2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

S A M E N V A T T I N G

2 Arbeidstijdenwet: hoofdlijnen en ontwikkelingen

Arbeidstijdenbesluit. Arbeidstijdenbesluit Verpleging en verzorging

Hoofdkantoor. 7 juni / Evaluatie vereenvoudigde Arbeidstijdenwet Geachte dames en heren,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VERANDERENDE ARBEIDSTIJDEN? Evaluatie van de Arbeidstijdenwet 2007

Checklist Arbeidstijdenwet

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Een werknemer mag maximaal 12 uur per dienst werken. Per week mag hij maximaal 60 uur werken.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Landelijke arbeidstijden regeling Politie 2017

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ons kenmerk AI/CK/Amav-H/ 01/7811/8481. Datum 19 maart 2001

Bekijk de nieuwe rij- en rusttijden voor taxichauffeurs

Notitie Arbeidstijden Uitvaartbranche

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

0 2 JULI De Voorzitter van de Sociaal-Economische Raad Postbus LK Den Haag

Datum 23 januari 2018 Betreft Kamervraag/vragen van het lid Özütok over werkdruk van buschauffeurs

Huidige wettelijke regeling en kabinetsvoorstellen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Arbeidstijdenwet wordt als volgt gewijzigd:

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Overzicht normen Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit 2007

Vereenvoudiging Arbeidstijdenwet

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage AV/WTZ/2002/13517

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 13 april 2015 Betreft Kamervraag/vragen van de leden Kerstens en Van Dekken (beiden PvdA)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 30 november 2015 Betreft Antwoorden Kamervragen van de leden Kerstens en Van Dekken (PVDA)

1. Inleiding 2513AA22XA

Het Arbeidstijdenbesluit: uitzonderingen op de ATW

De brandweervrijwilliger en de Arbeidstijdenwet VNG februari 2010

De Landelijke Arbeidstijdenregeling (LAR) En de rol van de ondernemingsraden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage AV/A&M/2001/60552

Werk en rusttijden. Wat regelt de Arbeidstijdenwet? Wat regelt de CAO GHZ? Wat regel je met de werkgever? CNV Vakcentrale

Arbeids- en rusttijden voor artsen en arts-assistenten

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Flexibiliteit binnen grenzen. Platformstudiedag 2017

Datum 20 juni 2018 Betreft Kamervragen van de leden Alkaya en Van Kent over minimumloon Sandd

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

1.1 Over arbeidsverhoudingen en belangen, over politiek en praktijk

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

DE ARBEIDSTIJDENWET. in 2003

Datum 22 januari 2019 Betreft Kamervraag/vragen van de leden Jasper van Dijk (SP) en Gijs van Dijk (PvdA)

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Lichtenvoorde Werktijdenregeling Nieuwe Stijl 2015

Voor de hierboven genoemde overtredingen wordt een boeterapport opgemaakt.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Wijzigingsvoorstellen NVZ

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Kamervragen van de leden Karabulut en Jansen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Overzicht Normen Arbeidstijdenwet (Atw) en Arbeidstijdenbesluit (Atb)

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Hoe hou je Werk en Privé in Balans?

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A Den Haag AV/A&M/2001/45451

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

1.1 Het initiatiefwetsvoorstel-schaper De toenemende maatschappelijke onrust 17

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Wilders (VVD) over terugloop ledenaantal FNV.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Op dinsdag 8 april 2014, omstreeks uur waren wij op een locatie, gelegen aan de Balkengracht 3 te Assen.

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Handleiding arbeidstijdenwet AIOS s van het azm

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

B. In te dienen beleidsstukken

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Gemeenten gaan de afgelopen jaren steeds vaker over tot omvorming van hun peuterspeelzalen naar kinderopvang. In die gemeenten worden

Datum 6 april 2018 Betreft Toezicht en handhaving in de kinderopvang - onderzoeken van de Inspectie van het Onderwijs

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

AV/PB/04/ Datum 3 mei 2004

In de maand september heeft FNV Metaal onderzoek gedaan naar de praktijk en de ervaringen met werktijden in de branche..

