Aan de leden van de Vaste Tweede Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus EA Den Haag. Den Haag, 11 oktober 2006

Vergelijkbare documenten
Relatie Wet Inburgering en Wet SUWI en de overige wetgeving op het terrein van de Sociale Zekerheid

Aan de leden van Tweede Kamer Postbus EA Den Haag. Den Haag, 26 september Betreft: Miljoenennota 2007 Ref.

Resultaatfinanciering

Landelijke Cliëntenraad Oranjestraat JB Den Haag

Wilhelmina van Pruisenweg AN Den Haag Postbus GD Den Haag

De Landelijke Cliëntenraad wil hierbij uw aandacht vragen voor de voortgang van de Herbeoordeling WAO.

Aan de leden van de Vaste Tweede Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus EA Den Haag. Den Haag, 29 oktober 2007

Aan de leden Vaste Tweede Kamer Commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid t.a.v. de griffier de heer D.S. Nava Postbus EA Den Haag

Vaste Tweede Kamer Commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus EA Den Haag

Aan Vaste Tweede Kamer Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus EA Den Haag. Den Haag, 12 april 2004

Op dinsdag 17 oktober a.s. houdt uw commissie een inbrengvergadering (vooronderzoek) over het wetsvoorstel Wet Inburgering.

Reïntegratieverordening. werk en bijstand

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand

Reactie van de Landelijke Cliëntenraad op de aanbiedingsbrief bij de notitie Vergroting participatie jongeren met een beperking. LCR/080054/BH/GP/JL

Datum 9 april 2013 Betreft Reactie op zwartboek FNV en uitzending van Nieuwsuur over werken in de bijstand

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Aan de leden Vaste Tweede kamer Commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus EA Den Haag

Inhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.18 november 2014, nummer: 14/987;

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Haarlem (versie ) De raad van de gemeente Haarlem;

Landelijke Cliëntenraad Oranjestraat JB Den Haag

Wet stimulering arbeidsparticipatie

Aan de leden van de Vaste Tweede Kamer Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus EA Den Haag. Den Haag, 17 mei 2011

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Datum uitwerkingtreding

Bijlage als bedoeld in artikel 2 van de Uitvoeringsregels re-integratie Voorziening Omvang en duur Verstrekkingswijze Voorwaarden Aanvraagprocedure

Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Lemsterland. gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Aan de leden van de Vaste Tweede Kamer Commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus EA Den Haag

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van,

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015

BELEIDSREGELS PARTICIPATIE Behorend bij de Participatieverordening Grondslag

Beleidsregel algemeen geaccepteerde arbeid en ontheffing van de plicht tot arbeidsinschakeling Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZ ASTEN 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Betreft: Reactie Landelijke Cliëntenraad op Wetsvoorstel Wet werk en Zekerheid Referentie: LCR/TK/ /GM/BH

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d., nummer:. ;

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

io-fó-m nr. 6293^ n Heemst

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Grave,

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Enschede 2015

Aan de leden van de vaste Eerste Kamer commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus EA Den Haag

Kenmerk gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Dienst Bommelerwaard (hierna te noemen Sociale Dienst Bommelerwaard);

vast te stellen de hierna volgende Verordening tegenprestatie Alkmaar 2015 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Premieverordening 2012

VERORDENING TEGENPRESENTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudenberg BESLUIT

Verordening tegenprestatie participatiewet 2015 Documentnummer INT

Gemeente Raalte Beleidsregels re-integratie en loonkostensubsidie

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Oss,

Gezien het voorstel inzake Gewijzigde WWB-verordeningen na aanscherping WWB (Gem. blad Afd. A 2012, no. );

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

De Landelijke Cliëntenraad heeft kennis genomen van het wetsvoorstel Inburgeringswet, (kamerstuk 30308).

Hoofdstuk 2. Loonwaarde en loonkostensubsidie

Deze doelstellingen staan zwaar onder druk door de voorgestelde taakstelling op het SZW-domein.

Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland. Artikel 2. Verplichtingen van de persoon uit de doelgroep

Aan de leden Vaste Tweede Kamer Commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus EA Den Haag. Den Haag, 3 oktober 2013

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

gelezen ons besluit dd. 12 juli 2004 nr. A9 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand,

TOEVOEGING BIJLAGE NIJMEGEN AAN REGIONALE VERORDENING TEGENPRESTATIE

Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet Gemeente Capelle aan den IJssel 2015

ConceptUitvoeringsbesluit Participatiewet Besluit ter uitvoering van de Re- integratieverordening Participatiewet 2015 Versie 18 december

Verordening Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Orionis Walcheren 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Toelichting. Artikelsgewijs

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 december 2014, nr ;

gelezen ons besluit dd. 28 april 2009 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand, ioaw en ioaz,

De raad van de gemeente Schiermonnikoog,

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Re-integratieverordening Participatiewet Deurne 2015

Aan paragraaf 2.1. van de Wet werk en bijstand wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Ons kenmerk W&B/URP/08/17468 Datum 23 juni 2008 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet werk en bijstand,

Verordening loonkostensubsidie

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

Re-integratieverordening wet werk en bijstand Gouda 2010

Portefeuillehouder: M. Verschuren Behandelend ambtenaar J. van Bragt, (t.a.v. J.van Bragt)

Algemene toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Pijnacker-Nootdorp

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Krimpen aan den IJssel 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015

Landelijke Cliëntenraad Oranjestraat JB Den Haag

Verordening Tegenprestatie Participatiewet gemeente Bergen gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet 2015 Dienst SoZaWe Nw. Fryslân

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d.

b e s l u i t : Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Gooise Meren 2016

Aan de leden van de Tweede Kamer Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus EA Den Haag. Den Haag, november 2003

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014

Landelijke Cliëntenraad Oranjestraat JB Den Haag

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011.

Artikelsgewijze. toelichting. Reïntegratieverordening. werk en bijstand

c. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

Protocol: Voorkomen van verdringing en werken zonder loon

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Renkum 2015

GEMEENTEBLAD 2004 nr. 150

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

gemeente Eindhoven Raadsvoorstel Wijziging Subsidieverordening Gemeente Eindhoven 2002 inzake gesubsidieerde arbeid (flexvergoeding en opstapbaan)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d., nummer:. ;

Transcriptie:

Landelijke Cliëntenraad Oranjestraat 4 2514 JB Den Haag Tel. 070-789 07 70 Fax 070-789 07 74 Email: info@lcr-suwi.nl Aan de leden van de Vaste Tweede Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag, 11 oktober 2006 Betreft: Voorstel van wet houdende een wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen om gemeenten meer zekerheid te geven dat mensen met een kleine kans op inschakeling in het arbeidsproces met behoud van uitkering gedurende maximaal 2 jaar onbeloonde additionele werkzaamheden kunnen verrichten. Ref.: LCR060122/ER/JL Geachte dames en heren, De Landelijke Cliëntenraad heeft kennis genomen van het verslag en de nota naar aanleiding van het verslag naar aanleiding van het voorstel van wet houdende een wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen om gemeenten meer zekerheid te geven dat mensen met een kleine kans op inschakeling in het arbeidsproces met behoud van uitkering gedurende maximaal 2 jaar onbeloonde additionele werkzaamheden kunnen verrichten (terugkeerbanen). De Landelijke Cliëntenraad wil hierbij uw aandacht vragen voor de volgende punten: 1 Doel terugkeerbanen 2 Werk moet lonen 3 scholing 4 Rechten en plichten 5 evaluatie 1 Doel terugkeerbanen Het doel van terugkeerbanen is mensen dichter bij de arbeidsmarkt brengen, een stapje hoger brengen op de reïntegratieladder. Uitkeringsgerechtigden mogen twee jaar lang werkzaam zijn in een terugkeerbaan met als doel betrokkene door te laten stromen naar een volgende trede op de reïntegratieladder. Voor dit doel vindt de LCR twee jaar erg lang.

