Komende week starten wij alweer aan kern 11 van Veilig Leren Lezen. U zult zien dat er in deze kern veel terugkomt wat er in kern 10 is aangeboden. In deze kern staan de volgende onderwerpen (weer) centraal: Open- en gesloten lettergrepen lezen De kinderen hebben tot op heden altijd geleerd dat als zij een a zien staan, ze deze ook als een korte klank uitspreken. En de aa wordt als een lange klank uitgesproken. In kern 10 leren de kinderen dat een letter uit de korte klankenstraat niet altijd meer als een korte klank wordt uitgesproken. Wij spreken hier van de open- en gesloten lettergrepen. Hier gaan wij in kern 11 op door. lettergreep: mo len. molen -> de o wordt uitgesproken als oo. Dit noemen wij een woord met een open mollen -> de o wordt uitgesproken als o. Dit noemen wij een woord met een woord met een gesloten lettergreep: mol len. Bij dit onderdeel gaat het puur om het juist lezen van deze woorden. Het correct schrijven komt in groep vier nog uitgebreid aan bod. antwoorden formuleren De kinderen leren om een stukje tekst kritisch te lezen en hier informatie uit te halen.
Begrijpend lezen Ook in kern 11 wordt er weer veel aandacht besteed aan begrijpend lezen. De kinderen lezen korte stukjes tekst en maken hier vragen over. Bij een pictogram met een bril weten de kinderen dat het antwoord letterlijk in de tekst terug is te lezen. En bij een gedachtewolkje moet er logisch worden nagedacht om tot een antwoord te komen. En staat dit dus niet letterlijk in de tekst. Beredeneren De kinderen leren om een kort verhaaltje in de goede volgorde te zetten. Om tot deze oplossing te komen moeten ze kritisch lezen en bedenken of de gelezen zin wel een logische eerste zin of vervolg is. De focus ligt hierbij op bepaalde woorden in een zin. Hieronder een voorbeeld hoe we de kinderen leren te beredeneren: Kneed tot de klei zacht is. Koop eerst een brood klei. Snijd er een stuk af. Nu kun je een beeldje maken. Zou de eerste zin misschien kunnen zijn, maar we lezen eerst verder. Het woordje eerst geeft hier belangrijke informatie. Waar moet ik een stuk van af snijden? Dat moet ik dus eerst weten. Wanneer kan ik het beeldje maken? Wat moet ik dus daarvoor gedaan hebben? In de lege vakjes wordt door middel van de cijfers 1, 2, 3 en 4 de volgorde ingevuld.
Samenstellingen Ook in deze kern werken de kinderen weer met samenstellingen: het samenvoegen van twee losse woorden tot één lang woord. Parafraseren De kinderen leren de relatie tussen zinnen waarin dezelfde inhoud met andere woorden wordt weergegeven. Bijvoorbeeld: Mijn tante geeft mij een jurk en Ik krijg een jurk van mijn tante. Dit is voor alle kinderen een lastige opgave, zeker voor kinderen die het Nederlands niet als moedertaal hebben.
Dictee In het eerste half jaar van groep drie hebben de kinderen bij het dictee vooral veel klankzuivere woorden gehad bij het dictee. Dit houdt in dat je het woord net zo schrijft als je het hoort. In het tweede en laatste gedeelte van groep drie oefenen we vooral met niet klankzuivere woorden. Zo oefenen wij woorden waar de volgende moeilijkheden aan bod komen: woorden die eindigen op -eer, -oor, -eur (veer, hoor, kleur); woorden die eindigen op -aai, -ooi, -oei (draai, hooi, groei); woorden met de spellingpatronen sch-, -ch, -cht (schip, toch, lacht); woorden met eind-d of eind-b (hoed, heb); woorden met de f- en de v- woorden met ei of de ij en au of ou (klein, fijn, gauw, bouw); woorden die eindigen op ng en nk (bang, bank); woorden die eindigen op -lk, -rk, -rf, -lf, -lm, -rm of -lp (kerk, melk, arm, tulp); de open a, e, i, o en u in tweelettergrepige woorden (water, eten, liter, lopen, ruzie). woorden met de mkmmm, mmkmm of mmmkm structuur (markt, smeert, spreek) m= medeklinker k= klinker woorden die uit twee woorden bestaan, samenstellingen (klimrek, verfdoos) Woorden op lijk, -ig, -ing Er zal veel geoefend worden met woorden die eindigen op lijk, -ig en ing.
Kleefletters Bij woorden met kleefletter kunt u denken aan woorden met de volgende lettercombinaties: -lk, -rk, -rf, -lf, -lm, -rm of -lp (kerk, melk, arm, tulpen). Bijvoorbeeld: je hoort meluk maar je schrijft melk. Deze letters kleven aan elkaar. Zin bij een plaatje schrijven De kinderen leren zelf een zin te bedenken en goed op te schrijven aan de hand van een plaatje.
Het zonschrift De kinderen die in het zonschrift werken zullen in deze kern ook veel opdrachten maken die vergelijkbaar zijn met de opdrachten die hier boven staan begrepen. Tevens zullen deze leerlingen werken met verbuigingen van werkwoorden. Bij de begrijpend lezen opdrachten zijn er bijna alleen maar denkvragen zijn. Letterkijk antwoorden in de tekst terug kunnen lezen komen nog maar nauwelijks voor. Ook leren de kinderen rebussen op te lossen in deze kern. Mocht u nog vragen hebben naar aanleiding van deze informatie dan horen wij het graag.