2513AA22. Stimulansz - Regelingen en voorzieningen De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

Decentrale vaststelling werktijden (de kanteling)

Datum 24 maart 2015 Betreft Kamervragen van het lid Schouten over naleving van de beslagvrije voet door schuldeisers

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T 070 333 44 44 F 070 333 40 33 www.rijksoverheid.nl Contactpersoon 30 maart 2012 Betreft Evaluatie vereenvoudigde Arbeidstijdenwet/kabinetsreactie Hierbij doe ik u toekomen het eindrapport en het kabinetsstandpunt naar aanleiding van de evaluatie van de vereenvoudigde Arbeidstijdenwet 2007 1. Bijlagen Evaluatierapport vereenvoudigde Arbeidstijdenwet Kabinetsstandpunt De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.G.J. Kamp 1 Rijksoverheid.nl/onderwerpen/werktijden/documenten en publicaties (kamerstukken). Pagina 1 van 7

Kabinetsreactie evaluatie vereenvoudigde ATW (2007) 1. Aanleiding In het kader van het Actieprogramma vereenvoudiging SZW-regelgeving is op 1 april 2007 de vereenvoudigde Arbeidstijdenwet (ATW) van kracht geworden. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel is op verzoek van uw Kamer een evaluatie van de effecten van de voorgestelde wijzigingen 3 jaar na inwerkingtreding toegezegd 2. Overleg met sociale partners heeft mijn ambtsvoorganger tot de conclusie gebracht dat 3 jaar na inwerkingtreding te kort is om effecten van de wijzigingen op de werkvloer te kunnen verwachten. Dit niet in de laatste plaats omdat verschillende sectoren op grond van een overgangsbepaling nog tot 1 april 2008 hebben kunnen doorwerken op basis van de oude normen. Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer geïnformeerd 3 dat hij om deze reden heeft besloten de wijzigingen van de ATW te zullen evalueren na de gebruikelijke periode van 5 jaar na inwerkingtreding, dat wil zeggen per 1 april 2012. Hiermee is uw Kamer akkoord gegaan. Met bijgaand evaluatieonderzoek vereenvoudigde ATW (2007) voldoe ik aan deze evaluatieverplichting. 2. Uitgangspunten vereenvoudigde ATW en wetsevaluatie De minimumvoorschriften voor arbeids- en rusttijden zijn opgenomen in de ATW. De ATW voorziet in de mogelijkheid om van deze normen af te wijken voor arbeid in bepaalde sectoren of arbeid in bepaalde omstandigheden. De overheid stelt minimumvoorschriften voor arbeidsen rusttijden vanuit twee beweegredenen. Ten eerste ter bescherming van de veiligheid, gezondheid en het welzijn van de werknemer en ten tweede ter vergemakkelijking van de combinatie van werk en privé. De minimumvoorschriften bieden niet alleen bescherming aan de werknemer, maar grijpen ook in op de bedrijfsvoering van ondernemingen en instellingen en bepalen de mate waarin werkgevers en werknemers zelf verantwoordelijk kunnen zijn voor arbeids- en rusttijden. De ATW is per 1 april 2007 vereenvoudigd met als motto: minder regels en meer verantwoordelijkheid voor burgers en bedrijven. Minder regels rond arbeids- en rusttijden biedt meer mogelijkheden voor bedrijven om de arbeidspatronen af te stemmen op de situatie binnen het bedrijf waardoor sneller kan worden ingespeeld op wijzigende omstandigheden in de sector of de onderneming. Tevens biedt de vereenvoudiging ruimte voor werknemers om tot een betere afstemming tussen werk en privé te kunnen komen. Meer ruimte voor maatwerk dus, maar ook meer verantwoordelijkheid, om de gegeven ruimte op een verantwoordelijke manier in te vullen. 2 Handelingen TK 2005-2006, nr. 103, pag. 6325 3 Kamerstukken II, 30 532, nr. 27 Pagina 2 van 7

