NIVEAU 1 - OPSTARTEN VAN ENERGIEZORG...



Vergelijkbare documenten
Wat? Waarom? zo zie je meteen het licht! Invoeren van de energieboekhouding

:: Energiezorg in scholen

Handleiding energiezorg lokale overheden

Huishoudelijk elektriciteitsverbruik per aangesloten inwoner Hoeveelheid elektriciteit die verbruikt wordt binnen de Genkse huisgezinnen.

Opleiding Duurzaam Gebouw : ENERGIE

Lokaal Kyotoprotocol Rapportage verbruiksgegevens. Bernard Govaert

Energieverbruik gemeentelijke gebouwen

Energiezorgsysteem + premies voor gemeenten. Brussel, 29 juni 2007 Ronny Thevis

CO 2 -Prestatieladder

Energieboekhouding BRISE. Thomas Deville. Facilitator Duurzame gebouwen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Opleiding Duurzaam gebouw:

Energiezorg in de praktijk. Energiezorg. Inhoud. Energiezorg - Definitie

Inhoudsopgave: 1. Inleiding Reductiedoelstellingen Algemeen 2.2 Per scope

Energie besparen door een correcte regeling van de verwarmingsinstallatie: praktijkvoorbeeld in een secundaire school

Energiemanagement actieplan Klaver Giant Groep B.V. Op basis van de internationale norm ISO , 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, en 4.6.

Energie aanpak eigen gebouwen: zelf doen? Energieprestatiecontract? Vlaams EnergieBedrijf

Review CO 2 reductiesysteem. Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 2.1

Energiemanagementplan CO 2 -prestatieladder. : gavilar B.V. Documentgegevens. : Kamerlingh Onnesweg 63, 3316 GK Dordrecht. : QHSE-coördinator

Energiemanagement actieplan Schilderwerken De Boer Obdam B.V. 2017

Opleiding Duurzaam Gebouw:

Arthur Verhaegenstraat Gent Opleidingsaanbod

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN

Energiezorgplan Van Dorp Installaties bv Versie 2.0 (summary)

Energieboekhouding Professionele tools

Energie management actieplan (3.B.2.)

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN

Toelichting 03: Energiebeheermaatregelen

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

Het Vlaams EnergieBedrijf Drie pijlers, één focus. Project ESCO Limburg 2020 Andries Gryffroy 28 maart 2014

Energiezorgplan Van Dorp installaties bv Versie 3.0 (Summary)

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN

ANALYSE ENERGIEAUDIT GROTE ONDERNEMINGEN 26/11/2018

FOLLOW-UP VAN HET ENERGIEVERBRUIK

Budgetmodule Budgetraming en -opvolging

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017-H1

Ondersteuningspakket Werken rond kleine terugverdientijden in de gemeente

Eandis 1. Ondersteuning en premies openbare besturen 29 juni 2007

Actieplan Burgemeestersconvenant

935,58 Totaal gefactureerde voorschotten -905, ,15 Subtotaal: 132,64 160,49. 0,05 Totaal gefactureerde voorschotten -78,64

Energie management Actieplan

Elektrisch tekenen: begeleiding

Energienota

Analyse energieverbruik

Impact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven

Energiemanagement. Laaghangend fruit. !!! E. Huigen - Enervedo Energie Advies. ! e.huigen@enervedo.nl

Voortgangsrapportage CO 2 -Prestatieladder 2018 H1

Als u op 3 van deze 5 vragen met ja antwoordt moet u zeker blijven zitten!!! U wil besparen op uw water- en energieverbruik?

Energie Monitoring Systeem (EMS) Grip op uw energiekosten en verbruik

RAPPORTERINGSYSTEEM VAN WATER- & WARMTE-ENERGIEVERBRUIK VOOR APPARTEMENTSGEBOUWEN. SynReporter

CO 2 Reductie doelstellingen

Inhoud. Pagina 2 van 7

De gemeente heeft een subsidiereglement voor de aanwending van alternatieve energie.

Energiemanagement actieplan

Cadis Consumption Reporter

Energiemanagementsysteem. Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV

Openbare verlichting in Avelgem

Energiezorg en Energiezorgsystemen

3.6. Cluster energie. a. Inleiding. b. Stand van zaken Interne milieuzorg Energiecoördinator

Opleiding Duurzaam Gebouw:

Bijlage 2: ENGAGEMENTSVERKLARING VOOR EEN VERSTANDIG ENERGIEGEBRUIK

Energiezorgplan Van Dorp CO 2 Prestatieladder. Versie 4.0

Energiemeetplan Inclusief kwaliteitsmanagementplan en energiemanagement actieplan. Criteria

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen -

Functiebeschrijving. Subsector:

Management review Coolmark B.V. Mei 2013

Huiberts BV. Review CO 2 reductiesysteem 2.A.2_1. Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 2.2

Opleiding Duurzaam gebouw : Energie

Interne audit Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0

Overwegende dat de emissies op basis van fossiele brandstoffen op korte of lange termijn de buffercapaciteit van de biosfeer kunnen overschrijden;

CO 2 Reductie doelstellingen

Te factureren periode van 11/09/09 tot 09/09/10 822,35 995,04 Totaal gefactureerde voorschotten -928, ,20 Subtotaal: 101,63 123,86

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2016-H1. Periode: 1 januari t/m 30 juni 2016

School Info. Beter inzicht, hogere kwaliteit en meer omzet

Energie management actieplan

BETER ZORGEN VOOR ONSZELF EN ONZE PLANEET

De module MJA voegt aan uw Erbis-versie de volgende mogelijkheden toe:

referentiejaar Emissies aantal FTE 29,5125

Seminarie Duurzaam Gebouw

3.C.1 Voortgangrapportage CO H1 Ter Riele

Nieuwe Energiepremies «Om onze energierekening te verlichten en het klimaat te beschermen!»

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 april 2003

Energiebeleid lokaal bestuur. Joost Venken Schepen van Energie & Duurzaamheid Stad Hasselt

Document: Energie management actieplan

Werken met indicatoren binnen AHOVOS

Team. Tijd. Tools. Eenvoudige, gebruiksvriendelijke en vlotte mobiele planning

HANDBOEK ENERGIE- EN CO 2 - MANAGEMENTSYSTEEM EN16001 ISO 14064

Brugge. 3 juni Kris Van Dijck Burgemeester Dessel

Toelichting Steunpunt DuBo dienst Energiebegeleiding EPC-haalbaarheid voor gemeenten en gemeenschapsvoorzieningen

Een kwaliteitsbeheersysteem. voor verbetering van binnenmilieu en energiegebruik bij renovatie van sociale meergezinswoningen

Opleiding Duurzaam gebouw:

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

Energie besparen door meten

Energie Management Actieplan

Scope 1 doelstelling Scope 2 doelstelling Scope 1 en 2 gecombineerd 5% CO 2- reductie. 30% CO 2- reductie in % CO 2 -reductie in 2016 ten

Infrax. Distributienetbeheerder: ELEKTRICITEIT. 126 Gemeenten alle gemeenten in Limburg 2 mio aansluitingen medewerkers KABELTELEVISIE

CO2-reductieplan Kuurman

Voortgangsrapportage. Voortgang van CO 2 reductieplan van Genap B.V (jan tm jun) Copyright 2018 Genap B.V.