Doorstroming naar loonvormende arbeid is dus na twee jaar nog niet inzicht. Er wordt zelfs een opening geboden om de duur van de terugkeerbaan na twee jaar te verlengen. Over de invulling van de baan, de begeleiding mogelijkheden tot scholing is de deelnemer afhankelijk van de goede wil en inzet van de gemeente hij heeft geen enkel recht om hierover eisen te stellen (bij ad 4 rechten en plichten komen wij hier nader op terug). De LCR vindt een en ander onaanvaardbaar. De term terugkeerbaan is ook misleidend terugkeer naar werk is immers niet aan de orde. De term bezigheidsbaan is beter op zijn plaats. Ook wil de LCR uw aandacht vragen voor de arbeidsvoorwaarden zoals arbo, verlofregeling, kinderopvang. Hierover wordt niets vermeld in het wetsvoorstel. Zo rijst bij de LCR de vraag of mensen in een terugkeerbaan tegen arbeidsongeschiktheid zijn verzekerd? Wat gebeurd als mensen gehandicapt worden? Hebben mensen in terugkeerbanen recht op vrije dagen en vakantie. Wat is of wordt geregeld op het terrein van kinderopvang? De LCR verzoekt u zorg te dragen dat er nadere randvoorwaarden worden gesteld aan de terugkeerbanen. In dit kader dient te worden vastgelegd: dat een terugkeerbaan bij dient te dragen aan een duurzaam perspectief op deelname aan de arbeidsmarkt. Dat er geen gaten mogen vallen tussen terugkeerbaan en vervolgstappen of uitstroom naar arbeid; voorwaarden op terrein van arbo, verlof, kinderopvang en verzekering tegen arbeidsongeschiktheid worden ingevuld. Ad 2 Werk moet lonen Het kabinet kiest bewust voor werken met behoud van uitkering. Werken in een terugkeerbaan mag niet lonen. Werken met een loonkostensubsidie in de vorm die het kabinet heeft onderzocht waarbij het netto inkomen gelijk moet zijn aan de netto uitkering, leidt inderdaad tot nodeloze administratieve lasten. Een dergelijke constructie leidt voor de werknemer ook niet tot het gewenste uitgangspunt van werk moet lonen. Wel is hij hierdoor verzekerd voor arbeidsongeschiktheid. De LCR blijft bij zijn vraag waarom wordt afgeweken van het uitgangspunt werk moet lonen. Waarom is niet gekozenen voor een vorm waarbij werknemers in een terugkeerbaan tenminste het voor hen geldende minimumloon verdienen en de werkgever gecompenseerd wordt door middel van een loonkostensubsidie. De LCR is van mening dat werken met behoud van uitkering in principe niet langer dan een half jaar zou moeten duren. Het feit dat werken in een terugkeerbaan niet loont, wringt des te meer omdat mensen die werkzaam zijn in een terugkeerbaan ook geen recht kunnen doen gelden op de langdurigheidstoeslag. De gemeente heeft de mogelijkheid om de stimuleringspremie toe te kennen. De LCR is van mening dat gelet op het verdwijnen van het recht op de langdurigheidstoeslag bij deelname aan terugkeerbanen, de stimuleringspremie dient te worden verstrekt. De LCR verzoekt u zorg te dragen dat bij uitkeringsgerechtigden die in een terugkeerbaan te werk worden gesteld, minimaal recht hebben op de stimuleringspremie. Ad 2 Scholing Zonder kennis van de vraag op de arbeidsmarkt en investeringen in de noodzakelijke competenties en vakbekwaamheid van de betrokken werknemer in de terugkeerbaan wordt een terugkeerbaan slechts een parkeerbaan. Gestreefd zou moeten worden naar het behalen van het niveau van een start kwalificatie. Als dat niet mogelijk is dient op zijn minst te worden ingezet op het aanleren van vakgerichte bekwaamheden. Het verbaasd de LCR dat het kabinet de inzet van scholing niet wil garanderen bij een terugkeerbaan. In dit kader antwoordt het kabinet dat scholing voor de groep die is aangewezen op een terugkeerbaan niet altijd nu al binnen bereik is. 2