3. Belangrijkste wetswijzigingen in 2007 Om werkgevers en werknemers op individueel niveau meer ruimte te bieden om binnen de door de wet gestelde normen met elkaar maatwerkafspraken over arbeids- en rusttijden te maken, is de ATW langs twee onderling gerelateerde wegen vereenvoudigd. De belangrijkste vereenvoudiging is de vervanging van het dubbele normenstel door een stelsel met een enkelvoudige norm 4. Dit maakt het mogelijk dat op ondernemingsniveau gebruik kan worden gemaakt van de ruimste normen zonder dat daarvoor eerst een collectieve regeling (cao of bedrijfsakkoord) tussen de betrokken sociale partners tot stand is gekomen. Tevens is het aantal normen verminderd en zijn normen verruimd 5. Het vereenvoudigde normstelsel is gebaseerd op een unaniem SER-advies uit 2005 6 en sluit aan op datgene wat internationaal als basisbescherming voor werknemers is afgesproken. In 2011 heb ik laten onderzoeken in welke mate de wetswijzigingen invloed hebben gehad op afspraken over arbeids- en rusttijden op cao- en bedrijfsniveau en op arbeidspatronen (zie bijlage voor opzet evaluatieonderzoek). 4. Conclusies op hoofdlijnen van de wetsevaluatie Het evaluatieonderzoek wijst uit dat werkgevers en werknemers in het algemeen tevreden zijn over de ruimte die de vereenvoudigde ATW biedt voor het maken van maatwerkafspraken. De cao is een belangrijk instrument waar het gaat om het maken van afspraken op het terrein van arbeidsvoorwaarden waarvan arbeids- en rusttijden een onderdeel uitmaken. Sinds de wetswijziging is het onderwerp arbeidstijden bij caoonderhandelingen vaker op de agenda geplaatst. Aangezien de afspraken over arbeids- en rusttijden in cao s meestal minder ver gaan dan de uiterste grenzen van de ATW, is het doorgaans de werkgeverspartij die het onderwerp agendeert en is haar inzet verruiming. Met name in cao s waarbij bedrijven zijn aangesloten die te maken hebben met sterke fluctuaties in de vraag naar producten of diensten en die behoefte hebben aan een flexibele inzet van personeel, is gebruik gemaakt van de uiterste grenzen van de nieuwe ATW. In de overige gevallen blijkt het resultaat bij cao-onderhandelingen doorgaans neer te komen op een herbevestiging van eerdere cao- afspraken, afspraken dus die in het algemeen minder ver gaan dan de ruimte die de ATW biedt. Daar waar het overleg heeft geleid tot verruimingen waren deze in de meeste gevallen ook mogelijk 4 T.a.v. het maximum aantal nachtdiensten, het maximum aantal achtereenvolgende diensten in reeks met nachtdiensten, het minimum aantal vrije zondagen per jaar, de minimum pauze en de maximum arbeidstijd per 4 weken geldt nog een dubbele norm. D.w.z. bij collectieve regeling kan gebruik worden gemaakt van een ruimere norm. 5 Wekelijkse rust, pauzeregeling, arbeid op zondag, arbeidstijd per dienst, per week, per 4 weken en per 16 weken, nachtarbeid en consignatie. 6 SER-advies Vereenvoudiging Arbeidstijdenwet, publicatienr. 05/03, Den Haag 2005 Pagina 3 van 7

