Trechterborst
Inleiding In deze brochure vindt u informatie over de klachten en verschijnselen van een trechterborst. Ook de gang van zaken rondom een hersteloperatie van een trechterborst wordt beschreven. Wat is een trechterborst Een trechterborst (Pectus Excavatum) is een groeistoornis waarbij het kraakbeen van de ribben ervoor zorgt dat het borstbeen naar achteren wordt gedrukt. De borstwand kan asymmetrisch zijn en het borstbeen iets gedraaid. Men denkt dat het overmatig groeien van het kraakbeen van de ribben de oorzaak is van de vergroeiing. De vergroeiing kan sterk variëren; bij sommigen mensen is het duidelijk te zien, bij anderen nauwelijks. De vervorming is vaak al te zien bij de geboorte maar in periodes van sterke groei wordt het vaak meer zichtbaar. Het hart en de longen kunnen zich normaal ontwikkelen. Bij een leeftijd van 18 jaar zal het borstbeen niet meer veel veranderen. Mogelijke gevolgen Ondanks dat het hart en de longen zich normaal kunnen ontwikkelen klagen mensen met de deze aandoening vaak over een slecht uithoudingsvermogen en/of kortademigheid. De bewegingsvrijheid van het hart en de longen veroorzaakt dit. Voorbereiding op de operatie Indien u besluit een operatie te ondergaan wordt er soms (afhankelijk van uw klachten) vóór de operatie een aantal onderzoeken gedaan zoals: Röntgenonderzoek van de borstkas om de trechterborst in beeld te brengen. Bloedonderzoek gebeurt altijd. Longfunctieonderzoek afhankelijk van de klachten. ECG (hartfilm) afhankelijk van de klachten. De operatie Er bestaan verschillende typen operaties waarbij de vorm van de borstwand gecorrigeerd wordt. Hieronder worden de twee meest gangbare operaties beschreven. Voor welke operatie u in aanmerking komt is afhankelijk van uw persoonlijke situatie. De chirurg bespreekt dit met u. p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2
Nuss bar Het is een techniek waarbij een (soms twee) gebogen, op maat gemaakte, metalen strip (pectus bar) de borst wordt ingebracht. De strip gaat achter de ribben en het borstbeen door om zo het borstbeen in de correcte vorm te dwingen. De op maat gemaakte strip blijft twee tot vier jaar zitten, en kan dan worden verwijderd. De ingreep duurt in totaal ongeveer drie kwartier. Omdat de longholte wordt geopend, wordt er aan de rechterkant een drain achtergelaten om het dichtklappen van de long te voorkomen. Ravitch Bij de methode Ravitch wordt de huid van de borst in de middenlijn ingesneden. Aan beide kanten wordt de grote borstspier losgemaakt van de borstwand, waarna al het vervormde ribkraakbeen verwijderd wordt. Het borstbeen wordt gedeeltelijk losgemaakt en in een goede stand geplaatst. Soms is het nodig om staven of ander materiaal te gebruiken, zodat de het borstbeen op zijn plaats blijft. Als er staven zijn gebruikt kunnen die na twee tot vier jaar worden verwijderd. Als de longholtes geopend moeten worden, zullen daarin drains worden achtergelaten om het dichtklappen van de longen te voorkomen. Verder worden er onder de spieren twee kleine drains achtergelaten om het wondvocht af te voeren. De huid wordt gesloten met oplosbare hechtingen die dus niet verwijderd hoeven te worden. De operatie duurt ongeveer drie uur. Na de operatie Hieronder volgt een schema dat u kunt gebruiken als leidraad voor uw herstel. U kunt hieraan geen rechten ontlenen. Bij iedere patiënt wordt gekeken wat haalbaar is; afhankelijk van de uitslag van de röntgenfoto s, de pijn die u ervaart en het advies dat de fysiotherapeut u geeft. De eerste vijf dagen na de operatie is het belangrijk dat u veel hoest. De fysiotherapeut leert u hoe u dit het beste kunt doen. Doe dit dagelijks zo vaak als u kunt; in ieder geval zo vaak als de fysiotherapeut u voorschrijft. Het uit bed gaan en lopen wordt soms beperkt door de drain. Laat u zich hierdoor niet ontmoedigen. Het moment waarop deze drain wordt verwijderd, is afhankelijk van de productie van wondvocht. Verder is het belangrijk dat de pijn uw herstel niet belemmerd. Vraag naar medicijnen om de pijn te bestrijden. De eerste dag na de operatie mag u niet uit bed. Het draaien van de bovenste lichaamshelft moet voorkomen worden. U mag niet rollen of u de rug laten wassen. U krijgt fysiotherapie ter ondersteuning van de ademhaling. p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 3
Op de tweede dag na de operatie mag u nog steeds niet uit bed. U mag op uw zij draaien om uw rug te laten wassen. Op de derde dag na de operatie mag u uit bed en met hulp van een verpleegkundige op een stoel zitten. Het draaien of buigen van de bovenste lichaamshelft dient voorkomen te worden, evenals het op de zij liggen. Ademhalingsoefeningen zijn erg belangrijk! De vierde dag na de operatie mag u uit bed en onder begeleiding een stukje lopen. De vijfde dag na de operatie mag u vaker en langer lopen. U mag ook douchen onder begeleiding. Naar huis U kunt naar huis als u zonder begeleiding kunt lopen, douchen en zichzelf kunt verzorgen. Complicaties Na iedere operatie kunnen complicaties optreden. Neem bij onderstaande klachten contact op met de polikliniek Chirurgie: als u een temperatuur heeft van meer dan 38 C; als u plotseling kortademig wordt; als de wond(en) rood wordt, afscheiding veroorzaakt of stinkt. Buiten kantooruren neemt u contact op met de afdeling Spoedeisende Hulp. Tot slot De eerste vier tot zes weken na ontslag mag u: niet sporten; géén zware voorwerpen tillen; niet bromfiets- of motorrijden. Let op: Vermijd drukke evenementen zoals markten om plotseling lichamelijk contact met andere mensen te voorkomen. U mag de eerste vier tot zes weken na ontslag uit het ziekenhuis wandelen, fietsen of autorijden in een rustige omgeving. U kunt zich douchen of een bad nemen. Indien u naar school gaat kan dit vanaf twee weken na ontslag uit het ziekenhuis; vermijdt zoveel mogelijk lichamelijk contact van de borstwand met andere mensen of voorwerpen. p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 4
Na zes weken kunt u uw dagelijkse bezigheden langzaam gaan oppakken. Luister hierbij goed naar uw lichaam. De eerste twee maanden na de operatie mag u geen zwaar lichamelijk werk uitvoeren. De eerste drie maanden na de operatie dient u elk risico te vermijden waarbij lichamelijk contact van de borstwand, met andere mensen of voorwerpen, kan plaatsvinden. Vragen Indien u na het lezen van deze brochure nog vragen hebt, kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek Chirurgie. Het telefoonnummer vindt u op de achterzijde van deze brochure. p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 5
02-2016 C807080 Zuyderland Medisch Centrum Heerlen Algemeen (045) 576 66 66 Polikliniek Chirurgie 576 65 50 Spoedeisende Hulp 576 72 00 www.zuyderland.nl