Energie Management Actieplan

P.L.A.G.E. Balans en vooruitzichten. Evelyne Huytebroeck, Brussels minister van Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing

POM GROEPSAANKOOP: GROENE STROOM EN AARDGAS VOOR BEDRIJVEN

Transcriptie:

Inhoudstafel 1. INLEIDING... 2 2. NIVEAU 1 - OPSTARTEN VAN ENERGIEZORG... 3 2.1. WAT?... 3 2.2. WAAROM?... 3 2.3. WERKING BINNEN DE EIGEN DIENSTEN... 5 2.3.1. Aanduiden van een energiecoördinator... 5 2.3.1.1. Wat?... 5 2.3.1.2. Waarom?... 5 2.3.1.3. Taken... 5 2.3.1.4. Rapportering... 7 2.3.2. Vermelden of zij samenwerkt met haar elektriciteitsdistributiebeheerder... 7 2.3.2.1. Wat?... 7 2.3.2.2. Waarom?... 8 2.3.2.3. Rapportering... 8 2.3.3. Inventariseren van alle entiteiten... 8 2.3.3.1. Wat?... 8 2.3.3.2. Waarom?... 8 2.3.3.3. Taken... 9 2.3.3.4. Rapportering... 10 2.3.4. Voeren van een energieboekhouding... 10 2.3.4.1. Wat?... 10 2.3.4.2. Waarom?... 13 2.3.4.3. Taken... 16 2.3.4.4. Rapportering... 33 2.3.5. Energetisch optimaliseren van de entiteiten... 33 2.3.5.1. Wat?... 34 2.3.5.2. Waarom?... 36 2.3.5.3. Taken... 36 2.3.5.4. Rapportering... 41 2.3.6. Sensibilisatie binnen de eigen diensten of werking... 42 2.3.6.1. Rapportering... 43 2.4. WERKING NAAR BUITEN UIT... 43 2.4.1. Sensibilisatie naar de burgers of andere doelgroepen toe... 43 2.4.1.1. Rapportering... 43 2.4.2. Ondersteunt gemeenten en steden bij het voeren van hun luik duurzaam energie... 43 2.4.2.1. Rapportering... 44 3. NIVEAU 2 - UITBOUWEN VAN ENERGIEZORG... 44 3.1. WERKING BINNEN DE EIGEN DIENSTEN... 44 3.1.1. Uitbreiden van de energieboekhouding... 44 3.1.2. Screenen van de lastenboeken... 44 3.1.2.1. Wat?... 44 3.1.2.2. Waarom?... 45 3.1.2.3. Taken... 45 3.1.2.4. Rapportering... 47 3.1.3. Actie rond hernieuwbare energie binnen de eigen diensten of werking... 47 3.1.3.1. Wat... 47 3.1.3.2. Waarom?... 50 3.1.3.3. Rapportering... 51 3.2. WERKING NAAR BUITEN UIT... 51 3.2.1. Actie rond hernieuwbare energie naar burgers of andere doelgroepen toe... 51 3.2.1.1. Rapportering... 52 4. TREFWOORDEN... 52

1. Inleiding Handleiding cluster Energie voorlopige niet-gelayoute versie Om te kunnen voldoen aan internationale akkoorden met betrekking tot de vermindering van broeikasgassen (Rio 1992 en Kyoto 1997), moet elke maatschappelijke schakel een bijdrage leveren. Het broeikasgas koolstofdioxide (CO 2 ) levert de grootste bijdrage aan de totale uitstoot van broeikasgassen. Dit gas komt voornamelijk vrij bij het verbruik van energie. Om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan heeft de Vlaamse overheid het Vlaams klimaatbeleidsplan opgesteld. Ondermeer in dat kader werd de cluster energie opgenomen in de Samenwerkingsovereenkomst, een milieuconvenant tussen enerzijds de Vlaamse overheid en anderzijds de ondertekenende gemeenten/steden en provincies. Het voorliggende document is een praktische handleiding voor deze lokale overheden bij de uitvoering van de cluster energie. De handleiding heeft als eerste doel het thema energiezorg uitvoerig toe te lichten. De term energiezorg staat namelijk centraal in de contracttekst van de samenwerkingsovereenkomst. Eerst en vooral zal de handleiding de nodige technische achtergrondkennis leveren om de in de samenwerkingsovereenkomst gestelde principes en termen duidelijk te begrijpen. De handleiding zal vervolgens stap voor stap uitleggen hoe de taken uit de cluster energie zowel op organisatorisch niveau als op technisch niveau geïmplementeerd kunnen worden. De handleiding gaat evenwel niet in op alle mogelijke aspecten van energiezorg. Er is voor gekozen om vooral het organisatorische aspect en de concrete technische toepassingen op vlak van rationeel energiegebruik binnen de gemeentelijke infrastructuur toe te lichten. De andere elementen van energiezorg worden in deze handleiding slechts zeer kort toegelicht maar worden wel binnen het kader van de Samenwerkingsovereenkomst weergegeven. Op die plaats wordt voor verdere informatie telkens naar de niet-limitatieve lijsten van acties doorverwezen die zijn toegevoegd als aanvullende teksten bij de handleiding. In deze handleiding worden alle onderdelen van energiezorg toegelicht. Voor elk onderdeel worden ook het belang en de voordelen gepresenteerd. Nadat u inzicht heeft verkregen in het wat en waarom van elk onderdeel kan u op een efficiënte manier overgaan tot handelen. In de vorm van taken wordt gedetailleerd uitgelegd hoe u energiezorg op een efficiënte manier, en conform de richtlijnen van de Samenwerkingsovereenkomst, succesvol kan implementeren. Indien de instructies in de handleiding gevolgd worden, zal er automatisch voldaan zijn aan de verplichtingen van de cluster energie. Dit wil niet zeggen dat dit document in de plaats komt van de contracttekst bij de samenwerkingsovereenkomst. De handleiding vormt een instrument tot het succesvol implementeren van energiezorg op lokaal niveau. De handleiding wordt afgesloten met een trefwoordenlijst met bijkomende achtergrondinformatie. Als bijlage wordt er bij deze handleiding ook een rekenblad geleverd. Deze toepassing zal voor vele lokale overheden een handig hulpmiddel zijn bij het realiseren van de technische aspecten van energiezorg. Wij hopen dat deze handleiding een grote steun zal zijn bij het realiseren van een duurzaam lokaal energiebeleid. Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 2

2. Niveau 1 - opstarten van energiezorg 2.1. Wat? Op basis van successen en mislukkingen met betrekking tot energiebesparingsacties in de jaren zeventig en tachtig werd in Nederland de energiezorg methodiek ontwikkeld. Het realiseren van het energiezorgsysteem is een belangrijk onderdeel van het hele energiezorg gebeuren. Het energiezorgsysteem heeft betrekking op het management gedeelte van energiezorg, ondermeer het rapporteren en het vastleggen van verantwoordelijkheden. De andere energiezorg taken hebben betrekking op de uitvoering van concrete acties zoals het realiseren van energiezorg in overheidsgebouwen, openbare verlichting en bij gezinnen en ondernemingen. Volgens de officiële Nederlandse definitie is energiezorg het op structurele en economisch verantwoorde wijze uitvoeren van organisatorische, technische en gedragsmaatregelen om het gebruik van energie te minimaliseren. Energiezorg kent dus drie invalshoeken: - De organisatie Energiezorg is ingebed in de bedrijfsvoering en de organisatiestructuur. Wezenlijke aspecten hiervan zijn planning, monitoring, informatievoorziening, management en het vastleggen van verantwoordelijkheden. - De techniek Technische maatregelen zijn altijd onderdeel van energiezorg, zowel binnen de processen als bij de informatievoorziening. - Het gedrag De aanpak van energiezorg houdt rekening met de sociale factoren van de bedrijfsvoering, zoals de stijl van leidinggeven, attitude en gedrag van werknemers en de organisatiecultuur. Energiezorg is in principe hetzelfde als energiemanagement of energiebeheer. Deze termen worden echter vaak gebruikt voor het beschrijven van deelaspecten van energiezorg, zoals energieboekhouding of het investeren in energiebesparende technieken. Energiezorg omvat nadrukkelijk ALLE aspecten van organisatie, techniek en gedrag. Deze Nederlandse energiezorg methodiek wordt, vertaald naar de Vlaamse lokale overheden, verder meer gedetailleerd beschreven in de voorliggende handleiding. Meer info op het internet: www.energiezorg.novem.nl 2.2. Waarom? Om in de periode 2008-2012 aan de internationale engagementen bij het kaderverdrag inzake de klimaatsverandering (Rio, 1992) en het Protocol van Kyoto (Kyoto, 1997) te kunnen voldoen, moet Vlaanderen haar totale broeikasgasemissies in 2005 stabiliseren op het niveau van 1990. De emissies van broeikasgassen zijn in Vlaanderen tussen 1990 en Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 3