geweest onder de oude wetgeving. Of de wetswijziging hiervoor de directe aanleiding is geweest is op basis van het evaluatieonderzoek niet te zeggen. Ook uit het onderzoek onder bedrijven blijkt dat zowel van werkgeversals van werknemerszijde beperkte behoefte bestaat om de grenzen van de ATW op te zoeken en om bestaande bedrijfsafspraken te wijzigen. Het uiteindelijke effect van de vereenvoudigde ATW op zowel cao- en bedrijfsafspraken als arbeidspatronen vijf jaar na inwerkingtreding is dan ook beperkt. Gezien de toenemende behoefte van werkgevers aan flexibilisering van werktijden om in te spelen op uitbreiding of vermindering van de productievraag en de klantbehoeften, is het mogelijk dat in de komende jaren de gewijzigde ATW verder zal doorwerken op cao- en bedrijfsafspraken en roosters. Werkgevers hebben in het evaluatieonderzoek te kennen gegeven in een nieuwe onderhandelingsronde op verruiming te zullen inzetten. In ongeveer 10% van de cao s in Nederland is aantoonbaar gebruik gemaakt van de extra ruimte die de nieuwe ATW biedt, d.w.z. deze cao s bevatten één of meer bepalingen die onder de oude ATW niet mogelijk waren geweest. In sommige gevallen is de toepassing van die ruimte door een bedrijf aan voorwaarden gebonden, bijvoorbeeld die van instemming door het medezeggenschapsorgaan. Omgekeerd zijn er ook cao s waarin op het gebied van arbeidstijden weinig is geregeld, zowel voor als na 2007. Ook deze cao s bieden daarmee theoretisch de mogelijkheid om op bepaalde onderdelen de ruimte van de wet volledig te benutten. Uiteraard geldt dit eveneens voor bedrijven die niet aangesloten zijn bij een cao. De reden dat dit laatste doorgaans toch niet gebeurt is gelegen in het feit dat, naast de mogelijkheden van de cao, ook factoren als het productieproces en bestaande afspraken tussen werkgever en werknemers in hoge mate bepalen in welk arbeidspatroon er gewerkt wordt. Algemeen kan gesteld worden dat de ruimte die een cao- of de afwezigheid ervan - biedt doorgaans niet 1 op 1 in de bedrijfsregeling wordt overgenomen. Het percentage bedrijven dat bepalingen in bedrijfsafspraken opneemt en/of doorvoert in arbeidspatronen, die onder de oude wet niet mogelijk waren geweest, wordt geschat op 1 à 2 procent. Bij veranderingen in bedrijfsafspraken over arbeids- en rusttijden speelt de ondernemingsraad bijna altijd een rol. Uit het onderzoek blijkt dat de opstelling van de ondernemingsraad en de invulling die deze geeft aan zijn taken op het gebied van arbeids- en rusttijden, vergelijkbaar is met de situatie van voor de wetswijziging. Uit het onderzoek blijkt niet dat zijn positie als overlegpartner op bedrijfsniveau onder druk is komen te staan. Pagina 4 van 7

Verder blijkt dat - hoewel partijen het er in het algemeen over eens zijn dat door de wijzigingen de ATW inderdaad is vereenvoudigd - de ATW nog steeds ingewikkelde materie is en de kennis van de ATW in het algemeen en de wijzigingen in het bijzonder, bij bedrijven niet altijd optimaal is. Zo wijzen werkgeverspartijen op de complexiteit van de regels rondom nachtarbeid. Daar waar werkgeverspartijen wijzen op de complexiteit van de regels, beoordelen de werknemerspartijen sommige regels, zoals die bij nachtarbeid, vooral als te ruim, hetgeen volgens deze partijen ongewenste situaties kan opleveren. De vakbeweging vreest de gevolgen van het verlies aan zeggenschap, omdat daardoor de uiterste grenzen van de wet makkelijker door de werkgever toegepast kunnen worden. Het onderzoek wijst echter uit dat de uiterste grenzen beperkt worden overgenomen in zowel cao- en bedrijfsafspraken als arbeidspatronen. Dit impliceert dat in het overleg tussen werkgevers en werknemers de balans in zeggenschap ongewijzigd is gebleven. 5. Beleidsimplicaties In de uitkomsten van het evaluatieonderzoek ziet het kabinet vooralsnog geen aanleiding tot (her)aanpassingen van de normeringen en/of de systematiek van de wet. Het doel van de vereenvoudiging was werkgevers en werknemers meer ruimte te geven om in gezamenlijk overleg en op een verantwoordelijke wijze tot maatwerkafspraken over arbeidstijden te komen. Het evaluatieonderzoek wijst uit dat werkgevers en werknemers doorgaans van mening zijn dat de vereenvoudigde ATW voldoende ruimte biedt voor maatwerkafspraken. De wetswijziging heeft in cao s en in bedrijven in de praktijk nog weinig gevolgen voor afspraken over arbeids- en rusttijden en roosters. Het vergrote ATW-kader wordt vooral daar toegepast waar het vanuit de aard van de werkzaamheden relevant is. Incidenteel en in specifieke sectoren kan er sprake zijn van knelpunten met de ATW. Het evaluatieonderzoek, dat er op gericht was een algemeen beeld te krijgen en aantoont dat de ATW in het algemeen voldoende ruimte biedt, sluit dat niet uit. Voor dergelijke sectorspecifieke knelpunten is aanpassing van de algemene normering van de ATW echter niet noodzakelijk. Voor dergelijke gevallen biedt de ATW, uiteraard binnen de kaders van de Europese regelgeving, de mogelijkheid afwijkende normen te stellen via het Arbeidstijdenbesluit. Dit gebeurt naar aanleiding van verzoeken vanuit de desbetreffende sector. Bij de beoordeling van dergelijke verzoeken is de mening van werkgevers- en werknemerspartijen in de sector van belang. Gezien de ervaren complexiteit van de materie en het gegeven dat de kennis over de ATW binnen bedrijven niet optimaal is, zal ik in overleg Pagina 5 van 7

