbij de Stafhouder zal waken over de waardigheid van het beroep van advocaat en het verbod misleidende publiciteit te voeren. 8 De advocaat die de toestemming van de Stafhouder volgens 2 heeft gekregen, verbindt zich ertoe de praktische aanbevelingen vervat in de handleiding hieronder in acht te nemen. 9 Bij hoogdringendheid, zoals bijvoorbeeld wanneer de advocaat dringend de toestemming volgens 4 tot 6 nodig heeft om een kortgeding of gelijkaardig geding in te stellen, voegt de advocaat een gemotiveerde aanvraag tot een dringend behandeling door de Stafhouder bij zijn verzoek volgens 4. Commentaar: Reglement goedgekeurd door de Raad van de NOAB op 18 mei 2009, met inwerkingtreding op 01.01.2010 onder de bepaling dat de Stafhouder de werking van dit reglement zal evalueren voor de derde verjaardag van zijn 10 noab

inwerkingtreding, en daarbij desgevallend aanpassingen aan dit reglement zal aanbevelen aan de Raad. De Stafhouder zal bij deze evaluatie overleg plegen met advocaten die ingeschreven zijn op de lijst vermeld in artikel 10 1. Een groepsactie (in het Engels class action) is een rechtsvordering door een relatief groot aantal slachtoffers, die als gevolg van één of een reeks met elkaar verbonden handelingen of nalatigheden van één beweerd aansprakelijke partij of een specifiek omschreven groep beweerd aansprakelijke partijen een gelijkaardig nadeel hebben geleden, en wier rechtsvordering gezamenlijk zou kunnen worden uitgeoefend om te kunnen genieten van een schaaleffect dat zowel de belangen kan dienen van de slachtoffers, als van de verweerders, als van het gerechtelijk apparaat. De groepsactie onderscheidt zich van de eenvoudige voeging van vorderingen en van gebundelde vorderingen van een aantal partijen in één enkel geding, door het feit dat zij toelaat om een klasse van slachtoffers te definiëren wiens vorderingen gezamenlijk behandeld kunnen worden, zonder dat elk individueel lid van de klasse formeel partij wordt in het geding. Groepsacties kunnen worden uitgeoefend door één partij die namens de volledige aldus gedefinieerde klasse in rechte optreedt. Met collectieve vorderingen wordt hierna gedoeld op de verschillende vorderingen ten gunste van verscheidene slachtoffers, of deze nu de vorm aannemen van gevoegde of gebundelde vorderingen, dan wel van een groepsactie. (Reglement van 18 mei 2009, Memorie van Toelichting, www.baliebrussel.be) Met "slachtoffer" wordt hier gedoeld niet enkel op een slachtoffer van een onrechtmatige daad in de zin van art 1382 B.W., maar op de meer algemene term, met name de benadeelde van een handeling of nalaten, al dan niet contractueel. Werkingsregels: - Door aansluiting bij de collectieve vordering (door terugzending van de informatiefiche), gaat de cliënt akkoord met de hierna vermelde werkingsregels ervan, en wordt de cliënt derhalve cliënt van [NAAM] (hiernagenoemd het "advocatenkantoor"). Er zal in de tekst hierna naar de cliënt worden verwezen als de "cliënt" of de "toetreder". - De rol van de collectieve vordering bestaat erin de toetreders te verenigen, dewelke over het algemeen op zichzelf niet voldoende menselijke, materiële en financiële middelen kunnen inzetten om hun rechten te verdedigen. De enige band tussen de toetreders tot een collectieve vordering is dat zij keuze hebben gemaakt om zich te laten vertegenwoordigen door het advocatenkantoor X en hun belangen gezamenlijk te laten verdedigen. Elke toetreder kan, op ieder ogenblik, het syndicaat verlaten. Een toetreder kan het syndicaat echter niet meer verlaten nadat een meerderheidstemming voor een dadingovereenkomst (zoals bepaald in paragraaf 5) heeft plaatsgevonden, en zal in dergelijk geval door deze beslissing gebonden blijven. Als een toetreder niet wenst opgenomen te worden in de procedurestukken, dient hij dit uitdrukkelijk en schriftelijk te vermelden. - Het samenbrengen van een groot aantal toetreders vergt een aanpassing van de regels die normaliter de relatie beheersen tussen een advocaat en zijn cliënten. Bijgevolg, behoudens uitzondering, zal de strategie die zal gevolgd worden voor de collectieve vordering, bepaald worden door de advocaat in permanent overleg met specifieke representatieve vertegenwoordigers van de groep cliënten, die het Begeleidingscomité vormen. - De belangrijke documenten (brieven, overeenkomsten, conclusies, ) zullen voor nazicht worden overgemaakt aan dit Begeleidingscomité. De 11