2002 met 3,7 procent gestegen. Deze trend moet dringend omgebogen worden. Het Protocol stelt immers dat België in de periode 2008-2012 haar totale broeikasgasemissies gemiddeld met 7,5% moet verlagen ten opzichte van 1990. Het is duidelijk dat om dit te verwezenlijken elke schakel in de maatschappij een belangrijke rol dient te spelen. De realisatie van energie-efficiëntie en energiebesparing blijkt in praktijk echter minder gemakkelijk dan men denkt. In het verleden hebben heel wat goed bedoelde initiatieven weinig effecten gerealiseerd of verloren energiebesparende maatregelen na enige tijd hun effect. De hoge energieprijzen en de hieruit resulterende energiebesparingsactiviteiten in de eerste helft van de jaren tachtig leidde bij heel wat ondernemingen tot een daling van de energieverbruiksindex (=energieverbruik per eenheid product): zie Figuur 1. Ondermeer door de daling van de energieprijzen in de tweede helft van de jaren tachtig verminderde in heel wat ondernemingen de aandacht voor energiebesparing en verdween een groot gedeelte van de gerealiseerde besparingen. Via het opzetten van een energiezorgsysteem kan het besparingseffect behouden of zelfs verder vergroot worden. Figuur 1: energieverbruiksindex tussen 1979 en 1987 energieverbruikindex (1979=100) 110 105 100 95 90 85 80 75 70 1978 1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 met energiezorg zonder energiezorg Het realiseren van energiezorg gaat niet vanzelf. In het algemeen moet er uiteraard zowel in mensen als in middelen geïnvesteerd worden. De realisatie van meer specifiek het energiezorgsysteem, het management gedeelte, onderstelt voornamelijk een investering van tijd door uw eigen personeel. De voordelen van energiezorg overtreffen in de meeste gevallen de ermee gepaard gaande kosten. In de volgende paragrafen gaan we wat dieper in op deze voordelen. De algemene voordelen van energiezorg zijn de volgende: - Een substantiële besparing in uw energiekosten en het behoud van deze besparing over de tijd. De ervaring leert dat alleen al door een goed beheer van de bestaande installatie in praktijk 5 tot 15% energiebesparing gerealiseerd kan worden. Indien men bovendien de meer ingrijpende, financieel rendabele investeringsmaatregelen doorvoert, zijn besparingen tot 60% geen uitzondering. Ook dergelijke investeringen hebben een gunstig effect op de begroting aangezien de jaarlijkse bespaarde kosten hoger zijn dan de jaarlijkse afbetalingen. - Het behouden van deze besparingen gedurende langere tijd zoals hiervoor reeds werd toegelicht. Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 4

- Veel energiebesparingsmaatregelen creëren een hoger comfort en dus ook een hogere tevredenheid en efficiëntie bij het personeel. Bijvoorbeeld door het installeren van een ergonomische verlichting. - Het realiseren van een duurzaam energiebeleid genereert een positieve maatschappelijke uitstraling van uw lokale overheid. - Dankzij een beter inzicht in energiestromen en energieverbruik, krijgt men dikwijls ook een beter inzicht in de bedrijfsvoering en management en de mogelijkheden tot verbetering in dit domein. De realisatie van energiezorg heeft voor de lokale overheden nog bijkomende dimensies: - Lokale overheden hebben een voorbeeldrol te vervullen voor burgers en bedrijven. - Via hun beleid (vb. bouwvergunningen) kunnen zij invloed uitoefenen op de energieefficiëntie van de gezinnen en ondernemingen op hun grondgebied. Elk onderdeel van energiezorg heeft specifieke voordelen. Wij zullen deze toelichten in de volgende paragrafen. 2.3. Werking binnen de eigen diensten 2.3.1. Aanduiden van een energiecoördinator 2.3.1.1. Wat? De energiecoördinator is verantwoordelijk voor de algemene coördinatie van de energiezorg taken binnen de gemeente. 2.3.1.2. Waarom? In een energiezorgsysteem is het belangrijk dat iedereen binnen de organisatie duidelijk omschreven verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft. Dit gebeurt via uitgeschreven, en door het management goedgekeurde, taakomschrijvingen, bevoegdheidstoekenningen en procedures. 2.3.1.3. Taken Volgende taken kunnen uitgevoerd worden bij het vastleggen van de verantwoordelijkheden binnen de gemeente: - Taak 1: aanduiden van een energiecoördinator - Taak 2: aanstellen van een stuurgroep energie Terwijl de aanduiding van een energiecoördinator een duidelijke verplichting uit de samenwerkingsovereenkomst is, blijft het aanstellen van een stuurgroep optioneel. Taak 1: aanduiden van een energiecoördinator Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 5

Bij ondertekening van Niveau 1 of hoger moet de gemeente/stad of provincie een energiecoördinator aanduiden. De gemeente/stad of provincie mag, naast de energiecoördinator, ook coördinatoren aanduiden voor specifieke energietaken (vb. coördinator energie overheidsgebouwen, coördinator energie openbare verlichting,...) of voor specifieke energieacties (vb. coördinator energieaudit stedelijk cultureel centrum). De samenwerkingsovereenkomst vraagt niet dat er een extra aanwerving gebeurt. De energiecoördinator kan gerust iemand zijn die nu reeds in dienst is. In heel wat gevallen wordt het duurzaam energiebeleid in een eerste fase geïnspireerd en opgestart door de milieudienst. Toch is het veelal aangewezen dat de energiecoördinator werkt voor de technische dienst en niet voor de milieudienst. Heel wat energie acties zullen immers voorbereid en gerealiseerd worden door de technische diensten en intensieve communicatie en goede samenwerking van de energiecoördinator met deze dienst is dus hoe dan ook noodzakelijk. Door het toewijzen van de energiecoördinator aan de technische diensten verhoogt de efficiëntie en wordt vermeden dat de technische diensten het gevoel hebben dat ze acties van buiten uit opgedrongen krijgen. Het is belangrijk dat de energiecoördinator een duidelijk omschreven, en door het beleid goedgekeurde verantwoordelijkheid en bevoegdheid krijgt. Hierdoor verhoogt haar motivatie en kan zij, binnen de grenzen van haar bevoegdheid, effectief tot actie overgaan. Taak 2: aanstellen van een stuurgroep energie Net zoals bij de energiecoördinator is het belangrijk dat de Stuurgroep energie een duidelijk omschreven, en door het beleid goedgekeurde verantwoordelijkheid en bevoegdheid krijgt. Hierdoor verhoogt de motivatie van de leden en kan de stuurgroep, uiteraard binnen de grenzen van haar bevoegdheid, ook effectief tot actie overgaan. De stuurgroep energie bestaat uit de volgende leden: - De voorzitter De voorzitter heeft geen uitvoerende taken, zijn rol is het vertalen en promoten van de energiezorg acties bij de beslissingsorganen. Deze persoon staat positief ten opzichte van energiezorg activiteiten en heeft een beleidsfunctie zodat hij de beslissingen ook effectief kan promoten bij het College van Burgemeester en Schepenen of bij de Bestendige Deputatie. vb. Schepen of Bestendig Afgevaardigde verantwoordelijk voor Leefmilieu of Technische Diensten - De secretaris Deze persoon doet de praktische coördinatie van de stuurgroep. Zij stelt een ontwerp agenda op en verzorgt de verslaggeving. Deze functie wordt het best waargenomen door de energiecoördinator. - De duurzaamheidsambtenaar en/of milieuambtenaar. Zijn lidmaatschap is belangrijk voor de integratie van de energiezorg projecten in het volledige milieuzorg systeem. - Andere leden, bijvoorbeeld... - het hoofd van de technische dienst of milieudienst - een gebouwgebruiker die sterk gemotiveerd blijkt te zijn om mee te werken aan een demo energiezorg actie Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 6