met sociale partners bezien hoe op een evenwichtige wijze de kennis over de regelgeving over arbeids- en rusttijden vergroot kan worden. Conform het SER-advies van 2005 is de handhaving van een aantal normen 7 verschoven van het publiekrechtelijke naar het civielrechtelijke domein. Het ontbreken van publiekrechtelijke handhaving van de pauzebepaling door de Inspectie SZW ervaren werknemerspartijen als een miskenning van het belang van de pauze, terwijl het houden van pauze ook een gezondheidskundig aspect heeft. Uit het evaluatieonderzoek is in het algemeen echter niet gebleken dat de verschuiving naar het civielrechtelijke domein tot knelpunten heeft geleid. Met betrekking tot het publiekrechtelijke toezicht op de naleving van de ATW zal de aandacht van de Inspectie SZW naar die branches en situaties blijven uitgaan, waar structureel te lang wordt gewerkt of waar de noodzakelijke rusttijden te kort schieten of ontbreken. Het zwaartepunt ligt bij situaties die gepaard gaan met onregelmatige arbeidstijden en gevaarlijke of fysiek zware arbeid. Door het onderzoeken van klachten en tips van werknemers en vakorganisaties, is gewaarborgd dat mogelijke ernstige overtredingen van wettelijk voorgeschreven arbeids- en rusttijden in bedrijven en branches waar arbeids- en rusttijden geen inspectieonderwerp is, eveneens aandacht van de Inspectie SZW krijgen. Ter verdere verscherping van de handhaving van de ATW worden in het kader van de fraudeaanpak 8 de boetenormbedragen verhoogd en preventieve instrumenten geïntroduceerd om herhaling van overtredingen te voorkomen. Europese sociale partners zijn in 2011 gesprekken gestart gericht op vervanging van de huidige EU-richtlijn over arbeidstijden. Mochten deze gesprekken leiden tot een overeenkomst over arbeidstijden, dan zal opnieuw worden bezien of de ATW aanpassing behoeft. 7 I.c. bepalingen m.b.t. het minimum aantal vrije zondagen per jaar, de maximum arbeidstijd per 4 weken en de pauze. 8 Kamerstukken II, 17050, nr. 403 Pagina 6 van 7

Bijlage Evaluatieonderzoek Het bureau Regioplan heeft onderzocht in welke mate de wetswijzigingen invloed hebben gehad op afspraken over arbeids- en rusttijden (op caoen bedrijfsniveau) en op arbeidspatronen. Dit evaluatieonderzoek bestaat uit de volgende deelonderzoeken: interviews met arbeidstijdenexperts een cao-onderzoek naar de achtergronden van de totstandkoming van de arbeidstijdenparagraaf een onderzoek onder bedrijven Gezien de vele andere factoren die van invloed zijn op de uiteindelijke vormgeving van arbeids- en rusttijden binnen arbeidsorganisaties, is gekozen voor een overwegend kwalitatieve onderzoeksbenadering, d.w.z. persoonlijke interviews met direct betrokken partijen: werkgevers, werknemersvertegenwoordigers, cao partijen en arbeidstijdenexperts. Getracht is cao s en bedrijven te onderzoeken waarbij arbeids- en rusttijden een pregnant onderwerp zijn en waar naar verwachting veranderingen hebben plaatsgevonden naar aanleiding van de wetswijziging. Ten behoeve van het evaluatieonderzoek heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een cao-onderzoek uitgevoerd waarbij van cao s geldig in 2009 de bepalingen over arbeids- en rusttijden zijn vergeleken met betreffende bepalingen van dezelfde cao s geldig in 2003, dus van vóór de wetswijziging. Pagina 7 van 7