cliënten zullen regelmatig op de hoogte worden g houden van het verloop van de onderhandelingen en/of ingestelde gerechtelijke procedures waarbij het echter niet mogelijk kan zijn om hen dagelijks op de hoogte te houden van alle operationele aspecten van de evolutie van het dossier. - Indien essentiële beslissingen moeten worden genomen (zoals het sluiten van een dadingovereenkomst) zullen deze individueel worden voorgelegd aan elke cliënt. De beslissingen zullen genomen worden bij meerderheid, zodat een kleine minderheid van de cliënten niet de benaderingswijze en handelingen van een grote meerderheid zouden kunnen blokkeren. De meerderheid die bereikt moet worden is een dubbele meerderheid van 80% van (i) het aantal individuele cliënten per capita en (ii) de gezamenlijke waarde van de individuele vorderingen van alle cliënten. De cliënten aanvaarden een beslissing die zou voortvloeien uit zulke stemming met dubbele meerderheid, te aanvaarden als bindend voor elk van hen individueel. - Ten einde de kosten en erelonen verbonden aan de tussenkomst van het kantoor X in dit dossier te dekken, zullen provisies proportioneel met het belang van iedere cliënt worden gevraagd. Dit is billijk in die mate dat iedere cliënt derhalve tussenkomt in de kosten in verhouding tot zijn belang. Rekening houdend met de geleverde diensten in het kader van complexe geschillen, kan een bijkomende provisie in de toekomst gevraagd worden. De eventuele gerechtskosten, die de rechtsplegingsvergoeding omvatten, zullen tevens op deze basis aangerekend worden. - De eindhonoraria zullen rekening houden met het bekomen resultaat ten belope van X % van de verkregen [schadeloosstelling], inclusief de reeds betaalde provisie(s), m.a.w. [voorbeeld ter verduidelijking]. - De cliënt doet woonstkeuze op het adres van het advocatenkantoor voor de volledige duur van zijn mandaat aan het advocatenkantoor. I.h.b. verbindt de cliënt zich ertoe om de woonstkeuze op het advocatenkantoor te behouden teneinde de betekening van een mogelijk rechtsmiddel tegen een gerechtelijke uitspraak op de gekozen woonplaats mogelijk te maken, aangezien dit de rechtsbedeling ten goede komt. niet op te treden de beide partijen ereloon Artikel 11 Wanneer de partijen, alhoewel er tussen hen een fundamenteel akkoord bestaat ingevolge de techniek van de rechtspleging, zelf als tegenstander tegenover elkaar staan, mag de advocaat niet aanvaarden op te treden als advocaat van de beide partijen, zelfs niet als die er zouden mee instemmen. Hij zal zorgvuldig alle dubbelzinnigheid vermijden en de partij wiens belangen hij niet verdedigt, verzoeken een eigen raadsman te kiezen. Zijn ereloon zal uitsluitend betaald worden door de partij voor wie hij als raadsman optreedt. Toelichting: Bij wijze van voorbeeld kan worden gedacht aan de revindicatievordering ingesteld bij de beslagrechter, waarbij de advocaat de raadsman is van de beslagene en naderhand wordt geconsulteerd door de (samenwonende) revindicant. associatie groepering belangen conflict netwerk Artikel 12 1 Advocaten werkzaam binnen een associatie of een groepering zullen er zich van ont houden als advocaat op te treden indien een ander advocaat binnen diezelfde associatie of groepering zich op grond van de bepalingen van deze afdeling van die tussenkomst zou moeten onthouden. 12 noab

2 Een advocaat werkzaam in een associatie of groepering kan optreden tegen een partij die bijgestaan wordt door een advocaat die werkzaam is in een andere associatie of groepe ring, zelfs indien een andere advocaat werkzaam in de associatie of groepering van de eer ste advocaat eerder werkzaam was in de associatie of groepering waarin de advocaat van de tegenpartij werkzaam is. 3 Advocaten die werkzaam worden in een associatie of groepering moeten er zich van onthouden verder in een aangelegenheid tussen te komen indien hun verdere tussenkomst tot het bestaan van een belangenconflict in de zin van deze afdeling leidt. 