- De andere leden kunnen eventueel tijdelijk opgenomen worden in een stuurgroep, bijvoorbeeld totdat de energiezorg actie waarin zijn actieve participatie belangrijk is, afgerond is. Door de participatie van personen duidelijk af te bakenen in tijd zullen mensen zich gemakkelijker engageren en wordt vermeden dat mensen in de stuurgroep zetelen die geen nuttige bijdrage (meer) kunnen leveren. Het is aangewezen om het aantal leden van de stuurgroep te beperken tot 4 à 5 mensen omwille van de volgende redenen: - Door het beperken van het aantal stuurgroepleden verhoogt de betrokkenheid en het verantwoordelijkheidsgevoel van de individuele leden. - In een kleinere groep ontstaat gemakkelijker een team gevoel; grotere stuurgroepen vallen dikwijls uiteen in subgroepen hetgeen niet bevorderlijk is voor de samenwerking. - Communicatie en het nemen van beslissingen gebeurt efficiënter in een kleine groep. 2.3.1.4. Rapportering In het jaar dat de energiecoördinator wordt aangeduid of gewijzigd, wordt hierover gerapporteerd in het milieujaarprogramma. De gemeente deelt hierbij de coördinaten van de energiecoördinator mee en geeft een korte beschrijving van zijn taken en realisaties. Indien hierover reeds werd gerapporteerd dan verwijst de gemeente in haar milieujaarprogramma naar het milieujaarprogramma waarin over deze aanduiding of wijziging van de energiecoördinator werd gerapporteerd. 2.3.2. Vermelden of zij samenwerkt met haar elektriciteitsdistributiebeheerder 2.3.2.1. Wat? Op verzoek van een lokaal bestuur moet de netbeheerder het lokaal bestuur bijstaan bij de planning en implementatie van het energiebeleid. De netbeheerder moet hiertoe zelfstandig een aanbod uitwerken voor de lokale besturen. De ondersteuning van de gemeente door de netbeheerder kan o.a. bestaan uit: - voortgangscontrole van de energieboekhouding die het lokale bestuur bijhoudt - de ondersteuning van de uitvoering van energieaudits door energiedienstenbedrijven - de begeleiding van energiezorgsystemen - het aanbieden van formules van derdepartijfinanciering - de uitbouw van energieloketten Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 7

2.3.2.2. Waarom? Het besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 2002, gewijzigd door het besluit van 26 september 2003 legt aan de distributienetbeheerders en elektriciteitsleveranciers een aantal openbaredienstverplichtingen op ter bevordering van het rationeel energieverbruik. 2.3.2.3. Rapportering Jaarlijks vermeldt de gemeente of zij samenwerkt met de netbeheerder, wat deze eventuele samenwerking inhoud en hoe ze verloopt. In het geval de gemeente niet samenwerkt met de netbeheerder rapporteert zij over de reden. In het geval de gemeente samenwerkt met de netbeheerder rapporteert zij over de inhoud van deze samenwerking. Volgende vragen kunnen hierbij gesteld worden: - Heeft de gemeente premies aangevraagd bij haar netbeheerder? Zo ja, voor welke maatregel, wat was de tegemoetkoming? - Heeft de gemeente beroep gedaan op specifieke ondersteuning van de netbeheerder (bv. voor het opzetten van een energieboekhouding) - Heeft de gemeente gebruik gemaakt van de informatiebrochures of ander campagnemateriaal van de netbeheerders om burgers of andere doelgroepen te sensibiliseren (bv. bekendmaking premies voor de bevolking van de netbeheerder) Daarnaast rapporteert de gemeente of zij tevreden is over de samenwerking met de netbeheerder. Waar liep het goed, wat kan er beter? 2.3.3. Inventariseren van alle entiteiten 2.3.3.1. Wat? Vooraleer er duidelijke beslissingen kunnen genomen worden over energiebesparende maatregelen is het essentieel om de verbruiksstromen binnen de gebouwen te kennen. Voor elk gebouw wordt basisinformatie zoals functie, adres, gebouwverantwoordelijke, oppervlakte, bouwjaar en aanwezigheid van koeling vastgelegd. Verder wordt telkens het totale verbruik (kwh en m³) en specifieke verbruik (kwh en l per m²) van elektriciteit, brandstof en water berekend en wordt het specifieke verbruik vergeleken met gemiddelde waarden in Vlaanderen. U kan een overzicht aanmaken van uw gebouwen door middel van het rekenblad Inventaris gebouwen toegevoegd als bijlage E 01 van de handleiding. Via de inventaris kan ook het totale verbruik van het gebouwenpark en de verdeling van het verbruik over de verschillende functies (administratie, cultuur,...) berekend worden. 2.3.3.2. Waarom? De voordelen van een inventarisatie zijn ondermeer het verzamelen van strategische informatie voor het plannen en uitvoeren van energiezorg in de gebouwen. Via de inventaris Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 8

kan bijvoorbeeld het totale verbruik van het gebouwenpark en de verdeling van het verbruik over de verschillende functies (administratie, cultuur,...) berekend worden (zie Figuur 2). Via deze informatie weet men in welke sectoren in eerste instantie energiezorg acties moeten gepland worden. Figuur 2: voorbeeld van de verdeling van het brandstofverbruik in het gebouwenpark over de verschillende functies (totaal brandstofverbruik = 14.000.000 kwh) kwh 10.000.000 8.000.000 54% 6.000.000 4.000.000 17% 2.000.000 8% 12% 7% 2% 1% 0 Administratie Andere Cultuur Gezondheid Onderhoud Onderwijs Sport Brandstof 1.150.231 215.023 1.636.000 2.453.429 159.875 948.000 7.632.000 8% 2% 12% 17% 1% 7% 54% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Ook de gebouwen waar specifieke energie acties wenselijk zijn, zoals gebouwen met een hoog totaal verbruik of een hoog kengetal, kunnen via deze inventaris eenvoudig opgespoord worden. Het inventariseren is een belangrijke eerste stap in het realiseren van energiezorg. Daarom is het belangrijk dat er mensen en middelen worden vrijgemaakt. Deze investering zal het verloop van het energiezorg proces verder bespoedigen. 2.3.3.3. Taken Het inventariseren van de entiteiten bestaat uit een aantal taken die in de volgende paragrafen zullen worden toegelicht: - Taak 1: verzamelen bestaande gebouwinformatie - Taak 2: opstarten bestand Inventaris gebouwen en Historisch verbruik gebouwen - Taak 3: opvolgen bestand Inventaris gebouwen Taak 1: verzamelen bestaande gebouwinformatie De bestaande gebouweninformatie verzamelen, bijvoorbeeld op basis van informatie verstrekt door de technische diensten of eventueel door een enquête bij de gebouwverantwoordelijken. Taak 2: opstarten bestand Inventaris gebouwen en Historisch verbruik gebouwen Met behulp van het rekenblad Inventaris gebouwen kunnen een aantal belangrijke gebouwgegevens geïnventariseerd worden die belangrijk zijn bij het realiseren van energiezorg van uw gebouwen. De gebruiksaanwijzing van het rekenblad is terug te vinden op het eerste werkblad van het rekenblad Inventaris gebouwen zelf of onder het trefwoord Gebruiksaanwijzing Inventaris gebouwen. Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 9