Voor een kabinet dat niemand wil afschrijven is dit een bijzondere uitspraak. De LCR verzoekt u zorg te dragen dat scholing een onderdeel vormt van een terugkeerbaan. Ad 3 Rechten en plichten De Landelijke Cliëntenraad constateert dat de gemeenten een grote beleidsvrijheid hebben bij het aanbieden van de terugkeerbanen. Mensen die tot de doelgroep van de terugkeerbanen behoren, zijn verplicht gebruik te maken van een aanbod in de vorm van een terugkeerbaan, zonder dat zij eisen kunnen stellen aan de nadere invulling. De nadere invulling van een terugkeerbaan is aan de gemeente. De indicatie, wie behoort tot de doelgroep van de terugkeerbanen, evenals de invulling van de begeleiding en het maken van afspraken met de uitkeringsgerechtigde en een eventuele derde voor wie de werkzaamheden worden verricht, wordt zonder daarbij enige voorwaarden te stellen aan de gemeente overgelaten. Het niet de bedoeling dat mensen na twee jaar in een terugkeerbaan te hebben gewerkt weer thuis komen te zitten, zo wordt in de memorie van toelichting verwoord. Dat klinkt erg mooi maar welk recht kan de uitkeringsgerechtigde doen gelden met betrekking tot vervolgstappen? De LCR constateert dan ook dat de rechten van de uitkeringsgerechtigden slecht zijn geregeld. Daar waar de Wwb spreekt over de eigen verantwoordelijkheid van de burger om in zijn eigen inkomen te voorzien, is er geen sprake van de mogelijkheid van het mede invulling geven aan het traject naar betaalde arbeid. Dat zet de eigen verantwoordelijkheid van de burger in een bijzonder daglicht. De LCR is van mening dat de uitkeringsgerechtigde in staat moet worden gesteld de regie bij zijn reïntegratie te voeren. Dat betekent dat hij inspraak zou moeten hebben in zijn traject naar betaalde arbeid. Inspraak bij de keuze of een terugkeerbaan het juiste instrument is voor toeleiding naar de arbeidsmarkt. Inspraak bij de keuze van de werkzaamheden en het opstellen van ontwikkelingsplan. De mogelijkheid om een terugkeerbaan te weigeren indien er geen adequaat trajectplan aan ten grondslag ligt. Het kabinet heeft alle vertrouwen in dat de gemeente een en ander goed regelt en wenst daar geen enkel recht van de cliënt tegenover te stellen. De cliënt kan een en ander dus niet afdwingen. Het kabinet stelt dat bij het ontbreken van een adequaat trajectplan de cliënt rechtsmiddelen kan inzetten. De LCR vindt dit een bizarre uitspraak. De cliënt kan een aanbod van de gemeente met betrekking tot een terugkeerbaan niet weigeren. Dat betekent dat hij eventuele rechtsmiddelen wel kan inzetten naar intussen wel aan het werk moet. Een gang van bezwaar en beroep (tot aan de Centrale Raad van Beroep) duurt gemiddeld meer dan twee jaar. Tevens is het de vraag of een rechter in staat is om een trajectplan te toetsen als hierover geen eisen in de Wet zijn geformuleerd. De rechter dient dan te toetsen of aan de vereisten zoals verwoord in de gemeentelijke verordening is voldaan. Als in deze verordening geen eisen aan het trajectplan worden gesteld, is een beroep bij de rechter zinloos. Het is dus zeer de vraag of de cliënt werkelijk rechtsmiddelen in handen heeft. Het kabinet betoogd dat tegenover de plicht tot het aanvaarden van een terugkeerbaan betrokkene rechten heeft die goeddeels aansluiten bij het verzoek van de LCR en die volgen uit de letter en de geest van het voorliggende wetsvoorstel. En daar wringt de schoen van de LCR, is de geest van een wetsvoorstel afdwingbaar? Als het kabinet van mening is dat in de geest van de wet betrokkene de volgende rechten heeft, citaat: recht op verbetering van zijn of haar positie op de arbeidsmarkt; recht op het verrichten van additioneel arbeid die past bij de vaardigheden van de belanghebbende en die de kansen op inschakeling in het arbeidsproces vergroot. De voortgang van dit recht kan de gemeente volgen door regelmatig te kijken naar het functioneren van belanghebbende en diens beleving van de terugkeerbaan. Daarbij kan het dienstig zijn dat gedurende de periode dat iemand in een terugkeerbaan werkzaamheden verricht, door het college meerdere malen een diagnose wordt gesteld van de problemen die ten grondslag liggen aan de afstand tot de arbeidsmarkt van de betrokkene. Voorts heeft betrokkene recht op begeleiding door de gemeente. Over zijn of haar begeleiding en uitwerking van de terugkeerbaan heeft belanghebbende inspraak tijdens het opmaken van trajectplan waar alle afspraken tussen betrokken partijen (gemeente, betrokkene en de derde) worden omschreven. (einde citaat), waarom worden deze rechten dan niet helder in de wet vastgelegd. 3