4 Deze regels zijn niet van toepassing op de leden van een netwerk tenzij dit bij cliën ten de indruk wekt als één kantoor op te treden. Toelichting: Advocaten blijven niet voor eeuwig in een samenwerkingsverband werkzaam. Het vertrek uit een samenwerkingsverband kan tot belangenconflicten in het samenwerkingsverband waarin een advocaat werkzaam wordt, leiden. Bij beslissing van de raad van 22 juni 2009 werd art. 12 3 (voormalig art. 8 2) gewijzigd. De nieuwe regeling voorziet in een strengere beoordeling ten aanzien van het belangenconflict. Het is niet langer zo dat het belangenconflict ophoudt omdat één van de betrokken advocaten zich onthoudt verder in een welbepaalde zaak op te treden. Het is de advocaat die werkzaam wordt in een associatie of een samenwerkingsverband niet toegestaan verder op te treden in elke zaak waar er een belangenconflict ontstaat. afwijkingen Artikel 13 De Stafhouder kan afwijkingen op voormelde regels toestaan indien blijkt dat de toepas sing ervan, hetzij tot een oneigenlijk gebruik van voormelde regels zou leiden, hetzij de cliënt van de advocaat die zich principieel zou dienen te onthouden, dan wel terug te trekken, op onbillijke wijze zou schaden. Toelichting: Regelmatig worden de regels m.b.t. belangenconflicten om louter tactische redenen ingeroepen, bv. om een bedreven advocaat te beletten tussen te komen of nog verder op te tre den. In dergelijke gevallen wordt het beweerd belangenconflict vaak zeer laat ingeroepen (bv. kort voor een zitting of na tijdrovend studiewerk), dan wel door een derde partij ingeroepen die in se door het optreden van een bepaald advocaat niet rechtstreeks wordt gegriefd. Het kan ook gebeuren dat een partij zijn tegenpartij enkel op extra kosten wenst te jagen door hem vaak in een vergevorderd stadium te dwingen een nieuwe raadsman te kiezen, om aldus een voor sprong op die nieuwe raadsman te kunnen boeken (die het dossier niet even grondig kent). Dgl. misbruiken moet de Stafhouder kunnen beletten. Anderzijds zijn situaties denkbaar waar de advocaat, door zich aan de regels van deze afdeling te houden, toch bij zijn cliënt hevige reacties zou kunnen opwekken door in zeer persoongebonden dossiers een samenwerking met een advocaat van een te- 13

genpartij aan te knopen, zonder dat ook de advocaat van die tegenpartij zich uit het dossier terugtrekt. Men denke hierbij bijvoorbeeld aan twee advocaten die, in persoongebonden dossiers zware emotionele procedures voeren en besluiten hun activiteiten voortaan samen te ontwikkelen. In dergelijke specifieke gevallen waar de persoonlijke emoties hoog kunnen oplopen, kan de Stafhouder oordelen dat best geen van beide advocaten nog verder optreedt. Verder belet niets dat een advocaat preventief het standpunt van zijn Stafhouder inwint teneinde een voorgenomen tussenkomst in een aangelegenheid aan de regels van deze afdeling te toetsen. afdeling 3 Contacten van de advocaat met getuigen onafhankelijkheid getuigen essentiële punten Artikel 14 1 Het streven naar de waarheid en de eerbied voor de onafhankelijkheid van diegenen die bij dit streven betrokken zijn, verplichten de advocaat ertoe alle sturende contacten te vermijden met de personen, andere dan deskundigen, die moeten getuigen in een zaak waarmede hij belast is. Zo richt hij aan de getuigen geen brieven die als een bedreiging of een dwangmiddel kunnen worden aangezien. 2 De advocaat moet eveneens vermijden briefwisseling te voeren of een onderhoud te hebben met de getuigen die zullen gehoord worden in de hem toevertrouwde zaken. Hij mag er niet van verdacht worden te hebben gepoogd hun getuigenis te beïnvloeden. 3 Nochtans kan aanvaard worden dat een advocaat een brief richt tot de getuige om hem uit te nodigen op het getuigenverhoor, maar deze moet strikt beperkt blijven tot de essentiële punten van de aan de getuigen door de gerechtsdeurwaarder gedane aanzegging, d.w.z. de voornaamste uittreksels uit het vonnis dat het getuigenverhoor beveelt en de uitnodiging om als getuige te verschijnen. De advocaat moet zich nauwgezet onthouden van elke andere appreciatie. Artikel 15 De voormelde regels gelden niet wanneer de advocaat door een toekomstige burgerlijke partij geraadpleegd wordt, of wanneer hij geraadpleegd wordt door een getuige voor diens getuigenis; in dat geval gaat het om een bijzonder geval van betrekkingen tussen de advocaat en de cliënt, en blijft de vrijheid van raadpleging volledig. De advocaat zal er zich in dat geval ten stelligste van onthouden de getuigenis van zijn cliënt te beïnvloeden. Artikel 16 1 De voormelde regels zijn niet van toepassing op arbitrages of op buitenlandse gerechtelijke rechtsplegingen waarbij dergelijke contacten toegelaten zijn krachtens hun eigen procedureregels. (Goedgekeurd door de Raad van de Orde in vergadering van 21 maart 2011) 2 In zijn contacten met de getuige zal de advocaat in alle omstandigheden blijk geven van voorzichtigheid, kiesheid en rechtschapenheid. Hij zal er zich strikt van onthouden de getuige te beïnvloeden of hem aan te zetten af te wijken van de waarheid. 14 noab