Het rekenblad Inventaris gebouwen is toegevoegd als bijlage E 01 van de handleiding. Taak 3: opvolgen bestand Inventaris gebouwen Op regelmatige tijdstippen moet de informatie in Inventaris gebouwen worden bijgewerkt. Als hierbij verregaande veranderingen optreden wordt hierover gerapporteerd in het milieujaarprogramma en wordt een nieuwe inventaris in bijlage aan het milieujaarprogramma toegevoegd. Bij de eerste rapportage over de cluster energie in het kader van de Samenwerkingsovereenkomst wordt de inventaris van alle entiteiten in bijlage aan het milieujaarprogramma toegevoegd. Nadien, indien er geen wijzigingen hebben plaats gevonden, wordt er verwezen naar het milieujaarprogramma waarin de inventaris is opgenomen. 2.3.3.4. Rapportering Voor de cluster energie volstaat het dat de gemeente een inventaris opmaakt van alle entiteiten met een jaarlijks elektriciteitsverbruik boven de 17.000 kwh of een jaarlijks warmteverbruik hoger dan 50.000 kwh (50.000 kwh verwarming komt overeen met 180 GJ of ongeveer 5000 m³ gas). Toch is het voor elke gemeente interessant alle entiteiten op te nemen in de inventaris en dit om volgende reden: - om te kunnen onderhandelen met de energieleverancier en eventuele fouten bij de facturatie op te sporen - om een correct beeld te krijgen van de energiebehoefte (en het patrimonium) van de gemeente, desgewenst per dienst - om die entiteiten op te sporen waarin specifieke acties nodig zijn In het jaar dat de inventaris wordt opgemaakt of gewijzigd, voegt de gemeente de inventaris van alle entiteiten met een jaarlijks elektriciteitsverbruik boven de 17.000 kwh of een jaarlijks warmteverbruik hoger dan 50.000 kwh (50.000 kwh verwarming komt overeen met 180 GJ of ongeveer 5000 m³ gas) als bijlage toe aan het milieujaarprogramma. Hiervoor kan de gemeente gebruik maken van het rekenblad Inventaris gebouwen dat als bijlage E 01 is terug te vinden in de handleiding. De volgorde van de entiteiten in de inventaris wordt bepaald door de prioriteit van opname in de energieboekhouding. Indien de inventaris van alle entiteiten reeds werd toegevoegd aan een eerder milieujaarprogramma en er zijn sindsdien geen wijzigingen gebeurd, volstaat het dat de gemeente verwijst naar het milieujaarprogramma waaraan de inventaris werd toegevoegd. 2.3.4. Voeren van een energieboekhouding 2.3.4.1. Wat? Energieboekhouding is een controle-instrument voor energiezorg dat het energie- en waterverbruik van gebouwen in beeld brengt en analyseert. Energieboekhouding is gebaseerd op een regelmatige registratie, analyse en rapportage van het elektriciteits-, brandstof- en waterverbruik. Hierbij worden de opgemeten verbruiken vergeleken met referentiewaarden en verwachte verbruiken. Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 10

Figuur 3: vergelijking in de energieboekhouding van het maandelijkse energieverbruik voor en na een REG-maatregel 7.000 6.500 6.000 5.500 5.000 4.500 Ele ktr 4.000 icit eit 3.500 (k W 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec voor na De basisinformatie van de energieboekhouding wordt geleverd door het registreren van de energiemeterstanden op regelmatige, minimaal maandelijkse, tijdstippen. Dit kan handmatig gebeuren door het opschrijven van de meterstanden op vaste tijdstippen of automatisch via energiemeters aangesloten op een modem zoals bij telemetrie. De term telemetrie verwijst naar een methode waarbij meterstanden (of algemener: meetgegevens) vanop afstand uitgelezen worden via elektronische weg. Door het toepassen van telemetrie wordt het manueel uitlezen van meters overbodig, d.w.z. men hoeft zich dus niet meer ter plaatse bij de meter te begeven om de meterstand uit te lezen. De tijdsbesparing die het automatisch uitlezen van meters met zich meebrengt, betekent ook dat men desgewenst meetgegevens veel frequenter kan gaan ophalen waardoor men gedetailleerde verbruiksprofielen bekomt. Dergelijke verbruiksprofielen kunnen nuttig zijn voor ondermeer het volgende: - het opsporen van lekken, vb. via telemetrie kan men vaststellen dat er ook gedurende de nacht een permanent waterverbruik is hetgeen kan wijzen op een waterlek; - onderhandelingen met de leveranciers in de vrije energiemarkt; - controle van het functioneren van de regeling van de klimatisatie vb. in een groot kantoor werd vastgesteld dat de regeling van de HVAC-installatie niet goed was afgesteld waardoor de ventilatoren ook tijdens feestdagen bleven functioneren (zie Figuur 4). Door een correcte afstelling van de regeling kon het erop volgende jaar 5.940 EUR aan elektriciteit en brandstofkosten worden uitgespaard. Figuur 4: vergelijking van elektriciteitsverbruik voor verschillende dagen via energieboekhouding met telemetrie Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 11

Ventilatie blijft aan op Goede Vrijdag en 2e Paasdag Het algemene werkingsprincipe telemetrie gaat als volgt (zie ook Figuur 5): - Meterstanden worden volgens een bepaalde frequentie bijv. elk kwartier, elk uur, etc. elektronisch overgedragen aan een datalogger. Het kan gaan om de klassieke elektriciteits-, gas- en watermeters maar ook om bijvoorbeeld een temperatuur buitenvoeler. De geregistreerde verbruiksgegevens worden in de datalogger gebufferd tot ze worden uitgelezen door het energieboekhoudsysteem. - Permanent of alleszins op regelmatige tijdstippen (vb. om de 24 uur tijdens de nacht) worden de gebufferde verbruiksgegevens overgehaald naar de energieboekhoudingdatabank. Het toegepaste communicatie medium voor deze overdracht kan een gewone telefoonlijn zijn of een internet verbinding. - Nadat de verbruiksgegevens in de databank verwerkt zijn, zijn ze beschikbaar voor de normale analyse en rapportage doeleinden van een energieboekhoudsysteem. De raadpleging kan gebeuren via het energieboekhoudsysteem geïnstalleerd op een PC bij de gebruiker of via het internet. In dat laatste geval is het energieboekhoudsysteem geïnstalleerd op de server bij de leverancier van het energieboekhoudsysteem. Figuur 5: principe schema energieboekhouding met telemetrie Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 12