De LCR verzoekt u zorg te dragen dat de rechten van de uitkeringsgerechtigden nader in de Wet worden vastgelegd. In dit kader dient te worden vastgelegd dat: Uitkeringsgerechtigden inspraak hebben bij de keuze of een terugkeerbaan het juiste instrument is voor toeleiding naar de arbeidsmarkt; Uitkeringsgerechtigden inspraak hebben bij de invulling van een terugkeerbaan; Uitkeringsgerechtigden recht hebben op een trajectplan. In dit trajectplan dient tenminste te worden vastgelegd: beoogde doelstelling(en), begeleiding, te ontwikkeling competenties en vaardigheden (waaronder mogelijkheden tot beroepskwalificaties), welke activiteiten worden ondernomen, de wijze en de momenten waarop de voortgang wordt beoordeeld; Dat er in ieder geval na één half jaar wordt geëvalueerd waarbij dient te worden gekeken of de terugkeerbaan het juiste instrument is, of er andere of aanvullende instrumenten of dienstverlening nodig zijn; Uitkeringsgerechtigden recht hebben op adequate vervolgstappen na beëindiging terugkeerbaan; Een terugkeerbaan kan worden geweigerd indien er geen adequaat trajectplan aan ten grondslag ligt. Ad 4 Evaluatie Volgens het kabinet zal in de evaluatie na 4 jaar centraal moeten staan of de toepassing van het instrument een toegevoegde waar heeft binnen het brede palet van reïntegratieinstrumenten. Bepalend voor het antwoord hierop is of cliënten een stapje richting regulier werk hebben kunnen maken op de reïntegratie-ladder. Als dit het criterium is voor de evaluatie dan weet de LCR thans al het antwoord, namelijk dat er een toegevoegde waarde is. De LCR vindt het onaanvaardbaar dat er zonder heldere indicatoren wordt geëvalueerd. De LCR is van mening dat bij de evaluatie aandacht moet worden besteed aan de volgende onderwerpen: 1 Het effect van terugkeerbanen op de onderkant van de arbeidsmarkt; 2 Welke criteria worden door gemeenten gesteld bij selectie deelnemers voor terugkeerbaan; 3 Gemiddelde duur van een terugkeerbaan; 4 Hoe worden de terugkeerbanen ingevuld; 5 Heeft iedere deelnemer een trajectplan; 6 Heeft deelnemer inspraak in trajectplan gehad; 7 Uit welke onderdelen bestaat het trajectplan; 8 Resultaat terugkeerbaan 9 Zijn de deelnemers naar afloop van de terugkeerbaan naadloos doorgestroomd naar een vervolg traject. 10 Kenmerken van de deelnemers die niet een stapje hoger op de reïntegratieladder zijn gekomen. Het kabinet acht het niet mogelijk gemeenten periodiek en gedetailleerd te bevragen over de inzet en de effectiviteit van de afzonderlijke reïntegratie-instrumenten. De Wwb zou hiertoe geen ruimte bieden. Inderdaad heeft de gemeente slechts een beperkte rapportage plicht in het kader van de Wwb. De LCR is echter van mening dat bij het introduceren van een nieuw instrument, waarvoor zelfs de Wwb moet worden gewijzigd, een nadere informatieplicht moet worden opgelegd. De LCR verzoekt u zorg te dragen dat de invoering van de terugkeerbaan zorgvuldig wordt geëvalueerd. In dit kader dienen vooraf helder indicatoren te worden vastgesteld. 4

De LCR verzoekt u de inhoud van deze brief bij uw inbreng te betrekken ten einde de kansen op de arbeidsmarkt van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt daadwerkelijk te bevorderen. De LCR is gaarne bereidt tot een nadere toelichting van deze brief. Met vriendelijke groet, Namens de Landelijke Cliëntenraad, J. Laurier Voorzitter Samenstelling Landelijke Cliëntenraad Landelijke cliëntenorganisaties: Christelijk Nationaal Vakverbond/Vakcentrale voor Middengroepen en Hoger personeel (CNV/MHP), Chronisch zieken en Gehandicaptenraad Nederland (CG-Raad), Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO), Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, publieke sector), Landelijke Vereniging van Arbeidsongeschikten (LVA), Samenwerkingsverbanden Landelijk Overleg Minderheden (LOM), Toegevoegde leden: Cliëntenbond in de geestelijke gezondheidszorg/stichting Landelijke Patiënten en Bewonersraden in de geestelijke gezondheidszorg (Cliëntenbond/LPR), Federatie van Ouderverenigingen (FvO), Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, private sector), vertegenwoordigers van cliëntenraden bij UWV, CWI en SVB, vertegenwoordigers van de gemeentelijke cliëntenparticipatie: Landelijk Netwerk Cliëntenorganisaties/Samenwerkingsverband Mensen Zonder Betaald Werk (LNCO/SMZBW), Landelijke Vereniging Thuislozen (LVT), Landelijk overleg cliëntenraden Sociale Zekerheid (Locs). 5