Energieboekhouding Databank Communicatiemedium (internet, lokaal netwerk,...) Datalogger Datalogger Datalogger E E E G G G W W W Q Q Q E: Elektriciteit B: Brandstof W: Water Q: Warmte T: Temperatuur P: Puls... T P 2.3.4.2. Waarom? Voor het opstarten en opvolgen van een energieboekhouding moeten kosten gemaakt worden in de vorm van enerzijds de tijdsinvestering door het personeel van uw organisatie en anderzijds het aankopen van producten (vb. software en hardware zoals loggers bij telemetrie) en diensten (vb. dienstverlening door energie advies bureau). Energieboekhouding is echter een onmisbare schakel bij het realiseren van energiezorg: in de meeste gevallen zullen de baten de kosten ruim overtreffen. In de volgende paragrafen gaan we wat dieper in op de voordelen van energieboekhouding. De voordelen van energieboekhouding zijn de volgende: - Motivatie Internationale onderzoeken tonen steevast aan dat het zichtbaar maken van het energieverbruik op zichzelf al het energiebewustzijn verhoogt en besparingen teweegbrengt. In een studie werd een evaluatie gemaakt van 185 Limburgse overheidsgebouwen die in de periode 1998-2001 werden opgevolgd via energieboekhouding. In 155 gebouwen werd een gemiddelde besparing gerealiseerd van 4,4 % op het elektriciteitsverbruik hoewel er geen technische maatregelen werden uitgevoerd. In 89 gebouwen werd een Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 13

gemiddelde besparing gerealiseerd van 4,1 % op het gecorrigeerd aardgasverbruik hoewel er geen technische maatregelen werden uitgevoerd. In de gebouwen waarin wel technische maatregelen werden uitgevoerd was de besparing nog veel hoger. - Abnormale afwijkingen in het energie- en waterverbruik opsporen Door de geregistreerde verbruiken te vergelijken met die uit vorige periodes en berekende verwachte verbruiken komen onregelmatigheden aan het licht. Hierdoor kunnen fouten tijdig worden gelokaliseerd. Omdat u direct kan ingrijpen worden verliezen tot een minimum beperkt. - Controle op de energiefacturen Een energieboekhouding kan fouten in de facturen aanduiden. vb. In een gebouwencomplex in Oost-Vlaanderen werd bij de inventarisatie tijdens de opstart van de energieboekhouding, een aantal niet-gebruikte grote gastellers vastgesteld. De jaarlijkse besparing bedroeg 35.000 EUR! - Evalueren van maatregelen Een energieboekhouding toont het besparingseffect van de genomen maatregelen duidelijk aan. Dat motiveert de verbruikers, overtuigt de financiers van het nut van de geleverde inspanningen en bevordert een gericht beleid. vb. In een kantoorgebouw te Boechout werd de stookplaats gerenoveerd. Het werkelijk verbruik bleek aanzienlijk lager te zijn dan het verwacht (streef) verbruik (zie Figuur 6). Dankzij de rapportering in de energieboekhouding kan dit op een goede manier gecommuniceerd worden naar de beslissingnemers. Figuur 6: energiebesparing door renovatie stookplaats in Boechout - Diverse andere voordelen: - onafhankelijke evaluatie van de prestaties van onderhoudsfirma's; - optimaliseren van tarieven en keuze van energieleverancier in vrije energiemarkt; - budgetten kunnen opstellen. Een professioneel energieboekhoudsysteem heeft heel wat voordelen tegenover zelf ontworpen systemen in rekenbladen zoals Excel. De praktijk wijst uit dat heel wat tijd moet geïnvesteerd worden om een systeem te programmeren in Excel en dat de resultaten Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 14

hiervan toch onbevredigend blijven. Bovendien blijken de meeste gebruikers na enige tijd toch over te schakelen naar een professioneel energieboekhoudsysteem. In de volgende paragrafen schetsen we de voordelen van een professioneel energieboekhoudsysteem. De voordelen van, een professioneel energieboekhoudsysteem zijn de volgende: Bij manuele meteropname zal een professioneel energieboekhoudsysteem een correctie uitvoeren voor het feit dat de meteropnameperiode niet samenvalt met de rapporteringperiode (zie Figuur 7). Deze mogelijkheid tot corrigeren wordt nog belangrijker indien een meteropname een keer niet werd opgenomen. Een goed energieboekhoudsysteem zal bij deze correctie niet alleen rekening houden met de tijd maar ook met andere verklarende variabelen zoals graaddagen en bezetting van het gebouw. Figuur 7: meteropname momenten vallen zelden samen met het begin en het einde van de rapporteringsperiode - Een professioneel energieboekhoudsysteem laat ook een automatische en gebruiksvriendelijke rapportering toe, bijvoorbeeld: - dezelfde verbruikgegevens in grafieken en tabellen voorstellen op kwartier 1, uur, week, maand of jaarbasis; - de mogelijkheid om maandverbruiken voor verschillende jaren of kwartuurverbruiken voor verschillende dagen langs elkaar in één grafiek te plaatsen. Dit is bijvoorbeeld interessant bij de analyse van maandelijkse elektriciteitsverbruiken (zie Figuur 8). Figuur 8: maandelijks elektriciteitsverbruik in een school te Linter 1 Alleen relevant voor telemetrie Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 15

5.500 5.000 Stijging elektriciteitsverbruik in 2000 t.o.v. 1999 door plaatsen van containerklassen met elektrische verwarming 4.500 4.000 Elektriciteit (kwh) 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec 1999 2000 Diverse voordelen met betrekking tot de invoer van meterstanden: - de aansluitbaarheid op gebouwbeheer- en telemeteringsystemen verbruiksgegevens kunnen veelal ingegeven worden via internet, intranet of e-mail - mogelijkheid van het systeem om meterkaarten af te drukken waarmee meterstanden kunnen opgenomen worden - mogelijkheid voor gebruik van meterfactoren voor omrekenen van tellerstand naar verbruik vb. één teller eenheid komt overeen met 40 kwh elektriciteit, dus meterfactor is 40 Diverse bewerkingen en berekeningen: - kostopvolging: toewijzing kosten energie naar afdelingen en producten, vergelijking tarieven verschillende energieleveranciers,... - berekening kengetallen (vb. verbruik per m² per persoon) en vergelijking van deze kengetallen - berekening gemiddeld verbruik, minimum verbruik en maximum verbruik - berekening van het verwacht verbruik - berekening van het klimaat gecorrigeerd verbruik, dus verbruik in een normaal klimatologisch jaar 2.3.4.3. Taken De realisatie van de energieboekhouding bestaat uit een aantal taken die in de volgende paragrafen nader worden toegelicht: - Taak 1: rangschikken gebouwen naar prioriteit - Taak 2: bepalen aantal gebouwen Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 16

- Taak 3: bepalen welke gebouwen - Taak 4: bepalen strategie energieboekhouding 1: via internet of via PC? - Taak 5: bepalen strategie energieboekhouding 2: manuele ingave of telemetrie - Taak 6: ramen investering en jaarlijkse kost energieboekhouding - Taak 7: toetsen van geraamde kosten met beschikbare (financiële) middelen - Taak 8: bepalen procedure voor offerteaanvraag en bestelling - Taak 9: offerteaanvraag opstellen - Taak 10: mogelijke leveranciers selecteren en offerteaanvraag versturen - Taak 11: energieboekhoudsysteem bestellen - Taak 12: opstarten energieboekhouding - Taak 13: opvolgen energieboekhouding Taak 1: rangschikken gebouwen naar prioriteit Opdat u conform bent met de samenwerkingsovereenkomst moet elk van de minimaal op te volgen gebouwen in de energieboekhouding een voldoende hoog energieverbruik hebben: meer specifiek een jaarlijks elektriciteitsverbruik boven de 17.000 kwh of een jaarlijks warmteverbruik hoger dan 50.000 kwh (50.000 kwh verwarming komt overeen met 180 GJ of ongeveer 5000 m³ gas). Dit kan u bepalen aan de hand van de Inventaris gebouwen. Voorgaande formele voorwaarden laten nog heel wat keuzevrijheid toe. De volgende beslissingstabel kan u helpen bij het rangschikken van gebouwen in functie van de prioriteit waarmee ze opgevolgd dienen te worden via energieboekhouding. Tabel 1: beslissingstabel voor rangschikken van gebouwen Beslissingscriterium energieaudit of belangrijke energiebesparingsmaatregelen gepland beheer door onderhoudsfirma waarvan vergoeding afhankelijk van energieprestatie hoog energiebesparingspotentieel gebouwgebruiker is gemotiveerd om mee te werken aan energiezorg Opnemen in energieboekhouding? altijd altijd bij voorkeur bij voorkeur Bij voorgaande tabel maken wij de volgende begeleidende opmerkingen: - Een energieboekhouding levert basisinformatie voor een energieaudit en bij het uitvoeren van energiebesparingsmaatregelen is het noodzakelijk om de gerealiseerde besparing te kunnen berekenen. Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 17

- Energieboekhouding is een noodzakelijk instrument voor een correcte en onafhankelijke evaluatie van de energieprestaties van een onderhoudsfirma. - Bij gebouwen met een hoog energiebesparingspotentieel krijgt men dankzij energieboekhouding een gedetailleerder inzicht in het energiegedrag van het gebouw waardoor een efficiënte omzetting van het besparingspotentieel in een reële besparing mogelijk wordt. - Een gemotiveerde gebouwgebruiker maakt een efficiënte opstart en opvolging van de energieboekhouding mogelijk en is ook belangrijk bij een vlotte realisatie van energiebesparingsmaatregelen die kunnen resulteren uit de energieboekhouding. Taak 2: bepalen aantal gebouwen Het minimaal aantal gebouwen dat volgens de samenwerkingsovereenkomst moet opgevolgd worden via energieboekhouding bij gemeenten/steden bedraagt: - niveau 1: 1 gebouw per aangesneden schijf van 8.000 inwoners met een minimum van 1 gebouw - niveau 2: 1 gebouw per aangesneden schijf van 6.000 inwoners met een minimum van 2 gebouwen - niveau 3: een hoger aantal gebouwen dan in niveau 2 Het minimaal aantal gebouwen dat volgens de samenwerkingsovereenkomst moet opgevolgd worden via energieboekhouding bij provincies bedraagt: - niveau 1: 10 gebouwen - niveau 2: 15 gebouwen - niveau 3: een hoger aantal gebouwen dan in niveau 2 Voor kleinere gemeenten/steden zal het aantal gebouwen dat moet opgevolgd worden in het kader van de samenwerkingsovereenkomst beperkt zijn. Omwille van de volgende redenen is het minimaal opvolgen van 5 à 10 gebouwen aangewezen: - energieboekhouding heeft, onafhankelijk van de subsidies in het kader van de samenwerkingsovereenkomst, een aantal belangrijke financiële voordelen voor lokale overheden: Hoe meer gebouwen u opvolgt, hoe meer u kan profiteren van de voordelen. - Terwijl de voordelen evenredig stijgen in functie van het aantal opgevolgde gebouwen, nemen de opstart- en opvolgingskosten veel minder sterk toe: - het opstarten en opvolgen van een energieboekhouding onderstelt een niet onbelangrijke vaste tijdsinvestering door de ambtenaren (opbouwen knowhow over energieboekhouding, procedure doorlopen voor aankoop energieboekhoudsysteem, procedure opzetten voor opstarten en opvolgen energieboekhouding,..). Deze vaste tijdsinvestering neemt nauwelijks toe bij een toenemend aantal opgevolgde gebouwen. - de softwarekost per bijkomend opgevolgd gebouw is, zeker indien u uw energieboekhouding via PC opvolgt, beperkt. Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 18

Taak 3: bepalen welke gebouwen In de voorgaande taken werd enerzijds de prioriteit bepaald waarmee gebouwen in de energieboekhouding kunnen worden opgenomen en anderzijds het aantal op te nemen gebouwen vastgelegd. Met deze informatie kan men ondubbelzinnig de gebouwen bepalen die dienen te worden opgenomen in de energieboekhouding. Taak 4: bepalen strategie energieboekhouding 1: via internet of via PC? In de hierna volgende taken gaan wij ervan uit dat de lokale overheid overgaat tot de aankoop van een professioneel energieboekhoudsysteem. Het gebruik van een professioneel energieboekhoudsysteem kan immers als waardevol hulpmiddel beschouwd worden voor het implementeren van een effectief energiezorgsysteem. De voordelen van energieboekhouding via internet zijn de volgende: - beperkte leertijd, hoge gebruiksvriendelijkheid; - een groot deel van de dienstverlening (configureren gebouwen, opsporen en rapporteren overschrijdingen,...) gebeurt in veel gevallen door leverancier; - meteodata gewoonlijk inbegrepen in de dienstverlening. De voordelen van energieboekhouding via PC zijn de volgende: - lage (software)kost per gebouw, zeker indien een groter aantal gebouwen wordt opgevolgd; - uitgebreide mogelijkheden zoals gepersonaliseerde rapportages en maken van complexe berekeningen. De volgende tabel kan u helpen bij het bepalen van uw strategie. Tabel 2: beslissingstabel voor keuze tussen energieboekhouding via internet of via PC Beslissingscriterium minder dan 20 gebouwen opvolgen 20 tot 60 gebouwen opvolgen en u wenst niet te investeren in knowhow om energieboekhouding software te installeren, te onderhouden en op te volgen 20 tot 60 gebouwen opvolgen en u wenst wel te investeren in knowhow om energieboekhouding software te installeren, te onderhouden en op te volgen meer dan 60 gebouwen opvolgen Kies bij voorkeur voor... energieboekhouding via internet energieboekhouding via PC Taak 5: bepalen strategie energieboekhouding 2: manuele ingave of telemetrie Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 19

De voordelen van energieboekhouding telemetrie zijn de volgende: - manueel uitlezen van meters is overbodig, d.w.z. men hoeft zich dus niet meer ter plaatse bij de meter te begeven om de meterstand uit te lezen; - verbruiksgegevens zijn sneller beschikbaar (minimaal dagelijks en soms continu) waardoor problemen sneller worden gedetecteerd en dus ook sneller kunnen worden opgelost; - zeer frequente uitlezing van meterstanden, bijvoorbeeld om het kwartier, waardoor men gedetailleerde verbruiksprofielen bekomt. Dit is bijvoorbeeld nuttig voor eventuele onderhandelingen met toekomstige leveranciers in de vrije energiemarkt en voor het snel detecteren van fouten in de regeling van de HVAC-installatie of van waterlekken. De voordelen van energieboekhouding manuele ingave zijn de volgende: - (aanzienlijk) lagere investeringskost en jaarlijkse kosten; - een aantal voordelen van telemetrie kunnen geheel of gedeeltelijk gerealiseerd worden door systemen met manuele opname vb. defecten in de regeling van de HVAC-installatie en waterlekken kunnen ook gedetecteerd worden door gedurende een aantal dagen 's morgens en 's avonds de meterstanden op te nemen en in te geven en door vervolgens het verbruiksprofiel te evalueren via het energieboekhoudsysteem. Binnen de gebouwen die u gaat opvolgen met energieboekhouding, volgt u bij voorkeur die gebouwen met telemetrie op die prioritair met energieboekhouding in het algemeen moesten opgevolgd worden (zie Taak 1). Taak 6: ramen investering en jaarlijkse kost energieboekhouding Indien u een raming wenst te maken van de investeringskost en jaarlijkse kost moet u rekening houden met een aantal kostenposten die we in de volgende paragrafen omschrijven. Met betrekking tot de investeringskost moet u rekening houden met de volgende mogelijke componenten: - voorstudie Bij telemetrie wordt door sommige producenten een voorstudie voorzien. In deze voorstudie wordt ondermeer nagegaan welke meters nog vervangen moeten worden door pulsmeters en welk type datalogger en modem moet voorzien worden. - loggers en modem Dit is de kostprijs van de logger en de modem. - softwarelicentie Dit is de kostprijs van de software die men bij energieboekhouding via PC eenmalig moet aankopen. - in bedrijfstelling en opstart Dit kan bij internet+manuele ingave ondermeer de volgende diensten door de leverancier omvatten: - rondgang in de gebouwen met ondermeer lokaliseren en identificeren van de meters; Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 20

- invoeren van algemene gebouwgegevens - zoals adres, oppervlakte en gebruiksuren- en van historische verbruiksgegevens; - het configureren van de gebouwen en de tellers in de energieboekhouding. Bij telemetrie zal de leverancier in een aantal gevallen in deze fase de instelling en opstart van de loggers realiseren. - opleiding en cursus Dit is de kost van de cursus die dient gevolgd te worden door de gebruikers van energieboekhouding via PC. - eigen personeel (investering andere) Het betreft hier ondermeer de tijd voor het begeleiden van de experts, de tijd voor het verzamelen van de gebouwinformatie, cursustijd (bij energieboekhouding via PC) en de tijd voor het configureren van de tellers en gebouwen in de software (bij energieboekhouding via PC). - meters De kost voor het vervangen van de meters is zeer sterk afhankelijk van de situatie en in sommige gevallen zelfs gratis. In de verder gepresenteerde kostengrafieken worden deze kosten niet opgenomen. - bekabeling De kost hiervan is zeer variabel. Zoals toegelicht verder in de handleiding (zie Taak 9) wordt de bekabeling best uitgevoerd door uw eigen technische diensten. In de verder gepresenteerde kostengrafieken worden deze kosten niet opgenomen. Met betrekking tot de jaarlijkse kost moet u rekening houden met de volgende mogelijke componenten: - opvolging Deze dienstverlening kan ondermeer het maandelijks aanmaken en versturen van meterkaarten, de herinnering bij laattijdige ingave van meterstanden en de terugkoppeling van de verbruiksoverschrijdingen omvatten. - onderhoudsabonnement Via een onderhoudsabonnement wordt gewoonlijk telefonische ondersteuning gegeven bij vragen over software. Dit is vooral relevant bij energieboekhouding via PC. - telefoon datatransmissie Dit is de mogelijke telefoonkost voor het doorsturen via modem van de verbruiksgegevens. In veel gevallen worden verbruiksgegevens eenmaal per dag via een gewone telefoonlijn doorgestuurd. - eigen personeel Het betreft hier de tijd nodig voor het verzamelen en ingeven van de verbruiksgegevens (alleen bij manuele ingave) en voor het opsporen, analyseren en terugkoppelen van de overschrijdingen. Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 21

In de volgende grafieken presenteren wij een aantal kengetallen die een raming geven van de investeringskost en de jaarlijkse kost voor vier energieboekhoudingstrategieën bij de opvolging van 5 en 50 gebouwen 2. Wij wijzen erop dat de gepresenteerde totale investeringskost en jaarlijkse kost zeer sterk kan afwijken van de cijfers van producten en diensten in de praktijk. Een indicatie van de mogelijke afwijking wordt gegeven door de staafjes in de figuren. Zo is de kost van een onderdeel sterk afhankelijk van de diensten die door een leverancier met betrekking tot dit onderdeel geleverd worden. We onderstelden bijvoorbeeld een uitgebreide dienstverlening in het geval van energieboekhouding via internet en een beperkte dienstverlening bij energieboekhouding via PC. Er werd in de tabel verder bijvoorbeeld ook geen rekening gehouden met eventuele tegemoetkomingen door uw netbeheerder of promotionele kortingen door leveranciers. Verder werd in deze tabel geen rekening gehouden met eventuele investeringskosten voor pulsmeters en bekabeling. Omwille van deze redenen raden wij u ten zeerste aan om voor uw specifieke situatie een meer correcte raming te maken voor uw energieboekhoudsysteem bijvoorbeeld in overleg met uw netbeheerder en één of twee leveranciers van energieboekhoudsystemen. De raming van de investeringskost bij 5 en 50 gebouwen wordt op grafische wijze voorgesteld in Figuur 9. Bij energieboekhouding telemetrie is de investeringskost hoger, ondermeer door de noodzakelijke investering in logger en modems. Merk daarbij echter ook op dat energieboekhouding via telemetrie een aantal belangrijke kwalitatieve voordelen heeft (zie Taak 5). Ook wordt zoals eerder vermeld bij telemetrie bespaard op de jaarlijkse kost van eigen personeel voor het verzamelen en ingeven van de verbruiksgegevens. Een tweede vaststelling is dat de investeringskosten per gebouw afnemen bij de uitbreiding van 5 naar 50 gebouwen. Dit is vooral het geval bij energieboekhouding via PC. Bij energieboekhouding via PC moet namelijk, onafhankelijk van het aantal gebouwen, eenmalig geïnvesteerd worden in software en basiscursus en blijkt de extra kost per bijkomend gebouw relatief beperkt te zijn. Dit is met name zeer sterk het geval bij energieboekhouding via PC+manuele ingave aangezien daar per bijkomend gebouw niet moet geïnvesteerd worden in logger en modems. Figuur 9: raming initiële investeringskosten energieboekhouding per gebouw (excl. kost eigen personeel en excl. BTW) 3 2 Voor meer informatie omtrent de verschillende rekenhypothesen achter het cijfermateriaal verwijzen we naar het trefwoord Rekenhypothesen achter kostramingen energieboekhouding 3 Exclusief eventuele tegemoetkomingen door netbeheerder en exclusief kosten voor meters en bekabeling. Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 22

3.500 3.000 EUR per gebouw excl. BTW 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 5 gebouwen 50 gebouwen internet+manueel internet+telemetrie PC+manueel PC+telemetrie Bij het ramen van de initiële tijdsinvestering door eigen personeel (zie Figuur 10) werd rekening gehouden met de tijd nodig voor het uitvoeren van de volgende taken: - Het begeleiden van de leverancier bij de rondgang in de gebouwen. Bij telemetrie systemen onderstelden we dat er twee rondgangen per gebouw nodig zijn: een eerste maal voor het lokaliseren en identificeren van de tellers en een tweede maal voor het in werking stellen van de loggers en meters; - het verzamelen en ingeven van de gebouwgegevens en verbruiken; - enkel bij energieboekhouding via PC: - het volgen van een cursus door 2 personen; - installeren, opstarten en instellen van de software en het configureren van het gebouw en de tellers. - Bij telemetrie werd geen rekening gehouden met de eventuele tijd die uw technisch personeel nodig heeft om de bekabeling en meters te plaatsen. In functie van enerzijds de specifieke omstandigheden van uw project en anderzijds de dienstverlening geleverd door uw leverancier (een meer uitgebreide dienstverlening zal minder tijdsinvestering vereisen van uw eigen personeel en omgekeerd), zal u de gepresenteerde richtcijfers moeten aanpassen om ze zinvol te kunnen gebruiken in uw project. De initiële tijdsinvestering door eigen personeel is in het geval van energieboekhouding via internet aanzienlijk lager dan via PC (zie Figuur 10). Dit is logisch aangezien wij in onze berekening onderstelden dat bij energieboekhouding via PC de gebruiker zelf instaat voor het opvolgen en configureren van de software. Bij een toenemend aantal gebouwen neemt de tijdsinvestering bij energieboekhouding via PC enigszins sterk af omdat de vaste tijdsinvestering (aanleren software, ) kan verspreid worden over meerdere gebouwen. Figuur 10: raming initiële tijdsinvestering eigen personeel energieboekhouding (dagen per gebouw) Samenwerkingsovereenkomst 2005-2007 23